Categorieën
Film

Klik 2016: Piet Kroon over de kunst van het storyboarden

Al meer dan twintig jaar werkt regisseur, schrijver en storyboard artist Piet Kroon in Hollywood. Vrijdag 28 oktober vertelde hij op KLIK over het storyboarden.

Kroon regisseerde het animatiesegment in Osmosis Jones en ontwikkelde vele projecten, waaronder Fraidy Cat voor Disney. Als storyboardtekenaar werkte hij mee aan Despicable Me, Iron Giant en Rio 1 en 2. En over die functie vertelde hij vrijdag smakelijk.

Als storyboard artist wordt Kroon in een vroeg stadium van het productieproces van een animatiefilm betrokken. Vaak is er dan nog niet eens een script, hoogstens een synopsis. Het is de taak van mensen als Kroon om op basis van een paar gegevens hele sequenties in het verhaal te bedenken. Hun ideeën presenteren de tekenaars middels storyboards.

piet-kroon-klik-2016Kroon bepaalt camerastandpunten, ontwerpt sets en personages. En hij is dus ook verantwoordelijk voor veel verhaalelementen. ‘Als storyboard artist probeer ik ideeën te bedenken en de ideeën van de regisseur te vertalen,’ legde Kroon uit. Het werk van een storyboard artist is soms best ondankbaar: ‘Het meeste wat ik maak gaat de prullenbank in’.

Kroon had als voorbeeld een scène uit Shrek 2 om dit proces duidelijk te maken. Deze sequentie vindt plaats in de tweede akte van de film. Hij had hiervoor enkele basisgegevens gekregen van de producent: Shrek zit gevangen en zijn vrienden moeten hem hieruit bevrijden. In ieder geval zouden Donkey en Puss in Boots, een nieuw personage, een rol moeten spelen in deze sequentie. Ook was de gevangenis al ontworpen en die bevond zich midden in het water, wat het gebouw moeilijk bereikbaar maakte. De rest moest Kroon maar uitvogelen.

Gedurende een boeiend uur toonde Kroon op welke ideeën hij allemaal gekomen was en hoe hij deze had gevisualiseerd in storyboard sequenties. Kroon bedacht bijvoorbeeld dat ze met de glazen kist van Sneeuwwitje naar de gevangenis zouden varen en onderweg allerlei obstakels tegenkwamen die de trip moeilijker maken. In een versie werden de personages zelfs opgeslokt door de walvis uit het sprookje Pinokkio. ‘Ik probeer zoveel elementen te gebruiken waar we de personages van kennen. Bij de drie biggetjes zijn dat stro, hout en steen. Respectievelijk de materialen waar ze hun huisjes mee bouwen in het sprookje. Je probeert allerlei manieren te bedenken waarop het voor de helden moeilijk is om hun uiteindelijke doel te bereiken. Hoe ze met die moeilijkheden omgaan en hoe ze hun problemen wel of niet oplossen laat veel zien van hoe een personage in elkaar zit.’

Wat Kroon ook bedacht is dat Pinokkio een rol speelde in de scène en dat liegen zijn neus doet groeien. Dit is een van de weinige elementen die uiteindelijk in de film terechtkwam.

piet-kroon-storyboard
Ik had graag meer van Kroons tekenwerk laten zien, maar wist niet of we tijdens de lezing foto’s ervan mochten maken. Copyrights enzo. Hier dus een illustratie van Kroon die op de KLIK site staat.

Wat namelijk vaak gebeurt is dat storyboard artists veel werk voor niets doen omdat er niet altijd even goed gecommuniceerd wordt. Het is voorgekomen dat Kroon zijn sequentie inleverde en dat bleek dat een van de personages bijvoorbeeld een hond was geworden waardoor de hele sequentie in dat licht overgedaan worden. ‘Een simpel telefoontje had me daarvan op de hoogte kunnen stellen.’

In het geval van Shrek 2 bleek uiteindelijk dat niet alleen Shrek gevangen zat, maar ook Donkey en Puss in Boots. Dat gaf de sequentie dus een geheel nieuwe wending.

Roloff de Jeu interviewt Kroon tijdens de Q&A.
Roloff de Jeu interviewt Kroon tijdens de Q&A.

Bij de Q&A vroeg iemand of Kroon niet liever met een volledig script zou willen werken, in plaats van de omslachtige manier waarop nu vaak in Hollywood gewerkt wordt. ‘Met een goed script aan de slag gaan is de meest optimale werksituatie, maar vaak werken we dus zoals ik net heb laten zien. Het verhaal wordt dus zo langzaam opgebouwd door verschillende mensen en veel werk gaat verloren. Je hebt in Hollywood ook met heel veel ego’s te maken. Als een storyboarder bijvoorbeeld een leuke grap bedenkt die de regisseur bevalt, dan vindt de scenarist dat weer niet zo leuk en wil dan zelf iets schrijven wat erop lijkt. Dus in plaats van gewoon de credits te nemen voor een goede grap, maken ze zelf iets wat uiteindelijk minder is en is de regisseur wel verplicht die mindere grap dan te gebruiken.’

Categorieën
Strips

Tommy A over Prins Kat: ‘Het zijn net superhelden’

Wie van sprookjesachtige strips houdt, kan sinds kort het tweede deel van Ayak + Por aanschaffen. Van dezelfde uitgever is recent ook het eerste album van De sprookjes van Prins Kat verschenen.

Het eerste verhaal is een vrije bewerking van het sprookje De zes dienaren van de gebroeders Grimm. Het is Tommy A’s eerste officiële albumuitgave. Reden voor een feestje. En om de stripmaker even te bellen en wat vragen te stellen.

prins-kat-coverHoe kwam je op het figuurtje Prins Kat?
‘Mensen als dieren tekenen deed ik al en vind ik ook leuk in andere strips, zoals Donald Duck en Donjon. Mezelf teken ik als hond in een autobiografische strip. Eigenlijk had ik al heel lang het plan om van het sprookje De zes dienaren een strip te maken met dieren in de hoofdrol. Ook wilde ik ooit nog eens humoristische avonturenstrip voor kinderen maken. Daartoe voelde ik me verplicht omdat ik als kind al stripfanaat was en ik graag een strip wilde maken die ik als kind ook had willen lezen. Het zijn strips die eigenlijk niet meer worden gemaakt omdat ze zo onrendabel zijn. Prins Kat lijkt erg op de kat uit de strip Cat vs Dog die ik zo’n tien jaar geleden maakte voor mijn online stripmagazine Cutie.

Wat vind je zo leuk aan het tekenen van katten?
‘Ik ben eigenlijk een hondenmens maar katten vind ik leuker om te tekenen. De vorm van voren is extremer met die rare, uitstekende puntoren en die grote ogen van ze. Ik vind dat erg lekker om te tekenen.’

Waarom specifiek dit sprookje? Wat fascineert je er zo aan?
‘Ik ben sowieso altijd al geïnteresseerd in sprookjes, en dit was een sprookje dat niemand kent, terwijl iedereen het eigenlijk wel kent. Een van de redenen dat dit sprookje me is bijgebleven en wat het anders maakt dan de standaard prinsessensprookjes, is dat de hoofdfiguren eigenlijk een soort van superhelden zijn. Prins Kat en de andere figuren zijn eigenlijk een soort X-Men. Je hebt iemand die extreme lange benen heeft en die in no tempo ergens kan komen. Je hebt iemand die net als Cyclops dingen kan laten ontploffen met zijn sterke blik. Een ander personage kan heel ver kijken en heel goed horen. In mijn tienertijd heb ik heel veel Marvel-strips verslonden, net als jij. Dus daar heb ik iets mee.’

prins kat strookJe hebt redelijk de verhaallijn van het oorspronkelijke sprookje gevolgd…
‘Het grappige is dat er enkele rare ontwikkelingen in het verhaal zitten, maar die komen gewoon uit het origineel van de gebroeders Grimm.

De humoristische toon in Prins Kat deed me ook een beetje aan de Rood Gras-strips van Rob van Barneveld denken…
‘Daar kan ik me iets bij voorstellen. Zeker bij Kapitein Salami van Rob, wat een bewerking van Treasure Island is. Ook ik heb een boek gepakt wat ik als kind al leuk vond en daar een humoristische avonturenstrip van gemaakt. Toch staan de projecten compleet los van elkaar. Wat de humor betreft denk ik dat we een zelfde soort invloeden hebben. Ik hoor ook wel vergelijkingen met Adventure Time. Daar heb ik niet zo veel van gezien en die animatieserie is dus ook geen invloed geweest, maar toch is het leuk als mensen daaraan denken, want het is altijd leuk om met goede dingen vergeleken te worden. Dat geldt ook voor het werk van Rob.’

Wat is wel een bewuste invloed op jouw stripwerk?
Donjon van Lewis Trondheim. Het sprookje zelf natuurlijk. Ik heb een sprookjesboek met illustraties van Anton Pieck, en ik denk dat mede dankzij dat boek het sprookje is binnengekomen. Ook Carl Barks is een invloed op me, al denk ik niet dat iemand dat zo snel ziet. Zijn strips hebben een andere toon en humor. En Tomi Ungerer, een in Nederland een vrij onbekende kinderboekauteur. In zijn boekje Geen kus voor moeder zit ook een ondeugende kat in die ook een kind is, en die is ook een beetje chagrijnig. Dus dat boekje is ook een beetje een invloed geweest.’

Geschetste pagina.
Geschetste pagina.

Wie is de doelgroep van Prins Kat?
‘Bovenbouw van de basisschool, dus tien tot twaalf jaar. Ik heb geprobeerd het verhaal niet te ingewikkeld te maken en niet te eng, zodat het voor die leeftijd geschikt is. Tot vijftien jaar zouden ze het ook leuk kunnen vinden, maar ik denk niet dat die kinderen het album snel zullen oppikken. Wat ik zelf als kind heb meegemaakt is dat als je twaalf bent en naar de middelbare school gaat, iedereen strips kinderachtig vindt. Ik denk dat dertien tot vijftienjarigen het ook een leuk album kunnen vinden, maar ze gaan het vast niet lezen want ze moeten zich naar hun idee volwassen gedragen.’

prins kat strookHoe kwam je bij Strip2000 terecht?
‘Dankzij Jeroen Funke eigenlijk. Ik stond in Strips2Go en daar had ik Prins Kat oorspronkelijk voor gemaakt. Ik had de eerste pagina’s al liggen, maar het blad Strips2Go is inmiddels gestopt. Jeroen stelde me voor aan Peter van der Heijden en die was enthousiast. Toen het album in de planning stond overleed Peter plotseling. Vreselijk. Een enorme schok. Als auteur maak je je dan ook zorgen of je boek dan nog wel uitkomt. Dat is natuurlijk heel flauw dat je dan eventjes zo zelfzuchtig denkt, maar dat is wel wat er ook door je heengaat. Maar uiteindelijk is het toch uitgebracht. Anders had ik het zelf gedaan. Ik keek wel uit naar de samenwerking met Peter. Dat was een enthousiaste man met visie. Ik was benieuwd naar hoe hij het album in de markt zou zetten.’

Dit is je eerste album bij een echte uitgeverij toch?
‘Ja. Ik heb wel smallpress dingen gedaan, en dit is het eerste echte boek.’

Dus nu doe je eindelijk mee! (lacht)
‘Ja, ik doe niet meer mee voor spek en bonen. (lacht)’

Met zelf je werk uitbrengen als smallpress is natuurlijk niets mis, maar uigegeven worden door een echte uitgever en in de winkel liggen, dat is toch anders.
‘Het voelt ook anders. Het voelt echter. Het is anders als je niet een nacht heb moeten doorhalen om boekjes te vouwen.’

Dit album ligt nu dus in de winkel. Wat is de volgende stap? Meer avonturen van Prins Kat?
‘Ik ben nu gewoon weer geld aan het verdienen, want als je een paar maanden aan zo’n boek werkt verdien je dus niks omdat er geen betaalde voorpublicatie voor dit soort strips is. Als ik weer wat spaargeld bij elkaar heb dan hoop ik aan een tweede album te werken. Ik heb embryonale ideeën voor verhalen twee, drie en vier. Dus ik denk dat er nog een aantal Prins Kat-albums moeten komen. Het moet gewoon een reeks van tien boeken worden!’

Zo. Dat is klare taal.
‘Ja, maar ik weet nog niet of het me ook lukt hè. Ik kan me niet veroorloven om ieder jaar vier maanden aan zo’n album te gaan werken.’

Tommy A. Prins Kat #1: De zes dienaren
Strip2000, € 7,95

Categorieën
Film Frames

Maleficent: Schurk met een klein hartje

Op aanraden van een vriend naar Disney’s Maleficent gekeken. Deze film sluit mooi aan bij de trend om bad guys de hoofdpersoon van een verhaal te maken. Denk maar aan televisieseries als Dexter, Breaking Bad en The Americans.

Maleficent._02 Maleficent._03

maleficent-wingsMaleficent is de heks uit Disney’s animatiefilm Sleeping Beauty (1959) die prinses Aurora vervloekt.

De gelijknamige film met in de hoofdrol Angelina Jolie toont de achtergrond van Maleficent en vertelt het bekende sprookje Doornroosje vanuit haar perspectief. Mooi gemaakt sprookje en onderhoudend gespeeld door de cast. Aangezien het om een familiefilm gaat blijft de bad girl niet heel lang bad natuurlijk.

Waarom de rubriek Frames?
De verhalen die we lezen en zien maken net zo goed deel uit van onze levensloop als de gebeurtenissen die we in reallife meemaken. In de rubriek Frames verzamel ik stills uit de films die ik heb gezien om zo die herinneringen te kunnen bewaren en koesteren.

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie Ayak + Por #1

Ayak + Por is een fijn stripalbum met sprookjeachtige verhalen van Wilbert van der Steen en Marc Legendre.

ayak_por_coverHet album bevat drie korte verhalen waarin een kind een belangrijke (hoofd)rol speelt. In ‘Een mottige theepot’ maken we kennis met het Eskimomeisje Ayak dat samenleeft met een professor in de cryptozoölogie. Voor haar verjaardag krijgt ze het fabelhondje Por. Als ze een oude theepot schoonmaakt verschijnt een geest die zegt dat ze één wens mag doen. Dat is natuurlijk niet mis, maar ja, wat wens je? In het verhaal ‘Van de oude schilder en de zee’ probeert een schilder die alles al geschilderd heeft, de zee op het canvas vast te leggen. Maar dat blijkt toch een stuk lastiger dan deze verwaande kunstenaar gedacht had. ‘Peter en de Wolf’ is een stripbewerking van het bekende sprookje van Sergej Prokofjev. Dit laatste verhaal werd geheel door Wilbert van der Steen gemaakt, de eerste twee avonturen komen uit de pen van Marc Legendre. Je weet wel, van Biebel en Amoras.

De drie verhalen zijn fijn sprookjesachtig en gemaakt voor kinderen, al zullen volwassenen er ook veel plezier aan beleven. Niet in de laatste plaats door Van der Steens verfijnde tekenwerk, die wonderschone platen in potlood op papier zet. Opmerkelijk genoeg krijgt bijna ieder stripplaatje zijn eigen steunkleur. Waarom heb ik niet kunnen achterhalen, maar eigenlijk geeft het wel een aardig effect. Van der Steen maakt onder andere illustraties voor kinderboeken. Hij debuteerde als schrijver met het boek Pension Kat bij uitgeverij Moon.

Ayak+Por-Wilbert-vd-SteenInteressant hoe de stripmakers in het eerste verhaal in het album op visueel vlak teruggrijpen naar ouderwetse verbeeldingen van bijvoorbeeld Arabieren. De geest uit de fles en de laatste straatscène uit het eerste verhaal herinneren aan sprookjes als 1001 nacht en Sinbad de Zeeman. Overigens stopt het eerste verhaal in het album abrupt en leest als een eerste akte van een veel groter avontuur. Het maakt dus vooral nieuwsgierig naar hoe het verder gaat met Ayak, Por en de professor. Het volgende album zal een lang verhaal van deze figuren bevatten met de titel ‘De eenzame sultan’. Daar kijk ik dus naar uit. Vooral omdat hun wereld met magie en fabeldieren mij in het bijzonder aanspreekt.

Marc Legendre & Wilbert van der Steen. Ayak +Por 1
Strip2000

Categorieën
Minneboo leest Strips

Minneboo leest: De papieren tijger

Koning Willem-Alexander, Maxima, Jan Wolkers, Geert Wilders, het Nederlands elftal uit 2010 en Eric de Noorman: ze spelen allemaal een rol in het stripalbum De papieren tijger van Mark de Jonge. Al die BN’ers op een pagina, dat leidt behoorlijk af!

Tenminste, dat was mijn ervaring toen ik De papieren tijger las. Ik ben niet zo’n fan van BN’ers. Sterker nog: ik schijn er een allergie tegen hebben opgebouwd. En met het koningshuis heb ik ook niets.

De papieren tijger vertelt een sprookje waarin de koningin haar vorst alle seks ontzegt totdat de plaatjesmaker een kunstwerk maakt met daarin de tijger als hoofdrolspeler. De plaatjesmaker is Jan Wolkers en Wim-Lex wil natuurlijk dat hij opschiet, zodat hij weer van bil kan. Opmerkelijk is dat Geert Wilders de rol van raadsheer heeft. Hofnar zou hem beter staan, maar ja, dat is zijn functie natuurlijk al in de Tweede Kamer. Overigens gaat het verhaal volgens de stripmaker vooral over zijn ervaringen met opdrachtgevers en het creatieve proces.

In een schriftelijke reactie legt De Jonge zijn keuze voor Wilders als volgt toe: ‘Haha, ja Wilders als Hofnar is precies wat ik overwoog in mijn voorbereidingen voor het verhaal. Ik heb toen een stel schetsen gemaakt. Maar een hofnar zonder narrenmuts werkt niet. En Wilders zonder vol zicht op zijn haardos werkt ook niet. Daarom toch maar ‘raadsheer’! Die rol is natuurlijk metafoor voor de politicus. En ieder ander in plaats van Wlders was fout. Overigens is die rol verder niet zo belangrijk en ik wilde me niet verliezen in teveel satire en sarcasme.’

papieren_tijger_koning_neukt

Waarom gebruikte De Jonge eigenlijk BN’ers als hoofdrolspelers? In het interview achterin het boek zegt hij:

‘De belangrijkste reden voor mij om die koppen te gebruiken, was om een extra laag in mijn verhaal aan te brengen. Het is aan de lezer om die laag te duiden! Maar ik vond het ook gewoon leuk om er mee te spelen, zoals het gebruik van de blessuregevoeligheid van Arjen Robben of het plotseling opduiken van Yolanthe, Maradona en Messi. Ik maak trouwens graag aan iedereen duidelijk, dat MIJN koning en koningin niets te maken hebben met een ander nogal bekend koningskoppel. De vader en moeder van MIJN koning lijken vrij veel op Eric de Noorman en Lady Di. Fictie, weet je wel?’

Dat laatste is natuurlijk een beetje een cop out en zegt De Jonge waarschijnlijk om problemen te voorkomen. Omdat hij Wim-Lex en Maxima als modellen gebruikt, zullen lezers toch denken dat het over hen gaat. Je kunt het gebruik van bekende personen in een strip als aardige gimmick zien of als narratief middel. Maar er zitten ook nadelen aan deze verteltechniek: persoonlijk leidde al die BN’ers mij af van het verhaal en zit ik niet te wachten op platen die suggereren dat Wim-Lex wordt afgetrokken door Maxima. Als ik narigheid wil zien, zet ik wel een horrorfilm op. Maar goed, ieder z’n dingetje. En, laten we eerlijk zijn: de casting leverde wel media-aandacht op en da’s handig als je als illustrator je stripdebuut maakt.

Stripjournalist Joost Pollmann kaartte de kwestie van herkenning bijvoorbeeld ook aan in zijn stuk voor de Volkskrant: ‘Intussen kun je je afvragen of De Jonge problemen gaat krijgen met dit vrijpostige werk. Bernhard Holtrop alias Willem kreeg lang geleden, in 1966, een boete van 200 gulden wegens majesteitsschennis nadat hij koning Juliana als prostituée had getekend. Hans Teeuwen daarentegen kon in 2004 ongestoord zijn show ‘Industry of Love’ afdraaien, waarin hij toch grove dingen deed met de toenmalige vorstin Beatrix. Vergelijk dat eens met de Marokkaanse cartoonist Khalid Gueddar, die in 2010 drie jaar voorwaardelijk kreeg voor het tekenen van een nééf van de koning en een boete van 3 miljoen dirham moest betalen.’

Flootje Smit, van het radioprogramma Nooit meer slapen, was kennelijk ook geïntrigeerd geraakt door de bekende koppen en ging bij de stripmaker langs om verhaal te halen.

papierentijger

Mark de Jonge. De papieren tijger
Uitgeverij Sherpa, 48 pagina’s, € 24,95,
ISBN 978-90-89880-57-4

Daarom Minneboo leest:
Maandelijks krijg ik van veel uitgeverijen stapels strips toegestuurd. Daar zit veel moois tussen, maar niet alles is geschikt voor de bladen en opdrachtgevers waar ik voor schrijf. Toch wil ik deze uitgaven onder de aandacht brengen. Daarom heb ik de rubriek Minneboo leest in het leven geroepen, om te laten zien hoe rijk en divers het medium strip kan zijn. De artikelen in deze rubriek zijn geen recensies (die teksten staan gepubliceerd in de bijhorende rubriek), maar kunnen thematisch zijn, een tekenstijl belichten of simpelweg een nieuwe uitgave kort aanstippen.

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Roodkapje redux

Het is een eeuwigheid geleden sinds mijn moeder mij voor het eerst het verhaaltje over Roodkapje voorlas. Sindsdien kom ik het echter geregeld tegen, telkens in een andere gedaante. Sprookjes blijven film- en stripmakers eindeloos inspireren.

Het van oorsprong Franse volksverhaal werd in 1697 door Charles Perrault op papier gezet. Hierin wordt het meisje met het rode kapje nog gewoon opgevreten door de grote boze wolf, om zo alle meisjes te waarschuwen voor vreemde, charmante wolven. Het zou maar slecht met ze aflopen als ze zich door de eerste de beste laten inpakken. In de versie van de gebroeders Grimm loopt het beter af en worden Roodkapje en grootmoeder gered door de jager.

In de komische animatiefilm Hoodwinked! uit 2005 begint zo’n beetje waar het sprookje traditioneel eindigt, waarna Roodkapje en de wolf de spil vormen in een politieonderzoek dat elementen uit Agatha Christie, Rashomon en The Usual Suspects verenigt.

In de korte strip Rood staat u erg goed van Lucie Durbiano & Charles Perrault (gepubliceerd in Eisner #5) loopt een dialoog tussen de wolf en Roodkapje uit in een onenightstand. Roodkapje geeft haar lichaam nadat de wolf heeft bekend ook van haar te houden, maar na de daad blijken dit holle woorden te zijn geweest. Arme Roodkapje.

En nu is er Roodkapje Redux uitgegeven door Bries.

Illustrator en filmmaker Nora Krug is sinds geruime tijd gefascineerd door het potentieel van bestaande verhalen. In haar werk brengt ze historische personages weer tot leven en haalt ze verborgen verhaallijnen tussen de bekende regels vandaan. Krug vertelt in Roodkapje Redux het oude verhaal in vijf kleine boekjes. Ieder boekje biedt het perspectief van één van de personages: Roodkapje, de wolf, grootmoeder, moeder en de jager. Krug gebruikt alleen maar point-of-view shots. Wie de boekjes na elkaar leest, krijgt dus telkens een ander perspectief op dezelfde scènes.

Het geheel hangt aardig samen in deze in naïeve stijl getekende, tekstloze prentenboekjes.

Het interessants vond ik de elementen die Krug aan het verhaal toevoegt. Roodkapje eet onderweg een stukje paddenstoel waar ze van gaat hallucineren. Als de wolf wordt doodgeschoten is dat nog niet einde verhaal: we zien hoe hij naar de hemel vaart en daar door de wolfgod een stel engelenvleugels krijgt aangereikt. En ik had nooit gedacht dat de jager en de moeder van Roodkapje een geheime relatie hadden. Dit is meteen de reden waarom moeder haar dochter alleen naar oma laat afreizen door het gevaarlijke donkere bos: ze wil immers in alle rust haar geliefde kunnen ontvangen.

Het geheel is leuk verpakt in een geïllustreerd doosje, wat Roodkopje Redux uitermate geschikt maakt als cadeautje. Vooral bedoeld voor volwassen lezers.

Nora Krug – Roodkapje Redux
ISBN 978-90-76708-89-8
Bries, €25,-

Deze recensie is ook op het stripblog van Zone 5300 gepubliceerd.

Categorieën
Film

The Monster of Nix: Een sprookje voor Max

The Monster of Nix is een sprookjesachtige film die kunstenaar Rosto voor zijn zoon Max maakte. Terry Gilliam en Tom Waits spraken een rol in.

Overrompelend, nachtmerrieachtig, hallucinerend – enkele sleutelwoorden die het oeuvre van de multikunstenaar Rosto beschrijven. Een oeuvre dat heel consistent in elkaar steekt, of het nu gaat om de videoclip The Dark voor Anouk, de online graphic novel Mind My Gab of zijn laatste creatie The Monster of Nix, een sprookjesachtige animatiefilm van 30 minuten, bedoeld voor kinderen vanaf 10 jaar.

Personages die we eerder in zijn werk tegenkwamen, zoals de bosgeesten de Langemanne en hun tegenstrever Virgil maken ook weer hun opwachting. Al is Virgil ditmaal een zwaluw in plaats van een duister type met lange gedaante en sprak niemand minder dan Tom Waits zijn stem in. Ook nu speelt muziek een bepalende rol in de animatiefilm. Sterker nog: The Monster of Nix is een musical geworden, waarvoor Rosto zelf de miniopera schreef die werd uitgevoerd door onder andere het Metropole Orkest, de Amerikaanse artrockers The Residents en de Franse indie band The Dø.

The Monster of Nix. Links: Willy.

Spiegels
Een film van kunstenaar/regisseur/muzikant Rosto interpreteren is net zoiets als een surrealistisch schilderij proberen uit te leggen. Op het moment dat je een idee van de betekenis van het plaatje hebt, transformeert het beeld in iets anders, soms met dezelfde elementen en figuren, maar altijd in een nieuw, fascinerend tableau.

Rosto praat bij voorkeur niet over de betekenis van zijn werk. Hij wil de film niet voorkauwen. Liever houdt hij met zijn films de toeschouwer een spiegel voor. Spiegels komen ook veelvuldig voor in Rosto’s universum. ‘Het moet over interactie gaan tussen de toeschouwer en mij. Je moet je erin kunnen herkennen zonder dat ik meteen mijn interpretatie ervan opleg. Goed, het werk gaat erg over mijzelf, maar mijn overtuiging is dat hoe persoonlijker ik iets maak, hoe universeler het uiteindelijk wordt.’

The Monster of Nix is Rosto’s meest toegankelijke film tot nu toe. Waar de animatie over gaat? We doen een poging. ‘De synopsis is zoiets als: “Het leven is goed in het prachtige dorp Nix totdat een alles verorberend monster verschijnt. De jonge Willy moet het in zijn eentje bevechten.” Dat is het verhaaltje aan de oppervlakte, maar daar gaat de film eigenlijk niet over,’ vertelt Rosto.

Sprookje
‘Met The Monster of Nix probeer ik schaamteloos een sprookje te vertellen vanuit mijn mythologie. Het is een sprookje op een bijna traditionele manier: mythologie zonder religieuze aspecten. Het is ook een traditionele vertelling in de zin dat het clichéachtige punten raakt zonder dat het clichématig wordt. In het begin huiverde ik van het idee dat Willy bij zijn oma woont. Het lijkt namelijk erg voor de hand te liggen, maar als je er echt bij stilstaat, blijkt er van alles in te zitten. Die situatie roept vragen op als wat er met zijn ouders is gebeurd. Er zit veel gesuggereerde voorgeschiedenis in dat jongetje, wat hem meteen zwaartekracht geeft. Je ziet bijvoorbeeld dat hij er heel veel moeite mee heeft om in de steek gelaten te worden. Voor een jongetje van die leeftijd is je oma ook een heel belangrijk persoon. Als je die kwijtraakt is dat nogal wat.’

In de film slokt het Monster de sprookjeswereld en de verhalen daarin op stormachtige wijze op. Wat achterblijft is het grote niets, een wit vlak. Maar daarin schuilt ook de ruimte voor nieuwe verhalen. ‘Dit verhaal is heel zelfreferentieel. Het gaat om het gegeven dat je in een verhaal zit en dat daar een einde aan komt. Het heeft te maken met het besef dat er een einde is aan alles. Op een gegeven moment gaan oma’s weg, zijn verhalen afgelopen, gaan er dingen stuk. Maar ik suggereer ook dat dingen in cycli gebeuren, de film eindigt zoals die begon, want er is altijd wedergeboorte. Dat is de natuur van de dingen en dat zit in al mijn werk.’

Onderbuik
Eigenlijk was The Monster of Nix bedoeld als een luchtig tussendoortje na de zware bevalling van het nachtmerrieachtige Jona/Tomberry. Voor deze animatiefilm van 12 minuten kreeg Rosto op het filmfestival van Cannes in 2005 de Canal+ prijs voor de beste korte film in de Semaine de la Critique.

Jona/Tomberry kostte me bijna mijn kop, daar zat heel veel van mezelf in. Ik probeerde echt het binnenste naar buiten te trekken,’ vertelt de filmmaker. ‘Ik denk niet dat de wereld zit te wachten op bullshit, daarom vind ik het belangrijk dat je zo eerlijk mogelijk bent. Kunstenaars hebben de plicht om dat wat ze zien en wat zij weten, zichtbaar, hoorbaar en voelbaar te maken. Dat zijn niet de harde dingen, maar de meer poëtische dingen. Die zitten altijd hier, in je onderbuik.’

Hoewel The Monster of Nix wellicht niet zo’n diepte-investering zou worden wat Rosto’s zielenroerselen betreft, duurde het uiteindelijk toch zes jaar om de film te maken. ‘De harde kant van het filmmaken was drie jaar met het plan onder je arm met verschillende mensen iets van de grond proberen te krijgen. Uiteindelijk heb ik beslist dat het beter was om zelf een productiebedrijf op te richten, om zelf de uitvoerende producent zijn.’

Max
De inspiratie voor de film kwam van Rosto’s zoon Max. Max was op zesjarige leeftijd al een waar connaisseur van het universum dat zijn vader schiep en wilde meer weten over de goedaardige bosgeesten de Langemanne. ‘Het zijn wezens die alleen door kinderen gezien kunnen worden, dus ik denk dat dit meteen al tot de verbeelding van een zesjarige spreekt. Daarbij leven ze in een sprookjesachtige wereld, terwijl veel van mijn andere werk veel meer in de duistere krochten van de psychoanalyse zit.’

Max, inmiddels twaalf, was bij alle fasen van het productieproces betrokken, hij was het testpubliek van de film. Als Max iets niet goed vond werd het aangepast. ‘Het mooie van Max is dat hij ongezouten zijn mening geeft. Tot schrik van het animatieteam, want hij staat soms gewoon mee te kijken en zegt dan “Ga je dat nog fixen of laat je dat zo?” Dat doet hij in kinderlijke onschuld, toch hij heeft bijna altijd gelijk. Hij heeft een scherp oor en een heel goed oog voor die dingen,’ aldus de trotse vader.

Willy en Virgil.

Mengvorm
Net als Rosto’s eerdere films is The Monster of Nix geen volbloedanimatie, maar een mengsel van mediavormen. ‘Ik maak geen verschil tussen animatie en live-action. Ik beschouw mezelf niet als een animator, ik gebruik animatietechnieken omdat ik daarmee hardop kan dromen. Dankzij de techniek is alles tegenwoordig een mengvorm, je kunt bijna geen verschil meer maken tussen live-action, animatie en postproductie.’

De productie van The Monster of Nix begon dan ook bij live-action opnames waarbij acteurs in kostuum voor een green screen hun rol spelen. Max speelde ook een rol, namelijk die van de Rostostilstkin, een personage dat qua uiterlijk verdacht veel op zijn vader lijkt. In de film zijn Max’ lichaamsbewegingen gebruikt, het groene masker dat hij tijdens de opnames droeg werd vervangen voor een geanimeerd gezicht.

Het hoofdpersonage Willy is ook gestoeld op Max. Hij sprak de tijdelijke soundtrack van het personage in. De animatoren hebben voor Willy’s gezichtsuitdrukkingen goed naar Max gekeken. De actrice die Willy speelt heeft in haar spel gedragingen en kleine tikjes van de jongen opgenomen. ‘Max zijn ziel zit echt in de performance van Willy. Hij ziet er uit als een mix tussen Kurt Cobain en Max die er toen ook letterlijk zo uitzag met z’n lange blonde haar en grote blauwe kijkers. Het is een eigenwijs jongetje, een heel complex personage.’

Gilliam en Waits
Voordat de animators aan de slag gaan, worden doorgaans eerst de stemmen opgenomen. Op die manier kunnen de animators de dynamiek van de performance van de acteur gebruiken bij de animatie van het personage. Als je twee eigenzinnige types als Tom Waits en Terry Gilliam hebt als acteurs, wil je hun energie natuurlijk zo veel mogelijk benutten. Waits nam Virgil voor zijn rekening. ‘Hij is altijd een inspiratiebron geweest voor het duistere en theatrale voorkomen van Virgil,’ zegt Rosto.

De animator kent Terry Gilliam al jaren, dus met een telefoontje was zijn toezegging geregeld. De opnames verliepen minder soepel. ‘Terry heeft sinds Monty Python geen stemmen meer gedaan, dus die zat flink te zwoegen in de inspreekcel. Hem regisseren was in eerste instantie heel tricky, omdat hij zichzelf wilde regisseren. Hij stond vaak op het punt om te zeggen dat het niet ging lukken. Terry was ook verbaasd dat hij opeens niet meer kon zingen. Hij had vroeger nota bene in het koor gezeten. Het was juist die onzekerheid en dat nerveuze gedoe wat ik wilde. Het personage de Ranger is namelijk een nerveus wrak. Na de lunch probeerde ik hem uit te leggen dat het juist te gek was als hij zijn noten miste. Ik zei: “Vertrouw mij nou maar, dit is precies was het karakter nodig heeft.” Toen hebben we wat teruggeluisterd en begon hij de humor van zijn gehannes in te zien. Daarna heeft hij zich volledig dienstbaar opgesteld.’

The Monster of Nix ging begin juni in première in Frankrijk op het 51ste Annecy Animatiefestival. Ondanks de lengte van slechts 30 minuten wordt de film mogelijk later dit jaar in de bioscoop uitgebracht.

Wie is Rosto?
Regisseur/kunstenaar Rosto maakt onder andere videoclips,
televisiewerk zoals leaders voor VPRO’s In Europa en Pinkpop en onafhankelijke korte films.
(The Rise and Fall of the Legendary) Anglobilly Feverson, Rosto’s bombastische, eigentijdse variant op het verhaal van Icarus, kwam uit in 2002.
Mind My Gap begon als een online graphic novel (nog steeds te zien op www.rostoAD.com), en groeide uit tot een mixed media project met muziek, print en films. In 2005 maakte hij Jona/Tomberry, die hij omschrijft als ‘Borges meets Murnau’. Thee Wreckers, de band waar hij vroeger mee optrad, leeft virtueel voort in zijn universum en films.

Dit artikel is gepubliceerd in VPRO Gids#24.