Tag: Storyboards
Imagine 2018: Heldenreis
Imagine is meer dan alleen films kijken en daarna gesprekken over de films voeren in het festivalcafé. Door het gebouw van Eye is ook een expositie te zien met het thema The Hero’s Journey.
Deze expositie haalt zijn inspiratie uit The Hero with a Thousand Faces, het belangrijke boek van mythe-onderzoeker Joseph Campbell dat door scenaristen in Hollywood veelvuldig gebruikt is en wordt. Star Wars volgt deze heldenreis bijvoorbeeld nauwgezet.
Campbell destilleerde uit traditionele verhalen het model voor een epische reis in zeventien stappen, waarin de held op stap gaat om de wereld te redden en zichzelf te louteren. Die zeventien stappen worden in de expositie verbeeld. Hieronder zie je bijvoorbeeld het moment ’the atonement with the father’, gevisualiseerd door een storyboard van Harry Potter and the Prisoner of Azkaban getekend door Temple Clark.
Deze fase in het heldenverhaal gaat over de confrontatie tussen de held en de vaderfiguur. Het is het moment dat de held zich van zijn vader losmaakt en volwassen wordt. Denk bijvoorbeeld aan de confrontatie tussen Darth Vader en Luke Skywalker in The Empire Strikes Back. Ooit heb ik een dikke scriptie gelezen die analyseerde hoe de verschillende fasen van Campbells model terug te zien is in de eerste Star Wars-reeks van George Lucas. Echt interessant leesvoer.
(Alweer tien jaar geleden blogde ik over de inspiratiebronnen van Star Wars.)
Voor schrijvers kan het geen kwaad het boek van Campbell te lezen. Je moet die zeventien fasen niet slaafs volgen, want dat levert waarschijnlijk een heel voorspelbaar verhaal op, maar vooral gebruiken als een leidraad bij het schrijven.
De expositie bevat werk van onder andere Yasmin Sheikh, Charl Landvreugd, Temple Clark en studenten van de HKU.
Homecoming concept art
In een vroeg stadium van het filmmaken wordt vaak concept art gemaakt om ideeën uit te proberen en de sfeer van een film te bepalen.
Deze twee gave illustraties zijn gemaakt door character designer en concept artist Ryan Meinerding voor Spider-Man: Homecoming. Het zijn zogenaamde key frames: illustraties die de kern en sfeer van een scène weergeven.
Bron beeld.
Al meer dan twintig jaar werkt regisseur, schrijver en storyboard artist Piet Kroon in Hollywood. Vrijdag 28 oktober vertelde hij op KLIK over het storyboarden.
Kroon regisseerde het animatiesegment in Osmosis Jones en ontwikkelde vele projecten, waaronder Fraidy Cat voor Disney. Als storyboardtekenaar werkte hij mee aan Despicable Me, Iron Giant en Rio 1 en 2. En over die functie vertelde hij vrijdag smakelijk.
Als storyboard artist wordt Kroon in een vroeg stadium van het productieproces van een animatiefilm betrokken. Vaak is er dan nog niet eens een script, hoogstens een synopsis. Het is de taak van mensen als Kroon om op basis van een paar gegevens hele sequenties in het verhaal te bedenken. Hun ideeën presenteren de tekenaars middels storyboards.
Kroon bepaalt camerastandpunten, ontwerpt sets en personages. En hij is dus ook verantwoordelijk voor veel verhaalelementen. ‘Als storyboard artist probeer ik ideeën te bedenken en de ideeën van de regisseur te vertalen,’ legde Kroon uit. Het werk van een storyboard artist is soms best ondankbaar: ‘Het meeste wat ik maak gaat de prullenbank in’.
Kroon had als voorbeeld een scène uit Shrek 2 om dit proces duidelijk te maken. Deze sequentie vindt plaats in de tweede akte van de film. Hij had hiervoor enkele basisgegevens gekregen van de producent: Shrek zit gevangen en zijn vrienden moeten hem hieruit bevrijden. In ieder geval zouden Donkey en Puss in Boots, een nieuw personage, een rol moeten spelen in deze sequentie. Ook was de gevangenis al ontworpen en die bevond zich midden in het water, wat het gebouw moeilijk bereikbaar maakte. De rest moest Kroon maar uitvogelen.
Gedurende een boeiend uur toonde Kroon op welke ideeën hij allemaal gekomen was en hoe hij deze had gevisualiseerd in storyboard sequenties. Kroon bedacht bijvoorbeeld dat ze met de glazen kist van Sneeuwwitje naar de gevangenis zouden varen en onderweg allerlei obstakels tegenkwamen die de trip moeilijker maken. In een versie werden de personages zelfs opgeslokt door de walvis uit het sprookje Pinokkio. ‘Ik probeer zoveel elementen te gebruiken waar we de personages van kennen. Bij de drie biggetjes zijn dat stro, hout en steen. Respectievelijk de materialen waar ze hun huisjes mee bouwen in het sprookje. Je probeert allerlei manieren te bedenken waarop het voor de helden moeilijk is om hun uiteindelijke doel te bereiken. Hoe ze met die moeilijkheden omgaan en hoe ze hun problemen wel of niet oplossen laat veel zien van hoe een personage in elkaar zit.’
Wat Kroon ook bedacht is dat Pinokkio een rol speelde in de scène en dat liegen zijn neus doet groeien. Dit is een van de weinige elementen die uiteindelijk in de film terechtkwam.
Wat namelijk vaak gebeurt is dat storyboard artists veel werk voor niets doen omdat er niet altijd even goed gecommuniceerd wordt. Het is voorgekomen dat Kroon zijn sequentie inleverde en dat bleek dat een van de personages bijvoorbeeld een hond was geworden waardoor de hele sequentie in dat licht overgedaan worden. ‘Een simpel telefoontje had me daarvan op de hoogte kunnen stellen.’
In het geval van Shrek 2 bleek uiteindelijk dat niet alleen Shrek gevangen zat, maar ook Donkey en Puss in Boots. Dat gaf de sequentie dus een geheel nieuwe wending.
Bij de Q&A vroeg iemand of Kroon niet liever met een volledig script zou willen werken, in plaats van de omslachtige manier waarop nu vaak in Hollywood gewerkt wordt. ‘Met een goed script aan de slag gaan is de meest optimale werksituatie, maar vaak werken we dus zoals ik net heb laten zien. Het verhaal wordt dus zo langzaam opgebouwd door verschillende mensen en veel werk gaat verloren. Je hebt in Hollywood ook met heel veel ego’s te maken. Als een storyboarder bijvoorbeeld een leuke grap bedenkt die de regisseur bevalt, dan vindt de scenarist dat weer niet zo leuk en wil dan zelf iets schrijven wat erop lijkt. Dus in plaats van gewoon de credits te nemen voor een goede grap, maken ze zelf iets wat uiteindelijk minder is en is de regisseur wel verplicht die mindere grap dan te gebruiken.’
Bij het nieuws is beeld overheersend geworden. De expositie Show Me the News in Museum Hilversum toont de overgang van tekst- naar beeldcultuur in nieuwsmedia.
Terwijl een gezichtsloze man zijn avondeten nuttigt, rijdt door de broccoli en aardappelpuree een speelgoedvrachtwagen. Plotseling wordt het voertuig gebombardeerd door een militair vliegtuig en lijkt de inhoud van het bord op een gehavend landschap. Op een ander moment leest de man een krant aan tafel terwijl hij omsingeld is door tientallen gevechtshelikopters. De rotoren van een van de toestellen rijten de krant aan gort. Twee pregnante beelden uit de video-installatie Démontable van videokunstenaar en filmmaker Douwe Dijkstra. ‘Ik wilde het absurdisme aanduiden van de vermenging van het nieuws en het dagelijks leven. Of je je er nu emotioneel bij betrokken voelt of niet, het nieuws maakt deel uit van je dag,’ licht Dijkstra toe die in Démontable dagelijkse taferelen laat verstoren door elementen die we kennen uit oorlogsberichtgeving.
‘Het is niet zo dat ik nieuws alleen maar associeer met oorlogstaferelen, maar gewapend conflict en oorlog zijn bij uitstek dingen die heel prominent in het nieuws, films en games voorkomen, terwijl we die nooit van dichtbij hebben gezien of meegemaakt. Oorlogstaferelen zijn voor ons westerse Europeanen het meest ver van ons bed, terwijl we continue worden uitgedaagd iets van ze te vinden of iets bij ze te voelen. Eigenlijk ken ik oorlog vooral van nieuws- en filmbeelden, wat het geweld tegelijkertijd abstract en alomtegenwoordig maakt. Dat fascineert me.’
Verbeelding
Démontable is een van de videowerken in de expositie Show Me the News in Museum Hilversum. De tentoonstelling brengt aan de hand van tv-vormgeving, nieuwsfotografie en videokunst de overgang van tekst- naar beeldcultuur in nieuwsmedia in kaart. Was het in de begindagen van het journaal nog ondenkbaar dat een presentator in beeld zou komen omdat hij zou afleiden van de inhoud, tegenwoordig lopen Astrid Kersseboom en Rik van de Westelaken van het ene onderwerp naar het andere in decors waarin bewegend beeld en 3D infographics hun verhaal ondersteunen. ‘Beeld is steeds bepalender geworden voor hoe je het nieuws tot je neemt,’ zegt gastcurator Liselotte Doeswijk. ‘Vroeger las je de krant en luisterde je naar het journaal. Tegenwoordig moet er bij het nieuws goed beeld, anders krijgt het onze aandacht niet. Dit speelt natuurlijk al langer. Dat de vormgeving van het NOS Journaal en recenter RTL Nieuws drastisch gemoderniseerd zijn, is een tweede mooie aanleiding om naar de verandering in nieuwsmedia te kijken.’
Met fragmenten, decorontwerpen, het werk van componisten en van grafisch ontwerpers toont de expositie hoe de vormgeving van het NOS Journaal en het jongere RTL Nieuws in de afgelopen zestig jaar zijn veranderd. Daarnaast is er speciale aandacht voor het werk van nieuwsfotograaf Bert Verhoeff die dikwijls een andere kant van de zaak laat zien of weet te verrassen door onverwachte tegenstellingen. In samenwerking met het LIMA, het internationale platform voor duurzame toegang tot mediakunst, zijn videowerken te zien van makers die ieder op eigenzinnige wijze de beeldtaal van het nieuws onderzoeken of reflecteren op de werking van beeldcultuur. In de snelgemonteerde collage Heads and Globes onderzoekt eddie d. de opvallende overeenkomsten tussen journaals uit verschillende landen en periodes. Het Amerikaanse collectief Ant Farm mengde op satirische wijze en op de grens van goede smaak eigen performances met bestaande beelden.
Zonnebloem
Heliotrope van Judith van IJken zet de nieuwspresentator als onderwerp centraal. Ze maakte een portret van Annechien Steenhuizen die in het decor van het NOS Journaal drie verschillende poses aanneemt. Van IJken: ‘Ik ben geïnteresseerd in de grens en de spanning tussen het private en publiekelijke en naar hoe wij naar iemand kijken die vaak op televisie is. Omdat je Steenhuizen iedere dag op televisie ziet in de context van het nieuws, krijgt ze iets monumentaals en wordt ze bijna een icoon. Althans, in de ogen van de toeschouwer. Net als zonnebloemen die de beweging van de zon volgen, volgt de toeschouwer de presentator. Vandaar dat ik het portret Heliotrope heb genoemd.’
Waarom eigenlijk gekozen voor Steenhuizen? ‘Steenhuizen werd op dat moment het nieuwe gezicht van het NOS Journaal, als programma ook een televisie-icoon. Daarom vond ik haar een heel geschikt onderwerp voor dit project.’
Van IJken manipuleert het tempo van de beelden en vertraagt deze tot ze nagenoeg stilstaan. Dit benadrukt iedere nuance van de bewegingen die Steenhuizen maakt en vergroot de afstand tussen toeschouwer en subject, wat het idee van mediapersoonlijkheid als icoon versterkt. Steenhuizen neemt dezelfde poses aan als Karin Kraaykamp op een drietal publiciteitsfoto’s uit 1960. Kraaykamp was een van de eerste omroepsters. ‘Ik wilde zo een link leggen tussen het heden en verleden. Media heeft nu een heel andere dimensie gekregen en is alomtegenwoordig, zeker in vergelijking met toen televisie nog in de kinderschoenen stond.’
Eindeloze flow
Prime Time Paradise van Persijn Broersen & Margit Lukács toont de schijnbaar eindeloze flow van beelden die het nieuws ons verschaft en die ervoor zorgt dat identificatie en reflectie nauwelijks meer mogelijk zijn. Dat herkent Dijkstra ook: ‘Je kunt er op een gegeven moment geen plek meer aan geven. Als je je echt zou inleven in wat je allemaal in het journaal ziet, dan zou je niet meer dan twee uitzendingen per week aankunnen. Nu kijk je ernaar terwijl je gewoon je eten naar binnenwerkt. Heel maf eigenlijk.’
Show Me the News is tot en met 22 maart te zien in Museum Hilversum. www.museumhilversum.nl
Dit artikel is geschreven voor en gepubliceerd in VPRO Gids #5 (2015).
Syd gaat bij een hoer op bezoek terwijl zijn vriend Roger met een eikel op zijn hoofd buiten blijft wachten. De Engelse jongens zijn op bezoek in Amsterdam voor een voetbalwedstrijd en daar hoort een bezoek aan de rosse buurt en het eten van paddo’s bij. Tot zover de clichés, want Guido van Driels Gasten gaat dieper dan het doorgaans oppervlakkige gedrag van voetbalsupporters in de openbare ruimte.
Syd is namelijk niet alleen naar Amsterdam gekomen om een wedstrijd bij te wonen, maar ook om de laatste dag van zijn tweelingbroer, die in het IJ verdronken is, na te lopen. Hun relatie was niet geheel vlekkeloos. Zijn maatje Roger is steenrijk, want hij heeft net de loterij gewonnen. Maar hij gaat gebukt onder een schuldgevoel.
Tijdens het lezen van deze knappe striproman kon ik me niet aan het idee ontrekken dat ik naar een storyboard voor een nog niet gemaakte film zat te kijken: Van Driel gebruikt, op een enkele uitzondering na, constant kaders van dezelfde grootte in de beeldverhouding van het filmkader. De bladspiegel lijkt zo veel op dat van een storyboard.
Misschien moest Gasten ook ooit een film worden, net als Van Driels Ommekaar in Dokkum die de strip- en filmmaker recent verfilmde als De wederopstanding van den klootzak. De film ging in première op het 42ste International Film Festival Rotterdam.
Wie de plaatjes goed bekijkt, ziet dat Van Driel veel aandacht heeft besteed aan het getrouw weergeven van het decor: je zou de route van Syd en Roger door Amsterdam makkelijk in het echt kunnen volgen.
Guido van Driel. Gasten
Oog & Blik/De Bezige Bij € 19,90
ISBN 9789054923169
Daarom Minneboo leest:
Maandelijks krijg ik van veel uitgeverijen stapels strips toegestuurd. Daar zit veel moois tussen, maar niet alles is geschikt voor de bladen en opdrachtgevers waar ik voor schrijf. Toch wil ik deze uitgaven onder de aandacht brengen. Daarom heb ik de rubriek Minneboo leest in het leven geroepen, om te laten zien hoe rijk en divers het medium strip kan zijn. De artikelen in deze rubriek zijn geen recensies (die teksten staan gepubliceerd in de bijhorende rubriek), maar kunnen thematisch zijn, een tekenstijl belichten of simpelweg een nieuwe uitgave kort aanstippen. Verwacht vooral veel recent verschenen strips, met zo nu en dan een album dat ik op dit moment lees en waar ik iets over kwijt wil.
Storyboards genieten bij het grote publiek weinig bekendheid. Toch is deze kunstvorm in de schaduw een belangrijk onderdeel van het filmproces. Tekenaar Jim Cornish licht zijn vak toe.
‘Het mooie aan mijn werk is dat ik de hele dag mag tekenen. Neem mijn vader bijvoorbeeld, die werkte zonder plezier in een bandenfabriek, omdat het brood op de plank bracht. Ik krijg betaald om mijn hobby uit te voeren. Ik ga naar de studio, pak een potlood en ga aan de slag. Soms teken ik mijn ideeën of ideeën van anderen, maar ik ben aan het tekenen. Fantastisch!’ zegt Jim Cornish (1967), de storyboardtekenaar die op een goede dag dertig tot veertig platen tekent.
Erkenning
De Brit maakte voor de laatste vier delen van de Harry Potter-reeks duizenden tekeningen. Ook tekende hij storyboards voor onder meer de nieuwste Bond-film Skyfall, Event Horizon, Snow White and the Huntsman en Phantom of the Opera van Joel Schumacher. Toch zal zijn naam bij de gemiddelde filmliefhebber geen belletje doen rinkelen, want storyboarden is een onzichtbare kunst waar over het algemeen weinig waardering voor is. Op dvd’s en in making of-boeken treft men ze zelden aan, in tegenstelling tot de glossy ontwerpen en sfeertekeningen van het art department. ‘In het boek The Art of Harry Potter: From Page to Screen staan in totaal slechts drie storyboard-tekeningen in een boek van vierhonderd pagina’s!’ zegt Cornish, al beklaagt hij zich er verder niet over: ‘Vroeger vond ik het vervelend omdat ik erkenning wilde voor al het werk dat ik gedaan heb. Tegenwoordig vind ik het leven daar tekort voor en ga ik gewoon verder met een volgende klus. Bovendien zullen sommige mensen zeggen: “Hey, je hebt vijftien maanden betaald gekregen, is dat niet genoeg erkenning?” Eigenlijk is dat wel zo.’
Voldemort
Het storyboard is een belangrijk onderdeel van het filmproces. Meestal getekend met een snelle hand in zwart-wit potlood, zijn de plaatjes een visuele weergave van wat de regisseur voor ogen heeft. Het storyboard is er om praktische informatie te verstrekken aan de verschillende departementen. In één oogopslag ziet men welke shots er gedraaid zullen worden en of er special effects of praktische effecten aan te pas komen, of er stunts in de sequentie zitten en welke andere bijzonderheden er nog uitgedokterd moeten worden. ‘Het gaat er niet om dat de personages goed op de acteurs lijken, zolang ze maar herkenbaar zijn. De crewleden zijn meer geïnteresseerd in wat Voldemort doet dan of hij de laatste mode draagt of dat zijn make-up correct getekend is,’ grapt Cornish.
Vaak wordt niet de hele film getekend; met scènes waarin acteurs tegen elkaar praten, bemoeit Cornish zich niet. ‘Neem ons gesprek bijvoorbeeld, dat is niet meer dan twee mannen die in een ruimte aan een tafel zitten te praten. De regisseur zal dat op zijn eigen manier gaan draaien. Pas wanneer er een T-Rex door het raam komt kijken, word ik ingeschakeld.’
Geen haastklus
Ondanks de hoge tijdsdruk waaronder hij werkt, zijn de tekeningen van Cornish opvallend gedetailleerd. ‘Sommige mensen vinden ze zelfs te gedetailleerd en tot op zekere hoogte hebben ze gelijk. Die details kosten tijd en ik ben niet de snelste tekenaar, maar juist aan de detaillering herkent men mijn handschrift. Het zou niet slim zijn om de reputatie die ik in de laatste 20 jaar heb opgebouwd teniet te doen door anders te gaan tekenen.’
Ondanks zijn ervaring blijft Cornish bescheiden: ‘Tekenen is een van de weinige dingen die ik relatief goed kan, al blijf ik wat onzeker over mijn tekeningen. Ik heb nooit het gevoel dat ze zo goed zijn als dat ze zouden moeten zijn. Ik wil ook het idee hebben dat er altijd ruimte voor verbetering is, dat ik mezelf blijf ontwikkelen. Zodra dat niet meer het geval is, dan val ik waarschijnlijk dood neer of stop ik er gewoon mee.’
Batman
Ik spreek Cornish eind april, na zijn publieke interview op het Imagine filmfestival. Omdat dit jaar het thema superhelden centraal staat, draagt de tekenaar een Batman T-shirt. Maar Cornish heeft ook een persoonlijke band met deze stripheld: met plezier denkt hij terug aan zijn tijd bij Batman Begins en The Dark Knight van Christopher Nolan. ‘Het is altijd goed voor je cv om aan zo’n grote film mee te werken, maar daarnaast is Batman tekenen verschrikkelijk fijn: we hebben het immers over een bijna psychotische man die in lycra gekleed misdadigers in elkaar timmert. Vooral de Batmobile, de Tumbler, vond ik fantastisch om te tekenen. Door zijn typische vorm lijkt hij niet eens op een auto, hij kan op en neer springen en rijdt door alles heen, dus kon ik veel actie tekenen.’
Daarbij bood Batman Begins Cornish de kans om samen te werken met zijn held en collega storyboardtekenaar Martin Asbury, met wie hij inmiddels goed bevriend is. ‘Martin heeft aan veel James Bond-films gewerkt en van hem heb ik kleine trucjes geleerd, bijvoorbeeld door de Tumbler zo te tekenen dat het lijkt alsof hij door de snelheid loskomt van de grond. Simpele trucjes eigenlijk, zoals snelheidslijntjes en zo, maar je moet er maar opkomen.’
Strips ontbraken volledig in mijn opvoeding. Dat spijt me, want door striplezen was ik waarschijnlijk een betere tekenaar geworden.
Stripmaker
Naast de twee Batmans tekende Cornish de storyboards voor X-Men: First Class. Toch kiest hij niet bewust stripverfilmingen uit, maar werkt Cornish aan het genre dat op dit moment populair is, wat nu sprookjesfilms zijn. ‘Storyboards worden over het algemeen meer voor de fantastische film gebruikt. Overigens vind ik het heerlijk om aan sciencefiction- en fantasyfilms te werken, want daarvoor moet je meer ontwerpen. Bij films die zich in het heden afspelen, is het vooral een kwestie van gevonden voorwerpen en bestaande locaties tekenen. Kijk, uiteindelijk gaat het erom iets te creëren dat de moeite waard is. Daarom is het leuk om een aandeel te hebben in hoe de Batmans, Bond-films en de Potters gaan worden, hoe klein dat aandeel ook mag zijn.’
Er is een opvallende gelijkenis tussen strips en storyboards, je zou storyboards als een stripversie van de te maken film kunnen zien. Toch is de tekenaar geen stripliefhebber: ‘Dat is waarschijnlijk vloeken in de kerk, maar strips ontbraken volledig in mijn opvoeding. Dat spijt me, want door striplezen was ik waarschijnlijk een betere tekenaar geworden. Natuurlijk zijn er veel overeenkomsten tussen wat ik doe en wat een stripmaker doet. We vertellen allebei op een visuele manier een verhaal. Het is dan ook niet verbazingwekkend dat zoveel stripmakers storyboardtekenaar geworden zijn.’
Opmerkelijk genoeg begeeft Cornish zich voorzichtig op het pad van de stripmaker. Samen met een vriend ontwikkelt hij een Angelsaksisch verhaal dat zich 6-700 jaar na Christus afspeelt en onderzoekt waar mythes vandaan komen. ‘Er was toen een strijd gaande tussen verschillende culturen, zoals het heidendom en christendom. Daarover bestaan allerlei vragen: waar komt bijvoorbeeld het iconografische beeld van het zwaard in de steen vandaan? Het lijkt me interessant om rond die kwesties een verhaal te weven.’
Dit artikel is gepubliceerd in VPRO Gids #28 (2012)