Een terechte winnaar van de Benelux Beeldverhalen Prijs 2014, namelijk Rob – Rood Gras – van Barneveld.
Het is altijd leuk als stripmakers met een geheel eigen stijl en visie een prijs winnen, vooral als het vrienden van je zijn. Dit jaar won Rob van Barneveld dus de BBP. De prijs is in 2010 in het leven geroepen als stimulans voor beginnende makers van graphic novels. Van Barneveld wint er 1000 euro mee en een publicate in NRC Next van zijn strip Er was eens een eiland. Samen met de andere 39 inzendingen die dit jaar op de longlist stonden is Robs werk te zien in Kunstplatform 37 PK tijdens de Stripdagen Haarlem. Vandaag is de prijsuitreiking en de opening van de expo.
Vorig jaar interviewde ik Rob voor de VPRO Gids naar aanleiding van zijn album De schat van Salami.
In de winnende strip voert Van Barneveld enkele van zijn collega-stripmakers op. Zo zien we onderaan de eerste bladzijde Matt Baaij (met de konijnenkop op zijn t-shirt) en in de boom Kenny Rubenis (hoedje met baard).
O ja, de nummer twee: Ristretto door Emanuel Wiemans en de derde winnaar is dit jaar De schrijver die niet wist wat hij schrijven moest door Doeke van Nuil.
Zaterdag 31 mei en zondag 1 juni is Haarlem weer even stripstad van Nederland, want dan vinden de Stripdagen plaats. Veel aandacht voor de Eerste Wereldoorlog en de nieuwe garde stripmakers. De highlights van het festival.
De charme van de Stripdagen Haarlem zit hem in het feit dat alles afspeelt op ver-schillende locaties binnen de stad en de stripliefhebber niet naar een of ander afthans industrieterrein hoeft af te reizen om zijn stripliefde te bedrijven, zoals bij sommige beurzen het geval is. Daarnaast biedt het programma veel exposities, lezingen en workshops.
WO I
Aangezien het honderd jaar geleden is dat de Eerste Wereldoorlog uitbrak, kun je niet om dit thema heen. Ook de Stripdagen Haarlem speelt hier uitgebreid op in met verschillende tentoonstellingen, zoals ‘Inktzwart – WO I herdacht in strips en cartoons’, die zich concentreert op enkele belangrijke titels in dit genre. In de Vishal is tot en met 22 juni werk te zien van gerenommeerde internationale makers als Jacques Tardi, Ivan Adriaenssens en Joe Sacco. Ook is er beeld te zien uit de legendarische anti-oorlogstrip Charley’s War van Pat Mills en Joe Colquhoun, waarin de belevenissen van working class hero Charley Bourne centraal staan. Mills, door sommigen ook wel de godfather van de Britse strip genoemd, stond ook aan de wieg van het bekende stripblad 2000 AD, waarin Judge Dredd debuteerde en waar Mills ook veel verhalen over heeft geschreven.
Volgens Mills is het een enorme uitdaging om een goede strip over de Eerste Wereldoorlog te maken: ‘Het is makkelijker om een comic over WO II te maken want je hebt dan als verteller veel mogelijkheden om dynamiek en drama in het verhaal te brengen. Je kunt bijvoorbeeld gebruik maken van tanks in actie en paratroepers. Tijdens de Eerste Wereldoorlog zit de held van het verhaal in een loopgraaf en ziet hij weken, soms maanden lang de vijand niet. Met andere woorden: hij zit alleen maar in dat gat in de grond. Dat is op creatief vlak nogal een uitdaging.’ Mills is tijdens het festival aanwezig en wordt op zondag 1 juni 2014 om 13 uur in de Doelenzaal van de Stadsbibliotheek openbaar geïnterviewd. Prof. Kees Ribbens van het NIOD geeft na het interview een lezing.
Dirkjan
Het is overigens niet allemaal zwaarmoedigheid wat de exposities betreft, want de tentoonstelling ‘Oorlog op papier – Prenten en foto’s uit de Eerste Wereldoorlog’ in het Noord-Hollands Archief, toont de satirische en kritische blik van cartoonisten op het grimmige oorlogscircus, terwijl in het Partronaat Café in een serie stripachtige tekeningen van kunstenaar John Klinkenberg de band Motörhead tijdens de Grote Oorlog door het kapotgeschoten landschap toert.
In Studio Burgwal wordt het nog leuker, want daar hangen oorlogstaferelen uit de strip Dirkjan van Mark Retera. Leent Dirkjan zich eigenlijk makkelijk voor grappen over de Eerste Wereldoorlog? ‘Het voordeel van Dirkjan is dat je hem overal kunt inzetten. Hij is bijvoorbeeld ook een tijdje oermens geweest. De lezertjes accepteren zoiets onmiddellijk,’ zegt Retera. ‘Toen ik dacht dat WO I een leuk onderwerp was voor een reeks grappen, ben ik me gaan documenteren. Eerst dacht ik dat het misschien te heftig zou zijn en niet meer leuk. Ik had als documentatie het boek Loopgravenoorlog van Tardi gelezen en daar word je niet echt vrolijk van. Maar als je het eenmaal in een komische strip giet, dan blijkt het toch lollig te werken, en vergeten mensen gewoon dat het gruwelijk is. Het is maar hoe je het brengt.’ Naast de strips van Retera hangt werk van collega’s Peter de Wit (Sigmund), Hanco Kolk (S1ngle) en cartoons van Peter van Straaten. In één ruimte dus werk van de beste humoristische stripmakers van Nederland. Al hebben die laatste drie dan weer niets met de oorlog te maken.
Nieuwe garde
Behalve oudgedienden richt het stripfestival de schijnwerpers ook op relatief nieuwe stripmakers onder de noemer ‘De nieuwe garde’. Wat de makers, behalve dat het merendeel op de kunstacademie heeft gestudeerd, met elkaar gemeen hebben? ‘Elk van de talenten werkt aan of heeft recent gewerkt aan ambitieuze graphic novels die het niveau van de Nederlandse stripcultuur een grote boost geeft,’ aldus de organisatie. Even voor de duidelijkheid: graphic novels, of stripromans, zijn strips gericht op een volwassen publiek. Qua ambitie zijn graphic novels in zekere zin vergelijkbaar met literaire romans. De laatste jaren wordt de term ingezet in de hoop het medium strip te legitimeren en een meer highbrow publiek aan te spreken. Dat neemt overigens niet weg dat sommige uitgeverijen het label te pas en te onpas op pretentieuze projecten plakken, maar dat terzijde.
Tot de nieuwe garde behoort onder meer Amanda Majoordie op dit moment werkt aan Swing und bratwurst, een boek over jazzy jongeren ten tijde van het Derde Rijk. Veel van de geselecteerde makers houden zich bezig met journalistiek in stripvorm, zoals Ted Struwer die opzien baarde met Wachten op het zoet, een driedelige beeldreportage waarin ze gedupeerden van de crisis een gezicht geeft, en Jules Calis die Afghanistan bezocht en getekende interviews met soldaten in Uruzgan publiceerde.
In de Refter van het Stadhuis is werk te zien van Ruben Steeman, een van de oprichters van Recensiekoning.nl. Steeman publiceert al sinds 2002 semi-autobiografische tekeningen op Elkedagrust.nl en sinds 2009 dagelijks. Inmiddels zijn dat meer dan 2500 tekeningen die in een gang van 20 meter zullen hangen. De karakters hebben vaak hun ogen dicht waardoor de tekeningen een verstilde kwaliteit hebben. ‘Door de gesloten ogen vraag je je sneller af wat de personages denken of voelen,’ aldus Steeman.
Ook is er op verschillende locaties werk te zien van stripmakers die al wat langer meegaan, zoals Aimée de Jongh, bekend van Snippers in Metro, Guido van Driel, Paul van der Steen, Typex en vele anderen. Eigenlijk zou het gek zijn als het je lukt tijdens het festival niet per ongeluk een expositieruimte binnen te stappen, want die zijn over de hele stad verspreid.
Strips kopen
Uiteraard omvat het festival meer dan alleen kijken naar stripwerk aan een muur, wat toch een vermoeiende bezigheid is. Er zijn maar liefst drie beurzen waar de lezer strips kan kopen en wellicht een tekening van een stripmaker kan scoren. In de Philharmonie vindt de binnenbeurs plaats met voornamelijk uitgevers en signerende tekenaars. De buitenbeurs loopt als vanouds vanaf de Philharmonie langs beide kanten van de St. Bavokerk naar de Grote Markt. Hier zijn voornamelijk de stripwinkels en -handelaren te vinden. Op de Grote Markt en Riviervismarkt is ook de small-pressbeurs waar tekenaars en genootschappen hun eigen werk verkopen. Dit is dus de perfecte plek om aanstormend talent te ontdekken en bijzonder, afwijkend en met liefde gemaakt stripwerk in kleine oplagen aan te schaffen.
Zaterdagavond presenteert Typex samen met stripcollectief Lamelos in Patronaat een avond vol chaos, kunst, tekeningen, exposities en drank, inclusief optredens van ruige rockbands. Met onder andere Elle Bandita, de Zwitserse band What’s Wrong With Us? en de Haarlemse garagerock band De Kliko’s. Mensen met last van zelfoverschatting kunnen het podium beklimmen en zelf zingen onder begeleiding van de Hardrock Karaoke band.
Stripbier
Dat stripmakers graag een biertje lusten weet iedereen die wel eens op de vrijdagmiddagborrel in Lambiek te Amsterdam is geweest. Het is daarom niet verwonderlijk dat de Stripdagen Haarlem samen met Jopen bieriedere editie een speciaal biertje brouwt. De stripmaker die de huisstijl van het festival verzorgt, bepaalt welk bier er gebrouwen wordt en ontwerpt het etiket van het bierflesje. Dit keer is dat Typex. Mocht de smaak niet bevallen, dan mag de dorstige lezer bij hem zijn beklag doen. Zeven collega’s gingen Typex voor met als meest opmerkelijke wellicht Barbara Stok in 2004. De eerste vrouw in het gezelschap koos namelijk voor een witbier met witte chocolade smaak.
Bovenstaande is slechts het topje van een de spreekwoordelijke ijsberg. Voor het laatste nieuws en het volledige programma ga naar www.stripdagenhaarlem.nl.
Dit artikel is gepubliceerd in Nieuwe Revu #21 (21 t/m 27 mei 2014).
Erik Noomen, de hoofdredacteur van Nieuwe Revu, vroeg me een voorbeschouwing te schrijven over de aanstaande Stripdagen Haarlem. Dat artikel staat deze week in het blad (#21 – 21 t/m 27 mei).
Een leuke klus! Aan het woord komen Pat Mills, Mark Retera en Ruben Steeman.
Voor in staat onder het voorwoord van Erik altijd de rubriek ‘Achter de schermen’ en daar mocht ik dit keer ook een bijdrage aan leveren:
De oorspronkelijke tekst die ik voor ‘achter de schermen’ inleverde was overigens iets langer, maar ik snap goed dat het ze stripbier nog even wilden vermelden:
De stripdagen Haarlem is het belangrijkste stripevenement van Nederland. Het vindt midden in de stad plaats, midden in het leven waar de strip hoort te zijn en niet ergens op een aftands industrieterrein. Je komt er een divers publiek tegen en niet alleen die gasten met linnentasjes die naar havermoutpap ruiken.
De afgelopen tijd was ik druk met een interview met de Britse stripauteur Pat Mills, die tijdens de Stripdagen Haarlem aanwezig zal zijn.
Mills heeft er een handje van om in zijn strips duidelijk zijn visie op de wereld naar voren te laten komen – wat zijn werk extra boeiend maakt, naast het feit dat het onderhoudend leesvoer is. In dit fragment uit Judge Dredd: The Cursed Earth laat Mills de futuristische rechter/smeris Dredd commentaar leveren op de staat van de wereld en in het bijzonder de potentiële uitkomst van de Koude Oorlog die toen nog niet opgewarmd was. Dit verhaal verscheen namelijk in 1978 in 2000 AD.
Graag wilde ik deze afbeelding van Mike McMahon bij mijn artikel plaatsen omdat het een mooi voorbeeld is van Mills manier van vertellen. De digitale versie die ik had was echter van een te inferieure kwaliteit om af te kunnen drukken. Gelukkig bood vriend Matt Baaij uitkomst. Matt heeft namelijk enkele Nederlandse uitgaven van Juniorpress van Dredd, waaronder dit verhaal. De vertaling van de tekst was echter te mager en veel minder krachtig dan de oorspronkelijke versie. Dus bood photoshop uitkomst: ik mailde Matt het Engelstalige plaatje en hij plaatste de tekst in zijn hoge resolutie scan.
Papier
Wat het plaatje voor mij extra bijzonder maakt is dat je de textuur van het papier duidelijk kunt zien. Ook hou ik erg van de oude druktechniek waarbij kleuren nog gemaakt worden door een raster te gebruiken oftewel puntjes af te drukken. Ik ben een grote fan hoe tegenwoordig strips worden geprint en het ruime kleurenpalet dat makers tot hun beschikking hebben, maar mijn nostalgische hartje gaat sneller kloppen bij het zien van dit soort ouderwets werk. Wat dat betreft zal ik ook altijd papier boven digitaal kiezen.
Dit bericht plaats ik met groot genoegen: Typex’ Rembrandt heeft de Willy Vandersteenprijs 2013 gewonnen. Dat werd bekend gemaakt tijdens het Gala van de Vlaamse Strip op vrijdagavond 13 december, tevens de opening van het Stripgids Festival te Turnhout.
Uiteraard een terechte winnaar want Rembrandt van Typex legt de lat voor de Nederlandse strip weer een stuk hoger. En dat zeg ik natuurlijk als een van de juryleden, dus enigszins bevooroordeeld mag je me noemen.
Uit het juryrapport:
Rembrandt is een briljante combinatie van een gelaagd verhaal en virtuoze tekeningen. Auteur Typex voegt niet zomaar een boek toe aan de overvloed van boeken over Rembrandt van Rijn. Zijn portret is een heel persoonlijke en levendige visie op leven en werk van de beroemde schilder. Stilistisch valt op hoe de auteur zich door Rembrandt zelf heeft laten inspireren om een schetsmatige grafiek te ontwikkelen die perfect past bij zijn onderwerp. Typex heeft zichzelf indrukwekkend overtroffen, Rembrandt is zijn magnum opus. Door deze strip kijk je nooit meer op dezelfde manier naar een schilderij van Rembrandt.
De Willy Vandersteenprijs werd in het leven geroepen door Vlaams-Nederlands huis deBuren in Brussel, Stripdagen Haarlem en Stripgids en bekroont het beste oorspronkelijk Nederlandstalige album van de voorbije twee jaar. Er is een geldprijs van 5.000 euro aan verbonden en de laureaat krijgt een tentoonstelling op de Stripdagen Haarlem.
De Vlaams-Nederlandse jury voor de prijs bestond deze editie uit Leen Vandersteen (niet-stemgerechtigd juryvoorzitter), Toon Dohmen (stripjournalist en vertaler), Gert Meesters (stripjournalist Knack Focus), Michael Minneboo (stripjournalist), Toon Horsten (hoofdredacteur Stripgids) en Gert Jan Pos (stripjournalist, vertaler en voormalig stripintendant van Nederland).
Wegens zijn creatieve betrokkenheid bij Rembrandt nam Gert Jan Pos niet deel aan de laatste fase en stemming van het debat.
Het wordt tijd dat Fred de Heij eens de Stripschapprijs krijgt. Hij heeft immers al een behoorlijke staat van dienst en produceert nog steeds in een helse sneltreinvaart de ene strippagina na de ander. De Heij is een van de beste striptekenaars van de Lage Landen én een van de weinige die in een realistische stijl tekent. Naast Haas, geschreven door Rob van Bavel en gepubliceerd in Eppo, schildert en tekent Fred per jaar nog een album of wat waar hij zelf het verhaal voor schrijft, vaak voorgepubliceerd in zijn eigen underground stripblad Pulpman.
Avonturenstrip, meidenverhaal, porno of sociale satire zoals in ‘t Landje: De Heij draait zijn hand er niet voor om. Een zoveelzijdig stripmaker mag best eens in het zonnetje worden gezet. Ook al weet ik dat De Heij niet maalt om prijzen, ik heb het idee dat hij allang aan de beurt had moeten zijn wat de Stripschapprijs betreft.
Jammer dat het alweer een tijdje stil is op zijn blog. Fred deelde daar zijn visie op de strip, toonde tekeningen en schetsen. Ik vernam laatst van Ger van Wulften dat Fred binnenkort op het blog van uitgeverij Xtra verder zal gaan schrijven.
In deze aflevering van Daily Webhead zie je De Heij aan het werk. Tijdens de Stripdagen Haarlem dit jaar zat hij twee dagen druk te tekenen en signeren voor zijn fans. Dit is een van de tekeningen die hij daar maakte, een scène uit het eerder dit jaar verschenen De Schuilplaats. Ik heb het beeld niet versneld om tijd te winnen: ik wilde juist de verschillende fasen van die tekening duidelijk laten zien. Kijk hoe De Heij met een paar lijnen uit zijn kroontjespen een hele setting suggereert.
Pulpman!
Ondertussen is recent ook Pulpman #15 uitgekomen. We hebben er wat langer op moeten wachten dan normaal, maar hij is dan ook extra dik. Fred verdiept zich dit keer in de hentai – Japanse stripporno – en poogt in die stijl zijn eigen verhaal te vertellen. Ook interessant is het korte stripverhaal dat Willem Ritstier schreef: Who is afraid of black? Ik hoop dat Ritstier en De Heij deze zes pagina’s zullen gebruiken als springplank voor een heel album, want volgens mij valt er nog veel meer over dit schilderij te vertellen.
Ook zien we in deze Pulpman het eerste deel van Ezra: Duivel baart duivel van Luke Zwanziger (scenario) en Shanna Paulissen (tekeningen). Een occulte western, doorspekt met demonen, exorcisme en visioenen. Zie voor meer informatie de site van Uitgeverij Xtra.
De muziek in deze Daily Webhead is als vanouds door Marco Raaphorst gecomponeerd en uitgevoerd.
Pauze van mijn werk of niet, natuurlijk heb ik wel de Stripdagen Haarlem bezocht dit weekend. Dit is immers het leukste stripfestival van de Lage Landen. Op de boekenbeurs liep ik Michiel van de Pol tegen het lijf. Van de Pol heeft net een nieuwe graphic novel uit: Scherpschutters.
Deze striproman werd 2 juni gespresenteerd, dus ik heb nog geen tijd heb gehad om hem te lezen, maar aangezien Terug naar Johan, Michiels vorige boek, een prachtig verhaal is, was ik erg benieuwd naar waar zijn nieuwe striproman over gaat. Dus dat heb ik even aan de sympathieke stripmaker gevraagd.
De muziek in deze Daily Webhead is weer als vanouds van Marco Raaphorst.
Zaterdag 2 juni is de tweede editie van de Illustratie Biënnale, het festival voor illustratoren, opdrachtgevers, uitgevers en liefhebbers, tijdens de Stripdagen Haarlem.
De Illustratie Biënnale 2012 presenteert bijzondere sprekers uit binnen- en buitenland, een unieke digitale expositie met werk van ruim 100 illustratoren wereldwijd, een museumwinkel met illustraties op papier en andere materialen, illustratiecollectief AvierKoerier live aan het werk, projectie van een internationale collectie street-art en illustraties in de ruimte van Tomas Schats.
Tijdens de elfde editie van de Stripdagen Haarlem, die in het eerste weekend van juni plaatsvindt, staat de Arabische strip centraal. Programmadirecteur Joost Pollmann licht toe.
In de thematentoonstelling Chouf! Qra! (Kijk! Lees!) wordt het werk van tien stripmakers uit de Arabische wereld getoond, waaronder Marokko, Egypte en Soedan. Van hen zijn strips, cartoons en andere publicaties te zien, evenals stripbladen en albums.
Al sinds de eerste editie in 1992 van Stripdagen Haarlem kijkt het stripfestival ver buiten de landsgrenzen. Eerder kwamen onder meer Brazilië, Scandinavië en Indonesië aan bod. Waarom eigenlijk? ’Op een paar liefhebbers na weten mensen vaak niets over strips uit andere landen. Het is gewoon nodig dat men weet dat het er is en wat er allemaal is. Ik heb daarom ook nu weer geprobeerd om zoveel mogelijk tijdschriften en boeken te verzamelen,’ vertelt Joost Pollmann, programmadirecteur en samensteller van de expositie. ‘Oost-Europa hebben we in de vorige editie toegankelijk gemaakt met een online database en een tentoonstelling. Nu geven we een beeld van de Arabische strip, die op dit moment erg in ontwikkeling is. Er ontstaan nieuwe initiatieven, er komen nieuwe stripbladen uit en een jonge generatie stripmakers laat van zich horen. Die ontwikkeling staat eigenlijk los van de Arabische Lente, al is de aandacht die de regio’s daardoor krijgen een gelukkig toeval voor ons. Het lijkt nu alsof we daarop inspelen, maar ik was al een jaar met mijn onderzoek bezig voordat de volksopstand in Tunesië begon.’
Censuur
Behalve laten zien wat er allemaal is, hoopt Pollmann ook zekere vooroordelen te ontkrachten: ‘Mensen hebben veel vooroordelen en aannames, die worden natuurlijk ook erg gepusht door een zekere blonde politicus. Een zo’n hardnekkig misverstand is dat het maken van afbeeldingen in islamitische landen verboden zou zijn. Maar is er is juist ontzettend veel beeld, alleen in de moskee mag het niet. In de gebedsruimte zijn vooral arabeske en abstracte vormen te zien. Daarbuiten wordt er gewoon gefilmd, getekend en gefotografeerd.’
Censuur kennen de landen wel, hetzij vanuit de heersende macht of vanuit de religie, al verschilt de mate van land tot land. Onder Mubarak werd in 2009 de striproman Metro van Magdy El Shafee een jaar na publicatie verboden. Deze grafische roman over het drukke en rumoerige leven in Caïro, met corrupte politici en criminele jongeren, beviel het regime van Mubarak niet. El Shafee werd door zijn verboden boek voor buitenlandse stripliefhebbers en journalisten een boegbeeld voor de Egyptische stripcultuur.
‘Het ergste geval van censuur is natuurlijk Ali Ferzat uit Syrië,’ vertelt Pollmann. ‘De geheime politie sloeg de cartoonist in elkaar, brak zijn vingers en dumpte hem langs de weg. Naar verluidt was de directe aanleiding voor deze aanval een cartoon waarop Assad bepakt en bezakt probeert mee te liften met Khadaffi, die per jeep de stad verlaat. Het is ironisch dat voordat Assad aan de macht was, hij een fan was van het werk van Ferzat.’
Facebook
Ferzat is een van de stripmakers van wie er werk te zien is in Chouf! Qra! Iedere stripmaker vertegenwoordigd een land, zodat er verschillende aspecten van de Arabische strip worden getoond. Zoals Kifah al Reefi. Hij was een bekend tekenaar in de landen rond Irak en is gevlucht voor Saddam Hoessein die zijn cartoons niet kon waarderen. Hij woont tegenwoordig in Amsterdam-Noord. ‘Zijn geschiedenis is interessant, want exemplarisch voor veel tekenaars uit moeilijke politieke landen. Reefi heeft een prachtige woordeloze stijl, je moet als kijker meedenken om de symboliek van de prenten te interpreteren. Hij tekent veel over identiteitsproblemen en traumatische ervaringen.’
Sara Qaeduit Bahrein publiceert haar politieke prenten over de Arabische Lente op Facebook en Twitter. ‘Voor onze begrippen neemt ze een nogal radicaal standpunt in. Ze is van mening dat het volk is opgehitst door Hezbollah en Iran om de eenheid in het land te verstoren.’
Ook zijn er strips over The 99 te zien: een groep superhelden die genoemd is naar de negenennegentig namen of eigenschappen van Allah. De helden danken hun krachten aan een handvol mystieke Noor Stenen en strijden tegen het onrecht in de wereld. ‘De bedenker hiervan, Dr. Al-Mutawa, wilde iets plaatsen tegenover het negatieve stereotype beeld van de Arabier. Ook wilde hij de Arabische jeugd nieuwe rolmodellen bieden. Overigens zegt hij er wel expliciet bij dat het geen islamitische helden zijn, maar superhelden die islamitische waarden vertegenwoordigen, zoals tolerantie en moed,’ zegt Pollmann. Saillant detail: de comics worden door Amerikaanse vrouwen getekend.
Het is niet alleen politiek of escapisme wat de klok slaat. Recent werd het magazine Tok Tok uit Cairo opgericht. Met een kleine oplage vooral populair bij een hip, jong publiek. ‘Het blad staat vol met alledaagse taferelen. Mannen die twijfelen of ze wel of niet hun baard moeten afscheren, verhalen vol straatscènes waarin men met de scooter door de stad rijdt. En het ziet er allemaal heel luchtig uit. Niet dat dat een reactie is op de zwaarte van het leven daar overigens. Al zijn in de strips agenten en officieren wel prominent aanwezig.’ Mohammed Shennawy uit Egypte is de aanvoerder van Tok Tok, hij is een representant van de nieuwe jonge stripmakers in de Arabische regio. ‘Een heel goede tekenaar, zijn stijl lijkt veel op die van de Franse stripmaker Philippe Vuillemin. Maar dat berust op toeval, hij heeft Vuillemin pas kortgeleden ontdekt.’
Kinderwerk
Pollmann schreef een essay dat Forum, centrum voor multiculturele ontwikkeling, tegelijkertijd met de expositie uitbrengt. De stripspecialist geeft hierin voorbeelden van de Arabische stripcultuur. ‘De Arabische landen hebben een veel langere stripgeschiedenis dan dat ik aanvankelijk dacht. In de negentiende eeuw had je al satirische tijdschriften, net als hier. De geschiedenissen verlopen eigenlijk parallel. Wij hadden de Pep, zij Sinbad en andere jeugdbladen. Het merendeel van de huidige markt bestaat uit commercieel product gericht op jonge lezers. Disney is bijvoorbeeld actief in tien landen in het Midden-Oosten, ook Superman is in het Arabisch te lezen. Populaire stripbladen als Majid en Basim worden in oplagen boven de 100.000 exemplaren uitgebracht. De graphic novel-markt, strips voor een volwassen publiek gemaakt door auteurs, is klein maar in opmars. Er zijn veel initiatieven van jonge stripmakers, maar de zichtbaarheid van het medium is over het algemeen niet groot door slechte distributie en kleine oplagen.’
Manga
Natuurlijk moet men oppassen met het trekken van algemene conclusies bij een begrip als ‘Arabische strip’: we praten over stripculturen uit verschillende landen, geen homogeen gebied. Toch vielen Pollmann enkele overeenkomsten op in de twee jaar dat hij onderzoek deed. ‘Als je de typografie even wegdenkt, die overigens wel erg mooi is trouwens, is het opvallend hoe westers de strips ogen. Ik zie qua stijl niet veel verschillen met de Europese strip. Opvallend veel stripmakers tekenen in de manga-stijl. (Japanse strip met een expressieve stijl, red.) Op zich is dat logisch, want manga is op dit moment wereldwijd ontzettend populair bij jongere tekenaars, van Afrika tot Oost-Europa. Ook opvallend is het vrij grote aandeel van vrouwen onder de stripmakers. Ik heb een aantal Libanese stripmaaksters gesproken en van hen heb ik begrepen dat mannen vooral een “echte” loopbaan volgen. Strip maken wordt als beroep niet serieus genomen omdat men in de Arabische landen het medium toch vooral als leesvoer voor kinderen ziet. Precies zoals hier in de jaren tachtig.’
Maar er gloort hoop volgens Pollmann: ‘Naarmate meer tekenaars zich zullen bezighouden met verhalen voor volwassenen, al dan niet met politieke onderwerpen, zullen pers en publiek meer waardering krijgen voor het medium.’
De tentoonstelling Chouf! Qra! is tijdens de Stripdagen Haarlem in Galerie 37 te zien, in oktober en november ook in het Persmuseum te Amsterdam. Joost Pollmann geeft ook een gratis lezing over de Arabische strip in de Stadsbibliotheek van Haarlem op 2 juni om 16 uur.
Zie ook: www.stripdagenhaarlem.nl
En verder biedt de Stripdagen Haarlem:
Stripatlas
De Stripdagen Haarlem werpt de blik ook op de Nederlandse stripcultuur. Via de digitale Stripatlas wordt met één klik duidelijk waar stripwinkels, stripinitiatieven en stripmakers te vinden zijn. Nederland telt namelijk een aantal boeiende strip scenes, van de Inktpot in Utrecht, G’runn in Groningen tot stripantiquariaat Lambiek in Amsterdam. Stichting Beeldverhaal maakte deze geografische inventarisatie, na het festival zal Stichting Stripstift de gegevens updaten en aanvullen. De Stripatlas is bedoeld voor de branche en voor iedereen die op zoek is naar praktische stripinformatie.
Exposities
Traditiegetrouw zijn er veel exposities tijdens de Stripdagen Haarlem over stripmakers en beeldcultuur. Een kleine greep uit het aanbod: Turkartoon in Hotel Lion D’or laat de rijkdom zien van de hedendaagse Turkse strip; in Galerie Année II is een intergalactische expositie naar aanleiding van 15 jaar stripcollectief Lamelos; in een overzichtstentoonstelling van Joost Swarte in Tipitina hangt werk dat niet in zijn recente bundeling (Bijna) Compleet staat en de tentoonstelling bij Mark Keppel Lijstenmakerij & Galerie toont het ontwerpproces van het affiche voor de Stripdagen Haarlem 2012, ontworpen door huisstijltekenaar Peter van Dongen.
Muziek en strips Zaterdagavond 2 juni is in het Patronaat het Zone 5300 festival. Zone 5300 is een tijdschrift gewijd aan strips, cultuur en curiosa. Op het podium onder meer striptheater met Eefje Wentelteefje en rock uit de Verenigde Staten met Swearing at Motorists/Marble Alley. Tussen en tijdens de optredens zijn cartoonjocks (live-striptekenen op muziek) actief. In samenwerking met de Turkatoon-expositie brengt Zone 5300 een special uit waarin een zestal Turkse striptekenaars voor het voetlicht wordt gebracht die behoorlijk afwijken van het beeld dat we hier hebben van Turkse cartoonisten.
Dit artikel is gepubliceerd in VPRO Gids #21 2012.
Stad van klei van Milan Hulsing is een bewerking van een novelle van Mohammed El-Bisatie. Het verhaal speelt zich af in zanderig en warm Egypte, waar ambtenaar Salim het plan heeft opgevat om de salarissen en bonussen van een politiekorps van een verzonnen stad te innen. Zijn bankrekening zwelt langzaam aan, maar zelf krijgt Salim steeds minder grip op de realiteit. Zijn verzonnen stad laat hem niet met rust en zelfs de fictieve politiechef, wiens salaris hij nu int, zit hem op de hielen. Stad van klei laat zien hoe een goed doorgevoerde leugen iemand tot waanzin kan drijven.
Binnenkort (zo rond de Stripdagen Haarlem) verschijnt er een nieuwe bundel van cartoonist Hallie Lama. Hallie Lama houdt ’t kort wordt alweer zijn vierde publicatie bij uitgeverij Xtra. Nieuwsgierig toog ik naar Hilversum waar ik Hallie er uitvoerig over sprak. Wat mogen we van het werkje verwachten en waar verwijst de titel naar? Bekijk het video-interview.
Net als bij de gesprekken met Erik Kriek bestaat het interview uit twee video’s. Deze gaat over Hallie Lama houdt ’t kort, de ander over Hallie’s cartoonwerk, toekomstplannen en de vrouwen in zijn humoristische wereld. Die komt binnenkort online.