Tot nu toe hebben 33 mensen een bijdrage geleverd aan de rubriek stripliefde. Dat zijn er al heel wat. De laatste twee weken blijft de inbox leeg, dus kunnen we de rubriek mooi afronden.
Omdat sommige mensen aangaven nog met een inzending bezig te zijn, stel ik de deadline op ZONDAG 26 JANUARI 13 uur. Alles wat voor die tijd binnenkomt zal ik nog publiceren en in de rubriek opnemen. De rest heeft helaas pech. Bekijk hier de inzendingen.
Wat je moet doen is simpel. Stuur me een mailtje naar mikeswebs@gmail.com met daarin antwoord op de volgende vragen:
1. Wat is je naam, je leeftijd en je wat doe je voor werk?
2. Welke strip(s) is/zijn je favoriet en lees je nu nog steeds?
3. Waarom is/zijn dit je favoriete strip(s)? Wat vind je er zo goed aan?
4. Wanneer kwam je er voor het eerst mee in aanraking? En wat deed dat met je?
5. Stuur er een foto bij waarop jij je favoriete strip aan het lezen bent.
Alvast bedankt voor het meedoen. Mocht er niets meer binnenkomen, dan hebben we nu al een mooie leeslijst voor iedereen die eens een nieuwe strip(serie) wil ontdekken.
In de rubriek stripliefde vertellen striplezers over hun favoriete strip.
Wat is je naam, je leeftijd en je wat doe je voor werk? Ik ben Hedwig van Driel, 28, ik ben werkzaam als octrooigemachtigde in opleiding én redactielid van filmblad Schokkend Nieuws.
Welke strip(s) is/zijn je favoriet en lees je nu nog steeds? Ik heb lang geaarzeld wat ik hier zou antwoorden. Ik vind bijvoorbeeld de strip Saga van Brian K. Vaughn, getekend door Fiona Staples, ontzettend sterk: een mengsel van genres dat niet zou moeten werken maar dat toch doet. Het had zelfs een keer een cover als een stuiverromannetje! Ook de strips die ik als kind heel veel las, vooral Asterix en Obelix, Lucky Luke en Kuifje (ik ben deels in Frankrijk opgegroeid), heb ik overwogen. Maar uiteindelijk won de strip die ik nu al meer dan de helft van mijn leven regelmatig lees: Calvin and Hobbes van Bill Waterson.
Waarom is dit je favoriete strip? Wat vind je er zo goed aan?
Ik denk dat het hem vooral zit in de combinatie van heel flauwe humor en toch best wel intellectuele grapjes, én natuurlijk in de tekenstijl. Als je de paginagrote strip ziet waarin Calvin en Hobbes dansen, daar zit zo´n levenslust in en zo´n beweeglijkheid. De langere verhalen, zoals de saga met het petje, weten iets heel herkenbaars te vangen en dan toch elke strip grappig te zijn. Of gewoon een van de vele verhalen die een ode brengen aan de verbeeldingskracht. Als Calvin de transmogrifier maakt, bijvoorbeeld. En vervolgens van dezelfde kartonnen doos een duplicator.
En dan toch nog even overSaga. Wat ik daaraan zo knap vind is dat het een ongetwijfeld volwassen strip is (en dat zeg ik niet alleen om er naakt in voorkomt), maar zonder te vervallen in het standaard cynisme en duisterheid van, pakweg, een Frank Miller. Het is een strip die onbeschaamd over hoop gaat, over liefde. Eigenlijk is Calvin and Hobbes een kinderstrip met verbazingwekkend volwassen thematiek en Saga een volwassen strip met een kinderhart – letterlijk ook, gezien de verteller.
Wanneer kwam je er voor het eerst mee in aanraking? En wat deed dat met je? Ik kan me eigenlijk niet meer herinneren wanneer ik Calvin and Hobbes voor het eerst las. We hadden van die verzamelalbums – The Essential, The Authoritative en The Indispensable. Eigenlijk waren ze van mijn broertje die een nog grotere fan was. Toen heeft hij die prachtige hardcover complete editie een keer gekregen voor een verjaardag of sinterklaas, en toen mocht ik de verzamelalbums hebben. Tegen die tijd vielen ze al geheel uit elkaar, maar het voordeel daarvan is dat ik ze zonder schuldgevoel op de wc heb gelegd. Zo lees ik elke dag nog Calvin and Hobbes!
In de rubriek Stripliefde vertellen striplezers over hun favoriete strip of strips. Op deze manier bouwen we langzaam een interessante leeslijst op. Ook meedoen? Check hier hoe je dat doet. Ik kijk uit naar je inzending. Oh ja: mocht iemand anders al je favoriete strip genoemd hebben, stuur dan even goed je inzending in, want jouw reden om de strip goed te vinden kan heel anders zijn. Bovendien is je eerste kennismaking en wat dat met je deed waarschijnlijk anders dan die van andere lezers.
Iedere vrijdag delen striplezers hun stripliefde en vertellen over hun favoriete strip.
Wat is je naam, je leeftijd en je wat doe je voor werk? Jeroen Funke, 37, striptekenaar.
Welke strips zijn je favoriet en lees je nu nog steeds?
Alles van Mark Beyer (Amy and Jordan) en Olivier Schrauwen (o.a. De man die zijn baard liet groeien).
Waarom zijn dit je favoriete stripmakers? Wat vind je er zo goed aan ze? Beyer is zo’n beetje de Syd Barrett van de stripwereld, die dan wegrent van een lezing die hij zelf moet geven en zo. Ha!Ha!. Dat soort psychotische reacties passen heel goed bij zijn werk. Amy and Jordan zijn ook altijd zo pessimistisch en nihilistisch als een gek! En juist van al die depressiviteit in de verhalen word ik enorm vrolijk! Dan komen er bijvoorbeeld reuzenratten in het appartement van Amy & Jordan en die eten dan hun benen op. En dan zeggen ze: ‘Oh, nou ja, dat zullen we wel verdiend hebben!’ Ha! Ha! Ha! Maar het is meer dan dat, want zijn tekenwerk is ook weergaloos! Als een soort autistische, outsider artist gebruikt hij te pas en ook zeker te onpas een lineaal en propt hij alles vol met stippeltjes en streepjes. Heel dwangmatig allemaal. En kinderlijk, en fantastisch! Om over zijn rare, inventieve perspectieven, kadrering en pagina-indelingen nog maar te zwijgen.
Olivier Schrauwen is veel minder autistisch dan Mark Beyer. Maar wat ze met elkaar gemeen hebben is een soort avontuurlijkheid. Ze weten zich allebei niet gevangen binnen de conventies van de ‘reguliere strip’. Alleen waar Beyer toch vast zit in z’n eigen neurotische stijl probeert Ollie zichzelf telkens opnieuw uit te vinden, lijkt het wel. Elk project krijgt een eigen manier van tekenen en uitvoering. Soms is een boek gedrukt, gekopieerd, gestencild of gezeefdrukt. Soms heel losjes getekend, soms vrij realistisch en met typletters, maar het is altijd onmiskenbaar Schrauwen. Er zit wel altijd een bepaalde triestigheid in zijn verhalen, maar daar houd ik blijkbaar heel erg van. Met name zijn boek De man die zijn baard liet groeien is geweldig! Hij creëert daarin een eigen universum door middel van losse verhalen die toch op een zekere manier bij elkaar lijken te horen. En zo voelt het ook. Dat is knap, want sommige verhalen zijn afzonderlijk voor losse buitenlandse bloemlezingen getekend, in behoorlijk uiteenlopende stijlen ook. En tóch komt alles wonderwel bij elkaar in dit boek. Met verschillende tekenstijlen binnen één verhaal weet hij zelfs inhoudelijk iets aan het verhaal toe te voegen. Prachtig getekend. Ontzettend knap geschreven. Tot nu toe het beste stripboek dat ik ooit heb gelezen!
Wanneer kwam je er voor het eerst mee in aanraking? En wat deed dat met je?
Ik ken het werk van beide tekenaars nu al een tijdje en hoewel ik altijd m’n ogen open hou voor nieuw talent, kom ik toch altijd weer terug bij hun boeken. Ik ben ook echt retejaloers op allebei de tekenaars! Maar gelukkig is het ook heel inspirerend allemaal. Als ik hun boeken lees, herinnert het me aan wat er allemaal nog meer kan met strips. En dat is precies wat ik af en toe nodig heb.
In de rubriek Stripliefde vertellen striplezers over hun favoriete strip of strips. Op deze manier bouwen we langzaam een interessante leeslijst op. Ook meedoen? Check hier hoe je dat doet. Ik kijk uit naar je inzending. Oh ja: mocht iemand anders al je favoriete strip genoemd hebben, stuur dan even goed je inzending in, want jouw reden om de strip goed te vinden kan heel anders zijn. Bovendien is je eerste kennismaking en wat dat met je deed waarschijnlijk anders dan die van andere lezers.
Iedere vrijdag delen striplezers hun stripliefde en vertellen over hun favoriete strip.
Wat is je naam, je leeftijd en je wat doe je voor werk? Phil van Tongeren, 56, tekstschrijver en festivalprogrammeur.
Welke strip is je favoriet en lees je nu nog steeds? In de vroege jaren zeventig knutselde ik met vrienden allerlei stripfanzines in elkaar, die voornamelijk als excuus dienden om toegang te krijgen tot onze idolen. Voor mij torende Daan Jippes in die jaren boven iedereen uit. Maar altijd gebleven is de liefde voor Dick Bos. Een Hollandser-dan-Hollandse held. Onlangs heb ik op een veiling een kaveltje van zes originele uitgaven gekocht, waaronder de eerste, Het Geval Kleyn. De Chef, een voorloper van Bos uit de vroege jaren dertig, ging voor 175 euro (!) aan mijn neus voorbij.
Waarom is dit je favoriete strip? Wat vind je er zo goed aan? Het geheim van Dick Bos is dat dat nauwelijks valt uit te leggen. Ik vind de combinatie van de laconieke tekenstijl met een (op z’n zachtst gezegd) nog laconiekere verteltrant onweerstaanbaar. In een interview zei tekenaar/schrijver Alfred Mazure het ooit heel treffend: ‘Dick Bos neemt zichzelf niet ernstig, hij weet dat hij zelf niet bestaat.’ Mazure tekende een gemiddeld Dick Bos-avontuur van ca. 200 pagina’s in zes dagen, en dat is te zien. Maar het maakt niet uit. Hij beperkte zich tot de essentie en ontvouwde in een paar lijntjes en vegen een compleet Hollands panorama anno de jaren veertig, met al z’n naïviteit en lulligheid. Alleen W.F. Hermans was in zijn oorlogsromans beter in staat die atmosfeer op te roepen.
Als ik even mag afdwalen: Hermans schreef na de oorlog onder pseudoniem een viertal pulpthrillers, misschien wel geïnspireerd door Dick Bos. Wie weet! Ik heb trouwens een medegelovige in Paul Verhoeven die al zijn hele leven rondloopt met plannen voor een Dick Bos-film. Die heeft hij zonder het te weten trouwens al gemaakt: Zwartboek.
Wanneer kwam je er voor het eerst mee in aanraking? En wat deed dat met je? Ik heb zopas een oude Stripschrift teruggevonden uit 1971, een Dick Bos-special waarin een bibliografie is opgenomen. Daarin heb ik als pubertje met potlood aangestreept welke boekjes ik in bezit had: 47 in totaal! Ik herinner me (want ze zijn in de loop der jaren zoekgeraakt) dat die voornamelijk uit de nieuwe serie kwamen die Mazure in de jaren zestig tekende. In een Britse setting en met de bevallige Sheila als Bos’ secretaresse. Ze zijn ook een stuk beter getekend, want Mazure kon het wel. Maar toch, die krukkige oudjes zijn me het dierbaarst. Dick Bos die in zijn cabriolet over een met twee strepen aangeduid landweggetje naar een verdacht adresje scheurt – kippenvel. Ook de teksten zijn me zeer dierbaar, vraag maar aan mijn vriendin. Die hoort me er te pas en te onpas de Bos-klassieker ‘Na zoo’n klap zeggen ze gewoonlijk niet veel meer’ uitgooien. Ook als de situatie er helemaal niet om vraagt. Bos ‘bekt’ gewoon lekker.
In de rubriek Stripliefde vertellen striplezers over hun favoriete strip of strips. Op deze manier bouwen we langzaam een interessante leeslijst op. Ook meedoen? Check hier hoe je dat doet. Ik kijk uit naar je inzending. Oh ja: mocht iemand anders al je favoriete strip genoemd hebben, stuur dan even goed je inzending in, want jouw reden om de strip goed te vinden kan heel anders zijn. Bovendien is je eerste kennismaking en wat dat met je deed waarschijnlijk anders dan die van andere lezers.
Waarom zijn dit je favoriete strips? Wat vind je er zo goed aan?
Goed getekend en absurde verhalen. Ze laten verotting zien, de underdogs in de samenleving. Schreurs doet dat in de realiteit en Cooper wat meer in droomwerelden. Ze hebben beide een unieke stijl en een eigen taaltje. Het swingt van het papier af. Ik vind Schreurs eigenlijk ook nog mijn favoriete kunstenaar, mede door het eerlijke, vlezige, bewegende van zijn werk.
Wanneer kwam je er voor het eerst mee in aanraking? En wat deed dat met je?
Bij striphandel Noord in Rotterdam. Het was alsof ik de strips kon ruiken, ranzige lijnen, die mij wat aan S. Clay Wilson en Robert Crumb deden denken, maar woderwel toch weer geheel anders. Door het werk van Schreurs en Cooper werd ik verliefd op underground comics. Ik runde mede hierdoor Slaphanger, een Galerie-underground strip en muziekwinkel in Rotterdam van 1994-2003.
In de rubriek Stripliefde vertellen striplezers over hun favoriete strip of strips. Op deze manier bouwen we langzaam een interessante leeslijst op. Ook meedoen? Check hier hoe je dat doet. Ik kijk uit naar je inzending. Oh ja: mocht iemand anders al je favoriete strip genoemd hebben, stuur dan even goed je inzending in, want jouw reden om de strip goed te vinden kan heel anders zijn. Bovendien is je eerste kennismaking en wat dat met je deed waarschijnlijk anders dan die van andere lezers.
Iedere vrijdag delen striplezers hun stripliefde en vertellen over hun favoriete strip.
Wat is je naam, je leeftijd en je wat doe je voor werk? Cok Jouvenaar, 44 jaar, dtp-er/vormgever en redacteur. Onder meer van het magazine StripNieuws. Daarnaast schrijf ik ook stukjes voor 3voor12 Den Haag en de Popunie.
Welke strips zijn je favoriet en lees je nu nog steeds? Jonathan, Thorgalen Jugurtha.
Waarom is/zijn dit je favoriete strip(s)? Wat vind je er zo goed aan?
Allereerst door het briljante tekenwerk van Cosey, Franz en Rosinski. In mijn optiek weten alle drie de tekenaars de figuren te laten acteren. Tevens word ik elke keer weer meegenomen in de verhalen. Hoe campy en simpel ook. Jonathan lijkt heel zweverig, maar het gevoel van reizen, India en New Age voel ik echt tijdens het lezen.
Wanneer kwam je er voor het eerst mee in aanraking? En wat deed dat met je?
Strips werd mij met de paplepel ingegoten. Mijn vader is een groot liefhebber. Bladen als Eppo, Wham en later als vervanger hiervan, Robbedoes, vielen bij ons wekelijks op de deurmat. In 1981 nam mijn vader via zijn werk uit de leesportefeuille oude nummers van het weekblad Kuifje mee. De bovengenoemde strips intrigeerden mij direct. Dit was voor grote jongens, vond ik. Dit ging verder dan de truttigheid van Eppo. De vrouwelijke tegenspeelsters van Jugurtha en Thorgal, respectievelijk Vania en Aaricia waren echt sexy en in Jonathan dacht ik de sixties te herkennen. Deze helden hebben voor mij de weg geopend naar strips als XIII, Largo Winch, Jeremiah en het werk van Bilal. Helaas is Franz overleden, waardoor Jugurtha niet meer verschijnt. Maar elk deel van Jonathan en alle Thorgals koop ik blind. Zelfs in de periode dat ik mij niet zo met strips bezig hield, scoorde elk nieuw album een dikke voldoende bij mij. Van de week kocht ik Thorgals nieuwste Kah-Aniël. En weer was het genieten en voelde ik mij weer dat jongetje van twaalf.
In de rubriek Stripliefde vertellen striplezers over hun favoriete strip of strips. Op deze manier bouwen we langzaam een interessante leeslijst op. Ook meedoen? Check hier hoe je dat doet. Ik kijk uit naar je inzending. Oh ja: mocht iemand anders al je favoriete strip genoemd hebben, stuur dan even goed je inzending in, want jouw reden om de strip goed te vinden kan heel anders zijn. Bovendien is je eerste kennismaking en wat dat met je deed waarschijnlijk anders dan die van andere lezers.
Iedere vrijdag delen striplezers hun stripliefde en vertellen over hun favoriete strip.
Wat is je naam, je leeftijd en je wat doe je voor werk? Ludwig Volbeda, (1990) tekenaar.
Welke stripmakers zijn je favoriet en lees je nu nog steeds? François Schuiten en Benoît Peeters, de Duistere Steden-reeks. Getekend met griezelige perfectie. De reeks laat zich lezen als een prentenboekstrip, een reisverslag van een andere wereld. In deze andere wereld leeft bijna iedereen in steden en deze steden zijn gevuld met schitterende architectuur en technologie. Ik vind het iets heel bijzonders, dat je met typmachines, broeikassen en gietijzer een collage maakt en dat die collage levensvatbaar blijkt te zijn.
Nog een favoriet, wat fragmentarischer, is deEiland-reeks van Tobias Schalken en Stefan van Dinther. Het zijn korte verhalen dus ik kan geen synopsis geven. In deze reeks lijkt het net alsof strip een onbekend terrein is, dat je met alle mogelijke middelen kan verkennen.
Het ware verhaal van de onbekende soldaat van Tardi. Een strip met een ontzettend intuïtief verhaal, het stroomt maar door en door. Een decadent decor, plotselinge ontploffingen, bizarre personages, vogels. De pagina’s onstonden improviserend en alles krijgt daardoor de structuur van een droom. Blijkbaar is dat parallelle en dromerige iets dat me aanspreekt in strips.
Verder valt me nog iets op aan mijn lievelingsstrips en dat is hoe tekenaars hun personages laten acteren. In het verzamelalbum Brussels in shorts, zit een mooie strip van Frederik van den Stock. Zijn hoofdpersoon, een jongen op kamers, is zo geloofwaardig schutterig. Het zijn net potloodfoto’s, de manier waarop de jongen zijn mond afveegt na een slok bier, in de disco aan zijn elleboog staat te plukken en een meisje niet verstaat. De houdingen zijn heel erg goed getroffen.
Nog zo’n treffende strip, ook echt een lievelings, is De smaak van chloor van Bastien Vivès. Een jongen, een meisje en een zwembad. De tekeningen zijn simpel, de lijnen meanderen een beetje, de kleuren zijn helder, ik kan zien wat er gebeurt en toch snap ik het niet. Ik krijg het verhaal niet rond in mijn hoofd. Een frustrerende aanrader.
Wanneer kwam je er voor het eerst mee in aanraking? En wat deed dat met je?
Ik las altijd veel strips maar er zaten niet echt strips tussen die ik echt verschrikkelijk mooi vond. Toen ik tien was ging het gezin op vakantie. Mijn moeder kocht ook altijd een dik stripboek voor onderweg. Maar ik ben autoziek en mijn zus niet. Zij las dus dat boek, ik leun zo een beetje over het midden van de auto en ik kijk half mee. Het was zo’n Suske en Wiske familiestripboek, een verzamelalbum met Biebel, etc. En een strip die bijzonder opviel, Sarah en Robin, van Dupré. Eigenlijk was die eerste indruk intens, dat je weet dat je iets gevonden hebt dat je graag wilt lezen en dat je nog moet wachten. Volgens mij heb ik het uiteindelijk bij een benzinestation gelezen.
Het verhaal heet Zes weken. De strip gaat over Sarah en haar onzichtbare vriend Robin. Robin verdwijnt steeds en blijkt te verblijven in een schitterende tuin die door een andere jongen is verzonnen. Ik vond het verhaal geweldig en de tekeningen heel erg mooi. Ik vind het raar hoe werkelijk de indruk van een fictief verhaal kan zijn. De herinneringen aan het verhaal zijn minstens zo werkelijk als herinneringen aan de basisschool. Na die strip ben ik meer selectief strips gaan lezen, zoeken naar dingen die ik echt mooi vond.
In de rubriek Stripliefde vertellen striplezers over hun favoriete strip of strips. Op deze manier bouwen we langzaam een interessante leeslijst op. Ook meedoen? Check hier hoe je dat doet. Ik kijk uit naar je inzending. Oh ja: mocht iemand anders al je favoriete strip genoemd hebben, stuur dan even goed je inzending in, want jouw reden om de strip goed te vinden kan heel anders zijn. Bovendien is je eerste kennismaking en wat dat met je deed waarschijnlijk anders dan die van andere lezers
Iedere vrijdag delen striplezers hun stripliefde en vertellen over hun favoriete strip.
Wat is je naam, je leeftijd en je wat doe je voor werk?
Mijn naam is Patty Walvis, ja, ja, ik ben 64, ik werk in de zorg als welzijnsmedewerkster, het vroegere activiteitenbegeleiding.
Welke strip(s) is/zijn je favoriet en lees je nu nog steeds? Alles van Will Eisner, vooral de boeken zoals Dropsie Avenue, The Plot en A Contract with God. The Spirit komt dan op een goede tweede plaats. Verder houd ik erg van de comics van Alex Ross, prachtige stijl. Ben opgegroeid met Spider-Man, toen hij nog gewoon Spinneman heette en de comics in zwart/wit waren. Niet te vergeten Art Spiegelman. Bepaalde graphic novels vind ik mooi, maar op eenzame hoogte staat bij mij al jaren Will Eisner.
Nederlandse en Belgische strips en tekenaars: Marq van Broekhoven, Marc Verhaegen, Kees Sparreboom, Jan Kruis, Martin Lodewijk, Don Lawrence en vele vele meer. Volgend jaar hoop ik voor de 29ste keer naar de Stripdagen in Gorinchem te gaan. Op de Stripdagen valt het altijd op, hoe sympathiek de tekenaars/tekstschrijvers zijn, je vergeet daar helemaal de tijd en je leeftijd. Het is elk jaar weer genieten. Ik zie daar trouwens altijd veel mensen van mijn leeftijd. Zo’n dag vliegt om, ik kan het iedereen aanraden eens een keertje te gaan. Ik koop veel strips als de tekenaars er zitten voor een handtekening en een tekening in je boek, ik heb inmiddels al een flinke verzameling gesigneerde boeken.
Wanneer kwam je er voor het eerst mee in aanraking? En wat deed dat met je? Voor het eerst kwam ik in aanraking met strips door mijn inmiddels overleden broer, hij was 12 jaar ouder als ik. Hij had al de eerste uitgaven van Tom Poes (tijdschrift, ingebonden), Robbedoes en Kuifje. Ook had hij boeken van Jan Kordaat en vele anderen. Als kind las ik Suske en Wiske, Bessy, De Rode Ridder e.d. Wat deed dat met je, vraag je? Ja, ik ben inmiddels een dagje ouder en lees nog steeds strips. Ga ook naar stripverfilmingen in de bioscoop, heel goed vond ik Watchmen, die moet ik nog eens herzien.
In de rubriek Stripliefde vertellen striplezers over hun favoriete strip of strips. Op deze manier bouwen we langzaam een interessante leeslijst op. Ook meedoen? Check hier hoe je dat doet. Ik kijk uit naar je inzending. Oh ja: mocht iemand anders al je favoriete strip genoemd hebben, stuur dan even goed je inzending in, want jouw reden om de strip goed te vinden kan heel anders zijn. Bovendien is je eerste kennismaking en wat dat met je deed waarschijnlijk anders dan die van andere lezers.
Iedere vrijdag delen striplezers hun stripliefde en vertellen over hun favoriete strip. Dit keer een zeer korte bijdrage over twee heel mooie strips.
Wat is je naam, je leeftijd en je wat doe je voor werk? Ruben van Dijk, 54 jaar, zelfstandig ondernemer.
Welke strips zijn je favoriet en lees je nu nog steeds? De Blueberry-reeks met Jean Giraud als tekenaar, Comanche-reeks met Hermann Huppen als tekenaar.
Waarom zijn dit je favoriete strips? Wat vind je er zo goed aan? De tekeningen van Giraud waren altijd perfect en de eerste 5/6 delen van Comanche waren super!
Wanneer kwam je er voor het eerst mee in aanraking?
Vanaf begin jaren 70.
In de rubriek Stripliefde vertellen striplezers over hun favoriete strip of strips. Op deze manier bouwen we langzaam een interessante leeslijst op. Ook meedoen? Check hier hoe je dat doet. Ik kijk uit naar je inzending. Oh ja: mocht iemand anders al je favoriete strip genoemd hebben, stuur dan even goed je inzending in, want jouw reden om de strip goed te vinden kan heel anders zijn. Bovendien is je eerste kennismaking en wat dat met je deed waarschijnlijk anders dan die van andere lezers.
Iedere vrijdag delen striplezers hun stripliefde en vertellen over hun favoriete strip.
Wat is je naam, je leeftijd en je wat doe je voor werk?
Mijn naam is Jos van Waterschoot, 48 jaar en ik ben conservator populaire cultuur bij de Bijzondere Collecties van Universiteit van Amsterdam. Uit hoofde van die functie beheer ik een van de grootste stripcollecties van Nederland. Daarmaast ben ik de hoofdredacteur van stripinformatietijdschrift Stripnieuws.
Welke strip is je favoriet en lees je nu nog steeds? Mijn favoriete strip is Watchmen. Ik kan zonder verveling het dikke boek met alle afleveringen èn de film steeds opnieuw lezen en bekijken.
Waarom is dit je favoriete strip? Wat vind je er zo goed aan? Alan Moore is naar mijn smaak een van de meest begenadigde stripscenaristen van de laatste 25 jaar. Alles wat hij schrijft is minimaal de moeite waard, maar behoort naar mijn oordeel tot de absolute wereldtop. In geval van Watchmen is het de dubbele laag die het zo boeiend maakt. Het is feitelijk een strip over een stripgenre en hij rekent daar tamelijk genadeloos mee af. De typische Amerikaanse stripsuperhelden blijken allemaal opportunisten, egoïsten, autisten of anderszins aangetaste geesten te zijn die lange tijd hun heldenstatus konden hooghouden, maar nu worden ontmaskerd. Het zijn geen goden, maar mensen en door hun superkwaliteiten wordt hun menszijn alleen maar uitvergroot. En van de mens, zo weten we uit het werk van Moore, hebben we niet veel goeds te verwachten.
Wanneer kwam je er voor het eerst mee in aanraking? En wat deed dat met je? Mijn goede vriend Kees Kousemaker, toenmalig eigeneaar van stripwinkel Lambiek, drukte de Amerikaanse verzamelbundel in mijn hand toen die net een tijdje uit was. Dat was in 2008. Hij zei erbij: dit is iets heel bijzonders, zoiets heb je nog nooit gelezen. Misschien hebben zijn woorden nog wel een schepje er bovenop gedaan dat ik het zo goed ben gaan vinden. Toen ik het ging lezen trof het me als een hamerslag en sindsdien heeft het me niet meer losgelaten.
In de rubriek Stripliefde vertellen striplezers over hun favoriete strip of strips. Op deze manier bouwen we langzaam een interessante leeslijst op. Ook meedoen? Check hier hoe je dat doet. Ik kijk uit naar je inzending. Oh ja: mocht iemand anders al je favoriete strip genoemd hebben, stuur dan even goed je inzending in, want jouw reden om de strip goed te vinden kan heel anders zijn. Bovendien is je eerste kennismaking en wat dat met je deed waarschijnlijk anders dan die van andere lezers.
Iedere vrijdag delen striplezers hun stripliefde en vertellen over hun favoriete strip.
Wat is je naam, je leeftijd en je wat doe je voor werk? Veerle Devos, 30 jaar en leerkracht Duits-Nederlands.
Welke strip(s) is/zijn je favoriet en lees je nu nog steeds? Ik heb het eigenlijk vooral voor de ‘echte’ Belgische stripverhalen. Het was erg moeilijk om te kiezen uit mijn collectie maar mijn absolute favoriet is de stripreeks Sam van Jan Bosschaert en Marc Legendre, en vooral het verhaal Circus Campioni. Daarnaast heb ikI love Parisvan Maarten Vande Wiele al tientallen keren gelezen (love the drama) en ik ben ook fan van de Nooit-misschien-ooit– reeks van Kristof Spaey en Marc Legendre. Daarnaast koop ik bijna alle reeksen waar de naam Jean Dufaux aan verbonden is (Jessica Blandy, Santiag, de aasgieren,…). En oh ja, ook Blacksad vind ik super goed (zo kunnen we wel nog even doorgaan).
Waarom is/zijn dit je favoriete strip(s)? Wat vind je er zo goed aan? Ik vind Sam nog steeds een straffe meid en ik keek er als jong meisje ook al erg naar op. Want wie wil niet dezelfde avonturen meemaken als dit knap strippersonage? Toen ik twaalf jaar was en een brief schreef naar het Sukske en Wiske weekblad om te vertellen hoe tof ik de avonturen van Sam wel vond, kreeg ik een persoonlijke brief en tekening van Jan Bosschaert terug. Sindsdien is mijn liefde voor deze reeks en voor het werk van Jan Bosschaert enkel groter geworden. Ik hou enorm veel van zijn teken (schilder)stijl en heb zelf ook enkele werken van hem hangen.
Ik hou wel van wat drama en daarom vind ik de I love Paris-verhalen ook super. De tekenstijl van Maarten Vande Wiele zorgt er echt voor dat dit verhaal tot zijn recht komt. Los van elkaar zou het niet kloppen.
Verder hou ik ook van de tekenstijl van Kristof Spaey. Ik heb zijn vintage covers ook gekocht op de laatste Facts-beurs in Gent.
Wanneer kwam je er voor het eerst mee in aanraking? En wat deed dat met je? Strips zijn er bij mij met de paplepel ingegeven. Mijn vader verzamelt al strips van zijn 10 jaar en ik ben opgegroeid met Suske en Wiske, Jommeke, Nero, Urbanus. Zelf ben ik al van mijn twaalf jaar fan van de stripreeks Sam. Mijn eerste ervaring met het lezen van Sam kwam er, zoals hierboven vermeld, door mijn abonnement op het Suske en Wiske weekblad. Ik keek dan ook iedere week uit om dit tijdschrift te ontvangen en bladerde dan ook onmiddellijk door naar de avonturen van Sam. Ondanks het feit dat ik absoluut geen plaats meer heb in mijn boekenkast, blijf ik maar strips kopen.
In de rubriek Stripliefde vertellen striplezers over hun favoriete strip of strips. Op deze manier bouwen we langzaam een interessante leeslijst op. Ook meedoen? Check hier hoe je dat doet. Ik kijk uit naar je inzending. Oh ja: mocht iemand anders al je favoriete strip genoemd hebben, stuur dan even goed je inzending in, want jouw reden om de strip goed te vinden kan heel anders zijn. Bovendien is je eerste kennismaking en wat dat met je deed waarschijnlijk anders dan die van andere lezers.
Iedere vrijdag delen striplezers hun stripliefde en vertellen over hun favoriete strip. Dit keer een inzending van een student Comic Design. Ik hoop dat zijn medestudenten zijn voorbeeld zullen volgen.
Wat is je naam, je leeftijd en je wat doe je voor werk? Jan-Willem Spakman, 21 jaar en ik ben striptekenaar/cartoonist.
Welke strip(s) is/zijn je favoriet en lees je nu nog steeds?
– Guust Flater.
– Sjef van Oekel.
– The Killing Joke.
– Sin City.
– Dirkjan.
Waarom zijn dit je favoriete strips? Wat vind je er zo goed aan?
– Guust Flater. Fantastisch getekend en heerlijk kantoor-humor. Tijdloze humor.
– Sjef van Oekel. Platen waar menig tekenaar jaloers op is. De Nederlandse steden die worden getekend léven echt. Geniaal schrijfwerk en goeie grappen.
– The Killing Joke. Mooi getekend en een duistere draai aan bestaande klassiekers. De Joker was voor mij nog nooit zo echt.
– Sin City. Meesterwerk van Miller. Koning van het Zwart-Wit (en nog een kleurtje).
– Dirkjan. Voor mij de beste humoristisch gagstrips uit Nederlands. Simpel en effectief met een gigantisch skala aan grappen.
Wanneer kwam je er voor het eerst mee in aanraking? En wat deed dat met je?
Ik ben pas echt strips en Graphic Novels gaan lezen toen ik begon met mij opleiding Comic Design aan de kunstacademie. Daarvoor las ik ook al wel Kuifje en Asterix. De bovengenoemde strips zijn voor mij een streven. Ik bewonder ze, en ze helpen mij te zien dat ik altijd beter kan worden in wat ik doe.
In de rubriek Stripliefde vertellen striplezers over hun favoriete strip of strips. Op deze manier bouwen we langzaam een interessante leeslijst op. Ook meedoen? Check hier hoe je dat doet. Ik kijk uit naar je inzending. Oh ja: mocht iemand anders al je favoriete strip genoemd hebben, stuur dan even goed je inzending in, want jouw reden om de strip goed te vinden kan heel anders zijn. Bovendien is je eerste kennismaking en wat dat met je deed waarschijnlijk anders dan die van andere lezers.