Ger van Wulften wordt op de Stripdagen terecht onderscheiden voor zijn bijzondere verdiensten voor het beeldverhaal. Al meer dan veertig jaar is deze eigenzinnige uitgever een stimulans voor de Nederlandse stripwereld.
‘Als je keuzes maakt, dan moet je ze ook volledig uitvoeren. Je gaat ergens voor of niet. Dat is voor mij altijd een rode draad geweest,’ vertelt Ger van Wulften (1945). ‘Ik heb nooit iets uitgegeven waar ik niets meer van wil weten. Een enkel boek misschien,’ zegt hij met een glimlach.
We spreken elkaar in een van de vertrekken van Uitgeverij Xtra in Amsterdam, waar grote posters aan de muur hangen van recente en toekomstige uitgaven, maar waar men niet snel sporen zal vinden van zijn uitgeversverleden. Van Wulften leeft in het nu en kijkt niet graag terug. ‘Geweest is geweest,’ stelt hij. ‘Volgens mij hebben we het allemaal goed gedaan, al zullen anderen daar wellicht anders over denken.’
Zaterdag 25 september krijgt hij op de Stripdagen in Houten de P. Hans Frankfurtherprijs. Deze prijs, vernoemd naar de in 1996 overleden oprichter van het Stripschap, wordt ieder jaar uitgereikt aan een persoon die zich op bijzondere wijze heeft ingezet voor het medium strip. Het werd hoog tijd dat de eigenzinnige Van Wulften een dergelijke erkenning kreeg. Hij draait al meer dan veertig jaar mee in het stripwereldje. Als uitgever en vormgever van strips en stripbladen als De Balloen en tegenwoordig Pulpman, organisator van evenementen en stimulator van nieuw talent.
In de jaren zeventig en tachtig presenteerde hij een jonge, veelbelovende generatie stripmakers aan het grote publiek. Talent als Gerrit de Jager, Hein de Kort en Eric Schreurs bood hij een podium. ‘Schreurs (van Joop Klepzeiker) ontmoette ik tijdens een tekensessie in stripwinkel de Zaak Zonnebloem in de Haarlemmerstraat in Amsterdam. Daar zat hij te tekenen. Je staat naar de man te kijken, kijkt nog eens rond naar de andere tekenaars en je beseft dat hij hét heeft. Er zat persoonlijkheid in zijn werk. Schreurs deed alles met intensiteit en eerlijkheid. Hij had boeiende dingen te vertellen, verhalen die overigens voor die tijd schrikbarend ver gingen. In vergelijking met de strips die er toen uitkwamen was Schreurs andere koek. Het was spannend, dus dat wilde ik uitgeven.’
Nekschot
Van Wulften heeft altijd oog gehad voor gewaagde strips waar andere uitgevers hun vingers niet aan durven branden. ‘Dat soort werk heeft iets te melden, vind ik. Het moet een beetje schuren, mag tegendraads zijn. Overigens hoeft het boek helemaal niet mijn mening te zijn,’ zegt Van Wulften die twee bundels uitgaf van Gregorius Nekschot, de cartoonist die in 2008 werd aangehouden omdat zijn grappen discriminerend jegens moslims zouden zijn en zelfs tot haat zouden aanzetten. Van Wulften: ‘Nekschot is natuurlijk geen tekenaar met een hoge aaibaarheidsfactor. Het is geen Disney. Hij heeft een heel uitgesproken mening, maar alle meningen mogen gehoord worden, vind ik. Er hoort geen censuur te zijn. Gelukkig hebben we het uitgegeven en kwamen we redelijk uit de kosten.’
Of hij het volgende boek van Nekschot ook zal uitgeven, weet Van Wulften nog niet. ‘Dat hangt van het werk zelf af en of daar ontwikkeling in zit. Ik heb tegen hem gezegd dat hij zijn repertoire moet verbreden. Dat hij het verbeelden van het ongenoegen in de samenleving breder moet gaan zien.’
Theo van Gogh zat ook in het fonds van Van Wulften. Toen de filmmaker een locatie nodig had om Charley (1986) op te nemen, bood Van Wulften zijn huis aan als locatie. ‘Vrienden is misschien een groot woord,’ zegt de uitgever over zijn relatie met de vermoorde cineast, ‘maar we hebben altijd door één deur gekund en altijd goed voor elkaar gezorgd.’ Van Wulften is niet bang in een bepaalde hoek geplaatst te worden door wat hij uitgeeft. ‘Ach, daar heeft iedere uitgever wel last van dat je een bepaald label opgeplakt krijgt. Daar kan ik me niet mee bezighouden. Dat is een probleem voor de labelaars.’
Manager
Van Wulften was de eerste in Nederland die grote evenementen organiseerde rondom strips, met prijsuitreikingen voor stripmakers waar een hele show omheen zat. Daarnaast runde hij een management en boekingskantoor en organiseerde hij optredens voor mensen als Bram Vermeulen, Herman Brood en Van Gogh, vaak in combinatie met stripmakers die de muziek hadden ontdekt. Op stripvlak begon hij als vormgever van stripbladen als Pep en Eppo, daarna gaf hij ook zelf stripmagazines uit als Gummi, met daarin kwaliteitsstrips van onder andere Dick Matena, Will Eisner, Claire Bretécher, Jacques Tardi en Marcel Gotlib. Aan de andere kant van het spectrum zitten de erotische strips van Penthouse Comix die Van Wulften ook uitgaf.
Oudpapierstalletjes
Gevraagd naar of hij blij is met de onderscheiding, antwoordt Van Wulften dat hij het hartstikke leuk vindt, maar dat hij tevens zijn twijfels heeft over de organisator van de Stripdagen. Volgens Van Wulften gaat het niet goed met de Nederlandse stripbeurzen en vooral die in Houten is op sterven na dood. ‘Ze hadden ooit een gigantische aandacht,’ vertelt hij. ‘Het waren grote beurzen met veel bezoekers. Dat heeft het Stripschap zelf naar de klote geholpen. De beurzen zijn alleen maar kleiner geworden, want de nieuwe generatie laat ze links liggen’
Daar snijdt Van Wulften een heikel punt aan, dat overigens geldt voor meer stripbeurzen in de lage landen die vooral een stoffig imago uitdragen. ‘Het is een plek vol oud papierstalletjes. Men focust te veel op het stukje papier met poppetjes. Vind je het gek dat daar niemand op afkomt?’ Om jongeren te trekken moet de stripwereld samenwerken met de game-industrie en animatie-industrie, vindt de uitgever. ‘Ik heb vaak genoeg gesprekken gehad met het Stripschap, maar daar komt niets uit. Ik heb wel sympathie voor de mensen die erin zitten, daar niet van.’
Gebrek aan talent
Wat de nieuwe, jonge generatie stripmakers betreft ziet Van Wulften het somber in. Hij heeft ook geen hoge pet op van de stripmakersopleiding in Zwolle die vorig jaar september is gestart. ‘Wat er in Nederland gemaakt wordt, vind ik van een bedroevend peil. Wat betreft talent gaat het helemaal niet goed. Dat is allemaal uiterst mager en onopgeleid. Op die opleidingen zitten allemaal leerkrachten die niet weten waar ze het over hebben. De stripmakers waar ik mee gewerkt heb die wisten hoe ze een verhaal moeten vertellen. Ze wisten hoe ze dingen krachtig moeten uitbeelden. Dat waren natuurlijk de exponenten van die generatie, maar stripmakers van dat kaliber zie ik op dit moment nergens.’ Desondanks staat de deur bij uitgeverij Xtra altijd open voor nieuw talent.
De Stripdagen zijn op 25 en 26 september in de Expo te Houten. Het thema van deze editie is 100 jaar Scouting.
Dit interview stond in VPRO Gids #39