Dit weekend is het weer feest in Breda, want dan vindt het jaarlijkse stripfestival plaats.
In BN de Stem staat morgen deze fotostrip om het evenement aan te kondigen, maar aangezien de organisatie hem al deelde op Facebook, doe ik hier hetzelfde, want niet iedereen woont in Breda en leest die krant.
Ik ben er in ieder geval zaterdag om de uitreiking van de Stripcultuurprijs bij te wonen. Ook ben ik benieuwd naar de expositie van de strip Douwe Dabbert in Galerie Jan D’art aan de Vierwindenstraat in Breda. Er zullen originelen van Piet Wijn te zien zijn, en dat is natuurlijk altijd genieten. Naast de eerste pagina’s van Douwe Dabbert worden er ook speciale artprints en merchandise geëxposeerd. Bijzonder zijn twee illustraties die Piet Wijn maakte voor en na zijn eerste hersenbloeding. Voor die hersenbloeding was hij rechtshandig, maar omdat hij verlamd raakte aan zijn rechterarm leerde hij om linkshandig te tekenen en dat ging hem verbazingwekkend goed af. De expositie is alleen dit weekend op zaterdag open. Da’s dus erg jammer voor mensen die alleen op zondag komen.
Wil je weten welke stripmakers allemaal signeren en wat er nog meer te doen is dit weekend in Breda, check de site.
Ook dit jaar kunnen stripmakers en initiatiefnemers weer meedingen naar de Stripcultuurpijs. Inzenden kan tot 11 september 2015.
Tijdens Stripfestival Breda werd vorig jaar voor de eerste keer de Stripcultuurbeurs uitgereikt en gezien de vele positieve reacties en inzendingen zal deze stimuleringsbeurs ook dit jaar worden uitgereikt. De Stripcultuurbeurs wordt beschikbaar gesteld door de gemeente Breda, en zal in samenwerking met Stichting Strips in Beeld op 10 oktober 2015 worden uitgereikt tijdens Stripfestival Breda in het Chassé theater in Breda. Voor dit jaar is er een bedrag van € 4.000 beschikbaar dat kan worden toegekend aan een of meerdere projecten die een positieve bijdrage leveren aan het Nederlandse beeldverhaal.
De Stripcultuurbeurs kan zeer breed gebruikt worden voor bijvoorbeeld het mogelijk maken van de productie van een stripverhaal, het organiseren van een expositie, reis- en verblijfkosten voor een stageplek of beursbezoek, het realiseren van een app, research voor een stripproject, maken van een muurschildering etc. Voorop staat dat het project het beeldverhaal op sprekende wijze in beeld brengt.
Winnaars 2014
Uit handen van de Bredase wethouder van Cultuur Dhr. Selçuk Akinci ontvingen de winnaars vorig jaar in het Chassé Theater de stripcultuurbeurzen. De winnaars van 2014 waren Uitgeverij Syndicaatdie een bedrag van € 3.000 ontving voor de realisatie van een professionele stand om daarmee haar fonds goed te kunnen promoten en Noël Ummels die € 1.000 ontving als bijdrage in de opstartkosten van een stripalbum getekend door stripmakers uit de derde wereld.
Tot 11 september 2015 is het mogelijk om een aanvraag voor de Stripcultuurbeurs in te dienen. Download hiervoor de documenten op de site www.stripcultuurbeurs.nl. Voor meer informatie kan men contact opnemen met Stichting Strips in Beeld via organisatie@stripfestivalbreda.nl.
Hellboy is een van mijn favoriete striphelden: hij ziet eruit als een duivel, maar is een good guy. In een wereld vol folkloristische verwijzingen, bovennatuurlijke elementen en als Shakespeare sprekende schurken relativeert Hellboy de situatie met droogkomische opmerkingen. Niet slecht voor een monster dat eigenlijk in de wereld werd gebracht om de Apocalyps te ontketenen.
In de Amerikaanse stripwereld die gedomineerd wordt door superhelden, is Hellboy een vreemde eend in de bijt. Met een rode huid, hoeven als voeten, een staart, een rechterhand van steen en een tweetal hoorns die uit zijn voorhoofd groeien, maar die hij klein houdt om ‘op straat niet op te vallen’, doet het demonische uiterlijk van dit duivelskind zijn naam eer aan. Kwaadaardig is hij echter niet, in tegendeel: Hellboy bestrijdt in dienst van het Bureau for Paranormal Research and Defence bovennatuurlijke monsters en kwaadaardige krachten. Eigenlijk is Hellboy dus toch een soort superheld.
Mike Mignola
De expressieve tekenstijl met het sterke licht-donkercontrast van stripmaker en geestelijk vader Mike Mignola, is een andere reden waarom ik deze strip graag lees. Bovenstaand stripplaatje is afkomstig uit het verhaal Wake the Devil. Een prachtig stukje grafische kunst dat niet zou misstaan in een galerie of museum. Hellboy gaat op de vuist met de mythologische figuur Hekate, die dit keer de vorm heeft van een monsterlijke, slangachtige vrouw. Tijdens het gevecht probeert Hekate onze held ervan te overtuigen dat hij zich weer bij zijn eigen soort moet aansluiten. Dat hij zijn lot niet kan ontlopen en dat Hellboy in dienst van Het Kwaad een sleutelrol zal spelen in het einde der tijden. Dit is overigens de reden waarom Rasputin in opdracht van de Nazi’s Hellboy in onze wereld bracht tijdens WOII. (Zie het verhaal: Seed of Destruction.) Hellboy wil hier echter niets van weten.
Dat de twee personages tegenstanders zijn wordt in de afbeelding ook nog eens duidelijk gemaakt doordat Hellboys felrode huid contrasteert met de groene huidskleur van het slangenwijf. Hellboys rood contrasteert sowieso altijd mooi in de wereld die Mignola tekent en die gevuld is met voornamelijk donkere en aardse kleuren. Alsof hij daarmee nog eens duidelijk wil maken dat Hellboy niet van deze wereld is. Interessant, want Hellboys karakter is zeer menselijk en geïnspireerd op dat van Mignola en diens vader.
Vader
Een paar jaar geleden interviewde ik Mignola over zijn creatie tijdens Stripfestival Breda dat toen nog plaatsvond in het Racketcenter. In de kantine, waar de geur van gefrituurde kroketten hing, vertelde hij mij dat zijn eigen vader een belangrijke inspiratiebron was voor het karakter van Hellboy: ‘Ik wilde dat Hellboy ouder en een stuk taaier was dan ik. Mijn vader werkte als timmerman. Hij kwam altijd thuis met verwondingen, zoals schaafwonden en droog bloed op zijn gezicht. Als ik dan vroeg wat er gebeurd was, zei hij: “Oh ja, ik bleef aan een spijker hangen” of “mijn hand bleef in een machine steken.” Hij zei dat altijd op een toon alsof er niets aan de hand was, want mijn vader was een taaie met echte werkmanshanden. Hij was van de Tweede Wereldoorlog-generatie. Hellboy is net zo’n rouwdouwer. In dat opzicht is Hellboy het tegenovergestelde van mij. Toch praat hij precies zoals ik. Toen ik met deze strip begon was schrijven nieuw voor me. Ik wist niet hoe ik een stem voor een personage moest vinden, dus hield ik zijn tekst dicht bij wat ik zelf zou zeggen. In principe heersen er twee stemmen in de Hellboy-strips: de slechteriken spreken in Bijbelse en Shakespeare-achtige teksten terwijl Hellboy het deel van mijn brein representeert dat zich schaamt voor dramatische speeches. Daarom onderbreekt hij de schurken ook als ze praten. Er is een scène waarin een vampier maar door praat en Hellboy hem onderbreekt met de zin: “Grote woorden voor een man die geen broek aan heeft,” dat soort dingen.’
Nog een voorbeeld van Hellboys droge opmerkingen zien we terug in bovenstaande scène. Als Hellboy in de confrontatie de eerste tik uitdeelt, maakt hij een bijdehante opmerking: ‘Lady, I was gonna cut you some slack, ‘cause you’re a major mythological figure, but now you’ve just gone NUTS!’ Hellboy weet hoe hij zijn punches van een ferme punchline moet voorzien.
Mike Mignola. Hellboy: Wake the Devil 1-5. Uitgeverij Dark Horse.
Geschreven voor en gepubliceerd in Eppo #1 (2015).
DirkJan is een van de populairste strips in Nederland. Op stripbeurzen willen fans dan ook graag een tekening van stripmaker Mark Retera bemachtigen, zoals laatst op Stripfestival Breda, waar Retera uren druk zat te signeren.
Ik vind het altijd leuk om tekenaars aan het werk te zien. Het is altijd de vraag wat ze als eerste op van een personage op papier zetten en hoe ze dan het figuurtje verder opbouwen. Normaliter versnel ik de beelden die ik draai van tekenende stripmakers wat, maar bij Retera is dat niet nodig, want binnen de kortste keren heeft hij zijn stripfiguurtje op papier staan.
Stripmaker Wilbert van der Steen in actie op Stripfestival Breda 2014. Tijdens het tekenen en signeren van albums vraag ik hem waarom hij zijn potloodtekeningen niet inkt.
Naast Van der Steen zit collega Marc Legendre. Samen maakten zij recent het album Ayak + Pordat bij Strip2000 uitkwam en waar hopelijk snel een tweede deel van uitkomt.
Zaterdag 22 november signeert Van der Steen, samen met Kenny Rubenis en Lectrr in stripwinkel Het Beeldverhaal in Amsterdam. Vanaf 14 uur zitten de heren voor je klaar.
Op Stripfestival Breda waren zowel stripprofessionals aanwezig die al jaren in het wereldje meegaan, als een nieuwe generatie tekenaars. Die zaten onder andere achter de stand van het Vlaamse Stripgilde en waren ook aanwezig onder de noemer Con Artists, een collectief dat door Johan de Rooij en Jaap Rozema is samengebracht.
En daarbij vind ik het gewoon erg goed als stripmakers zelf boekjes publiceren. Zo zijn aardig wat stripmakers begonnen. Barbara Stok reed vroeger door heel Nederland om bij winkels haar zelfgedrukte Barbaraal langs te brengen totdat Vic van de Reijt, toenmalig uitgever van Nijgh & Van Ditmar, haar opbelde om te zeggen dat hij haar graag wilde uitgeven. Ook Flo is met smallpress begonnen. Aimée de Jongh en Rob van Barneveld geven nog steeds zo nu en dan een boekje in eigen beheer uit ook al zitten ze bij echte uitgeverijen. Gewoon, omdat het leuk is.
Dit weekend kocht ik van Van Barneveld zijn 24 Hour Comic Sterke verhalen. Enthousiast maakte hij een stripje op het schutblad:
Ik vroeg Johan de Rooij, scenarist en initiatiefnemer, om uitleg over het collectief Con Artists:
‘Sinds de Stripdagen in Haarlem heb ik mij opnieuw opgeworpen als pleitbezorger van het jonge talent. Het doel nu: een duidelijker onderscheid op stripbeurzen creëren tussen (toekomstig) professionals en smallpress amateurs. De methode: de handen ineenslaan zodat de nieuwe generatie niet her en der met hun kraampjes tussen de bananendozen terechtkomt, maar er een mooi bergje geld ontstaat voor een kraam op een écht goeie plek. Daar kunnen ze zich dan met één gezicht aan het publiek presenteren als de stripmakers van morgen en bovendien gemakkelijker in contact komen met uitgevers, stripbladen en collega’s.’
De Rooij was eerder hoofdredacteur van stripblad De Lijn, waar de nieuwe generatie stripmakers in werd gepubliceerd. Over de organisatie in Breda was hij goed te spreken:
‘Na een succesvol ’talenteneiland’ op de Grote Markt in Haarlem en een kleine afvaardiging op de StripmART in Lelystad, vielen we afgelopen weekend in Breda met onze neus in de boter. De organisatie stond namelijk bijzonder welwillend tegenover onze insteek en bood ons zelfs een professionele plek in de Finntax-zaal aan tegen een vrijwillige vergoeding! Hoewel het weer wat tegenviel, mochten we daarnaast ook gebruikmaken van een kraam buiten het Chassé Theater. Vanuit onze groep heb ik dan ook alleen maar positieve geluiden gehoord: was het niet over de verkoop (die nogal verschilde per persoon), dan toch over het uitwisselen van visitekaartjes met geïnteresseerde uitgevers.’
Als nieuwe stripmaker moet je van alles doen om je werk onder de aandacht te brengen. Alleen een beetje Facebooken is niet genoeg. Een goede website waar je regelmatig nieuw materiaal publiceert, social media én je gezicht laten zien op stripbeurzen.
Auke Deelstra en Marc de Lobie van Syndikaat krijgen 3.000 euro om hun plan te verwezenlijken: een grote stand bouwen om hun debuterende stripmakers van een plek op de beurs te voorzien die opvalt. ‘Uitgeverij Syndikaat investeert al jaren in risicovolle debuutprojecten. Wij geven talentvolle auteurs een kans zich op een professionele manier te presenteren naar het publiek. Met goed verzorgde albums, nieuwe lezersgroepen en gestructureerde pr. Maar er valt nog veel terrein te winnen. Wij geloven dat een professionele presentatie op beurzen veel bezoekers kan overtuigen van de Nieuwe Striptekenaars van Vandaag. Een stand is erg duur en verdient zich moeilijk terug. Daarom doen wij een aanvraag van € 3.000,- voor het bouwen van een volwaardige stand, zodat we kunnen blijven investeren in nieuw talent’, aldus de aanvraagtekst die Deelstra en De Lobie indienden bij de jury.
De Tilburgse tekstschrijver en freelance redacteur Noël Ummels kreeg de overige 1000 euro voor zijn project om stripmakers uit de Derde Wereld aan het werk te zetten met zijn scenario’s.
Er waren zo’n dertig projecten bij de jury ingediend, onder andere door Kenny Rubenis en Aimée de Jongh. Ook ik had een project voor een serie video-interviews met stripmakers voor de Stripcultuurbeurs ingediend. Via deze weg wil ik de winnaars natuurlijk hartelijk feliciteren.
De onafhankelijke jury bestond uit Maartje de Haan, directeur van Museum Meermanno, Jos van Waterschoot, conservator populaire cultuur van de Universiteit van Amsterdam, en Jan Kamp, galeriehouder in Breda.
Syndikaat was uiteraard aanwezig op het festival. Van Rob van Barneveld is het nieuwe album Rood: Feestje met de regen net verschenen. Ook van Sandra de Haan is haar eerste publicatie bij Syndikaat net uit: Brom & Vlieg: Vliegangst. Dit album bundelt het beste uit vier smallpress boekjes, samen met strips die eerder in Zone 5300 verschenen. Brom & Vlieg zijn twee vliegen die leven op de hondenuitlaatplek in Rotterdam-Zuid waar ze het leven en het nieuws becommentariëren.
De illustratie is gemaakt door Mark Bagley, die heel veel Spider-Man comics heeft getekend. Hij had een aanzienlijke run in Amazing Spider-Man, maar de meeste lezers kennen zijn werk waarschijnlijk van Ultimate Spider-Manwaar hij nummer 1 t/m 111 achter elkaar tekende. Later deed hij nog een paar nummers van deze reeks.
Hoewel het expressief is en hij in actie een aardige Spider-Man neerzet, ben ik nooit echt een groot fan geweest van Bagleys werk. Vooral in de vroege nummers van Ultimate Spider-Man recyclede hij zijn eigen plaatjes, dikwijls op dezelfde pagina in dialoogscènes. Ik heb dat altijd een cheap shot gevonden, saai om naar te kijken en bovendien een gemiste kans: juist in lange dialoogscènes kunnen kleine nuances in gezichtsexpressies een wereld van verschil maken. Bekijk deze pagina maar eens uit Ultimate Spider-Man #8. De scene waarin Peter voor het eerst foto’s verkoopt aan J. Jonah Jameson:
In Ultimate Spider-Man #13 vertelt Peter aan Mary Jane dat hij Spider-Man is. In deze pagina is de opbouw naar de grote onthulling. Maar liefst drie keer dezelfde tekening van Mary Jane…. Pfffff… lang leve photoshop moet Bagley gedacht hebben. Zo is het makkelijker een deadline halen. De rest van de comic is niet veel beter.
Dat gezegd hebbende, de losstaande tekeningen van Spidey van Bagley zijn meer de moeite waard, zoals de afbeelding die op de muur in de Meerten Verhoffstraat. Misschien moet hij zich beperken tot covers en pin-ups.
Op Stripfestival Breda zat Frits Jonker in de stand van uitgeverij Xtra en om zichzelf en de andere bezoekers bezig te houden had hij een leuk project bedacht, de Comic Balloon Photoshoot: zeg het eerste wat in je opkomt en Frits maakt er een tekstballon van. Daarna ga je met die ballon op de foto.
De Nederlandse strip heeft er weer een stripprijs bij, namelijk de Stripcultuurbeurs in het leven geroepen door de gemeente Breda in samenwerking met Stichting Strips in Beeld. De prijs wordt uitgereikt op Stripfestival Breda.
De gemeente Breda lanceert dit jaar een nieuwe stripprijs, de Stripcultuurbeurs en deze zal in samenwerking met Stichting Strips in Beeld dit jaar voor de eerste keer worden uitgereikt op Stripfestival Breda.
Voor dit jaar is er een bedrag van € 4.000 beschikbaar dat kan worden toegekend aan een of meerdere projecten die een positieve bijdrage leveren aan het Nederlandse beeldverhaal.
Rob van Bavel, voorzitter stichting Strips in Beeld: ‘Na het wegvallen van de Marten Toonderprijs wilde de gemeente Breda graag een nieuwe prijs voor het beeldverhaal. Er is in dit geval niet gekozen voor een debuutprijs of een oeuvreprijs, maar voor het beurssysteem waarmee aanvragers hun droomproject kunnen verwezenlijken. Hierin is de Stripcultuurbeurs uniek, en we hopen veel creatieve aanvragen te ontvangen.’
De Stripcultuurbeurs kan zeer breed gezien worden zoals het mogelijk maken van de productie van een stripverhaal, het organiseren van een expositie, reis- en verblijfkosten voor een stageplek of beursbezoek, het realiseren van een app, research voor een stripproject, maken van een muurschildering etc. Voorop staat dat het project de strip op sprekende wijze in beeld brengt.
Tot 14 september 2014 is het mogelijk om een aanvraag voor de Stripcultuurbeurs in te dienen. De inzendingen worden beoordeeld door een deskundige jury bestaande uit: Maartje de Haan, directeur van Museum Meermanno, Jos van Waterschoot, conservator van het stripdepot van de Universiteit van Amsterdam, en Jan Kamp, galeriehouder in Breda. Afhankelijk van de inzendingen kan worden besloten dat het om meerdere winnaars gaat waar het geldbedrag onder verdeeld wordt.
Wat ik interessant aan deze beurs vind is dat het geld beschikbaar is voor niet alleen het maken van stripalbums maar ook voor projecten omtrent strips, beursbezoeken etc. De beurzen die tot nu toe werden uitgereikt waren vooral gericht op het financieren van graphic novels. Deze beurs biedt nieuwe mogelijkheden. Ook voor stripmakers die zich meer met de mainstream bezighouden.
Piemel vind ik eigenlijk maar een raar woord om het mannelijk geslachtsdeel mee aan te duiden. Het is net niks. Dan liever pik, lul, desnoods penis, maar piemel, nee. Maar als je in een restaurant zit met een paar bevriende stripmakers, en om je heen zitten gezinnen met kinderen hun pannenkoek op te eten, en die melige stripmakers tekenen placemats vol met pikken, ja, dan is het woord piemel wel op zijn plaats, me dunkt.
De muziek in deze Daily Webhead is als vanouds van Marco Raaphorst.
Marq van Broekhoven en zijn collega Mars Gremmen waren hard aan het werk toen ik hun stand bezocht op Stripfestival Breda.
Van Marq was zojuist het derde Jodocus-album uitgekomen, Mars signeerde zijn tweede Trix-album dat weekend en tekende in schetsboeken die onder zijn neus werden geschoven. Een van die schetsboeken stond vol met tekeningen van groot tekentalent uit binnen- en buitenland. Cartoonist Hansha (Hans Harleman) kwam ook nog even langs en die bleek bezig met een opvallend project. HIj vraagt collega-stripmakers niet om een tekening te maken van hun eigen personages, maar om een portret van hemzelf te tekenen. Hij heeft al een flinke verzameling van bekende stripmakers. Kortom, er is veel mooi tekenwerk te zien in deze Daily Webhead-video.
Een paar dagen na het festival plaatste Hans dit grappige portret van mij op Facebook. Ik denk dat hij deze gebaseerd heeft op een ietwat oudere foto, want mijn haar is tegenwoordig een stukje korter. Al loop ik inderdaad wel geregeld rond met stoppelbaardje.