Vandaag kwam mij dit vrolijk stemmende persbericht tegemoet. De camera’s zijn aan het rollen op de set van Hellboy 2: The Golden Army.Action-Thriller Reunites Actors Ron Perlman, Selma Blair and Doug Jones For Latest Astonishing Hellboy Adventure.Budapest, Hungary, June, 2007 – Principal photography has begun on the action-thriller Hellboy 2: The Golden Army from writer/director Guillermo del Toro and film producers Lawrence Gordon (Hellboy, Lara Croft: Tomb Raider, Die Hard), Lloyd Levin (Hellboy, United 93) and Mike Richardson (Hellboy, Gone). The film will be released on August 1, 2008.Del Toro, who most recently brought the Oscar®-winning elaborate fantasy Pan’s Labyrinth to the screen returns to helm the second installment, starring Hellboy alums Ron Perlman (Outlander, The Mutant Chronicles), Selma Blair (The Fog, In Good Company), and Doug Jones (Fantastic Four: Rise of the Silver Surfer, Pan’s Labryinth). With a signature blend of action, humor and character-based spectacle, the saga of the world’s toughest, kitten-loving hero from Hell continues to unfold in Hellboy 2: The Golden Army. Bigger muscle, badder weapons and more ungodly villains arrive in an epic vision of imagination from del Toro.After an ancient truce existing between humankind and the invisible realm of the fantastic is broken, hell on Earth is ready to erupt. A ruthless leader who treads the world above and the one below defies his bloodline and awakens an unstoppable army of creatures. Now, it’s up to the planet’s toughest, roughest superhero to battle the merciless dictator and his marauders. He may be red. He may be horned. He may be misunderstood. But when you need the job done right, it’s time to call in Hellboy (Ron Perlman).Along with his expanding team in the Bureau for Paranormal Research and Development — pyrokinetic girlfriend Liz (Selma Blair), aquatic empath Abe (Doug Jones) and protoplasmic mystic Johann — the BPRD will travel between the surface strata and the unseen magical one, where creatures of fantasy become corporeal. And Hellboy, a creature of two worlds who’s accepted by neither, must choose between the life he knows and an unknown destiny that beckons him. The screenplay for Hellboy 2 is written by Guillermo del Toro, from a screen story by del Toro and Mike Mignola, based upon the Dark Horse comic created by Mike Mignola and the 2004 motion picture Hellboy. The first installment, released by Revolution Studios in 2004, earned $100 million at the worldwide box-office and became a cult sensation when released on DVD. The character continues to be a top-seller in publishing and collectibles and has been expanded into best-selling animation and games. Hellboy 2: The Golden Army will film in both Budapest and the United Kingdom, with post-production based in London.En dat is goed nieuws. De eerste Hellboy zette een interessante wereld neer waar magie en harde superheldenactie goed samengingen. Met een voortreffelijke rol van Perlman en eyecandy in de vorm van Selma Blair. Nog een jaartje wachten. De tussentijd biedt een mooie gelegenheid om de strips weer eens te lezen.
Tag: Strips
(Hand)Teken(ing) des tijds
Een comic met handtekeningen van de makers roept enkele prikkelende vragen op…Eigenlijk heb ik handtekeningenjagers nooit goed begrepen. Als bewijs dat je iemand daadwerkelijk hebt ontmoet heb ik liever een foto om de herinnering te ondersteunen. Originele tekeningen of gesigneerd werk is iets anders, maar louter iemands handtekening op een velletje papier doet het niet voor mij.
Grappig dus dat ik laatst van vriend Paul een Amazing Spider-Man #232 voor m’n verjaardag kreeg, gesigneerd door John Romita Jr. en schrijver Roger Stern. Zeker niet de minsten in de comicwereld en daarom twee bijzondere handtekeningen. Amazing Spider-Man # 232 is een klassieker uit september 1982 waarin Spidey het opneemt tegen Mr. Hyde en Cobra. De comic is in goede staat en ruikt naar een combinatie van oude drukinkt en de tand des tijds. Voor de stripliefhebber een zoete, herkenbare geur. Comics werden toen nog op papier van mindere kwaliteit gedrukt en verkocht voor zestig dollarcent! Voor dat kleine bedrag kreeg je een prachtig getekend avontuur van 22 pagina’s (en wat reclame). In de loop der jaren is de nostalgische waarde van dit werkje prijsloos geworden.
Onschuld
Hoewel er flink geknokt wordt in deze aflevering, hadden de verhalen in die tijd toch iets onschuldigs. Deze onschuld lijkt in de jaren negentig verloren te zijn gegaan toen de superschurken meer zeer meer als psychopaten gingen gedragen(het beste voorbeeld in de Spiderman-comics hiervan is Carnage). Aangezien strips de tijd reflecteren waarin ze worden geproduceerd, impliceert dit type schurk in comics dat de maatschappij sinds begin jaren tachtig flink verhard is. Daarom des te fijner om soms weer een paar van die oude verhalen te lezen en weg te dromen naar een tijd dat dingen nog simpeler waren (in ieder geval in mijn leven, in 1982 was ik een jaar of vijf en had nog niet zo veel last van de Grote Boze Buitenwereld).
Volgens het certificaat bij de signeerde comic werden de handtekeningen door de grootmeesters op 17 januari 1998 te Las Vegas op de cover geplaatst, ruim 16 jaar nadat deze uitkwam. Ben benieuwd van wie de comic eerst was en of degene nog een zinnig woordje heeft gewisseld met John Romita Jr. en/of Roger Stern. Ik vraag me af wat ik de heren te zeggen zou hebben als ik ze zou ontmoeten…. Waarschijnlijk niets meer dan complimenteren met hun goede werk of iets anders nerd-achtigs. (Tenzij ik een interview afneem voor een artikel, maar dat is een compleet andere situatie.) Misschien maar goed ook dat ik ze nooit heb ontmoet. Ik lees liever hun comics… Wat zou jij je helden vragen als je ze zou ontmoeten?
Meer over de comics van Stern en Jr.Jr. zie: Leven met een webhoofd.
Lees ook: Nog niet dood.
Stripbeurs in Arnhem: De poster was beter
Omdat de stripbeurs in Rijswijk laatst een plezierig gebeuren was, keek ik al een paar dagen uit naar de stripbeurs in Arnhem die dit weekend plaatsvond. Geen van de verwachtingen werden echter ingelost: dit tafereel was de naam stripbeurs niet waardig.Het team van Nieuw Gehoer was aanwezig op de beurs. Ik had de snelweg gedeeld met Sjitske en Ziekehond, twee tekenaars die geregeld een bijdrage leveren aan de tekenbattle Nieuw Gehoer. Aangekomen in Arnhem viel het ons op dat het cultureelcentrum ‘De Coehoorn’ er van buiten wat aftands uitzag. Binnen was het niet veel beter: het pand had veel weg van een muf schoolgebouw en de deelnemers van ‘de beurs’ waren dan ook verspreid over verschillende lokaaltjes. Het was in een blik duidelijk: we zaten in de culturele rimboe. Toen de heren van Nieuw Gehoer vol goede moed hun spullen aan het uitstallen waren, had het geheel iets weg van zendelingen die cultuur kwamen brengen aan de massa. Helaas bleef die massa achterwege. Want dankzij de warmte, onbekendheid van de beurs en wellicht ook wel de locatie, was er de hele dag slechts sprake van binnendruppelend publiek. De meeste bezoekers bij de stands waren stripmakers die collega’s kwamen opzoeken. Van de frisse garde werden onder andere Aimée de Jongh, Stephan Brusche, Flo, Johan de Rooij, Rutger Ockhorst en Emma, Mrs. Falling Monkey, gesignaleerd.Het leek een lange dag te worden. Gelukkig werd de middag gered doordat ik samen met Mattt Baay een nieuw seizoen animaties Bunbun gaat Forward, voor de website IntermediairForward.nl, heb uitgestippeld. Een plezierige samenwerking die al een paar grappige animaties heeft opgeleverd. Ook maakte de aanwezigheid van stripmakers Jean-Paul Arends (Scribbly) en Merel Barends een hoop goed: interessante conversatiepartners met wie ik de namiddagzon deelde. De gesprekken over onder andere foute Hobbits (zijn er andere dan?), het tekenwerk van Sal Buscema en John Romita Jr., Batman Begins, Frank Millers 300 en het freelancerbestaan passeerden de revue. (Begon het toch nog een beetje op een stripbeurs te lijken.) Hallie Lama mixte daar nog interessante input bij over popmuziek, waardoor het toch een geheel onderhoudende middag werd. Zoals zo vaak bepaalt het gezelschap de sfeer, niet de locatie (Kerkhoven en gerechtsgebouwen uitgezonderd, uiteraard). Toen ik aan het einde van de dag samen met de mensen van Nieuw Gehoer het pand verliet om ergens wat te gaan eten, had ik geen enkele strip gekocht. Ik had niets kunnen vinden van het lijstje dat ik in mijn hoofd had. Een stripbeurs waar je met lege handen uitkomt, is eigenlijk zijn naam niet waardig. Volgend jaar kan Arnhem wat mij betreft dus worden overgeslagen.
Leven met een webhoofd
Ze zeggen wel eens dat de dingen die je ontdekt in je jeugd, je altijd op een bepaalde manier bijblijven. Mijn passie voor strips en bepaalde stripfiguren zijn daar een schoolvoorbeeld van.
Ik moet een jaar of acht, negen zijn geweest toen ik geïnteresseerd raakte in Spiderman-strips. Een vriendje van school, Peter, had een stapel Spektakulaire Spidermans thuis liggen. Ergens tussen de nummers dertig en zeventig. (Ongeveer Amazing Spider-Man # 210 t/m 266.) Mooie verhalen geschreven door Roger Stern, Denny O’Neil en Tom DeFalco en vaak getekend door John Romita Jr. en Ron Frenz. Ze zeggen wel eens dat de dingen die je ontdekt in je jeugd je altijd op een bepaalde manier bijblijven; in het geval van Spiderman-strips gaat dit geheel op. Dat eerste stapeltje, waar ik later eigen exemplaren van kocht, gevolgd door honderden andere comics, behoren nog steeds tot mijn favoriete strips.
Vindingrijk
Bij het herlezen besef ik dat de verhalen ook nu nog aardig overeind blijven. Roger Stern had er een handje van Spider-Man tegen atypische schurken te zetten. Dus in plaats van voor de zoveelste keer Doc Ock uit de kast te trekken, zette hij het Webhoofd tegenover Juggernaut – in principe een onmogelijke vijand voor Spidey omdat hij een paar klassen te sterk is. Hierdoor benadrukte Stern twee belangrijke kwaliteiten van Spider-Man: zijn doorzettingsvermogen en vindingrijkheid – hij pareert de brute kracht van Juggernaut met intelligentie en weet daarmee de kolos te verslaan. (Een wijze les voor de jonge lezertjes.)Ook bedacht Stern de schurk Hobgoblin. Op zich is dit een recycling van de Green Goblin (Hobbie stal de spullen van de Goblin en bracht enkele verbeteringen aan), maar is harder dan zijn voorbeeld en je kunt harder om hem lachen (Omdat de Green Goblin geestesziek is, is zijn kwaadwillendheid gedeeltelijke geëxcuseerd, terwijl de Hobgoblin een heerlijke wraaklustige eendimensionale schurk is.)
Uitgebleekt pak
Voor Stern schreef Denny O’Neil de verhalen, na Stern kwam Tom DeFalco. De drie heren zetten de traditie van Stan Lee voort en mengden de actie met een flinke dosis humor. Wanneer Peter Parker in Amazing Spider-Man # 213 zijn Spider-Man-pak wast met eigengemaakte zeep, komt het pak geheel verbleekt uit de was. Omdat hij geen ander kostuum meer heeft, slingert Spidey enkele comics lang rond in een uitgebleekt pak. Dat overkomt andere superhelden nu nooit.In al deze verhalen woont Peter in een armoedig appartement in de wijk Chelsea. Zijn grootste zorgen in het leven zijn het combineren van studie en het superheldenwerk, de contant om huur zeurende huisbazin Mrs. Muggins (die eruitziet als Ma Flodder, inclusief sigaar) en levenspest J. Jonah Jameson, zijn baas en eigenaar van The Daily Bugle. Kortom, het leven van Peter Parker in die comics lijkt erg op het standaardleven van een student (afgezien van de superschurken) en is daardoor wederom heel herkenbaar. (Nog niet h erkenbaar toen ik negen was natuurlijk, toen kickte ik vooral op het pak en de krachten van Spider-Man, maar later bleken er andere echo’s van de strips in mijn leven door te galmen.)
Jeugdelixer
Op dit moment herlees ik deze comics. Misschien probeer ik de schok dat binnenkort mijn vierde decennium op deze aardkloot ingaat te ontwijken door me terug te trekken in een sfeer van nostalgie. Misschien werd het gewoon weer eens tijd om te (her)ontdekken waarom ik überhaupt met het verzamelen van strips ben begonnen. De Schone Schrijfster schreef me laatst dat het koesteren van de passies uit je jeugd het enige jeugdelixer is dat bestaat. Ik voel me nu niet precies weer negen jaar oud, maar er komen wel een hoop goede herinneringen boven door het lezen van comics. En ergens ben ik nooit volwassen geworden, dus gaat haar verhaal wel degelijk op. In ieder geval zolang als ik strips blijf lezen.
Ongetwijfeld ’to be continued’…Lees ook: De charme van Spider-Man en Stripbeurs in Rijswijk: Goths & Cultuurfetisjisten.
‘Een man die op zijn dertigste nog Spider-Man comics leest, zal nooit helemaal volwassen worden’, zei ik met geheven glas. ‘Gelukkig maar’, verzuchtte de schone schrijfster met wie ik aan het einde van de stripbeurs aan een tafeltje zat. Wie denkt dat op stripbeurzen alleen uitgezakte veertigers in een vaal T-shirt rondlopen, met een plastic tasje in de hand geklemd, opzoek naar dat ene exemplaar om hun – toch al stoffige – collectie mee te completeren, vergist zich. Ja, deze gasten lopen er natuurlijk ook, maar net zo goed jonge stelletjes, Jan Modaal, kids, kunstliefhebbers, handelaren en striptekenaars. In Rijswijk was het afgelopen weekend een stipbeurs in het ‘evenementencentrum’. Tja, dat laatste klinkt niet zo opwindend, en beste lezer, ik kan je verzekeren dat Rijswijk niet beticht kan worden van een opwindende uitstraling. (De Stripdagen in Haarlem zijn wat betreft opwinding niet te toppen.) Tegelijkertijd met de stripbeurs, vonden een cd-beurs en gothicbeurs plaats – men dacht alle alternatievelingen op een hoop te gooien en in een weekend te bedienen.
Echt verzamelen
Samen met long time vriend Zeke de Hondt en Sjitske liep ik zaterdag rond om te babbelen met andere stripvrienden en – kennissen. Eigenlijk kom ik alleen daarvoor nog naar stripbeurzen, want echt verzamelen doe ik allang niet meer. Jarenlang kocht ik braaf ieder nieuw nummer van Spider-Man, maar de illusie dat je collectie later veel geld waard wordt, en dat je vooral daarom alle zes verschillende covers van hetzelfde deeltje moet kopen, heb ik eeuwen geleden losgelaten. Toch is de strip een mooie kunstvorm die in de laatste jaren met de komst van webcomics alleen nog maar interessanter is geworden. Daarom lees ik strips nog graag. Met strips bedoel ik vooral Amerikaanse comics, zowel het harde superheldenwerk als de graphic novels met meer realistische verhalen – strips als Ghost World van Daniel Clowes, American Splendor, Beg the Question. Het bekende Europese werk: Kluifje, Suske & Wiske, Franka – het is niet aan mij besteed.
Leuke gesprekken en bier drinken wel, wat we na aan het einde van de middag ook deden. (Ons voornemen om ons te vergapen aan de goth-chicks in de hal er naast – onder het mom van ‘altijd pret met vrouwen in korset’ – hebben we helaas niet kunnen uitvoeren. Daar was geen tijd voor. Ach, volgend jaar beter.)Ik liep een schone schrijfster/televisiemaakster tegen het lijf en raakte met haar aan de praat. We bleken veel raakvlakken te hebben: filmwetenschap, de film Wonder Boys, werken in de media, de uitdaging van het schrijven, Tim Burton. Altijd fijn om een vrouw te ontmoeten met wie je je cultuurfetisjen kunt delen en die je met de hand op het hart vertelt dat het eerder een pre dan een slechte eigenschap is om je rond je dertigste en later nog met de kunstvormen uit je jeugd bezig te houden.
Verantwoordelijkheden
Wat is immers volwassenheid? Het clichébeeld is dat we serieus ons werk doen, een gezinnetje stichten en in de weekenden naar Walibi Flevo gaan. Ik vind het prima dat ik op een leeftijd ben dat ik zekere verantwoordelijkheden op me moet nemen: me professioneel gedragen wanneer dat gewenst wordt, mijn belastingen en andere vaste lasten betalen en te stemmen om de democratie in stand te houden. Voor de rest moet men niet meer van me verwachten. Laat mij maar lekker op stripbeurzen rondhangen, barkrukken bezetten, films tig keer kijken, cd’s grijsdraaien, strips verslinden en flauwe posts plaatsen op blogs. Dan mag de rest van de wereld zich bezighouden met ‘volwassen zaken’, whatever that means.
Verschillende Batmen
Omdat het concept van Batman eigenlijk erg simpel is, kun je er verschillende interpretaties op loslaten.
In wezen komt het Batman-concept hier op neer: omdat de jonge Bruce Wayne getuige is van de moord op zijn ouders, besluit hij wraak te nemen op de misdaad. Hij traint zichzelf fysiek en geestelijk en neemt de Batman-identiteit aan om zijn wraak uit te voeren.Omdat het concept van Batman zo simpel is, kun je makkelijk verschillende interpretaties op het figuur loslaten die binnen dat concept passen. Je kunt het stripfiguur zwaar dramatisch benaderen, maar ook op een wat vrolijker toon.
Geweld
Toch, omdat Batman voortkomt uit bruut geweld, past een duistere en harde versie het beste bij de vleerman. In zijn begindagen was Batman daarom meedogenloos tegen misdadigers. Zo nu en dan bracht hij er zelfs een om het leven. Bij de introductie van Robin werd Batmans rol aangepast. Van een wraakzuchtige vigilante werd hij een vaderfiguur. Na de publicatie van Batman #1 (1940) besloten de makers dat Batman niemand meer om het leven zou brengen – en datis ook nooit meer gebeurd. Zelfs niet in Frank Millers The Dark Knight Returns, waarin de Joker zijn eigen nek breekt, omdat Batman weigert zijn leven te nemen.Midlifecrisis
Het was overigens striptekenaar en -schrijver Frank Miller die Batman weer terug wilde brengen tot zijn oorspronkelijke vorm. Miller blies Batman in de jaren tachtig nieuw leven in, toen de held commercieel gezien op sterven na dood was. In zijn The Dark Knight Returns, is Batman met 55 jaar flink op leeftijd voor een superheld die van gebouwen afspringt. Tien jaar nadat hij zijn cape aan de wilgen hing, besluit hij toch weer Batman te worden. Dit idee kwam voort uit Millers eigen strubbelingen met zijn leeftijd. Miller zegt dat hij geen problemen had met het feit dat zijn jongere broertje ouder was dan Spider-Man, maar dat hij het niet kon verteren dat hijzelf ouder werd dan Bruce Wayne. De 29-jarige Miller corrigeerde dit feit door The Dark Knight Returns te schrijven en een ‘bejaarde’ Batman op te voeren. Eigenlijk heeft Miller Batman gevormd naar zijn eigen maatstaven: de meeste verhalen van Frank Miller spelen in een mistroostige, gewelddadige en naargeestige wereld waarin je zonder prozac moeilijk overleeft. Millers Gotham City lijkt wel wat op Millers Sin City al zien de gebouwen er wat stoerder uit.Overigens kwam Millers creatie niet zomaar uit de lucht vallen. In de jaren zeventig werd Batman al de gewiekste detective die hij eigenlijk hoort te zijn. Vooral in de verhalen van Dennis O’Neil – die later ook editor werd – is Batman een speurneus én een obsessieve eenling. De verhalen waren realistisch en ze hadden een grimmige toon. Het is O’Neils werk, verbeeld door tekenaar Neal Adams, dat de weg vrijmaakte voor de radicalere interpretaties die zouden volgen.
Auteurs
Halverwege de jaren tachtig waren persoonlijke interpretaties van Batman in de mode. Stripschrijvers werden gezien als auteurs wiens werk herkenbaar was. De Batman van Frank Miller is dan ook een ander personage dan de Batman van Alan Moore in The Killing Joke. Millers Bat in The Dark Knight Returns is cynisch, meedogenloos en gewelddadig. Een anarchist die zijn eigen regels bepaalt. Moores Batman is van een heel andere aard: hij is welsprekend terwijl Millers Batman vaak korte commando’s blaft. Moores Batman is ook obsessief, maar meer beschaafd: in The Killing Joke probeert hij de Joker te helpen in plaats van de hersens in te slaan.
Webcomics 101
Webcomics: Een korte introductie
De tijd van papieren strips is voorbij? Dat is wellicht wat te voorbarig om zo te stellen. Toch moet gezegd worden dat er vele strips zijn die slechts in digitale vorm op het web verschijnen: de zogenaamde webcomics. Vaak worden deze comics getypeerd als ‘strips op internet’. Hoewel dit de eerste eigenschap is die wellicht te binnenschiet, zijn deze strips in feite veel meer. Via webcomics hebben tekenaars creatief vrij spel, met allerlei mogelijkheden die ‘op papier’ niet kunnen, zoals animatie, interactiviteit en geluid. Een goed voorbeeld hiervan biedt het werk van Stephan Brusche, waar interactie een grote rol speelt. Wie van animatie en konijnen houdt, heeft wellicht meer aan de Bunbun-strips van Mattt Baay.
Interactie
Zoals met andere vormen van internetpublicaties, bieden webcomics een direct contact met de makers via guestbooks, posts en e-mails. Commentaar op het werk, toevoegingen van lezers en zelfs persoonlijke ontboezemingen verrijken het oorspronkelijke materiaal. Een dergelijke interactie met de maker is normaliter alleen mogelijk op stripbeurzen. Maar ja, daar moet je dan wel tegen (andere) stripnerds strijden om aandacht van de stripmaker.
Veel makers zorgen voor updates op vaste tijdstippen. Terwijl sommige comics wekelijks een nieuwe aflevering brengen, verschijnen andere zelfs dagelijks (!). Op vaste tijdsstippen updaten is een goede manier om een vast lezerspubliek te trekken. Mensen zijn nu eenmaal gewoontedieren. Dit feit heeft televisie indertijd ook geen windeieren gelegd. De comic Questionable Content was met zijn dagelijkse updates op een gegeven moment zo populair, dat maker Jeph Jacques zijn baantje opzegde om fulltime aan zijn strip te werken.
Webcomics worden overal ter wereld gemaakt, al hou ik mezelf vooral bezig met wat de Engelstalige strips en het werk dat in Nederland en België verschijnt.
Clickburg
In Nederland wordt het fenomeen op uitgebreide en professionele wijze vertegenwoordigd door Stichting Clickburg. Deze organisatie is juist in het leven geroepen om het fenomeen webcomics op de kaart te zetten. Op de website van clickburg wordt de geschiedenis van webcomics uit de doeken gedaan. Ook verschijnt er wekelijks een recensie over een bepaalde webcomic en kunnen mensen meepraten op het forum. Wie meer wil weten over dit fenomeen: Clickburg is een goede plek om te starten.
Met enige regelmaat schijf ik zelf ook een recensie voor de site, al wordt het gros door twee andere stripkenners geschreven die al veel langer met het onderwerp bezig zijn. (Tot zover deze schaamteloze vorm van sluikreclame.)
Goeroe
Mijn eerste kennismaking met webcomics vond plaats toen ik het boek Reinventing Comics van Scott McCloud las. McCloud is een striptekenaar die enkele boeken schreef over strips in stripvorm. Hij wordt gezien als een van de goeroes op webcomics gebied – al was hij niet de eerste die over dit fenomeen begon of online strips publiceerde. Die eer valt te beurt aan Hans Bjordahl die in 1992 zijn strip Where the Buffalo Roam publiceerde via een nieuwsgroep van Usenet. Met dat even terzijde. Wie de eerste was is niet echt interessant. Wel interessant is het feit dat het aantal webcomics in de afgelopen jaren sterk is toegenomen en dat er voor iedereen wel iets te halen valt .
Kortom: Go check them out.