Categorieën
Strips

Spider-Man: Alledaagse problemen van een webhoofd

Spider-Man is al jaren het boegbeeld van Marvel Comics en de meest geliefde superheld uit hun stal. De aantrekkingskracht van deze held schuilt niet alleen in zijn spinnenkracht. Juist zijn kwetsbaarheid maakt hem menselijk en daarmee populair.

Ik lees Spider-Man-strips sinds ik een jaar of zeven, acht was. Hoewel ik tegenwoordig nog zelden een Lucky Luke oppak of andere striphelden waar ik als klein joch aan verknocht was, hebben de verhalen over het Amerikaanse webhoofd me nooit meer losgelaten.
John Romita Jr. heeft ooit gezegd dat Peter Parker als een familielid voor hem was. Zijn vader tekende de Spider-Man-strips in de jaren zestig en zeventig en de jonge John keek op de tekentafel mee. Ook woonden Peter en hij in dezelfde wijk, Queens, dus leek het net alsof Peter een soort buurjongen was.
Dat was voor mij niet het geval, opgroeiend in een klein stadje in Nederland. Toch heb ik altijd een soort verwantschap gevoeld met Peter Parker. Volgend jaar is het 50 jaar geleden dat Steve Ditko Spidey voor het eerst op papier zette. Waarom is hij in al die jaren zo populair gebleven?

Alledaagse superheld
Spiderman zag in 1962 het licht in de comic Amazing Fantasy #15 en is het geesteskind van schrijver Stan Lee en tekenaar Steve Ditko. Het jaar ervoor ontketenden Lee en tekenaar Jack Kirby een revolutie in de superheldenbranche met hun creaties The Fantastic Four en de Hulk. Lee vroeg zich af wat er zou gebeuren als superhelden in de echte wereld zouden bestaan, als echte mensen met alledaagse problemen.

Met dit idee in het achterhoofd introduceerden Lee en co. een nieuw soort superheld: personages die zowel de strijd aan moeten gaan met superschurken als met hun innerlijke demonen; helden die geplaagd worden door dezelfde sores als Jan en alleman en wier superkracht niet per se een zegen hoeft te zijn.
Duidelijke voorbeelden hiervan zijn de Hulk of The Thing van The Fantastic Four: Ben Grimm veranderde in het grote oranje monster The Thing na een dosis kosmische straling. Probleem: probeer als grote stenen kolos maar eens kleding in je eigen maat te vinden. Ben wordt dan ook vaak gekweld door depressieve buien, die weer leiden tot explosieve woede-uitbarstingen.

Vier fantastische sterren
Ook interessant aan de creaties van Lee en kornuiten is het feit dat sommige superhelden echte sterren werden. The Fantastic Four staan in de eerste verhalen net zo vaak op de voorpagina van de krant nadat ze een ramp hebben voorkomen als op de society pagina vanwege hun persoonlijkheden. Let wel: de vier superhelden dragen geen maskers en iedereen weet wie ze zijn.
De insteek van Lee gaf de helden een realistischer tintje dan hun voorgangers. De superhelden van Marvel lijken in een bepaald opzicht dus op hun lezers, wat voor een deel hun populariteit verklaart. Spiderman is hier het schoolvoorbeeld van.

Puber
Peter Parker is een aantrekkelijk personage omdat hij heel herkenbaar is als tiener met alle onzekerheden die op die leeftijd spelen. Hij is een sociale outcast, een boekenwurm die ernaar verlangt geaccepteerd te worden. Interessant is dat zijn alter ego Spiderman wat dat laatste betreft met dezelfde problemen worstelt als Peter zelf – ook Spiderman is een buitenstaander die wordt gewantrouwd door het grote publiek.
Veel van de eerste verhalen spelen zich af op de middelbare school: Peters ontwikkeling van tiener naar jongvolwassene loopt parallel met die van de jonge Spiderman, die langzaam leert wat het betekent om een held te zijn. Peter lijkt een normale puber, maar diep van binnen schuilt er een heroïsch personage in hem. En hebben we niet allemaal het idee dat we in dwingende omstandigheden altijd het juiste zullen doen en boven onszelf uit zullen stijgen?

Dood door schuld
Daarbij komt Peters motivatie om goed te doen voort uit schuldgevoel. Deze held is geboren uit een dramatische gebeurtenis. Toen Peter net zijn krachten had, na een beet door een radioactief spinnetje, dacht hij er veel geld mee te kunnen verdienen. Na afloop van een televisieoptreden liet hij een dief ontsnappen die hij gemakkelijk tegen had kunnen houden, maar Peter vond dit niet zijn taak. Niet veel later brak de dief in het huis van de Parkers in en vermoordde Peters oom Ben, de man die hem opvoedde en zijn normen en waarden bijbracht. Had Peter de dief tegengehouden, dan was dit nooit gebeurd. Daarmee leert Peter de belangrijkste les van zijn leven: dat grote krachten met grote verantwoordelijkheid gepaard gaan.

In zekere zin kun je stellen dat ook Batmans Bruce Wayne handelt uit schuldgevoel: zijn ouders werden voor zijn ogen vermoord door een overvaller, maar hij was zelf te jong en te zwak om daar iets tegen te ondernemen. Zijn motief om als Batman op te treden is in eerste instantie wraak op de misdaad. Maar als de jonge Bruce Wayne op de divan van een goede psychiater terecht was gekomen, had het onderliggende schuldgevoel behandeld kunnen worden en had Bruce wellicht nooit de noodzaak gevoeld om zich iedere avond als een halloweenfiguur te kleden.

De grote onthulling in Amazing Fantasy #15.

Soap
Het leven van een superheld is vaak geen pretje, een gegeven dat keer op keer ook in het leven van Peter Parker wordt onderstreept. In de vroege verhalen hebben Peter en zijn tante May dikwijls geldproblemen, heeft May te kampen met een slechte gezondheid, wordt Peter constant geplaagd op school door Flash Thompson en probeert hij naast zijn activiteiten als Spiderman een relatie te onderhouden met Betty Brant.
Peter is als de dood dat zijn naasten gevaar lopen. Als vijanden achter zijn identiteit komen, zijn familie en vrienden hun leven niet meer zeker. Zo kwam Peters grote liefde Gwen Stacy om het leven tijdens een gevecht tussen Spidey en de Green Goblin, die op de hoogte was van Peters geheime identiteit. Ook werd Spideys latere echtgenote Mary Jane wel eens slachtoffer van een ontvoering.

De auteurs maken Peters persoonlijke relaties nog eens extra gecompliceerd door hem vriendinnen te geven die vaak een hekel hebben aan Spiderman, zodat Peter nooit kan vertellen wie hij werkelijk is.

De relatieperikelen tussen Peter en zijn leeftijdsgenoten verzanden soms in een soap, maar Lee mixt ze gelukkig goed met de actiescènes in het verhaal. Eerlijkheidshalve moet ik trouwens toegeven dat het vooral deze soapelementen zijn die je nieuwsgierig maken naar het vervolg.

 

Alter ego
De dubbele identiteit is een vast gegeven in het superheldengenre. Het geeft vaak problemen en vraagt offers in het privé-leven van de held. Bij Peter Parker maakt zijn alter ego Spiderman het hem moeilijk om een normaal leven te leiden. Zo moet hij, juist als hij met zijn vriendin uit wil gaan, plotseling in actie komen als Spiderman.

Anderzijds verstoort zijn privé-leven ook Spidermans activiteiten: in The Amazing Spider-Man (Vol.1) #17 (1964) moet Spidey een gevecht met de Green Goblin staken, omdat zijn tante May acuut is opgenomen in het ziekenhuis. De toeschouwers hebben geen idee waarom de held plotseling het strijdtoneel verlaat en vinden Spiderman een lafaard.

Peter hield zijn geheim jarenlang verborgen voor zijn tante, uit angst dat ze een hartaanval zou krijgen als ze wist dat haar geliefde neefje zich keer op keer in levensgevaarlijke situaties bevindt. In een van de beste verhalen speelt het moment dat May achter Peters grote geheim komt. In Amazing Spider-Man (Vol. 2) #38, geschreven door J. Michael Straczynski en getekend door John Romita Jr., praten ze het eindelijk uit in een prachtige dialoog. Waaruit nogmaals blijkt dat de beste Spider-Man-verhalen altijd draaien om de man achter het masker en niet om de misdaadbestrijder die tijdens een gevecht net zo makkelijk met grappen smijt als klappen uitdeelt.

Het is dus vooral vanwege Peter Parker dat ik het grootste deel van mijn leven al Spider-Man lees. De charme zit ‘m in zijn menselijkheid. Zijn leven kent – net als dat van ons – liefde, verdriet en een hoop pech, maar desondanks houdt hij vol en belichaamt hij de wens om boven het alledaagse uit te stijgen.

Dit artikel is gepubliceerd in Pulpman #11.

Categorieën
Strips

Marvel houdt copyright op stripfiguren: Familie Kirby verliest rechtzaak

The Avengers #4, cover getekend door Jack Kirby

Een rechter in New York heeft beslist dat de erven van Jack Kirby geen aanspraak kunnen maken op de copyrights van personages die Kirby mede heeft gecreëerd.

Stan Lee is de vader van veel superhelden van Marvel, maar vaak creëerde hij de personages in samenwerking met anderen. Samen met Kirby werden onder andere de Hulk, de X-Men en de Fantastic Four in het leven geroepen.

Ook tekende Kirby een paar pagina’s van het eerste Spider-Man verhaal, maar omdat Lee Kirby’s stijl niet goed vond passen bij het personage, gaf hij de opdracht aan Steve Ditko. De cover van Amazing Fantasy #15, waarop Spider-Man voor het eerst aan de wereld werd getoond, is wel van de hand van Kirby.

In 2009 stuurde de familie Kirby een claim naar Marvel en moederbedrijf Disney waarin comics die gepubliceerd werden tussen 1958 en 1963 ter sprake kwamen. Dat waren onder meer deeltjes van The Amazing Spider-Man, The Avengers, Sgt. Fury and His Howling Commandos.

De rechter bepaalde echter dat Kirby zijn werk deed terwijl hij in dienst was van Marvel. Alles wat hij creëerde was daardoor automatisch eigendom van het bedrijf. Daarbij heeft Kirby, die in 1994 overleed, al eens afstand gedaan van eventuele rechten.

De erven Kirby lopen nu miljoenen mis. De strips verkopen tegenwoordig een stuk minder dan vroeger, maar er worden met de stripverfilmingen miljoenen dollars verdiend door Marvel en Disney. De Kirby’s hebben aangekondigd dat ze in hoger beroep gaan.

Categorieën
Film Filmrecensie Strips

X-Men First Class: Eerste klas superheldenfilm

Ik ben altijd een grote fan geweest van de X-men-films. Bryan Singer zette met zijn eerste twee films de juiste toon voor superheldenfilms: respect voor het stripmateriaal met ruimte voor een grap, goede casting en overtuigende special effects. X-Men 2 zal altijd een van mijn favoriete stripverfilmingen blijven.

Ik ben dan ook verheugd dat Singer nauw betrokken was bij de productie van X-Men: First Class, als producent en schrijver van het verhaal. Het script werd onder andere gepend door Jane Goldman en Matthew Vaughn die ook Kick-Ass scripten, de overdonderende film die ook door Vaughn geregisseerd werd.

X-Men: First Class is een prequel op de eerdere X-films en verhaalt hoe telepaat Charles Xavier en Erik Lensherr elkaar ontmoeten, hoe hun vriendschap ontstaat en uiteindelijk hun wegen scheiden op grond van onverenigbare politieke denkwijzen. Terwijl Xavier hoopt dat de mutanten in vrede kunnen samenleven met de mensheid, heeft Lensherr, alias Magneto die hoop allang laten varen. In zijn ogen zijn de mutanten, mensen met een speciale gave die zich manifesteert in de pubertijd, zijn de volgende stap in evolutie en de betere menssoort.

Nazi’s
De film begint met dezelfde scène als X-Men: We zien hoe de jonge Lensherr in een concentratiekamp in Polen wordt gescheiden van zijn ouders. Door de zware emoties die hij ervaart komen zijn gaven om magnetische velden en materialen te beïnvloedden, voor het eerst aan het licht. Niet alleen is de scène nagenoeg hetzelfde gefilmd als de openingsscène uit X-Men, ook de soundtrack van Michael Kamen is van de digitale opslag gehaald en eronder gezet. Slim, want de toonzetting doet daardoor herinneren aan het goede werk van Singer, terwijl de film daarna vrij is om eigen wegen in te slaan.

First Class speelt zich voornamelijk af in de jaren zestig en de strijd tussen Sebastian Shaw en de X-Men is gesitueerd rond de Cubacrisis. Shaw hoopt de Verenigde Staten en Rusland zodanig te manipuleren dat de mutanten als laatste zullen overblijven. Magneto heeft ook een persoonlijk appeltje met hem te schillen.

Net als bij de vorige films krijgt de kijker een grote groep personages voorgeschoteld. Uiteraard betekent dit dat een deel van de cast er wat bekaaid vanaf komt en dat de nadruk vooral ligt op de relatie tussen Xavier, Lensherr, Shaw en Mystique. Dat mag verder de pret niet drukken. De vervolgfilms zullen ruimte bieden om de andere personages verder uit te werken.

Cameo’s
Regisseur Vaughn trakteert ons op een combinatie tussen superheldenfilms en James Bond – de knipoog naar de films met Sean Connery is niet te missen in de stijl van de film en grandeur van de actie. Verder bevat X-Men: First Class leuke cameo’s van Hugh Jackman als Wolverine en Rebecca Romijn die Mystique in de eerste drie films haar prachtige gestalte verleende. Zoals gebruikelijk bij de X-men-films is er geen cameo van Stan Lee, die normaliter in iedere superheldenfilm die gebaseerd is op zijn creaties acte de presence geeft. Lee bedacht X-Men samen met Jack Kirby in 1963, al werd de serie pas echt populair onder het schrijverschap van Chris Claremont.

Een extra attractie is Kevin Bacon die Sebastian Shaw met zichtbaar plezier dik aangezet gestalte geeft. (Dik aangezet spelen lijkt overigens wel de standaard te zijn als het om (strip)schurken gaat, maar dat terzijde). Hij blijkt een aardig mondje Duits te kunnen spreken. Sowieso is deze aflevering van de reeks opvallend veeltalig. Opmerkelijk voor een Amerikaanse blockbuster.


X-Men First Class draait vanaf 2 juni in de bios.

Categorieën
Film Filmrecensie Strips

THOR: Hoe een dondergod volwassen wordt

De Noorse dondergod Thor, al jaren ingelijfd in het Marvel Universum, is de volgende in een rij superhelden die van het witte doek afspat. In 3D nog wel. Kenneth Branagh regisseerde een zeer vermakelijke en romantische blockbuster.

In wezen is Thor een familiedrama; een broedertwist tussen de broers Thor en Loki. Thor is de zoon die de goedkeuring van zijn vader wil, maar hij is nog te ijdel en impulsief om de troon van Odin, Koning van Asgaard, over te nemen. Na een impulsieve daad, ontneemt Odin Thor zijn goddelijke krachten en verbant hem naar de aarde. Ook stuurt hij Thors hamer Mjollnir die kant uit. Pas wanneer de zoon de macht van Thor waardig is, dus als hij ‘volwassen’ is geworden, zal hij Mjollnir weer mogen hanteren. Ondertussen ziet broer Loki zijn kans schoon om uit Thors schaduw te stappen en de macht te grijpen. Thor gaat dus eigenlijk over een superheld die de overgang van puber tot volwassene ondergaat.

Romantisch
De volwassenwording van Thor komt in een stroomversnelling als hij Natalie Portman ontmoet – ze is een wetenschapper die uitzonderlijke hemellichamen onderzoekt. In dat opzicht is niets menselijks deze Noorse god vreemd. Branagh geeft in de film het menselijk drama ruimschoots de ruimte.

Thors hamer zit op magische wijze stevig vast in een berg versteend zand. Dat levert in de film een aardig tafereel op dat duidelijk een knipoog is naar de legende van Koning Arthur: veel stevig gebouwde mannen proberen Mjollnir los te wrikken en op te tillen, maar niemand sterk of waardig genoeg zal het lukken.

Thor is wederom een held uit de koker van striplegende Stan Lee en een van de tekenaars van Marvel, namelijk de even legendarische Jack Kirby. Lee is natuurlijk de man achter creaties als de Hulk, The Fantastic Four, X-Men en Spider-Man. Dit keer tapte de goedlachse schrijver niet uit het vaatje van radioactiviteit of gammastraling om zijn held van buitengewone krachten te voorzien; hij maakte handig gebruik van Noorse mythologie om de wereld van Thor in het Marvel Universum in te voegen.

Stan Lee heeft overigens weer een leuke cameo, al zal ik niet verklappen welke kleine rol hij nu mag spelen. Hij is niet de enige met een cameo overigens. Schrijver J. Michael Straczynski speelt een kleine rol in een bar. Zijn reeks Thor-comics was ook een van de invloeden voor het script.

Het taalgebruik van Thor in de film is bloemrijk, maar niet zo barok als de stripversie. Al is vanaf het eerste moment dat hij voet op aarde zet, wel duidelijk dat Thor er niet echt thuis hoort.
Behalve dat hij zich zeer hoffelijk naar Natalie Portman opstelt – wie in het echte leven de hand van een vrouw vastpakt om een handkus te geven kan waarschijnlijk een klap verwachten – gooit hij ook vrolijk koffiemokken stuk op de grond om aan te tonen dat het hem smaakt.

3D spieren
Een extra pluim voor production designer Bo Welch: Asgaard ziet er fantastisch uit. Ook een zegen is het feit dat 3D-effecten ingetogen worden ingezet. Je komt niet duizelig de bios uit en de film is op meer gestoeld dan alleen visueel effectbejag. (Overigens, als Chris Hemsworth zijn ontblote, zwaar gespierde bovenlijf toont, snap je opeens wel waarom men voor 3D heeft gekozen.)

Kenneth Branagh zal niet willekeurig gekozen zijn om Thor te regisseren. Branagh heeft namelijk enkele filmadaptaties van Shakespeare op zijn naam staan. Koningsdrama’s zijn dus gesneden koek voor hem. Ook maakte hij verfilmingen als Mary Shelley’s Frankenstein een toneelstuk van Chekhov. Ik vermoed dat de producenten door Branaghs naam aan de film te verbinden deze extra allure hopen mee te geven. Ook de casting van acteer zwaargewichten als Anthony Hopkins en Portman geven de film krediet.

De cast zit dan ook stevig in het zadel. Hopkins zit de mantel van Odin als gegoten. Ook de Australiër Hemsworth is geen dom gespierd blondje, en weet Thor de juiste hoeveelheid warmte en humor te geven. Daarmee doet de film recht aan het schrijfwerk van Lee, die ook van goden mensen van vlees en bloed weet te maken.

Minpuntje is wel dat Thors optreden op aarde wel wat langer had gemogen. Ook het gevecht dat daar plaatsvindt stelt ietwat teleur: we hebben in het superheldengenre wel beter vuurwerk gezien. Dat gezegd hebbende: Thor is bijna net zo vermakelijk als de eerste Iron Man, en al is Hemsworth nog geen Robert Downey Jr., ik zie hem graag terug in een volgend avontuur van de Noorse dondergod.

Blijf vooral zitten tot na de aftiteling voor het bruggetje naar de film The Avengers die volgend jaar uitkomt.

Thor draait vanaf woensdag 27 april in de Nederlandse bioscoop, in 3D en IMAX 3D.

4 sterren

Categorieën
Strips

Stan Lee krijgt ster op Walk of Fame

Vandaag krijgt striplegende Stan Lee een ster op de Hollywood Walk of Fame. Dat is heugelijk nieuws wat mij betreft. De inmiddels 88 jaar oude Lee was in de jaren zestig de drijvende kracht achter de creatie van een nieuwe reeks superhelden die onder de vlag van Marvel Comics gepubliceerd werden en worden. Helden als Spiderman, De Hulk, The Fantastic Four, Daredevil, Dr. Strange en Silver Surfer zijn door Lee en zijn creatieve kompanen bedacht.

Behalve superkrachten gaf Stan Lee zijn helden de sores van alledag mee. Hij creëerde daarmee meer realistischer en aansprekender helden dan de comiclezers tot dan toe gewend waren.

Je zou misschien zeggen dat het opmerkelijk is dat een stripscenarist een ster krijgt op de Walk of Fame, aangezien deze alleen wordt toegewezen aan vijf categorieën media, namelijk: film, tv, theater, audio-opnames en radio. Geen strips dus, maar het bereik van de creaties van Lee & co. is al sinds jaar en dag veel groter dan alleen de strippagina. Films, animatieseries, computergames – een miljardenindustrie bestaat rondom de superhelden.
De organisatie achter de Walk of Fame laat via een persbericht het volgende weten:

In 1981 Stan Lee transformed his Spider-Man and Hulk creations into Saturday morning and syndicated television cartoons. When Marvel Comics and Marvel Productions were acquired by New World Entertainment in 1986, Stan’s horizons expanded even further, giving him the opportunity to become more deeply involved in the creation and development of filmed projects for both the big and small screen. He supervised such diverse animated series as X-Men, Spider-Man and The Hulk. To date, Stan’s characters have populated over 24 separate television series, all of which continue in syndication around the world.

Stan Lee is altijd een van mijn helden geweest. Spiderman is een van mijn favoriete stripfiguren, maar ook de andere helden van Lee kunnen mij zeer bekoren. Op hoge leeftijd is hij nog steeds actief als schrijver en spreker. Ik vind het altijd een genot om deze immer enthousiaste man te horen praten. Terecht dus dat de 2,428ste ster op de beroemde straat in Hollywood ter ere van deze levende legende wordt neergelegd.

Hieronder een interview van CNN met Stan the Man.

Categorieën
Film

Stan Lee spreekt Oscarcommissie toe

Stan – the man – Lee, bedenker en cocreator van een ontelbare hoeveelheid  Marvel-helden als Spiderman, The Fantastic Four en de Hulk, voert een pleidooi voor een nieuwe categorie bij de Oscars, namelijk voor de cameorol.

Cameo-acteurs zijn meestal maar kort in beeld, maar vaak toch herkenbaar omdat het bekende koppen zijn.  Alfred Hitchcock zorgde ervoor dat hij altijd even in beeld was in zijn films. Het was zijn handelsmerk. In zijn latere films kwam Hitcock meestal in de eerste minuten al op omdat mensen het van hem verwachtten en het zoeken naar Hitchcocks bekende profiel anders te veel af zou leiden van het verhaal.

Wegwijzer voor ruimtewezens
Lee is zelf een van de ongekroonde koningen van de cameorollen. In bijna alle verfilmingen van Marvel-strips komt hij wel even langs, als een Hitchcock van de superheldenfilms.Lee speelde in de film Mallrats (Kevin Smith) zichzelf en deed dat overigens heel verdienstelijk.

In zijn nieuwe creatie, Super Seven, heeft Lee voor zichzelf een hoofdrol gereserveerd. Maar het gaat dan ook om een optreden als stripfiguur. In de strip en animatieserie gaat Lee zeven buitenaardse wezens die op aarde zijn gecrasht, wegwijs maken.

Maar deze week, met de aankomende Oscars in het vooruitzicht, breekt de schijnbaar onvermoeibare Lee een lans voor de cameospeler: ‘You can take the actors out of a movie and it still works. You can’t cut the cameo without killing the flick!’ Nuff Said!

Stan Lee’s Oscar Campaign from Stan Lee

Via SuperheroHype.com

Hier een montage van Stan Lee’s superheldenoptredens.

Categorieën
Media Strips

Daarom zijn er dus stripjournalisten

Als stripjournalist en liefhebber van het medium ben ik natuurlijk altijd blij als er in de reguliere media weer eens een bericht verschijnt over het beeldverhaal. Toch bakken sommige collega journalisten er weinig van. De mensen bij RTL kunnen hun guitige items over Spiderman in ieder geval beter laten zitten.

Het onderstaande bericht dat vandaag op de site van RTL Nieuws staat zit immers vol met fouten. Uitgeverij Marvel staat erom bekend dat hun uitgaven de tijdsgeest min of meer representeren: daarom wordt Peter Parker in Amazing Spider-Man #623 ontslagen en zal hij zich net zoals veel Amerikanen moeten zien te redden in tijden van economische crisis. Dat is het nieuws zoals Marvel dat eerder deze week bekendmaakte. De journalisten van RTL Nieuws lezen ook internet en dachten dat dit wel een leuk item zou kunnen zijn voor de site en een nieuwsuitzending. Alleen hebben ze verzaakt werkelijk journalistiek werk te verrichten.

In het stuk staat dat Parker zijn baan bij de Daily Bugle kwijtraakt. Daar werkt dit personage al heel lang niet meer. In het stuk op de Marvel-site staat duidelijk dat Parker werkt voor burgemeester J.Jonah Jameson. Fail #1.

Overigens werkt Parker daarnaast wel als freelancer voor een krant maar die heet Frontline. Parker werd vele nummers geleden al ontslagen bij The Daily Bugle, tegenwoordig omgedoopt tot DB, door de nieuwe eigenaar van de krant.

Superman?
Fout nummer twee is het citaat van Joe Quesada, editor in chief van Marvel, die het volgende gezegd zou hebben: ‘We willen namelijk in de toekomst ook nog Superman-strips verkopen.’ Het lijkt me stug dat Quesada dat gezegd heeft: Superman wordt immers uitgegeven door concurrent DC. Waarschijnlijk een stomme tikfout, maar Spiderman-bedenker Stan Lee zou er een rood hoofd van krijgen. Die heeft namelijk niet voor niets een koppelteken tussen Spider en Man gezet, juist om te voorkomen dat mensen het Webhoofd zouden verwarren met de man van staal. Kennelijk was dit koppelteken niet duidelijk genoeg voor de journalist van RTL. Fail #2.

(In de Nederlandse spelling wordt Spiderman overigens zonder koppelteken geschreven, maar dat terzijde.)

Beste eindredactie bij RTL: ik ben freelance journalist, gespecialiseerd in strips en beeldcultuur. Mochten jullie in de toekomst weer aandacht schenken aan het medium strips of een specifiek stripfiguur, schroom dan niet om mij in te huren om het stuk te schrijven.

Journalistieke integriteit
De krant USA Today schrijft het volgende over Parkers ontslag:

In the upcoming story, Mayor J. Jonah Jameson is accused of being involved with the creation of a supervillain called The Vulture, a revised version of the classic villain from Spider-Man’s early days. Through his crime-fighting investigations, Spider-Man knows the accusations being thrust on Jameson are false. The only way Peter Parker can prove Jameson’s innocence, however, without revealing his own secret identity, is to manipulate some photos that he has taken as part of a journalistic investigation.

What Parker doesn’t count on is Jameson’s integrity as a true journalist. The gruff, one-time publisher of The Daily Bugle knows that the photos have been doctored and calls Parker out in a very public manner. Parker gets blacklisted and shunned by many of his friends who are in the media industry.

Categorieën
Strips

Overpeinzingen bij Amazing Spiderman #600

Komt er ooit een dag dat ik genoeg krijg van Spiderman? Ik denk het niet, want het lezen van Spiderman comics houdt me jong. Daarom kocht ik laatst Amazing Spiderman #600.Tegenwoordig lees ik als het om Marvel Comics gaat vooral trade paperbacks. Op die manier kun je een verhaal dat over meerdere comics speelt in een keer uitlezen. Dat levert meestal een fijne leeservaring op. Nog een pluspunt van trades is het feit dat er tussen de strippagina’s geen reclame zit. Het enige nadeel is dat je een paar maanden achterloopt op de losse nummers, maar echt een groot probleem is dat niet. Behalve dan met speciale uitgaven als Amazing Spiderman #600.Web of Spiderman
In de maanden voordat deze mijlpaal op de markt kwam, lekte er hier en daar al wat ‘nieuwtjes’ uit op het web. Over het feit dat John Romita jr. het hoofdverhaal zou tekenen dat geschreven werd door Dan Slott en dat de comic allerlei extra’s zou bevatten, zoals een reeks korte verhalen van de meest prominente schrijvers van dit moment en oudgediende Stan Lee. Die extra’s boeien mij nooit zo erg, maar alles wat door Romita jr. gevisualiseerd is vind ik de moeite van het lezen waard. Toen hij het potlood voor Spiderman weer oppakte in 2001 begon ik weer met het lezen van Spidey’s avonturen. Sindsdien ben ik niet meer gestopt.Sinds Spiderman in 1962 het licht zag zijn er een paar goede tekenaars geweest die een duidelijke stempel op het personage hebben gedrukt. Natuurlijk Steve Ditko, de eerste tekenaar die grotendeels bepaalde hoe het webhoofd eruit kwam te zien. Daarna John Romita Sr. die Spiderman begon te tekenen toen Ditko was opgestapt uit onenigheid met bedenker Stan Lee. Gil Kane, Ron Frenz en Todd McFarlane – allemaal jonge honden die indertijd met Spidey aan de haal gingen en een onvergetelijke indruk maakten. En John Romita jr – de stripmaker waar ik al eerder stukken over schreef en die al meerdere malen hele periodes de strip tekende.Het is maar een nummer
En nu tekende Romita dus Amazing Spiderman numero 600. Zeshonderd Spiderman-verhalen. Da’s heel wat. Sterker nog: het merendeel heb ik gelezen. Vanaf Amazing Fantasy #15 waarin het webhoofd zijn debuut maakte, tot en met nou ja, nummer zeshonderd dus. En dan laat ik voor het gemak alle bijseries als Peter Parker, Web of Spiderman en Ultimate Spiderman buiten beschouwing, waarvan ik ook het merendeel heb gelezen. (Ik heb nooit ontkend dat ik een Spider-Nerd ben.)
Overigens speelde Marvel de afgelopen twee jaar wel een beetje vals wat de nummering betreft. Amazing Spider-Man was eerst een maandelijkse comic, maar sinds de grote omwenteling Brand New Day, komt de strip maar liefst drie keer per maand uit. Dat betekent dus dat ze sneller de mijlpaal hebben bereikt dan anders het geval zou zijn. Maar een kniesoor die daar op let.Mede door de enthousiaste video die schrijver Dan Slott maakte over ASM 600 kon ik mijn nieuwsgierigheid niet bedwingen en kocht ik afgelopen vrijdag het betreffende nummer in de stripspeciaalzaak. Op een terrasje sloeg ik de comic open. Wat een heerlijke leeservaring stond mij te wachten. Slott schreef een vermakelijk verhaal met voldoende actie en knipoogjes naar het verleden van de muurkruiper. Wanneer Doc Ock hoort dat hij nog maar kort te leven heeft door extensieve hersenbeschadiging die hij in al zijn gevechten met superhelden heeft opgelopen, besluit hij nog een laatste grote daad te stellen. Hij wil New York op zijn eigen manier automatiseren. Natuurlijk mislukt dit experiment en is er een handje vol Marvel-helden nodig om de stad te redden. Ondertussen staat tante May op het punt om met de vader van JJJ Jameson te trouwen.Sterfelijkheid
De superschurk die gaat sterven en nog één grote daad wil stellen is niets nieuws. In dat opzicht blinkt Slott niet uit in originaliteit. Bovendien gaan belangrijke figuren zelden dood in Marvel Comics, dus ongetwijfeld geneest Doc Ock binnenkort van zijn aandoeningen. Kwam de Green Goblin jaren na zijn dood niet opeens terug om zijn positie als grootste duivel in het Marvel Universum op zich te nemen?
Toch is het idee van sterfelijkheid interessant, vooral omdat Ocks aandoeningen zijn aangericht door alle gevechten die hij in het verleden heeft gevoerd met superhelden en superschurken. Een pak slaag van Captain America of Spiderman gaat je niet in de koude kleren zitten, blijkt maar weer. Wederom blijkt dat de acties in het Marvel Universum niet zonder consequenties zijn en dat maakt dit stripuniversum – tot op zekere hoogte – reëel. Dit gegeven zet meteen de knokpartij tussen de vaste criminele klanten van The Bar With No Name en Spidey & Daredevil in een ander licht. Wat zullen de schurken immers voor permanente schade oplopen van dit gevecht? Slott gaat overigens verder niet in op de repercussies van de matpartij die verder enkele vermakelijke dialogen tussen het webhoofd en de blinde advocaat met de hoorntjes bevat.Nog een minpuntje aan Slotts vertelling: Peter Parker merkt voor de zoveelste keer op dat webvloeistof duur is. Dit geintje hebben we sinds Brand New Day nu wel genoeg gehoord. Dat hij in dit verhaal zelfs om geld te besparen de bus neemt in plaats van supersnel door de stad te slingeren en daardoor te laat komt op het oefendiner van Mays trouwerij, is helemaal ver gezocht. Ondanks dit soort ongeloofwaardigheden en tekens van creatieve armoede zit het verhaal geramd in elkaar. De humor is scherp. Vooral wanneer Spidey en Human Torch samen op pad gaan, zijn de wederzijdse beledigingen niet van de lucht. Als vanouds dus. Sowieso geven de vele gastoptredens van andere helden van het Marvel Universum de comic het ouderwetse gevoel van een annual. En was nostalgie niet een van de redenen om deze comic op te pikken? Ik voelde me weer een tiener toen ik vrijdagmiddag in de zon in één ruk de 104 pagina’s tot me nam en ondertussen mijn cappuccino koud liet worden.
Psychiater
De rest van de comic is opgevuld met enkele korte verhalen en humoristische nepcovers. Van de korte verhalen is die van Stan Lee het meest opvallend. Hij laat Spidey naar de psychiater gaan omdat hij in een soort identiteitscrisis verkeert. Spiderman heeft in de bijna vijftig jaar dat hij rondslingert immers meerdere tijdelijke mutaties ondergaan. De conclusie van het verhaal, dat de psychiater zelf gek wordt van Spidey’s relaas is minder origineel dan we van Lee mogen verwachten, maar vooruit, de goede man wordt ook een dagje ouder. ‘My brother’s son’ is een ontroerend verhaal van Mark Waid waarin de relatie tussen oom Ben en Peter wordt uitgediept. De rest van de vulverhalen zijn niet echt boeiend en hadden net zo goed achterwege gelaten kunnen worden.Verse oude koek
Ondanks het plezier dat ik aan het hoofdverhaal van deze comic beleefde, maakt Amazing Spiderman #600 ook pijnlijk duidelijk dat alles wat erover Peter Parker te vertellen valt, al een keer of tien is verteld. De herkenbaarheid maakt dat het lezen van een Spidey-comic vertrouwde en nostalgische gevoelens bij me losmaakt. Aan de andere kant zijn het juist de herkenbaarheid en het gebrek aan vernieuwing die ervoor zorgen dat de rek een beetje uit dit spinnenweb is. Je kunt tante May laten trouwen met de vader van Jonah Jameson (ze trouwde jaren geleden overigens bijna met Doc Ock himself!), je kunt Peter koppelen aan een aantrekkelijke en bijdehandte huisgenote (niets soapachtig is Spiderman immers vreemd), je kunt het uiterlijk van Doctor Octopus drastisch aanpassen en je kunt Mary Jane aan het einde van de comic haar herintrede laten doen (waarmee de sexy huisgenote bij voorbaat geen schijn van kans heeft om Peter te veroveren). Het voelt allemaal bekend en, tja, een beetje sleets. Daar kan zelfs Romita jr., die het voor elkaar kreeg in iets meer dan een maand zestig prachtige pagina’s te tekenen, niets aan afdoen.Misschien word ik toch een dagje ouder. Toch twijfel ik er niet aan dat Spiderman langer op deze aarde zal rondkruipen dan ondergetekende (die ongetwijfeld gewoon stug blijft doorlezen. Kennelijk weegt de hang naar nostalgie zwaarder dan de wens naar originaliteit.) Daarom proficiat Webhoofd: op naar Amazing Spiderman 1200!
Lees ook:

Categorieën
Strips

Video: Dan Slott praat over Amazing Spiderman #600

Kijk, dat zien we graag: stripmakers die enthousiast praten over hun werk. Dan Slott is een van de vaste schrijvers van Amazing Spiderman. Hij praat in zijn eerste vlog over de mijlpaal Amazing Spiderman #600 waarvoor hij het hoofdverhaal schreef, dat in beeld werd gebracht door John Romita jr. en inkter Klaus Janson. Romita jr is een van de beste tekenaars die Spidey ooit op papier zette. Wat zo grappig is aan deze ludieke video is Slotts enthousiasme voor zijn werk en zijn liefde voor het personage. Hij was van kinds af aan al gek op Spiderman en laat in een aandoenlijk moment een paar items uit zijn speelgoedcollectie zien. De nerds nemen de stripindustrie bijkans over.Amazing Spider-Man #600 ligt reeds in de winkels. Het jubileumnummer staat traditiegetrouw vol met schokkende gebeurtenissen. Behalve de terugkeer van Doc Ock wiens laatste dagen geteld lijken te zijn is de andere grote gebeurtenis de bruiloft van tante May en de vader van JJ Jameson. (En oh ja: Mary Jane komt terug, maar daar schreef ik eerder al over.) De comic bevat verder nog enkele korte verhalen, waarvan ‘Identity crisis’ werd geschreven door de geestelijk vader van Spidey, Stan Lee himself.Wat mij betreft genoeg redenen om de (online) stripwinkel te bezoeken. Wat ik nu meteen ook maar ga doen.

Cover design AMS 600 door John Romita jr.

Meer Dan Slott? Lees hier een Q&A op Marvel.com. En hier een uitgebreide recensie van dit nummer op Spiderman Crawlspace.

Categorieën
Boeken Strips

Boekrecensie: Eisner/Miller

In mei 2002 brachten Frank Miller en Charles Brownstein een weekend door bij Will Eisner in Florida. Brownstein interviewde de twee stripgiganten; de vele uren tape resulteerden in 2005 in het boek Eisner/Miller – het boek kwam een paar maanden na het overlijden van Will Eisner uit. Brownstein schreef de gesprekken op als een dialoog tussen Eisner en Miller. Eisner/Miller is een boek dat iedere stripliefhebber gelezen moet hebben.

Will Eisner is een van de pioniers in de stripwereld en werd beroemd met zijn strip The Spirit (waar Miller overigens vorig jaar een filmversie van maakte). Nadat hij jaren werkte aan instructieboeken in stripvorm, begon hij in de jaren zeventig met het maken van meer persoonlijke verhalen. Volgens de legende zou Eisner de term graphic novel hebben bedacht om zijn strip A Contract with God aan een uitgever te slijten. Geen enkele serieuze uitgever zou immers geïnteresseerd zijn in het uitgeven van een strip, maar hetzelfde werk een grafische roman noemen gaf de uitgave de nodige allure. Naast A Contract with God maakte Eisner nog andere graphic novels als The Plot en The Dreamer, wat gaat over zijn ervaringen in de stripindustrie.Frank Miller is op zijn eigen manier een grootheid. De laatste jaren staat hij vooral bekend om zijn serie Sin City en het historische epos 300 die allebei verfilmd werden. In de vroege dagen van zijn carrière drukte Miller een nadrukkelijke stempel op superhelden als Daredevil: de reeks die hij schreef en tekende en die geïnkt werd door Klaus Janson is legendarisch. Ook blies hij Batman nieuw leven in met The Dark Knight Returns. Hierin zette Miller een cynische en fascistische versie van Batman op leeftijd neer die perfect paste in de jaren tachtig – een tijd waarin de Koude Oorlog even heel erg heet leek te worden.

Leesgenot
Het is eindeloos fascinerend om de twee grootheden uit de stripwereld met elkaar te horen converseren – en vooral ook discussiëren – over de geschiedenis van Amerikaanse comics, de invloed van nieuwe technologie op het medium en de strijd tegen censuur. Het boek is rijk aan illustraties van Miller, Eisner en andere stripmakers, bevat een aantal foto’s van de gesprekken en bestaat uit korte hoofdstukken die thematisch zijn ingedeeld. Uit de gesprekken komt duidelijk naar voren hoe verschillend de werkwijzen van Eisner en Miller zijn. Waar Eisner eerst de positie van de tekstballonnen bepaalde en, inkte om vervolgens een pagina in potlood te tekenen en te inkten, koos Miller er bijvoorbeeld bij de graphic novel Sin City: Family Values voor om eerst alle pagina’s te tekenen, daarna de tekst op de pagina te inkten en dan pas de potloodtekeningen in de inkt te zetten.

Het is in de kunst van het weglaten dat beide heren elkaar op het vlak van stijl ontmoetten. Eisner en Miller vinden dat je in een strip lang niet alles hoeft te tekenen – je kunt elementen suggereren, de lezer maakt het plaatje toch zelf in zijn hoofd af. In wezen is de stijl van beide stripmeesters impressionistisch. In Millers Sin City-reeks is dat goed duidelijk. Hij gebruikt een sterk zwart-wit contrast en vol silhouetten en schaduwpartijen. Vaak bevat de achtergrond slechts enkele details.Guns for hire
Eisner en Miller waren ten tijde van het interview al jaren goed bevriend, al waren ze het lang niet altijd met elkaar eens. Juist de momenten dat ze met elkaar in discussie gaan, komt de lezer het meeste te weten over hun visie op de strip.Over tekentechnieken kan de aspirant-stripmaker dus veel leren van Miller en Eisner. Wat betreft hun inzichten over de stripindustrie trouwens ook. Ze geven een paar goede tips over hoe je een voet tussen de deur krijgt bij uitgevers en klappen flink uit de school over de stripindustrie. Ze vertellen over hoe bitter Jack Kirby al die jaren was omdat hij vond dat Stan Lee alle credits voor hun creaties kreeg. Volgens Miller wilde Kirby ooit een boek schrijven met de titel: Excelsior, My ass!.

Eisner vertelt dat in de begindagen van de comicsindustrie uitgevers oppermachtig waren. Ze wisten makkelijk de rechten te verwerven van personages. Als een stripmaker met een goed idee kwam, was hij verplicht alle rechten ervan over te dragen aan de uitgever, anders kon hij verdere opdrachten wel vergeten. Eisner was bij Bob Kane thuis toen die terugkwam met het contract dat hij had gekregen voor Batman. Het enige wat Kane voor zijn creatie terugkreeg was de belofte van werk en een afgesproken bedrag per afgeleverde pagina. Geen gouden bergen dus. Die kreeg Kane jaren later, toen hij een advocaat inschakelde. Hij kreeg nooit de rechten meer van Batman, maar werd wel financieel gecompenseerd. De uitgevers lieten merken dat als de stripmaker slechts een gun for hire was en gemakkelijk vervangen kon worden voor een andere werker als hij niet na behoren presteerde. Volgens Eisner en Miller had dit tot gevolg dat de beroepsgroep jarenlang met een minderwaardigheidcomplex kampte. Pas in de jaren tachtig ontstond er een royaltysysteem voor stripmakers. Dit hing samen met de opkomende cultus rondom bepaalde makers zoals Frank Miller, Todd McFarlane en anderen.

Brownstein, Charles – Eisner/Miller.
Dark Horse Books – 19.95 dollar
ISBN 1-56971-755-9

Deze recensie is ook gepubliceerd op het stripblog van Zone 5300.Lees ook:

Categorieën
Strips

Spiderman toch weer getrouwd… in de krantenstrip

Vorig jaar gooide Marvel het roer flink om in Spidermans wereld. Het huwelijk tussen Mary Jane en Peter Parker werd door de magische krachten van Mephisto tenietgedaan. In de krantenstrip hebben ze dit nu teruggedraaid.Nou ja, in de krantenstrip, sinds jaar en dag geschreven door Stan Lee himself, heeft de magische handeling nooit plaatsgevonden, maar begon men simpelweg met een nieuw verhaal waarin Peter Parker weer vrijgezel was en bij zijn tante May woonde. Nu ruim een jaar later, bleek dit bestaan slechts een boze droom te zijn geweest. Een clichématige verhaalwending die in een soap niet zou misstaan. En helaas net zo fantasieloos als hoe de schrijvers bij Marvel het huwelijk in de eerste plaats uit de geschiedenis van Spiderman wisten. Naar verluidt reageren de stripmakers van de krantenstrip hiermee op de vele boze brieven die ze ontvingen nadat Marvel deed alsof het huwelijk tussen Peter en Mary Jane nooit had bestaan.In de normale stripuitgaven van Spiderman blijft de Brand New Day verhaallijn vooralsnog van kracht. Al zal het mij benieuwen hoe lang dat nog duurt. De reacties waren indertijd heftig van de negatieve soort, waarover ik vorig jaar berichtte.
In de verhaallijn van de maandelijkse Spiderman-comics werd tante May dodelijk verwond. De enige manier om haar leven te redden was door een pact met de duivel te sluiten. Tante May zou leven als Mephisto de grootste liefde aller tijden mocht ontbinden. Dit had tot gevolg dat Peter Parker opeens weer bij zijn tante inwoonde, kampte met geldproblemen en vooral veel pech leek te hebben. Het huwelijk tussen Mary Jane en Peter Parker dat in 1987 plaastvond had opeens nooit bestaan. Met deze reboot proberen de schrijvers van Marvel vooral de begindagen van het webhoofd te evenaren om op die manier weer aansluiting te vinden op het jonge publiek.

spider-man-ontwaakt

Klik op de afbeelding voor een grotere/leesbare versie.
Bron: Mtv Splash Page.
Categorieën
Film Filmrecensie Strips

Filmrecensie: The Incredible Hulk

Het is even wachten voordat de groene reus zijn gezicht laat zien. Niet zo lang als in Ang Lee’s Hulk uit 2003, maar toch houdt regisseur Louis Leterrier de Hulk minstens een kwartier van het scherm. En dan nog is de Hulk bij de eerste verschijning vooral gehuld in schaduw en rook, zodat er niet gek veel van zijn gelaat wordt prijsgegeven.Het moment dat Bruce Banner (Edward Norton) in het nauw wordt gedreven, zijn hartslag boven de 200 slagen per minuut komt en zijn innerlijke monster de vrijheid geeft, dát is het moment waar iedere kijker op zit te wachten. Hoe goed Norton ook zijn best doet om van Bruce Banner een interessant personage te maken; wij willen het onstuitbare monster zien dat de boel sloopt en het opneemt tegen de militaire overmacht.

Net als in de gelijknamige televisieserie heeft Leterrier echter de mens Bruce Banner centraal gesteld, de Hulk speelt op de achtergrond mee. In ieder geval de eerste helft van de film waarin Banner op zoek is naar een geneesmiddel. Het lukt Banner om de Hulk voorlopig doormiddel van meditatietechnieken te onderdrukken. Totdat generaal Ross (William Hurt) hem vindt en hij het aan de stok krijgt met het Amerikaanse leger. Ross ziet in de Hulk het ultieme wapen en zet een nieuw monster in om de Hulk te vangen.Overigens veegt de regisseur heel vakkundig de vorige film van Ang Lee van tafel. In de titelsequentie herschrijft Leterrier de geschiedenis van de Hulk en vertelt hij middels een paar korte shots en teksten hoe Bruce de Hulk is geworden en wat er na het noodlottige experiment met gammastralen met hem is gebeurd.

Televisieserie is inspiratiebron
Het stripfiguur de Hulk werd in 1962 bedacht door Stan Lee en tekenaar Jack Kirby. (Lee heeft zoals gewoonlijk een cameo in de film.) Sindsdien heeft het monster enkele veranderingen ondergaan wat betreft zijn uiterlijk en wat betreft zijn geestelijke vermogens. Scenarist Zak Penn en Leterrier hebben de stripverhalen als uitgangspunt genomen, maar lieten zich daarnaast duidelijk inspireren door de televisieserie uit de jaren zeventig, waarin bodybuilder Lou Ferrigno, met de hulp van een likje groene verf en een slechte pruik, het monster gestalte gaf.Net als in de tv-serie The Incredible Hulk is de Banner in de film een getormenteerde wetenschapper die de aarde rondzwerft in de hoop een geneesmiddel te vinden tegen zijn innerlijke monster. De film bevat enkele eervolle verwijzingen naar de populaire serie die gecreëerd werd door Kenneth Johnson. Bill Bixby, de acteur die Bruce Banner speelde, komt kort voorbij op het televisiescherm. Ferrigno speelt net als in de eerste film een bewaker. Ook mocht hij de stem van de Hulk inspreken. Een lang gekoesterde wens, waar hij vroeger nooit de kans voor kreeg.

Als Bruce plompverloren over straat loopt na de eerste Hulk-out is er een vleugje van ‘The Lonely Man Theme’ van de televisieserie te horen. Ook heet een van de personages McGee – vernoemd naar de razende reporter die Bill Bixby vijf seizoenen op de hielen zat. Tot slot worden Banners ogen helder groen, net als op tv, en zijn er nog een paar andere visuele verwijzingen naar de secundaire inspiratiebron.

Hulk smash!
In de tweede helft van de film neemt de stripversie van de Hulk het over. Dan is het rammen geblazen. Zijn opponent is Abomination, een nieuwe monsterlijke creatie van generaal Ross gespeeld door Tim Roth. De twee digitale monsters van ILM zien er overigens levensecht uit. Ook de interactie met de live-action elementen is feilloos, wat de geloofwaardigheid van de wezens natuurlijk vergroot. En dat is toch noodzakelijk in een monsterfilm. Celibatair leven
Het is moeilijk om een boeiend filmverhaal te maken over een man die in een groen monster verandert als hij kwaad wordt. Hoewel ieder van ons zijn eigen Hulk heeft, is de geloofwaardige vertaling van dit concept naar het witte doek altijd lastig en vraagt een flinke dosis fantasie van de kijker. Het helpt dan om vooral de menselijke kant van het monster te benadrukken. De relatie tussen Banner en Betty Ross (Liv Tyler) krijgt dan ook veel ruimte in het verhaal. Jammer dat die scènes soms het cliché niet weten te overstijgen en geregeld tenenkrommende dialogen bevatten. Op het moment dat Banner aan de hitsige Betty vertelt dat hij geen seks kan hebben omdat dit te veel opwinding voor hem zou zijn, gaan de filmmakers net een stapje te ver. Wie ‘nee’ kan zeggen tegen seks met Liv Tyler moet wel onmenselijk veel zelfdiscipline in huis hebben. Aan de andere kant krijgt de obligate Hollywood-seksscène hierdoor een bijzondere wending.

Ongecompliceerde personages
Ondanks het feit dat je als kijker weet wat je van een Hulk-film kan verwachten, weet Louis Leterrier met verrassende wendingen te komen en vooral de vaart in het verhaal te houden. Plagerig laat hij de eerste helft de Hulk op de achtergrond – bijna alle transformaties vinden plaats in het donker of zijn gehuld in rook – om hem daarna de vrije hand te geven. The Incredible Hulk bewijst dat een film geen diepgaande karakteriseringen nodig heeft om goed te vermaken. Het is voldoende om te weten dat Tim Roths personage naar zo veel mogelijk kracht streeft, zich daarom tot een monster laat veranderen en het tegen de Hulk opneemt om te bewijzen dat hij de sterkste van allemaal is.

Nu ging Ang Lee met zijn Hulk-film wellicht wat te ver wat het psychologiseren van de Hulk betreft, een beetje meer uitgediepte personages hadden Leterriers film geen kwaad gedaan. Die aanpak werkte immers ook prima voor de televisieserie.

Lees ook: