De Amerikaanse kunstenaar Mike Alcantara maakt indrukwekkende collages van strippagina’s. Zijn Deviant Art pagina staat er vol mee. Tussen de kunstwerkjes vond ik deze Spider-Man collages:
Zo te zien heeft Alcantara een voorkeur voor oude Spider-Man comics. Ik zie veel werk uit de jaren zestig, zeventig en tachtig in deze platen terug. Nu maar hopen dat hij herdrukken heeft gebruikt, want veel van die comics zijn tegenwoordig behoorlijk wat geld waard. Onbetaalbare kunst dus.
Overigens is Spider-Man niet de enige held die hij verknipt en verplakt heeft. Zijn portfolio zit vol met superhelden van Marvel en DC Comics.
Niets blijft zoals het is. Dat geldt ook voor personages uit het Marvel Universum. Het liefste zou ik the Hobgoblin, altijd een van mijn favoriete Spider-Man schurken, nog steeds zien zoals hij was toen we voor het eerst kennis met hem maakte. Maar ook Roderick Kingsley ontwikkelt zich. Dit keer tot een zelfhulpgoeroe van wannabe superhelden.
Tot voorkort verhuurde hij licenties van superschurk-identiteiten. Dat wil zeggen: voor een deel van de winst mogen anderen zichzelf uitgeven voor een bepaalde schurk, bijvoorbeeld Mysterio. Aan Phil Urich verhuurde hij de identiteit van de Hobgoblin. Tegenwoordig pakt Kingsley het anders aan en verhuurt hij de licenties, wapenuitrustingen en kostuums van uitgerangeerde of overleden superhelden. Ook laat hij meerdere mensen optreden als Hobgoblin om heldendaden te verrichten. (En geeft daar een comic over uit, hoe meta is dat?)
Tijdens een gevecht met the Red Onslaught in de miniserie Avengers & X-Men: Axis spraken Doctor Doom en Scarlet Witch een toverspreuk uit om Onslaughts brein te polariseren, maar daardoor werd het karakter van de schurken die bij deze strijd aanwezig waren ook omgedraaid. Vandaar dat Kingsley zich opeens een ‘good guy’ waant en de aanwezige helden slechteriken zijn geworden.
In AXIS: Hobgoblin #1 kunnen we lezen hoe dat uitpakt voor Kingsley: die treedt op als een zelfhulpgoeroe voor wannabe superhelden. Inclusief cursus, dvd en zelfhulpboek: Hobnobbin’ with Roderick Kingsley. Om zijn cursisten te motiveren, houdt Kingsley speeches, zoals Emile Ratelband of Ben Tiggelaar dat hier doen. Ook doet de scène van zijn optreden me denken aan hoe Steve Jobs zijn presentaties deed. Kingsley verkoopt anderen een idee, net als zijn illustere voorgangers dat deden en doen. Jobs verkocht mensen een iPhone (en de volgende iPhone en de volgende iPhone), Kingsley verkoopt het idee dat je als superheld iets van je leven kan maken.
Op zich past deze ontwikkeling goed bij de persoonlijkheid van Kingsley, want hij is boven alles een zakenman. En als je anderen je vuile werk kan laten doen terwijl jij een deel van opbrengst mee snoept, waarom niet? Die houding past prima bij Kingsley. Eerder liet hij Lefty Donovan en Ned Leeds al voor Hobgoblin spelen terwijl hij zelf buiten schot bleef. En als modeontwerper stal hij maar al te graag goede ontwerpen van anderen.
Na het lezen van het eerste nummer snap ik wel hoe Kingsley aan zijn geld komt, namelijk doordat men gretig betaalt voor zijn cursusmateriaal. Maar hoe die cursisten door de superheld uit te gaan hangen hun inkomen binnenhalen is me niet helemaal duidelijk. En zelf lijken die sukkels ook niet goed over deze vraag na te denken. Nou ja, we hebben nog twee andere delen om dat uit te vinden.
Tot slot, ben ik blij met deze ontwikkeling van Kingsley? Eerlijk gezegd zie ik Hobgoblin natuurlijk het liefste zoals in zijn eerste incarnatie, maar aan de andere kant is dit plot ook leuk om te volgen. Van alle recente aanpassingen in de wereld van Spider-Man is dit de meest genietbare. En die oude comics kan ik ook gewoon weer uit de kast trekken, wat ik de laatste tijd vaak doe.
Schrijver Kevin Shinick & tekenaar Javier Rodriguez, inkt: Alvaro Lopez. Axis Hobgoblin #1
Jeroen Huijbregts maakt interessante mash-ups met bestaande cultfiguren. Ook Marvel Helden als Spider-Man mengt hij graag met andere bekende personages.
Vorige week donderdag zat ik gezellig te tafelen met Chris Visser en Jeroen Huijbregts. Visser is illustrator bij Moker ontwerp en Huijbregts illustrator en graphic designer. Beide heren zijn net als ik ook Spider-Man fan dus je begrijpt dat het Webhoofd tijdens het verorberen van hamburgers en kipsaté vaak ter sprake kwam.
Jeroen is vooral een fan van de oude strips: nieuwe Spider-Man-verhalen volgt hij niet. En dat kan ik hem niet kwalijk nemen, want het niveau dat de Spidey schrijvers op dit moment uitpoepen haalt het niet bij het oudere werk. Een onderwerp waar ik later graag dieper op in ga. Nu wil ik het graag even hebben over Huijbregts visuele remixes zoals deze Grote Boze Wolf Spider-Man:
“Some of these ideas are so simple I’m amazed that no-one else has created them before, like the Marge Monster or Wu-Man”, Jeroen Explains. “It’s hard to find a good balance between genius and cheesy though. I like to make clever stuff and wouldn’t want to make things that fits into tourist shops next to the ‘stoner’ shirts”.
In Europe we aren’t as familiar with the ‘remix culture’ as in the States. Jeroen: “I’m not sure why the remix culture never caught on here. It might simply be because our modern pop-culture has produced less iconic imagery that lends itself for remixing than in the States”. In any case, Jeroen has always been inspired by American pop-culture, and remixing the figures that he grew up with made perfect sense to him.
Spider-Hulk
Overigens kwam Marvel in Web of Spider-Man #69 en #70 (1990) met een eigen Spider-Hulk of Spulk. Tijdens een gevecht met de Groene Gigant wordt Spider-Man geprikt door een biokinetische energie absorber waar de kracht van de Hulk in is opgeslagen. Als Peter Parker boos wordt, verandert hij vanaf dat moment in een Hulk-achtig wezen met hetzelfde beperkte vocabulaire. Gelukkig krijgt Peter in #70 nog een prikje met de machine waardoor hij de Hulk energie weer kwijtraakt. Een Hulk in het Marvel Universum is namelijk al erg genoeg.
Het VPRO cultuurprogramma Nooit meer slapen besteedde maandagavond 27 oktober aandacht aan een van mijn favoriete onderwerpen: Het Marvel Universum. Ook ik zit in de uitzending.
Vorige week kwam journalist Maarten Westerveen bij me thuis om over Marvel te praten. Tijdens het koffiedrinken vertelde ik hem over het ontstaan van dit magische universum en wat die superhelden nu zulke boeiende personages maakt. Westerveen bezocht ook stripwinkel Henk (daar is ie weer) om met Paul Banus te praten.
Ik vind dat het een mooi item is geworden en ben blij dat ook mainstream media aandacht heeft voor het beeldverhaal en superhelden. Westerveen is een echte stripfan met een voorliefde voor Hellboy.
Op dit moment ben ik een stapel (digitale) comics van Peter Parker, The Spectacular Spider-Man uit begin jaren tachting aan het lezen. Deze oude verhalen geven mij veel meer plezier dan de huidige Spidey comics.
Omdat ik mijn buik wel vol heb van het droeve niveau van de huidige Spider-Man-verhalen geschreven door Dan Slott, zoek ik mijn heil in oudere comics. De deeltjes van de serie Peter Parker die ik nu aan het lezen ben, zijn oorspronkelijk gepubliceerd in de vroege jaren tachtig. Je weet wel, het tijdperk waarin Disco net was bezweken voor New Wave en Ronald Reagan de wereld een beetje onveiliger maakte met zijn presidentschap. Een tijd waarin de verhalen over Peter Parker nog ergens over gingen! (schrijft opa Minneboo, Spider-Man liefhebber sinds hij 8 jaar oud was.)
Anyway, je had indertijd drie series waarin Spider-Man een hoofdrol speelde: The Amazing Spider-Man, Marvel Team-up (vanaf 1972) waarin het Webhoofd in bijna ieder deeltje de hoofdrol speelde en werd gekoppeld aan een andere Marvel-held of helden, en Peter Parker waarvan in 1976 het eerste deel uitkwam. Omdat veel schrijvers Amazing als de échte Spider-Man titel beschouwde, voelde ze minder druk met de nieuwe serie. Toch is het de reeks waarin Roger Stern voor het eerst verhalen over Spider-Man schreef en hij is toch echt een van de beste Spider-Man-schrijvers. Het is echter Bill Mantlo geweest die de serie een eigen smoelwerk gaf. Daarover later vast meer. Tekenaar Sal Buscema bijtte het spits af om al relatief snel vervangen te worden voor een reeks andere tekenaars. Later in de serie pakte hij het potlood weer op om maar liefst honderd comics van Peter Parker te tekenen. Buscema is overigens mijn favoriete Hulk-tekenaar, een reeks die hij tien jaar lang illustreerde.
Op visueel vlak was Peter Parker in het begin dus nogal onrustig met al die verschillende tekenaars die aan de serie werkten. Verrassend is het echter ook. Soms kom je opeens een heel mooie getekende aflevering door John Byrne tegen, bijvoorbeeld. De Canadese stripmaker en -schrijver was een grote ster in de jaren tachtig en drukte zijn stempel op onder andere The Fantastic Four en de reboot van Superman. Hij is een van de beste tekenaars die ooit voor Marvel en DC hebben gewerkt. Ik vind dit een prachtige splashpage, uit Spectactular Spider-Man #58:
Bijzonder leuk vind ik dat de helft van Peter als Spider-Man is getekend, een grafisch element waar je alleen in strips en tekenfilms mee weg kunt komen. Ik vind het ook altijd een mooi beeld als Spider-Mans instinct wordt weergegeven door de helft van Peters gezicht met Spidey’s masker te bedekken. Het is een grafische troop die veelvuldig in de Spider-Man strips voorkomt.
De oppositie is in dit deeltje van Peter Parker niet zo heel groot: Spider-Man neemt het op tegen the Ringer, een derderangs schurk die smog kan omzetten in vaste ring-vorm. Interessanter is de introductie van het personage Greg Salinger, die later the Foolkiller blijkt te zijn. Toch: de confrontatie tussen Ringer en Spidey is mooi gevisualiseerd door Byrne.
Spidey versus The RInger.Cover getekend door John Byrne.
Voor mij is het lezen van de stapel Peter Parkers deels een nieuwe ontdekking, want Juniorpress gaf de serie niet vanaf het begin uit, maar begon in 1983 bij #67. Waarschijnlijk omdat ze de serie gelijk wilden laten lopen met de Nederlandse vertaling van Amazing Spider-Man. Ik kom dus verhalen tegen die ik nog niet gelezen had en dat is altijd leuk.
Spider-Man Muur in de Meerten Verhoffstraat, Breda. Foto: Michael Minneboo.
De illustratie is gemaakt door Mark Bagley, die heel veel Spider-Man comics heeft getekend. Hij had een aanzienlijke run in Amazing Spider-Man, maar de meeste lezers kennen zijn werk waarschijnlijk van Ultimate Spider-Manwaar hij nummer 1 t/m 111 achter elkaar tekende. Later deed hij nog een paar nummers van deze reeks.
Mark Bagley’s Spider-Man. Bron: Mycomicshop.com.
Hoewel het expressief is en hij in actie een aardige Spider-Man neerzet, ben ik nooit echt een groot fan geweest van Bagleys werk. Vooral in de vroege nummers van Ultimate Spider-Man recyclede hij zijn eigen plaatjes, dikwijls op dezelfde pagina in dialoogscènes. Ik heb dat altijd een cheap shot gevonden, saai om naar te kijken en bovendien een gemiste kans: juist in lange dialoogscènes kunnen kleine nuances in gezichtsexpressies een wereld van verschil maken. Bekijk deze pagina maar eens uit Ultimate Spider-Man #8. De scene waarin Peter voor het eerst foto’s verkoopt aan J. Jonah Jameson:
In Ultimate Spider-Man #13 vertelt Peter aan Mary Jane dat hij Spider-Man is. In deze pagina is de opbouw naar de grote onthulling. Maar liefst drie keer dezelfde tekening van Mary Jane…. Pfffff… lang leve photoshop moet Bagley gedacht hebben. Zo is het makkelijker een deadline halen. De rest van de comic is niet veel beter.
Dat gezegd hebbende, de losstaande tekeningen van Spidey van Bagley zijn meer de moeite waard, zoals de afbeelding die op de muur in de Meerten Verhoffstraat. Misschien moet hij zich beperken tot covers en pin-ups.
Vorige week schreef ik over hoe de Spider-Cow voor het Art Hotel Amsterdam leidde tot de ontdekking dat dit soort kunstwerken over de hele wereld voorkomen. Een trend die waarschijnlijk zijn oorspong heeft bij de Griekse kunstenares Irene Vergitsi. Stef Vedder, de bedenker van de Nederlandse Spider-Cow, reageerde op de blogpost en vertelde mij het verhaal van zijn kunstwerk.
‘Ik kreeg ergens in 2005 een verzoek van afvalverwerker ICOVA of ik een perscontainer wilde beschilderen zodat zij daarmee het Art Hotel als klant binnen zouden kunnen halen. Ik heb toen voor het thema superhelden gekozen omdat dat op een duidelijke manier kracht uit zou stralen. Dat idee heeft het Art Hotel toentertijd doen besluiten om met ICOVA in zee te gaan. Voor het Art Hotel stonden twee koeien (beschilderd door kunstenaars die aangesloten waren bij galerie Donkersloot) en die waren kapot. Omdat ze onder de indruk waren van de perscontainer hebben ze mij toen gevraagd of ik die koeien opnieuw kon beschilderen. Ze hebben toen twee nieuwe koeien laten komen en die heb ik beschilderd als mijn favoriete superhelden, Superman en Spider-Man. De Spider-Man zag er eerst heel anders uit, maar omdat de grondlaag van de koeien niet goed was, liet de verf los. Ik heb toen de koe bij de poten afgezaagd en hem helemaal beschilderd als een vrije interpretatie van Spider-Man. Ik ben dus niet geïnspireerd door de andere kunstenaars die een Spider-Cow hebben geschilderd. Hij is dus zo beschilderd vanwege de perscontainer. Ik wilde het thema doortrekken en vond de koeien een leuk en absurdistisch onderwerp om dat te doen.’
‘Het is ook wel leuk om te melden dat ik dankzij deze koeien tegenwoordig mijn brood verdien met kunst. Ik heb namelijk een reclamebureau gehad wat zwaar getroffen werd door de crisis. Toen heb ik besloten om het beschilderen van koeien uit de kunstenaarssfeer te halen en het bij bedrijven aan te bieden als de workshop Beestachtig schilderen. Dat gaat op dit moment heel goed. Het biedt mij de mogelijkheid om de kunst te maken die ik wil (kunst met ballen en andere concepten) en mensen de lol te laten beleven die het maken van kunst met zich meebrengt.’
Zo zie je maar dat er een heel interessant verhaal schuil kan gaan achter een Spider-Cow.
Door mijn obsessie met Spider-Man is mijn leven op allerlei manieren verrijkt. Mensen beginnen vaak spontaan met me te praten over het Webhoofd omdat ze weten van mijn interesse in Peter Parker, ik heb een paar keer een lezing over Spidey gegeven en vaak kom ik dingen in mijn omgeving tegen die met Spider-Man te maken hebben. Neem deze Spider-Cow voor het Art Hotel Amsterdam bijvoorbeeld.
Spider-Cow en Super-Cow staan gemoedelijk voor het hotel te grazen. Ik vind het een opmerkelijk kunstwerk. De Milkakoe ken ik, maar nooit eerder zag ik een koe beschilderd als Spider-Man.
Overigens zijn de koeien voor het Art Hotel niet door Vergitsi gemaak, maar vermoedelijk een variatie op haar kunstwerk. Het webpatroon op de koe is bijvoorbeeld anders dan in het origineel. Ook zijn de ogen van deze koe wit, zoals die van Spider-Man, en niet goudkleurig, zoals die van de Griekse koe. Ik heb even navraag gedaan bij het hotel en een van de medewerkers vertelde me dat de koe is geschilderd door Stef Vedder. ‘Ze zijn al jaren het symbool van het hotel, en we hebben er ook flessen en servies van gemaakt. Ze worden diervriendelijk door ons onderhouden en we zijn er erg trots op,’ aldus general manager Patrick Wolffenbuttel. Volgens een tekst op de site van Vedder is hij in 2006 begonnen met het beschilderen van kunststof koeien: ‘De koeien bij het Amsterdam Arthotel waren een vervolg op eerder gemaakte schilderijen waarin de koe centraal stond. Vanaf dat moment is de stijl herkenbaar geworden en wordt de uitstraling steeds grafischer. Strakker van beeldtaal met daarin verweven schilderachtige elementen.’
Overigens is een antropomorfe Spider-Man geen onbekend fenomeen. Marvel Comics heeft zelf verhalen gepubliceerd van Peter Porker, The Spectacular Spider-Ham. Een varken dus, geen koe. Maar dat verschil maakt op de barbecue niet zoveel uit.
In een aflevering van de animatieserie Ultimate Spider-Man wordt Peter Parker in een varkentje veranderd door Loki:
Jack O’Lantern mag dan de show stelen op een Halloweenfeestje, als internationale terrorist is hij wel het sukkeltje van de klas.
Deze cover van Peter Parker the Spectacular Spider-Man#56 (July 1981) is getekend door Frank Miller. Miller was toen nog een relatief nieuw talent en zoals je ziet, goed in staat om mooie, dramatische illustraties af te leveren. De cover markeert de eerste confrontatie tussen Spidey en Jack O’Lantern. Met zijn brandende pompoenenhelm zou deze terrorist niet misstaan op een Halloweenfeestje of in een amusante horrorfilm. Toch is hij, in tegenstelling tot bijvoorbeeld the Green Goblin of Hobgoblin, die ook allebei op zo’n feestje thuishoren, een beetje een sukkel.
Zijn outfit is een soort van harnas dat hem beschermd tegen kogels en dergelijke, dus handig. Maar hij heeft ook een pogo-platform waarop hij zich voortbeweegt. Als een manisch haasje springt Jack O’Lantern met dat ding alle kanten op, de weerkaatsing tegen muren en vloeren gebruikend om verder te komen. Ik kan me een makkelijker voertuig om mee te ontsnappen voorstellen. Ik denk zelfs dat je meer hebt aan een BMX crossfiets die toentertijd zo populair waren.
Maargoed, hij schiet wel laserstralen af met een polsband, en daar moet je natuurlijk wel voor oppassen. En meedogenloos is hij wel. In het verhaal blijkt dat Jack samen met zijn handlangers een hele ambassade gegijzeld hield, maar werd verslagen door Machine Man. In coma geraakt door een eigen explosie wordt Jack naar het ziekenhuis gebracht waar wel meer superschurken worden behandeld.
Maar er is meer aan de hand dan men op het eerste gezicht denkt. Jack heeft namelijk zichzelf in coma gebracht door een drug te nemen die hij in zijn holle kies had verstopt, zodat de politie hem naar het Bellevue hospitaal zou brengen. Jack O’Lantern heeft bedacht dat het makkelijker ontsnappen is uit een ziekenhuis dan uit een gevangenis. Hij ‘ontwaakt’ dan ook zodra zijn handlangers hem komen bevrijden.
Dan besluit de schurk om het ziekenhuis gegijzeld te houden en tien miljoen dollar losgeld te eisen. Dom, want een van de aanwezigen is Nathan Lubensky, de vriend van Tante May. Als May haar neefje opbelt om te vertellen dat haar vriendje wordt gegijzeld en vraagt of Peter bij haar langs wil komen om haar te steunen tot de narigheid voorbij is, duurt het niet lang voordat Spider-Man door het Bellevue ziekenhuis over het plafond kruipt om de terroristen uit te schakelen.
Dat kost hem relatief weinig moeite, en eigenlijk levert Jack O’Lantern ook niet al te veel problemen op. Spider-Man kan zijn laserstralen makkelijk ontwijken.
Als Jack O’Lantern op zijn pogo-platform naar buiten vlucht, raakt Spidey het platform met een webdraad. Als Jack net rond een vlaggenmast springt en Spidey het webdraad hard aantrekt, vliegt de terrorist richting Spider-Mans vuist. Een ferme knal is genoeg om Jack O’Lantern op de grond te krijgen.
Echt lastig wordt het pas voor Spider-Man als hij later zijn tante bezoekt. Die is natuurlijk heftig teleurgesteld in haar neefje Peter Parker omdat hij niet eerder opdaagde om haar te steunen. Typisch Parker: als Spider-Man heeft hij de mensen kunnen redden, maar hierdoor lijkt het alsof Peter een onverantwoordelijke jongen is waar je absoluut niet op kunt bouwen. Kortom, Peter heeft weer eens pech. Toch valt het leed ook wel weer mee als je bedenkt dat Peter niet Jack O’Lantern is.
Saillant detail: dit verhaal werd geschreven door Roger Stern en de breakdowns (potloodschetsen) zijn gemaakt door Jim Shooter, toen ook de editor-in-chief van Marvel. Jim Mooney inkte Shooters tekeningen.
Misschien vind je het een rare kop boven deze blogpost, want Spider-Man is als stripfiguur natuurlijk altijd al een papieren held geweest. Sommige mensen nemen dit echter letterlijk:
Foto: Linda Delis.
Het bovenstaande Spider-Man poppetje en Venom zijn gemaakt door fabrikant Momot Toys. Ze hebben wel meer Marvel-helden van papier gemaakt. Linda kwam ze tegen toen ze vorige week in Parijs tegen toen ze Maison et objet bezocht, een beurs voor interieur design. Lijkt me niet echt handig spelen met deze paper toys, want een superheld die niet eens tegen water kan… Nou ja, het ziet er in ieder geval wel grappig uit. En daar zijn ze natuurlijk voor bedoeld, als geinige decoratie voor op je bureau.
Een van mijn favoriete castleden van het Spider-Man universum is the Black Cat. Ze is in ieder geval een van de interessantste vrouwen in het leven van Peter Parker.
Mits ze goed geschreven is. De huidige incarnatie, waarin the Black Cat wraak wil nemen op ons favoriete webhoofd omdat ze door zijn toedoen werd ingerekend en alles kwijtraakte, sluit wat mij betreft niet aan bij hoe ze hoort te zijn. Ik weet dat ik nu als een verschrikkelijke fanboy klink, maar wie de oorspronkelijke verhalen over the Black Cat heeft gelezen ziet meteen het verschil in haar karakterisatie. Schrijver Slott maakt een rancuneus kreng van Cat en blind van wraakzucht. Hoewel ze gepassioneerd is, zou ze toch eerst luisteren naar de verklaring van Peter Parker. Die heeft hij, want maanden lang zat Doctor Octopus in zijn lijf en brein. Octopus had Peters leven overgenomen. Het is dus Octopus die haar inrekende, niet Peter Parker, haar ex-geliefde. Maar goed, personages worden vaak veranderd of aangepast aan de wens van de schrijver of om het verhaal een nieuwe wending te geven.
Laten we het prutswerk van Dan Slott nu even vergeten en teruggaan naar Peter Parker The Spectacular Spider-Man #87 (februari 1984). Een bijzonder nummer want hierin onthult Spider-Man eindelijk zijn ware gezicht aan Black Cat.
Illustratie: Al Milgrom.
Spider-Man en Black Cat zijn al een tijdje aan het daten en op dit moment vertrouwt hij haar genoeg om zijn identiteit prijs te geven. Een grote stap als je bedenkt dat Cat voordat ze Spider-Man ontmoette een dievegge was en eigenlijk veel moeite heeft om op het rechte pad te blijven. De afgelopen tijd probeert ze een soort sidekick van Spidey te zijn, maar dat is niet altijd even succesvol. Peter maakt zich tijdens de gevechten zorgen dat haar iets overkomt. Niet zo lang geleden raakte Felicia Hardy, zo heet Cat zonder masker, zwaar gewond tijdens een gevecht met Doctor Octopus en The Owl, dus Spidey’s zorgen zijn niet ongegrond. Daar komt nog bij dat ze eigenlijk geen superkrachten bezit. Voorheen leek het of haar tegenstanders verschrikkelijke pech hadden tijdens de gevechten – ze is immers een zwarte kat. Maar later bleek dat ze de plekken waar deze confrontaties plaatsvonden van tevoren vol met boobytraps had gezet. Goed, in de toekomst krijgt ze een echte pechkracht van Kingpin, maar dat levert in haar relatie met Spidey alleen maar problemen op.
Overigens is het typisch iets voor het Webhoofd om een relatie te krijgen met een dievegge. Vooral de twist die schrijver Bill Mantlo aan de relatie geeft is typisch Spider-Man.
Ontmaskering
Als Spider-Man zijn geliefde voor het eerst naar zijn huis neemt, is Felicia geschokt dat haar held in zo’n schamel appartement woont. Hoe kan een grote held als Spider-Man in zo’n krot wonen? Dan onthult Spider-Man eindelijk wie hij is. Hij vertelt Felicia over de noodlottige spinnenbeet en de dood van Oom Ben. Ondertussen trekt Spidey langzaam het masker van zijn gezicht. Als het aantrekkelijke en vriendelijke hoofd van Peter Parker volledig zichtbaar is, omhelst Felicia hem niet uit dankbaarheid dat Peter haar in vertrouwen neemt. Nee, vol afgrijzen deinst ze achteruit.
Bakvis Normaliter staat Spider-Man in de weg als het gaat om liefdesrelaties tussen Peter Parker en zijn vrouwen. Dat zagen we bij Betty Brant en bij Gwen Stacy. Maar schrijver Bill Mantlo geeft hier een prachtige draai aan: Black Cat is verliefd op Spider-Man. Ze houdt van het heldhaftige aan hem en de avonturen die hij beleeft. Met Peter Parker, de student en fotograaf van de Bugle die met moeite weet rond te komen, heeft ze helemaal niks. Cats liefde voor Spider-Man is vergelijkbaar met die van een groupie van een muzikant, of met de liefde van bakvissen die voornamelijk gebaseerd is op het leuke voorkomen en imago van de ster in kwestie. Cat is verliefd op het romantische beeld dat ze van Spider-Man heeft, niet op wie hij werkelijk is.
Je begrijpt natuurlijk dat de relatie geen stand hield. (Ik zet nu even mijn Dr. Phil-pet op:) Als je met iemand een relatie aangaat, ga je een relatie aan met alle aspecten van die persoon. Niet alleen de leuke of spannende eigenschappen, maar ook de saaie en minder fraaie kanten van je geliefde. Daarbij zijn Peter Parker en Felicia Hardy op moreel vlak bijna elkaars tegenpolen, dus ook dat bemoeilijkt een relatie op de lange duur. Zie je, je kunt best wijze levenslessen halen uit Spider-Man-verhalen.
Het is overigens niet alleen Cats verknipte verliefdheid op Spider-Man die ik interessant vind. Black Cat is namelijk ook vanwege andere redenen een zeer aantrekkelijk personage. Ze ziet er prachtig uit en weet van zich af te bijten. Ze heeft een sterke persoonlijkheid en laat zich niet snel van de wijs brengen. En, verknipt liefdesbeeld of niet, Cat is eigenlijk gewoon een romanticus en daarvan zijn er te weinig in deze wereld.
In de loop der jaren is the Black Cat vaak teruggekeerd in het leven van Peter Parker, maar de verhalen rond hun romance zijn mijn favoriete episodes met haar.
Marvel komt in oktober met enkele variant covers om pesten onder de aandacht te brengen. Eigenlijk wilde ik hier niet over schrijven, totdat ik deze hilarische variant cover met de Hulk zag:
“The center of Marvel’s storytelling history is the eternal struggle between good and evil, with many of its greatest super heroes having to contend with – and rise above – bullying, in all its forms,” aldus Axel Alonso, Editor in Chief van Marvel Comics. “We are proud to join forces with STOMP Out Bullying on its important bullying prevention awareness mission. We hope that all our fans take a moment this month to educate themselves on the need to stop bullying among our youth by checking out the free resources STOMP Out Bullying has to offer.”
Ik vind het natuurlijk een goede zaak dat een bedrijf als Marvel Comics de bekendheid van hun personages gebruikt om het fenomeen pesten onder de aandacht te brengen. Het gaat niet alleen om pesten op het schoolplein maar ook via het web en andere vormen. Dankzij sociale media hebben de pestkoppen er immers nieuwe wapens bij gekregen.