Categorieën
Strips

24 uur striptekenen

Dit weekend vond voor alweer de vijfde keer de 24 Hour Comics Day plaats in stripwinkel Lambiek, te Amsterdam. Een aardig grote groep stripmakers liet zich wederom vrijwillig opsluiten om binnen een etmaal 24 pagina’s te tekenen. Wasco, Aimee de Jongh, Hallie Lama, Lamelos, Mattt Baay, Gerrie Hondius en Emma Ringelberg waren onder andere aanwezig.
Gekkenhuis die 24 Hour Comics Day zul je wellicht denken. Toen ik in Lambiek was op zaterdagmiddag heerste er echter nog een vrolijke stemming.

Zelfs Menno Kooistra, die voor de derde keer een poging deed om de 24 pagina’s af te tekenen, was in een goede bui rond 16 uur. Halverwege de nacht zou hij afhaken, nadat hij negen mooie stroken van zijn zombiestrip had getekend.

Ger van Wulften van uitgeverij Xtra en stripintendant Gert Jan Pos kwamen ook even kijken hoe het de stripmakers verging. Lot Rossmark, een van de medewerkers van Lambiek, zal later deze week een video van het gebeuren publiceren. Uiteraard is die dan ook op deze site te zien.

In het stripmuseum Groningen gingen ook stripmakers de strijd aan met tekenkramp, uitputtingsverschijnselen en inspiratiedipjes.

Hieronder portretten van enkele van de dappere helden in Amsterdam:

Menno Kooistra heeft al drie stroken af.
Viktor Venema heeft aan papier niet genoeg.
Robert – Dandy – van Raffe heeft er ook zin in.

 

Stripcollectief Lamelos zonder Sam (en met Mattt Baay helemaal achteraan.)

 

Nog meer Matt Baay.

 

Hallie Lama weet nu al dat hij op tijd klaar zal zijn.
Jeroen Funke en Boris Peeters nemen een momentje.

 

Aimee de Jongh poseert.
Emma Ringelberg ook.

Zondagochtend heb ik Lambiek weer bezocht. In tegenstelling tot de stripmakers bracht ik de nacht gewoon in mijn bedje door in plaats van achter een tekentafel in Lambiek. Bij aankomst bleek dat sommige tekenaars al klaar waren en het pand hadden verlaten. Mattt Baay tekende nog vrolijk door aan zijn cover, en had rond 10 uur zijn nieuwe Bunbun-strip afgemaakt. Hallie Lama was rond 8 uur in de ochtend klaar. Nog steeds snel, zeker als je je bedenkt dat hij zaterdag pas om 14 uur was begonnen met tekenen. ‘Daarbij heb ik ook veel rookpauze genomen,’ lichtte Hallie toe. We spraken gekscherend af dat hij volgend jaar ‘ghost artist’ wordt voor mensen die hun pagina’s niet halen. Hallie zal dan wel voor ze bijtekenen.

Boris Kousemaker van Lambiek (helemaal rechts, bovenaan de trap) kondigt het einde van 24 Hour Comics Day aan.

In tegenstelling tot vorig jaar kreeg Emma Ringelberg haar strip op tijd af. Nou ja, zoals ze zelf zei: ‘Mijn verhaal was op pagina 18 al klaar, dus heb ik er nog een kort verhaaltje bij gemaakt.’ Het zeventienjarige tekentalent uit Dieren deed voor de tweede keer mee. Viktor Venema en Maarten Janssens waren net als vorig jaar niet heel erg ver gekomen. Stripmakers als Gerrie Hondius en Wasco lieten hen figuurlijk in het stof bijten. Gerrie leverde 24 pagina’s in kleur af, genaam Eenden Soep, terwijl Wasco maar liefst 37 pagina’s van tekeneningen voorzag. Robert van Raffe, mijn dandycollega van Zone 5300, liep voldaan rond door de stripwinkel zondag. Ook hij had zijn werk er op tijd op zitten. Zoals gewoonlijk eindigde de 24-uur met champagne en applaus, waarna de doodvermoeide tekenaars langzaamaan huiswaarts gingen.

Wasco is wel toe aan een borrel.
(Let op het vrolijke hoofd van Ringelberg op de achtergrond.)


Terugblik

Vorig jaar ging het er als volgt aan toe in Lambiek:


Zie hier de 24 Hour Comic van:

Categorieën
Strips

Een nadere blik op het video-interview directeur Stripmuseum

Albert Kraai, de vestigingsmanager/directeur van het Stripmuseum in Groningen, is geïnterviewd door Volkskrant Banen in de serie De jongste van Nederland. Kraai is met 32 jaar immers de jongste museumdirecteur van het land. Journaliste Annette Posthumus maakte er ook een videootje bij. Het is natuurlijk een trend onder redacties dat er tegenwoordig ook video bij gemaakt moet worden. Het internet vereist bewegende beelden. En door een reclamespot in de preroll te stoppen verdient de krant er ook nog wat aan ook. In plaats van dat men de moeite neemt een professional voor de videocontent in te huren, worden de videoreportages vaak door de redacteuren zelf gemaakt na een snelle weekendcursus ‘Hoe maak je een video’. Het gevolg is veelal saaie, slechte video’s waarin de mogelijkheden van het medium tot aan een minimum worden gebruikt.Dat valt op het eerste gezicht wel mee met de video van Posthumus. Ze laat veel zien van het Stripmuseum. De video geeft een aardig beeld van wat het museum te bieden heeft wat betreft de exposities en de interactie die er met het publiek gezocht wordt. Het is leuk om de installatie van Sigmund te zien, toch een van de trekpleisters op dit moment. Schrijnend is het feit dat we een nagenoeg lege museumvloer zien. Waar zijn de bezoekers? De museumdirecteur moet zelf een onderdeel van de expositie demonstreren waar kinderen een tekenfilmpje kunnen maken, want geen kind te bekennen in het museum. Dat is in ieder geval al slechte reclame voor het museum.Vanuit journalistiek oogpunt gezien stelt de video niet veel voor. Aangezien de video op de site middenin het geschreven artikel staat ingevoegd, kunnen we aannemen dat het als bijproduct bedoeld is en dat het zwaartepunt van informatievoorziening ligt bij de geschreven tekst. (Tot mijn verbazing wordt de video elders op de site ook solo aangeboden.) Als losstaande reportage schiet het werkje immers danig tekort, want die paar quotes van Kraai die tussen de sfeerbeelden gemonteerd zijn mag geen volwaardig interview genoemd worden. De quotes die er in de video voorkomen zijn onvolledig en daardoor loos. Ik citeer Kraai even: “Je ziet dat het nu weer beter gaat met de strip. Er worden meer albums uitgegeven dan ooit tevoren en na een aantal moeilijke jaren is de strip weer op weg naar boven.” Interessant, kun je dat toelichten, want het feit dat er meer albums worden uitgeven betekent immers niet dat er meer verkocht worden?Kraai legt het niet uit en vervolgt: “Een op de drie boeken in België die verkocht worden is een stripalbum, daar kunnen wij als Nederlanders niet aantippen.” Dus het gaat niet goed met de Nederlandse strip? Wat bedoelt hij nu precies? Ik ga ervan uit dat Kraai weet waar hij het over heeft, want tja, hij is de directeur/vestigingsmanager van het Nederlands Stripmuseum, maar door de manier waarop het interview gemonteerd is, lijkt dat niet het geval te zijn. Na de korte demonstratie tekenfilm maken volgt nog iets over het museum als experience. Hoewel aan het begin van de video de vraag in beeld kwam, wordt dit nu volledig losgelaten. Dit is niet alleen een stijlbreuk, de laatste quotes lijken hierdoor nog meer los zand; de video lijkt hierdoor minder gestructureerd.Daarbij ontkrachten de beelden Kraais uitspraak dat het museum een experience moet zijn. Dat het museum opwindende experiences biedt, is niet echt aan Kraais gezicht af te lezen als hij de diagnose van Sigmund te horen krijgt. Wederom was het beter geweest als een bezoeker hiervoor model had gestaan dan Kraai zelf. Tot slot nog een brandende vraag: waarom worden er altijd van die lullige muziekjes gebruikt als het om strips gaat? Zo halen we het genre nooit los van het kinderlijke imago. Goede pr verzorgen voor het genre is natuurlijk niet de taak van de journalist, wel een goed item afleveren. Ook daarin valt mijns inziens dus nog wat aan te verbeteren.