Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: De Hulk en Spider-Man geschilderd door Bob Larkin

Soms kom ik een illustratie tegen die ik meteen herken van vroeger, zoals deze prachtige schildering van de Hulk door Bob Larkin.

Larkin HulkIk had dit schilderij als postkaart vroeger, die ik waarschijnlijk gekocht heb in stripwinkel Het Gele Teken. Ik kende de schilder verder niet, maar door het blog Marvel Comics of the 1980’s weet ik nu dat het Bob Larkin is, die ook veel geschilderde covers voor Marvel Comics heeft gemaakt. Hij maakte covers voor titels als The Savage Sword of Conan, Marvel Super Special, Marvel Preview, Crazy Magazine, The Deadly Hands of Kung-Fu, Planet of the Apes en Tomb of Dracula.

Larkin maakte ook deze geestige ontmoeting tussen Spider-Man en de Hulk als omslag voor Crazy #42. Crazy was Marvels antwoord op de Mad. De groene reus lijkt wel wat op Lou Ferrigno vind ik:

spiderman_hulk_bob_larkin

Op hetzelfde blog kwam ik ook deze Spider-Man-cover tegen. Larkin voorzag de Marvel Fireside Books, de oerversies van tradepaperbacks, van dit soort mooie omslagen.

Amazing Spider-Man Fireside 001

Ik denk dat dit ook een cover is voor een zo’n trade:

Spiderman_bob_larkin_82Larkin maakt sfeervolle beelden. Ik kan me voorstellen dat mensen specifiek voor zijn omslagen boeken aanschaffen.

Ook maakte hij deze mooie cover voor Parallel Lives, de graphic novel die vlak na de bruiloft van Peter en Mary Jane uitkwam en die over hun relatie gaat. Het verhaal behandelt hoe ze elkaar ontmoetten, samen opgroeiden, verliefd werden en uiteindelijk trouwden. Geschreven door Gerry Conway en getekend door Alex Saviuk.
spiderman_Larkin_ParallelLives

Als jonge lezer vond ik dit al een mooie cover. Het was de meest realistische afbeelding die ik tot dan toe van Mary Jane had gezien. Spider-Man komt daarentegen wat vlak over op de illustratie.

Meer Bob Larkin
Dit blog staat vol met zijn werk en wordt beheerd door drie van zijn fans.

Categorieën
Bloggen Spidey's web Strips

Spideys web: Twee jaar lang iedere week bloggen over Spider-Man

Twee jaar geleden had ik een nieuw doel nodig om te bloggen. Stukken kwamen traag uit mijn vingers, de lol was er een beetje af. ‘Waar schrijf ik nu eigenlijk het liefste over?’ vroeg ik me af. Het antwoord was snel gevonden: ik zou een periode van twee jaar, iedere week een stukje over mijn favoriete stripheld Spider-Man schrijven.

Het omslag van het fictieve boek 'Webs'. Illustratie: Todd McFarlane
Het omslag van het fictieve boek ‘Webs’. Illustratie: Todd McFarlane

De rubriek Spidey’s web was geboren en op 20 mei 2013 publiceerde ik aflevering 1. Inmiddels heb ik 104 afleveringen gepubliceerd. (Dit is nummer 105). De twee jaar zijn om, ik heb het project volgehouden. Hoewel ik van mening ben dat je als blogger niet te streng voor jezelf moet zijn – heb je geen zin om te bloggen of niets te zeggen, doe het dan vooral niet – was dit project een belofte waar ik me aan wilde houden. Gewoon om aan mezelf te bewijzen dat ik het kan.

En ondertussen had ik ontzettend veel lol in het schrijven van deze stukken, en dat is voor mij nog steeds het voornaamste. Ook kreeg ik zo nu en dan leuke reacties op de posts, al geloof ik dat het aantal lezers dat zit te wachten op wekelijkse Spider-Man-afleveringen niet zo groot is.

spidermankoffieEen hele lijst aan onderwerpen wilde ik behandelen en die lijst heb ik maar deels afgewerkt. Vaak genoeg kwam ik iets tijdens het lezen tegen wat ik mee wilde nemen die week en soms stond het onderwerp gewoon op straat op me te wachten, zoals de Spider-Cow. Er valt nu eenmaal een hoop over Peter Parker en andere castleden te vertellen. Zodra ik met Spidey in mijn hoofd rondliep zag ik al snel allerlei verbanden tussen het dagelijks leven en de wereld van Spider-Man. Het is niet voor niets dat ik met Peter Parker een persoonlijke band voel.

En nu?

Nu bevrijd ik mezelf van de verplichting om iedere maandag een stuk over Spider-Man te publiceren, maar dat is niet het einde van deze rubriek. Als ik zin heb om een artikel over het webhoofd te publiceren zal ik dat zeker doen. Op maandag, of dinsdag, of welke dag dan ook. Een keer in de maand, twee keer per week… we gaan het zien.

Over Spider-Man raak ik waarschijnlijk nooit uitgepraat.

spider-man straatroof

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Spider-Man en de gouden blocnote

De Beyonder verandert een heel gebouw in puur goud. Als Spider-Man ziet dat misdaadbaas Kingpin rijkelijk beloond wordt door de overheid, steelt hij een gouden blocnote. Al snel begint zijn geweten te knagen.

marvel-amazing-spider-man-epic-15Marvel geeft tegenwoordig dikke omnibussen uit onder de noemer Epic Collection. Deze bundelingen bevatten een lange aan elkaar gesloten reeks van een serie, maar worden niet in volgorde uitgegeven. Om dat wat duidelijker te maken, van Amazing Spider-Man zijn nu Volume 1: Great Power (Amazing Spider-Man #1-17, Annual #1), Volume 15: Ghost of the Past, Vol 20: Cosmic Adventures en Vol 22: Round Robin verschenen. Ik denk dat je uiteindelijk de hele serie zo op je plank zal hebben staan, maar met Marvel weet je het nooit zeker.

Recent las ik Vol. 15: Ghosts of the past. Een prachtige bundeling van verhalen die in 1984 en 1986 zijn verschenen en waarvan het merendeel is gemaakt door Tom DeFalco en Ron Frenz – een van mijn favoriete Spider-Man-teams. Op Brainfreeze.be staat een goede, uitgebreide recensie van deze bundel.

Flashbacks
Ik zou echt hele afleveringen van Spidey’s web kunnen volschrijven over de rijkdom in deze bundel, maar eigenlijk heb ik dat al gedaan. Het verhaal van The Spectacular Spider-Kid staat er in bijvoorbeeld, Trade Secret  en ook die grappige scène met de zonnende buurmeisjes.

In de bundel zijn opgenomen: Amazing Spider-Man #259-272, Annual #18-19;
Web of Spider-Man #1, 6. Je ziet dat er niet alleen nummers van Amazing Spider-Man in staan, maar ook wat van Web van Spider-Man om het verhaal compleet te maken. In Web #1 krijgt Peter Parker het namelijk aan de stok met het Symbiont die uit het Baxter Building is ontsnapt om wraak te nemen. Dat levert een boeiende scène op waar ik het een volgende aflevering van Spidey’s web over ga hebben. Ook is Web #6 in de bundel opgenomen omdat dit verhaal wordt afgemaakt in Amazing Spider-Man #268. De twee covers sluiten op elkaar aan. Een toffe illustratie van John Byrne:

webofspiderman6-amazingspider-man268

Gouden blocnote
Een goed verhaal trouwens: de Beyonder, de oppermachtige entiteit uit Secret Wars, is naar de aarde gekomen om meer over de mensheid te weten te komen. Als hij er dankzij gesprekken met Spidey en anderen achterkomt dat we nogal wat waarde hechten aan financiële rijkdom, besluit hij een heel gebouw en alle niet-levende materialen daarin te veranderen in goud. Een ramp natuurlijk, want als zoveel goud opeens op de financiële markt terechtkomt, stort die hele markt in. Het is daarom zaak dat de bevolking hier niet achterkomt. Met de hulp van misdaadbaas Kingpin wordt het gebouw geheim gehouden van het grote publiek. Het leger zorgt ervoor dat het ingestorte gebouw zo snel mogelijk wordt weggehaald en dat de stukken goud in een diepe geul in de oceaan worden gedumpt.

Voor het zover is redt Spider-Man de mensen die in het gebouw aanwezig waren toen het in goud veranderde en instortte. Terwijl hij dat doet krijgt onze held een flinke uitbrander van Charles Anderson die namens de Amerikaanse regering de operatie leidt. Anderson vindt dat Spider-Man niets te zoeken heeft bij het gebouw en probeert hem weg te jagen door op hem te laten schieten. Gelukkig laat het Webhoofd zich niet wegjagen en zorgt ervoor dat er nog mensen levend uit het pand komen.

Als Spidey ziet dat Kingpin voor zijn moeite enkele gouden typemachines krijgt van de overheid, besluit hij boos zelf een gouden blocnote mee te nemen dat hij in een prullenbak in het pand vindt.

Uit: Web of Spider-Man #6.
Uit: Web of Spider-Man #6.

Als Kingpin miljoenen krijgt voor de moeite, dan mag Peter toch zeker ook wel een kleinigheidje meenemen? Toch knaagt dit kleinood aan Peters geweten en meerdere nummers komt naar voren dat hij zich hier schuldig over voelt. Ook al lag het boekje in de prullenbak en was het dus afval, toch heeft Peter het gevoel dat hij het niet had mogen stelen.

Ziekenhuisrekening
Pas in Web of Spider-Man #15 wordt dit verhaallijntje op een geniale manier afgerond. Peter verkoopt de gouden blocnote aan een heler voor 3.000 dollar zodat de ziekenhuisrekening voor Nathan afbetaald kan worden. Nathan is verloofde van Tante May en die is in elkaar geslagen door enkele criminelen waar hij gokschulden bij had uitstaan. May had Peter gevraagd Nathan in de gaten te houden omdat ze vermoedde dat er iets mis was, maar Peter was te druk met Spider-Man spelen om te voorkomen dat Nathan slachtoffer werd. (Amazing Spider-Man #271) Nu kan hij het goedmaken door anoniem de ziektekosten te betalen die niet gedekt zijn door de verzekering. Zo komt het geld dus toch op een goede plek terecht.

Nathan wordt in elkaar geslagen. Uit: Amazing Spider-Man #271. Tekeningen: Ron Frenz.
Nathan wordt in elkaar geslagen. Uit: Amazing Spider-Man #271. Tekeningen: Ron Frenz.

Goed, Peter krijgt maar een tiende uitbetaald van wat de blocnote waard is, maar goed.

Peter had het geld overigens ook zelf goed kunnen gebruiken: zijn huisbaas Mrs. Muggins dreigt hem op straat te gooien als hij de brandschade in zijn huis niet voor vanavond 12 uur heeft hersteld. Toch vindt Peter het beter het geld aan Nathans rekeningen uit te geven. Dan maar op straat staan, denkt hij als hij blut naar huis loopt om zijn spullen te pakken. Gelukkig helpt Mary Jane hem en blijkt Peters huis te zijn opgeknapt als hij weer thuiskomt.

Web-Of-Spiderman-015-thuisk

Uit: Web of Spider-Man #15. Tekeningen: Mike Harris. Inkt: Kyle Baker. Tekst: David Michelinie.
Uit: Web of Spider-Man #15. Tekeningen: Mike Harris. Inkt: Kyle Baker. Tekst: David Michelinie.

Kwestie van ethiek
Ik hou ervan als er interessante ethische kwesties worden behandeld in de Spider-Man-verhalen. Persoonlijk vind ik het geen probleem dat Peter voor zijn moeite een stukje goud meeneemt, maar kennelijk rijmt dit niet met zijn gevoel voor rechtvaardigheid. Bewonderenswaardig, maar volgens mij wat misplaatst in een wereld waarin de overheid onder een hoedje speelt met criminelen en de burger tot aan de laatste cent wordt uitgewrongen.

Briefschrijver Mike Moscoso (Amazing Spider-Man #276) is dat met mij eens:

‘I don’t see what’s wrong with Peter keeping the gold notebook. I’ve noticed that a lot of people are against his keeping the object in question and I think those people are completely heartless. Good ole Pete has been through the ringer many times trying to get pictures to pay for his money problems such as paying the rent, and helping his Aunt May. Let’s face it, living in New York City can’t be cheap: the cost of food, clothing, and utilities are always on the uprise. Plus Peter’s gotta have money to take Mary Jane and others out. I say he should keep it and invest it – slowly, of course. Peter could start up some sort of company that could help him in times of need and also help his Aunt May and her financial problems.
Got it? Good!
I hope you guys don’t do anything cheap like have the pad stolen or something similar. Let’s face it, you said this would change his life. To have it taken from him or have him lose it in any way is to have made it a big waste of time. The idea was good so do something positive for Spider-Man. OK? OK!’

Fijn voor May en Nathan dat Peter Parker niet de brievenpagina in Amazing Spider-Man leest, want dat had hem wellicht op andere gedachten gebracht.

Categorieën
Mike's notities Strips

Lekker nostalgisch lezen

Toen ik nog web- en videoredacteur was bij Intermediair, was zondag mijn favoriete dag van de week. Meestal zat ik dan uren op mijn leeststoel de nieuwe stapel comics door te nemen.

Heerlijk vond ik dat: ’s ochtends rustig opstaan, douchen, ontbijten en daarna lekker aan de koffie op mijn stoel de nieuwe trade paperback van The Walking Dead lezen of de nieuwe Spider-Man of X-Men-verhalen. Meestal jaagde ik er op zo’n middag een paar trades doorheen. De fysieke wereld was dan niet groter dan mijn huiskamer, maar mijn hoofd kwam in werelden waarin superhelden en zombies de dienst uit maakten.

Leestafel anno 2008.
Leestafel anno 2008.

Op zaterdag deed ik natuurlijk de boodschappen en ’s middags zat ik dan meestal de blogstukjes voor de komende week te schrijven. Door de weeks kwam ik daar nauwelijks aan toe, dus pende ik drie, soms vier stukjes vooruit. Aan het eind van de middag was het soms koffiedrinken bij Swaf en bijpraten met de andere barflies. ’s Avonds zat ik vaak bij Paul film te kijken en gingen we daarna nog even de kroeg in. Een fijn doch routineus leventje.

Tenminste, zo kijk ik nu tegen die periode aan, maar goed, ik ben dan ook een nostalgist. Mijn hoofd verkeert vaak in een periode van een paar jaar geleden en beziet het geheel door een rooskleurige bril. Veel leed is vergeten en leuke, markante momenten voeren de boventoon. Het is een van de belangrijkste reden waarom ik oude foto’s uit die tijd op Daily Webhead wil publiceren, om even lekker in het verleden te kunnen zwelgen.

Tegenwoordig wonen vrienden niet meer om de hoek, woon ik in een nieuw huis, in een andere stad en ben ik niet langer vrijgezel.

Nu weet ik van mezelf dat ik een nostalgist ben. Niet heel zen van me, maar ik kan er niet veel aan doen. De consequentie daarvan is dat ik over een paar jaar met een roze bril naar de huidige periode zal kijken. Nu ik me daarvan bewust ben, probeer ik zoveel mogelijk in het nu te leven en te genieten van wat me overkomt. Soms doe ik alsof ik vanuit de toekomst naar het nu kijk, lekker zwelgen in het heden. Soms probeer ik dat lekkere leesgevoel van toen terug te halen door ook nu fijne leesmomenten te creëren. Lekker op de bank. Kopje koffie erbij en lezen maar. En niet alleen op zondag.

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Breekpunt

Eigenlijk had ik een vrolijker stuk gepland voor de aflevering van vandaag, maar aangezien ik bijna een nervous breakdown aan het ondergaan ben, wil ik vandaag even dit kwijt: ik ben zo ontzettend klaar met de ondermaatse Spider-Man-verhalen die Dan Slott schrijft, dat ik niet langer Amazing Spider-Man zal lezen zolang de comics door Slott zijn gepend. Ik kan het simpelweg niet meer aan.

12 januari 2008 is in zekere zin een historische dag. Paul en ik zaten in de trein op weg naar Hoorn. We waren in Amsterdam geweest en stripwinkel Vandal Com-x bezocht. Die zat toen nog op de Rozengracht in Amsterdam. Daarna gingen we bij de Bijenkorf langs waar Paul zijn voorraad Nespressocupjes aanvulde.

amazing spider-man 545In de trein naar huis las Paul het nieuwste nummer van Amazing Spider-Man #545. Het nummer waarin Peter Parker en Mary Jane een deal sluiten met Mephisto om het leven van Tante May te redden. In ruil voor haar leven moesten de twee geliefden  hun huwelijk opgeven. Na deze deal had het huwelijk van Peter en Mary Jane, wat inmiddels 20 jaar aan verhalen had opgeleverd, volgens de redacteuren van Marvel nooit plaatsgevonden.

Het was voor Paul de druppel: hij besloot vanaf nu geen Spider-Man comic meer te lezen en voor zover ik weet, heeft hij ook geen van de comics die erna kwamen opengeslagen. Hij voelde zich, net als veel fans indertijd, ontzettend genaaid door deze retcon van Marvel.

Ik snapte dat goed, maar ben Spider-Man blijven lezen omdat ik nu eenmaal graag wilde bijhouden wat er in het leven van Peter Parker gebeurt. Ik zat Brand New Day uit, liet the Gauntlet over me heen komen en las zelfs ieder nummer van Superior Spider-Man. Knarsentandend weliswaar, maar toch…

Illustratie: Ryan Stegman, die net een beetje beter tekent dan Humberto Ramos.
Illustratie: Ryan Stegman, die net een beetje beter tekent dan Humberto Ramos.

Elke fan heeft een breekpunt en hoewel ik het me dat tijdens die treinrit niet kon voorstellen, moet ik bekennen dat ik de mijne nu heb bereikt. De druppel was voor mij Amazing Spider-Man vol. 3 #17 en wat me eindelijk het licht deed zien was een ingezonden brief van Ryan Knight uit New Port:

Spider-Man-017-brief

Vooral de boodschap van Spider-Man-redacteur Nick Lowe dat we, als het aan hem ligt, voorlopig nog niet van Slotts verhalen af zijn, deed me de moed in de schoenen zakken. Al te lang – minstens drie jaar, maar het kan langer zijn – maakt Slott mij het leven zuur met zijn gebroddel en genoeg is werkelijk genoeg. Ik hou van Spider-Man, hij is mijn favoriete fictiepersonage. En dat zal altijd zo blijven en daarom bleef ik ook lezen: ik wilde weten hoe het verder met Peter Parker gaat. Maar wat Slott schrijft heeft eigenlijk maar weinig met Peter Parker en zijn wereld te maken.

Peter is zichzelf niet meer en hij is een bijfiguur geworden in zijn eigen strip. Alle andere castleden lijken slimmer en beter te zijn dan Peter Parker. Werd hij vroeger alleen maar gezien als het lulletje van de klas maar wisten wij lezers beter, tegenwoordig is hij niet meer dan een onverantwoordelijke sukkel in de verhalen van Slott. Ondanks het feit dat hij al jaren meegaat en als superheld menigmaal heeft bewezen dat hij zijn mannetje staat, heeft Spider-Man geen idee meer hoe hij dingen aan moet pakken. Heel anders dan de Spider-Man die we kennen van Stan Lee, Roger Stern en Tom DeFalco, die zelfs als hij het moest opnemen tegen opponenten die twee maten te groot waren, toch zegevierend uit de strijd wist te komen. Vaak niet ongeschonden en alleen dankzij enorme wilskracht wist hij mensen als Firelord of the Juggernaut te verslaan. Maar Peter gaf niet op en daarom houden we van hem. Ik heb geen idee wie er in het Spider-Man-pak zit tegenwoordig, want hij lijkt op geen meter op Peter Parker.

En eigenlijk geldt dat voor alle bekende personages. Mary Jane praat niet meer als MJ bijvoorbeeld. Plots worden in elkaar gekunsteld omdat Slott nu eenmaal graag die kant op wil, en kneedt de personages zo dat ze in zijn verhaal passen. Slott bedenkt grote events die interessante verhalen kunnen opleveren, maar al die high concepts hebben tot nu toe alleen maar tot heel slappe verhalen geleid. (Hoe dat komt heeft hij recent zelf uitgelegd, maar dat is natuurlijk geen excuus.) Goed, allemaal dingen die ik al eerder heb besproken en anderen ook hebben aangekaart.

Al een paar jaar lees ik de recensies op de site Spider-Man Crawlspace en in al die tijd zijn er zelden positieve besprekingen van Slotts werk geweest. Ook de comments staan vaak vol met haat naar hem toe. Ik haat Slott niet, want ik maak graag verschil tussen iemand en het werk dat hij maakt. Maar ik zal mezelf niet langer martelen door Slotts Spider-Man-werk te lezen. Fuck it.

Bovendien begon ik de laatste tijd toch wel te hopen op een aambeeld dat opeens uit de lucht valt als Slott over straat loopt, gewoon om van hem af te zijn. Zo’n mens wil ik niet zijn.

Ja, er zijn ook mensen die Slotts werk fantastisch vinden. Dat is prima natuurlijk. Er zijn ook mensen die Jantje Smit een goede artiest vinden. Dat begrijp ik eigenlijk niet, maar Smit interesseert me geen bal dus ga ik geen moeite doen om dat te snappen. Peter Parker achterlaten in de handen van Slott vind ik moeilijker, maar ook daar heb ik helaas geen macht over. Ongetwijfeld valt de verkoop van Amazing Spider-Man Marvel niet tegen anders hadden ze Slott allang ingeruild voor iets beters. Maar daarin schuilt juist het probleem: ook de mensen die zijn werk haten, kopen het. Uit loyaliteit voor Spidey misschien of omdat ze het willen lezen zodat ze online kunnen zeggen hoe kut ze het wel niet vinden. Verkoopcijfers zeggen dus niet zo veel.

Spider-Man No More.
Spider-Man No More.

Gelukkig betekent deze beslissing niet dat ik geen Spider-Man-comics meer kan lezen. Er ligt hier nog een hele stapel die ik wil lezen en herlezen. En Gerry Conway is nu bezig aan een vijfdelig verhaal dat ik graag door zal nemen als het laatste deeltje uit is. Conway kan namelijk wel goed strips schrijven.

Categorieën
Strips

Als een stripverzameling groeit en groeit

Vroeger vond ik het tof als ik een kast vol met strips en dvd’s had staan. Rijkdom vond ik dat. Maar nu het huis te klein wordt, voel ik me niet zo rijk meer en is die verzameling vooral ballast.

Illustratie: Paul Stellingwerf.
Illustratie: Paul Stellingwerf.

Laatst vroeg Axel Watteuw of ik mee wilde doen met zijn rubriek Uit de kast op de site geekster.be. In deze rubriek vertellen verzamelaars over hun verzameling, zij het strips, action figures of ander geekie spul. Natuurlijk wilde ik dat, al heb ik mezelf eigenlijk nooit als verzamelaar gezien. De afgelopen dagen was ik echter bezig met de herinrichting van mijn stripcollectie en moet ik toegeven dat ik wel verzamel.

Goed, veel strips in mijn kast zijn niet door mij aangeschaft maar opgestuurd door uitgeverijen. Soms omdat ik ze aanvroeg om in een artikel te behandelen of omdat ik de betreffende stripmaker(s) ging interviewen; vaak sturen uitgeverijen strips op de bonnefooi naar me toe in de hoop dat ik hun strips onder de aandacht zal brengen. Dat klinkt leuk en tot op zekere hoogte is dat ook leuk. Sterker nog, het is noodzakelijk als ik als stripjournalist een goed overzicht wil hebben van wat er allemaal uitkomt en speelt op de markt. Maar het is niet zo leuk meer als je boekenkasten op een gegeven moment uitpuilen met leesvoer. Je kunt ook niet constant kasten blijven aankopen, want er is in het huis maar beperkte ruimte.

Er lag al een tijdje een hele stapel met strips die in de kast moest en waar eigenlijk geen ruimte meer voor was. Kortom, er moest ruimte worden gemaakt. Inmiddels staan er drie plastic tassen te wachten om uit mijn kantoor te verdwijnen. En eigenlijk moet ik nog eens goed door de kast vlooien, want wat mij betreft kan er nog wel meer uit.

roze-bottel-02Ik schrijf veel over strips en daarin laat ik mijn koers bepalen door mijn smaak of door wat opdrachtgevers behandeld willen zien. Die twee dingen komen niet noodzakelijkerwijs overeen, dus als de artikelen zijn geschreven, kunnen veel van die boeken eigenlijk weg. Lang heb ik bepaalde strips nog in de kast laten staan omdat ik dacht ooit nog eens die stripmaker te interviewen. Dan zou het handig zijn om een archief te hebben. In de praktijk blijkt echter dat ik redelijk makkelijk aan strips kan komen via vrienden. Laatst heb ik een hele stapel Roze Bottels geleend van illustrator Chris Visser omdat ik een aflevering van mijn Eppo-rubriek Stripplaatjes onder de loep aan deze leuke strip wilde wijden.

Er wordt simpelweg heel veel leesvoer uitgegeven en veel ervan boeit mij eigenlijk niet. Ik word niet vrolijk als ik die boeken in de kast zie staan en eigenlijk wil ik dat gevoel wel hebben als ik naar mijn stripverzameling kijk. Daarmee wil ik niet zeggen dat strips die mij niet kunnen bekoren onnodige uitgaven zijn, want smaken verschillen nu eenmaal. Sommige stripmakers worden in Nederland op handen gedragen, terwijl ik mijn tijd liever aan andere strips besteed dan hun verhalen te lezen.

Strips die ik waarschijnlijk nooit weg zal doen zijn de strips die ik zelf heb aangeschaft omdat ik ze wilde lezen, wat toch wel zo’n beetje voor de meeste comics geldt. En natuurlijk helemaal voor Spider-Man. Want wat Spider-Man betreft durf ik mijzelf wel een verzamelaar te noemen.

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Pas op voor geschiedvervalsing

We weten allemaal dat Peter Parker gebeten werd door een radioactieve spin en dat hij hierdoor zijn krachten kreeg. Dat hij deze nieuwe talenten eerst aanwendde om er zelf beter van te worden en dat hij na een televisieoptreden niet de moeite nam om een dief tegen te houden die enkele weken later zijn oom Ben vermoordde. Dat wordt allemaal op prachtige wijze vertelt in Amazing Fantasy #15 (1962) door Stan Lee en Steve Ditko. Deze feiten vormen het fundament waarop Spider-Man gebaseerd is.

Amazing Fantasy #15.
Amazing Fantasy #15.

Tenminste, tot Amazing Spider-Man vol.3 #1 uitkwam in april 2014. Deze comic kondigde de terugkomst van Peter Parker aan. Parker had de euvele Doctor Octopus verslagen die maanden lang Peters leven had overgenomen: de geest van Octopus zat in Peters lichaam terwijl onze held maanden lang dood werd gewaand. De comic begint echter met een hervertelling van het moment waarin Peter Parker gebeten wordt door de radioactieve spin, maar deze hervertelling correspondeert maar deels met het verhaal van Lee en Ditko.

In plaats van dat het spinnetje meteen sterft nadat hij Peter heeft gebeten, kruipt het achtpotige beestje nog even verder om een meisje dat ook de demonstratie in radioactiviteit bijwoont, op haar voet te bijten. Huh? Ja, precies. Een staaltje retcon dus.

spider-man_spinnenbeet_01spider-man_spinnenbeet_02

Retcon staat voor retroactive continuity en die term komt erop neer dat de geschiedenis van een personage wordt aangepast. Wikipedia heeft een uitgebreide beschrijving van de term en de verschillende soorten aanpassingen waar retcon naar refereert. In het geval van Amazing Spider-Man vol.3 #1 maakt schrijver Dan Slott de creatie van Silk mogelijk door de geschiedenis van Peter Parker aan te passen.

Spider Verse
Silk is het meisje dat net als Peter spinnenkrachten krijgt door de beet van de radioactieve spin. Het grote verschil met Peters krachten is dat het meisje zelf webdraden schiet uit haar vingers terwijl Peter webvloeistof en webschieters moest uitvinden om dat te kunnen. Het meisje heet Cindy Moon en waarom we al die jaren niets van haar bestaan wisten komt omdat ze al die tijd in een bunker zat opgesloten. Op die manier kon een dodelijke familie van Spinnenjagers haar niet opmerken. Spider-Man heeft het in het verleden met een van die spinnenjagers aan de stok gehad, dat is namelijk Morlun. Als Peter Parker ontdekt dat Cindy bestaat en hij haar bevrijdt uit de bunker, attendeert hij de moordenaars op haar bestaan en dat leidt tot een verhaallijn die Spider Verse genoemd wordt. Verschillende Spider-Man-versies (en Spider-Girls) uit allerlei parallelle universa komen samen om dit kwaad te bestrijden.

Inmiddels is Spider Verse afgerond en heeft Silk haar eigen serie gekregen die geschreven wordt door Robbie Thompson en waarvoor Stacey Lee de matige tekeningen voor verzorgt. In wezen is Silk natuurlijk de zoveelste Spider-Woman variant in het Marvel Universum.

Silk in actie.
Silk in actie.

Ik heb als verstokt Spider-Man-fan moeite met deze retcon. Retcons horen een beetje bij de superheldenstrips zoals thee bij Groot-Brittannië, en soms pakken die aanpassingen in de geschiedenis goed uit. In sommige gevallen voegt een retcon namelijk iets toe wat we nog niet wisten, waarmee een personage meer diepgang kan krijgen. Het beste voorbeeld hiervan vind ik de onthulling dat Mary Jane Watson al jaren wist dat Peter Spider-Man was. Retcons die grover te werk gaan als de Clone Saga uit de jaren negentig en de ontbinding van Spider-Mans huwelijk met Mary Jane, vind ik een stuk minder geslaagd.

De creatie van Cindy Moon zit daar een beetje tussenin. Ik snap dat ze bij Marvel nieuwe personages in het leven van Spider-Man willen introduceren, want dat geeft nieuwe mogelijkheden en een frisse dynamiek in het leven van Parker. Het is immers heel moeilijk om na meer dan 53 jaar verhalen met dezelfde personages nog met iets nieuws op de proppen te komen en zo’n Cindy Moon kan voor veel nieuwe mogelijkheden zorgen. Daarbij wil Marvel de laatste tijd zoveel mogelijk de vrouwelijke lezer aanspreken dus een nieuwe Spider-Vrouw kan daarbij helpen.

Toch had ik liever gezien dat Slott met zijn vingers van het moment van de spinnenbeet was afgebleven. Die scène is, naast de moord op Oom Ben en het moment dat Peter er achterkomt wie de moordenaar van zijn oom is, zo’n beetje de heilige graal van Spider-Mans verhaal. Die graal moet je met rust laten. Nieuwe personages en een nieuwe Spider-Woman introduceren, prima, maar dat had ook op een andere manier gekund zonder aan het verhaal in Amazing Fantasy #15 te kloten.

Overigens heeft Slott nog meer gerommeld met Spider-Mans verleden om het personage Clash te introduceren. Dit doet hij in het verhaal Learning to Crawl, waarin we de eerste paar weken van Spider-Man opnieuw meemaken. Slott plaatst nieuwe gebeurtenissen tussen bestaande verhalen van Lee en Ditko en daardoor zijn deze toevoegingen minder storend en van minder groot belang dan de aanpassing van Amazing Fantasy #15. Wat ik me ervan kan herinneren is dat een aardig Spider-Man-verhaal.

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Spider-Man-schrijver Dan Slott spreekt!

Mijn vriendin ziet het meteen aan mijn gezicht. ‘Wat kijk je somber… Oh, heb je weer een nieuw nummer van Amazing Spider-Man zitten lezen?’

Dan Slott: © Luigi Novi / Wikimedia Commons
Dan Slott: © Luigi Novi / Wikimedia Commons

En dan heeft ze altijd gelijk: ik word enorm somber van de huidige reeks Amazing Spider-Man-comics. Ik kan er niets aan doen, maar het werk van Dan Slott, de huidige Spider-Man-schrijver, vind ik erg ondermaats. (Hij weet dat inmiddels, want hij heeft met geblocked van zijn twitteraccount, ontdek ik zojuist.)

Daar heb ik al eerder over geschreven, en in het kort komt die kritiek hier op neer: Slotts zet de personages zo naar zijn hand, dat ze in zijn plots passen in plaats van dat zijn verhaallijnen voortkomen uit wat de personages willen. Derhalve zijn Mary Jane Watson, Jameson en andere personages niet meer zoals ze mijns inziens horen te zijn. Zelfs Peter Parker ‘klopt’ niet meer. Daarbij: Slott kan heel aardig grote plotpunten en grote events bedenken, maar de uitvoering van die verhalen vallen altijd tegen. Dat geldt zowel voor Spider Verse als voor Superior Spider-Man. Het uitgangspunt van Superior Spider-Man – zien hoe de arrogante Doctor Octopus he ervan afbrengt als Spider-Man – klinkt best interessant, maar de uitvoering sloeg als een tang op een varken. Daar staat tegenover dat er ook veel lezers zijn die Slotts Spider-Man-verhalen wel kunnen waarderen.

Illustratie: Humberto Ramos.
Illustratie: Humberto Ramos.

Toen Slott nog een van de schrijvers was en onderdeel was van het schrijversteam dat Spider-Man-verhalen schreef, dat was in de tijd van Brand New Day, vond ik zijn verhalen beter. Hoe kan dat toch? heb ik me lang afgevraagd tot ik deze video van Florida Supercon tegenkwam. Een Q&A met Slott waarin hij het een en ander uitlegt.

Overigens ben ik niet de enige die Slotts schrijfwerk haat. De recensenten en reageerders van de site Spider-Man Crawlspace, hebben vaak ook kritiek op zijn werk en die kritiek is niet mals. Ik heb overigens geen hekel aan Slott zelf, de kritiek die ik heb gaat over zijn werk, niet over de man zelf. Ik ken Slott niet persoonlijk maar ik geloof echt wel dat zijn best doet. Maar uit de Q&A blijkt ook simpelweg dat hij de huidige druk niet goed aankan en dat hij door het huidige uitgeefbeleid de verhaallijnen niet in chronologische volgorde kan pennen, maar aan allerlei verhalen tegelijk werkt. Dat verklaart voor mij waarom ik zijn verhalen zo slecht vind. Het is geen excuus, maar wel een verklaring.

Vanaf 4:47 zegt Slott:

‘Life isn’t what you want, life’s what you get. All my life I wanted to write Spider-Man and with any wish you have, you always get the monkey’s paw. That’s the rule of life. Even when you get what you want, you don’t get it the way you want it and a big part of growing up is realising that’s cool. That’s okay. It’s hard to complain about writing Spider-Man when I could be moving boxes and digging ditches instead.

Writing Spider-Man is a great job. Yes, I’m very happy working on Spider-Man but I always wished I could just do one issue a month. Just one issue, finally tune it and take all the time in the world I want on it. I’m so happy with every issue on Silver Surfer because I got to tighten every screw… But with Spider-Man coming out three times a month, coming out two times a month, I’m always working on like three Spider-Man stories at the same time with three different art teams. I’m writing chapter one of this story with you, I’m writing chapter two of the second arc with you., I’m writing the first chapter of the third arc with you and I have to know how all the subplots go through all three issues. So I’m writing it like a giant puzzle at different times and different ways.

And when you’re working on a comic one a month, every month, organic things happen and you think: “that’s cool, I want to explore that!” But me, I’ve already written the next three stories at the same time at different stages… It would be nice to write Spider-Man linearly and write it once a month. So it’s this weird thing, normally you’re writing a comic and if something weird happens, and your train gets derailed you put it back on the rails. But we’re going, we commit and we jump off that cliff with Spider-Man because we HAVE to for the book to come out on time. We have to be a little more fearless and a little more faithful in what we’re doing and stay true to the course where on.

On some levels it works, like, with Amazing Spider-Man #600, by the time that issue was done, I’d commited myself to doing Superior Spider-Man. I’d committed myself to a long, slow burn with Doc Ock is dying and by the end of that he will switch brains with Spider-Man and then we’ll go into the Superior arc. I knew all that from the moment I finished issue 600 I knew what issue 700 was going to be.

Everyone goes “You planned it for a hundred issues, but no I didn’t because I did 600 while I was part of the Amazing Spider-Man Brand New Day Team, and this is getting back to the whole what you want and how you get it… I am not doing Spider-Man the way I would like to do Spider-Man, but I’m so happy I’m doing Spider-Man. And the flip side of it is that I know there’s no other way on earth I could have gotten to do Spider-Man than the way I’m doing it. Just fate and where I was going on the path is the only way I could have gotten there. So I’m really happy about that and the price I pay is that I have to write Spider-Man out of sequence, and I have to do it, you know, way more times a month than I’d like to. I like to just savor it and instead I’m like “here’s the next one, here’s the next one!” At times I can get frantic and scary. And there are times when I get so scary I call up Christos Cage and I go: “Go write some issues with me! Please! Help!”

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Spider-Man getekend door de Romitas

Op het web is veel mooi beeldmateriaal van Spider-Man te vinden: originele pagina’s, coverontwerpen, schetsen, en tekeningen die stripmakers voor fans hebben gemaakt. Onderstaande illustraties zijn gemaakt door John Romita Sr. en zijn zoon Jr. – twee van mijn favoriete Spider-Man-tekenaars.

Een prachtig portret van Mary Jane en Peter. MJ is getekend door Romita Sr. en Peter door Jr.
Een prachtig portret van Mary Jane en Peter. MJ is getekend door Romita Sr. en Peter door Jr. Zoals ik in een eerdere aflevering vertelde, heeft Sr. het uiterlijk van MJ bedacht. Overigens, de Mike waarnaar de twee tekenaars refereren, ben ik niet. Helaas.
greengoblin_jrjr_sr
Aan de tekenstijl te zien heeft Jr. deze getekend en is zijn werk geïnkt door zijn vader.
Een oude pin-up van Black Cat door John Romita Jr. Aan de tekenstijl te zien heeft hij deze ergens in de vroege jaren tachtig getekend.
Een oude pin-up van Black Cat door John Romita Jr. Aan de tekenstijl te zien heeft hij deze ergens in de vroege jaren tachtig getekend.
spidey_villains_jrjr_jrsr_w
Spider-Man en zijn vijanden Green Goblin, Kingpin en Doctor Octopus. Deze tekening is later gemaakt dan die van Black Cat: Romita Jr. begint hier al wat hoekiger te tekenen.
Spider-Man door John Romita Jr.
Spider-Man door John Romita Jr.
Categorieën
Fotoblog

Laundry day

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Verwaterde vriendschappen

Naarmate je ouder wordt, lijkt het steeds moeilijker om vriendschappen te onderhouden. Sommige vrienden raken in de vergetelheid. Dat ondervindt Peter Parker, de spectaculaire Spider-Man, ook.

Als een ongebruikt ziekenhuis in de fik vliegt, vermoedt Spider-Man dat de Molten Man wel eens de dader kan zijn. Daarom wil hij Harry en Liz Oborn waarschuwen, want Molten Man is de stiefbroer van Liz en die zou wel eens richting zijn zusje kunnen gaan om problemen te veroorzaken. Peter wil Harry bellen, maar beseft dat hij eigenlijk geen idee heeft waar zijn oude, voorheen beste vriend, tegenwoordig woont. Een telefoontje naar Flash Thompson benadrukt nog maar eens hoe de oude vriendengroep uit elkaar is gegroeid:

pp_63_11_vriendschap_strookDe scène deed me beseffen hoe weinig mensen ik tegenwoordig nog zie van mijn middelbareschooltijd. Ik heb daar één goede vriend aan over gehouden, terwijl de mensen met wie ik toentertijd omging en ik, onafscheidelijk leken. Hetzelfde geldt, weliswaar in mindere mate, voor mijn studietijd. Zelfs een van mijn beste vriendinnen uit die tijd zie ik tegenwoordig een stuk minder. Sterker nog: via een Facebookupdate kwam ik erachter dat ze inmiddels een derde dochtertje had gekregen. Ik wist niet eens dat ze zwanger was.

Natuurlijk mis ik haar, maar ik besef me ook dat onze levens heel anders zijn geworden sinds onze studietijd. Zij heeft een man en drie kinderen. En ik niet. Het leven van een stel met kinderen is significant anders dan een stel zonder. En agenda’s synchroon met elkaar krijgen is een echte uitdaging.

Naarmate je ouder wordt, lijkt het steeds moeilijker om vriendschappen te onderhouden. Sommige vrienden raken in de vergetelheid. Vaak komen daar weer andere mensen voor in de plaats.

Dat zie je ook in dit verhaal uit Peter Parker, The Spectacular Spider-Man #63. Molten Man blijkt inderdaad bij Harry en Liz te zijn. Als Spider-Man aanbelt ontstaat er een heftig gevecht tussen hem en de superschurk. Molten Mans lichaamtemparatuur is zo heet dat hij de omgeving in de fik steekt. Tijdens het gevecht brandt het huis van Liz en Harry tot op de grond af. De buren komen echter een handje helpen om Molten Man tegen te houden:

pp_63_buren_01Dit doet de temperatuur van het heethoofd iets dalen, waardoor Spider-Man kans ziet de schurk in het zwembad te slaan. Hierdoor koelt hij volledig af en is hij uitgeschakeld. Ondertussen is het huis van de Osborns afgebrand en oppert Harry dat ze opnieuw moeten beginnen. Dan volgt een hartverwarmend moment waarin de buren van de Osborns hen te hulp schieten:

pp_63_buren_02Inderdaad, beter goede buur dan een verre vriend. Sinds Harry en Liz naar New Jersey verhuisd zijn, hebben ze nieuwe sociale contacten gelegd en nieuwe vrienden gemaakt.

Peter Parker, The Spectacular Spider-Man #63 (1982). Verhaal: Bill Mantlo, tekeningen Greg Larocque. Inkt: Jim Mooney.

Categorieën
Film

Interview met editor Bob Murawski: ‘Ik hou van films die verrassen!’

Bob Murawski (Detroit, 1964) gaf vrijdagmiddag een zeergeslaagde masterclass editing op het Imagine Film Festival. Dit jaar is de Oscarwinnaar een van de speciale gasten op het filmfestival, dus laten we hem de stad niet verlaten zonder een uitgebreid interview.

Bob_Murawski‘Is dit interview voor jullie blad of online?,’ vraagt Murawski als ik bij hem aanschuif in het restaurant van Eye, anderhalf uur voor de openingsavond van Imagine. “Ik hou namelijk erg van filmbladen. Als kind las ik tijdschriften als Famous Monsters of Filmland en The Monster Times. Ik kocht Fangoria vanaf het eerste nummer. Ik geloof in print, niet in online” zegt Murawski. Ik moet hem teleurstellen, het interview is voor de site. “Misschien kan er een fragment toch in het blad staan?’
Gelukkig kan ik de editor vertellen dat er vier jaar geleden een uitgebreid interview met hem in Schokkend Nieuws #90 stond. Murawski distribueert met zijn bedrijf Grindhouse Releasing namelijk ook genrefilms en toentertijd had hij veel moeite gestoken in het monteren en uitbrengen van Gone with the Pope, een onvoltooide amateurproductie uit 1976 van Duke Mitchell.

‘Ik hou van lowbudgetfilms en exploitation films, want ik hou van dingen die anders zijn. Films die verrassen. Films met gore, bloed en gekke, ongewone dingen. Ik hou van het bizarre en onverwachte. Ik ben niet zo van de conventionele mainstream films,’ ligt Murawski zijn liefde voor de genrefilm toe.

Army of Darkness, de eerste (en beste) Spider-Man-trilogie, The Gift, Dracula Untold, The Hurt Locker en de Poltergeist remake, zo maar een handje vol films die Bob Murawski gemonteerd heeft. Opvallend veel titels van regisseur Sam Raimi inderdaad, de twee heren kunnen het dan ook goed met elkaar vinden. Een vriend van Murawski werkte mee aan Raimi’s Darkman en zo kon hij op de set van die film aan de slag als productie-assistent en later zelfs als assistant-editor. ‘Tijdens de productie van Darkman kreeg ik de kans om de editor te zijn van een lowbudgetfilm en die kans heb ik gegrepen. Danger Zone III had slechts een budget van 100.000 dollar. Een echte exploitation film a la Roger Corman dus én een bikermovie. Daar hou ik van!’

Hoe verliep je eerste echte klus als editor?
‘De producent en ster van de Danger Zone-serie is Jason Williams. Hij is bij cultfans vooral bekend als Flesh Gordon, de pornoparodie van Flash Gordon. Ik was assistent-editor geweest bij Danger Zone II: Reaper’s Revenge en daarna vroeg Williams me als editor voor zijn volgende film. Dat was een grote stap voorwaarts, maar ik had tijdens mijn studiejaren mijn eigen films gemonteerd, dus ik sprong in het diepe. Mijn gebrek aan ervaring compenseerde ik door heel lange dagen te maken. Ik werkte 16 uur per dag, de hele week door. Ik leefde praktisch in de montagekamer. Op het eindresultaat ben ik erg trots en ik vind de film erg vermakelijk. Toen ik die film had gemonteerd kon ik weer aan de slag bij Darkman, want daar waren ze toen nog steeds mee bezig. Ik denk dat Raimi en Robert Tapert, de producent van de film, onder de indruk waren van het feit dat ik mijn baan bij hun film van 20 miljoen dollar had opgezegd om aan een lowbudget film te werken en om als editor een stap verder te komen. Ik denk dat ze me daarom de kans gaven om aan Army of Darkness te werken. Dat vond ik fantastisch, want ik was een enorme fan van Evil Dead. Deel 2 vond ik te veel een comedy, maar ik was een fan van Sams werk.’

Screenshot van Army of Darkness
Screenshot van Army of Darkness

Heb je een standaardmanier van werken en een bepaalde manier waarop je met het filmmateriaal aan de slag gaat?
‘Mijn methode is eigenlijk heel grondig te werk gaan. Ik bekijk alle daily’s om de beste takes te vinden en maak aantekeningen. Sommige editors concentreren zich op één take en proberen van daaruit te werken. Ik probeer van ieder shot het beste stukje materiaal te vinden. Ik wil een zo goed mogelijke film maken, en dat geldt al voor de eerste gemonteerde versie. Die moet zo precies mogelijk zijn om het materiaal van dienst te zijn.’

Is je methode veranderd sinds je digitaal monteert?
‘Digitaal monteren is anders, maar vereist dezelfde discipline als analoog monteren. Je moet het materiaal heel goed kennen, geen stukje onbezien laten. Het grote verschil is dat als je filmmateriaal monteert, je de eerste poging al zo precies mogelijk wil maken. Als je op de verkeerde plek een cut maakt, dan moet je het stukje film weer langer maken en er een stuk tape opplakken. Dat soort littekens zie je altijd als de film geprojecteerd wordt. Met digitaal heb je dat probleem niet, dan blijft het materiaal er altijd netjes uitzien.’

Sam Raimi tijdens opnames van Spider-Man 3.
Sam Raimi tijdens opnames van Spider-Man 3.

Army of Darkness was je eerste echte montageklus voor Raimi.
Army of Darkness was de eerste studiofilm die digitaal is gemonteerd. Sam Raimi was overigens de co-editor. Hij werkte aan de tweede helft van Army of Darkness en ik aan de eerste. We begonnen met ouderwetse filmmontage, maar op een gegeven moment doemde een belangrijke screening met producent Dino De Laurentis op. We waren zo erg achter op schema dat we de gok waagden en overstapten op digitaal monteren. Dat stond toen nog echt in zijn kinderschoenen. Het AVID-systeem bestond nog niet. De resolutie van het beeld was niet best, het leek wel een videogame uit die tijd. De computers waren niet sterk genoeg en konden maar 12 frames per seconden afspelen, wat een nogal schokkerig beeld gaf. Toch konden we op deze manier snel werken en binnen de zes weken die we hadden voor de viewing een versie in elkaar zetten. Het was gekkenwerk, maar het lukte.”

Raimi laat soms twee editors te gelijk aan een film werken. Hoe gaat dat in zijn werking?
‘Dat werkt eigenlijk niet. Aan de twee films die Raimi na Army of Darkness maakte, The Quick and the Dead en For the Love of the Game, mocht ik van de studio’s niet meewerken als editor omdat ik nog niet genoeg credit had opgebouwd. Bij For the Love of the Game gebruikte Raimi twee editors, waarschijnlijk omdat ze weinig tijd hadden. In plaats van iedere editor een deel van de film te laten monteren, liet hij ze beiden de hele film apart in elkaar zetten. Verschrikkelijk! Toen Raimi The Gift ging maken was een van die twee editors niet beschikbaar dus vroegen ze mij erbij. Arthur Coburn en ik monteerden dus allebei de film en hadden uiteindelijk twee heel verschillende versies. Coburns benadering en stijl zijn anders dan hoe ik monteer. Beide versies bekeken we achter elkaar en de volgende dag begon het hermontageproces. We bekeken van beide versies iedere scène. Dus we begonnen met scène 1 van mijn versie gevolgd door die van Coburn. Sam koos dan bijvoorbeeld het eerste shot van mijn versie, het tweede shot van Coburn en daarna shot drie en vier van mijn versie. Soms koos hij in het geheel voor een gemonteerde scène van Arthur of mij. Maar zo simpel werkt het niet. Als je monteert, vormen shot 1,2 en 3 een geheel. Het ene shot volgt op het andere. Als je tussen shot 1 en 3 het tweede shot van de andere versie plakt, past dat niet. Alsof je een stukje uit een andere puzzel probeert te plaatsen. Het ritme is anders, soms matchen de shots niet omdat ze van een andere kant gedraaid zijn. Er zijn honderden redenen te bedenken waarom zo’n frankenstein-versie niet werkt. Ik vond het een ramp. We waren heel veel tijd kwijt om dit te laten werken. Ik wil niet arrogant overkomen, maar we hebben het opgelost door vooral mijn versies te gebruiken.’

Spider-Man 2
Spider-Man 2

Was er een bepaalde sequentie of scène uit de Spider-Man-films die moeilijk te monteren was maar weer je erg blij mee bent?
‘De metrosequentie uit Spider-Man 2 vond ik erg goed gelukt. Het was de eerste sequentie waar we mee begonnen, al in de preproductiefase. Het eerste wat we opnamen waren de plates, de achtergronden, in Chicago. Je hebt in New York namelijk geen metrotrein die verhoogd boven de straat loopt, maar wel in Chicago. Die sequentie was enorm gecompliceerd. Gedurende de hele productieperiode kwamen er stukjes materiaal binnen. Sam nam delen op met de acteurs, de second unit maakte opnames met de stuntmensen, sommige shots waren visuele effecten.’

Ik neem aan dat je vaak onafgewerkte beelden zit te monteren bij deze special-effectsfilms.
‘Klopt en dat werkt best gek. Vaak beginnen we met een storyboard, statische tekeningen die ik dan monteer om een idee van de scène te krijgen. De audio is dan van de acteurs die in een sessie bij elkaar zitten om het hele script door te nemen, de zogenoemde ‘Table Reading’. Ik zet die stukken dialoog dan op de juiste plek in deze storyboardfilms, en zet er geluidseffecten en tijdelijke muziek onder uit andere films. Op die manier heb je altijd een versie van de scène. De volgende fasen is een soort ruwe animatieversie. Dan laten ze elementen uit het storyboard bewegen in het programma After Effects. De scènes zijn dus constant in ontwikkeling. Daarna worden 3D effecten en de greenscreenopnames met de acteurs toegevoegd. Dat is allemaal heel veel werk, maar om ten alle tijden een scène te hebben waar je naar kunt kijken, is een enorme hulp. Je krijgt bij die storyboardfilms namelijk al een aardig idee van hoe een scène verloopt. Die metroscène waar ik het net over had, was ingeschat op een budget van 18 miljoen dollar, maar we hadden er maar 12 miljoen voor. Door de storyboardfilm konden we zien wat wel en niet werkte en wat we uit de sequentie konden halen om binnen budget te blijven.’

The Hurt Locker
The Hurt Locker

The Hurt Locker heb je samen met je vrouw Chris Innis gemonteerd. Hoe ging dat in zijn werking?
‘Na Spider-Man 3, waar er zoveel bemoeienis was en dingen zo ingewikkeld waren, was het erg verfrissend om The Hurt Locker te monteren. Een film vrijwel zonder special effects, en ik kon samenwerken met mijn vriendin en bondgenoot. Bij Raimi is de hele film van tevoren in storyboards uitgedacht, terwijl Regisseur Kathryn Bigelow weinig gebruikmaakt van storyboards. Ze repeteert met de acteurs en dan neemt ze de scène op met iets van vier camera’s die het geheel opnemen alsof het echt gebeurt, zoals in een documentaire. We hadden in totaal 200 uur materiaal om een film van 2 uur mee te maken. Het was echt een spelt in een hooiberg vinden. Normaal gesproken werk je met standaard setups. Van een scène schiet je een mastershot, daarna neem je de close-ups op, etcetera. Als ik een close-up nodig had waarin de acteur een bepaalde zin uitspreekt, moest ik uren materiaal doorspitten. Daarom was het fijn samenwerken met mijn vrouw, zo konden we allebei die kleine momenten vinden. Omdat we elkaar zo goed kennen, konden we gewoon ruzie maken, en waren er geen egoproblemen.”

‘Het draaien met meerdere camera’s tegelijk kan grote problemen geven. Bij de opnames van The Hurt Locker hebben de camera’s elkaar soms in beeld. Die shots kun je dan niet gebruiken. Veel materiaal was onbruikbaar omdat de shots over de 180-graden-as gingen. Als dat gebeurt rennen mensen opeens de verkeerde kant op ten opzichte van het shot ervoor. Soms moesten we daardoor de beelden spiegelen en dat gaf veel commentaar omdat de emblemen op de uniformen daardoor aan de verkeerde kant zitten. Mensen die veel van de militaire wereld weten, dachten dat onze kostuumontwerpers er een potje van hadden gemaakt terwijl het eigenlijk gespiegelde shots waren.’

Murawski en Innes.
Murawski en Innis.

Wat mij opviel is dat jullie het verhaal vertellen vanuit het perspectief van de drie hoofdrolspelers. Soms breken jullie daar echter mee en komt de camera dicht bij de vijand en kijken we met hen mee.
‘Daar kies je voor om suspense te creëren. Je moet iedere techniek gebruiken die het beste drama oplevert. We zagen Hurt Locker als een suspense film. Een andere benadering dan die van het script uitging. In het script kregen de drie hoofdpersonen evenveel aandacht, het was een karakterstudie van deze drie mannen in een oorlogssituatie. We hebben in de montage het perspectief verschoven naar één van hen, het personage dat door Jeremy Renner gespeeld wordt. De eerste versie van de film was vier uur lang, omdat het een wijd point of view had. We hadden geluk dat Bigelow open stond voor die veranderingen. Schrijver en producent Mark Boal gaf meer weerstand, maar ook hij zag op een gegeven moment in dat het beter was om op één personage te focussen. Het had uiteindelijk ook een film van drie uur kunnen zijn, maar volgens mij werkt hij beter als strakkere suspensevolle film.’

Is je leven door het winnen van Oscar veranderd?
‘Niet echt. Het winnen van een Oscar is nooit een doel van me geweest. Aangezien ik vooral geïnteresseerd ben in genrefilms en die nooit een Oscar krijgen, had ik nooit gedacht er eentje te winnen. Het is cool dat het me overkomen is en het is toch een soort erkenning voor je werk, maar ik had het leuker gevonden als ik hem gewonnen had voor Drag Me to Hell of een van die films. De Oscar heeft mijn carrière niet echt verder geholpen. Een maandje is het een big deal, daarna is iedereen het weer vergeten.’

Geschreven voor en gepubliceerd op SchokkendNieuws.nl.