Eric Heuvel krijgt in 2012 de Stripschapprijs, dat heeft het Stripschap dinsdag bekend gemaakt. Heuvel verwierf grote bekendheid met educatieve en historische strips en is ook de tekenaar van January Jones.
Sinds kort hebben Martin Lodewijk en Heuvel de avonturen van January Jones weer opgepakt voor publicatie in stripblad Eppo.
Heuvels grootste bekendheid (en internationale doorbraak) haalde de stripmaker met
de educatieve strips, in samenwerking met Ruud van der Rol. De ontdekking behandelt de Tweede Wereldoorlog en de bezetting in Nederland, terwijl het vervolg De zoektocht dieper ingaat op de holocaust. De albums werden vertaald in het Duits, Engels (voor Engeland en de Verenigde Staten), Pools, Hongaars, Japans, Deens, Spaans, Italiaans en Portugees (voor Brazilië).
De jury van de Stripschapprijs noemt Eric Heuvel ‘een unieke verschijning in de Nederlandse stripwereld, wiens hoge productie en arbeidsethos er voor zorgt dat de ouderwetse, degelijk vertelde strip, met een vleugje humor, een flinke dosis avontuur en een grote Nederlandse nuchterheid, nog steeds springlevend is.’
Wat de commissie van de Stripschapprijzen waardeert in zijn werk is de heldere en degelijke vertelstijl, die visueel boeiend is en tegelijkertijd toegankelijk. Eric Heuvel werkt in een typisch Nederlandse variant van de ‘klare lijn’-stijl, geïnspireerd door het werk van Hergé, zonder het slaafs te volgen. (Zie hier voor de volledige motivatie.)
De Stripschapprijs wordt sinds 1974 op voordracht van een onafhankelijke commissie toegekend door Het Stripschap, Nederlands centrum voor belangstellenden in strips.
De stripprijs wordt in 2012 voor de 39e keer uitgereikt. Dat gebeurt op zaterdag 10 maart tijdens De Stripdagen in Gorinchem, tegenwoordig de vaste stek van de stripbeurs van het Stripschap. Er zal ook een overzichtstentoonstelling van het werk van Heuvel komen. Het is voor het eerst dat het Stripschap een dergelijke tentoonstelling verbindt aan de prijs.
Kurt Morissens, hoofdredacteur van Brabant Strip Magazine en medewerker van Strip Turnhout, Stripgids en Stripelmagazine.
Siebe Huizinga, hoofdredacteur en striprecensent van de Boekenkrant.
Ineke Horst, stripwinkelier te Dordrecht.
Kees-Willem Bruggeman, lid van het Stripschap.
De commissie staat dit jaar wederom onder voorzitterschap van tekstschrijver Ger Apeldoorn, tevens eindredacteur van Eppo Stripblad en hoofdredacteur van Mad.
Vanaf woensdag 1 juni kunnen liefhebbers van de strip De rechter terecht bij de expositie ‘Terecht of onterecht’ in het Stripmuseum Groningen.
Bezoekers kunnen originele strips zien en via een scherm praten met de rechter himself die enkele nijpende kwesties voorlegt. Een audiovisueel extraatje dat doet denken aan het consult bij Sigmund dat vorig jaar bij de expositie over Neerlands beroemdste strippsychiater was opgenomen.
De aanleiding voor de expo is tweeledig: Jesse van Muylwijck won vorig jaar de Stripschapprijs voor zijn gehele oeuvre. Ook wordt 200 jaar rechtspraak in Nederland gevierd. ‘Het is vooral een tentoonstelling over de strip De rechter, legt Frans Le Roux, samensteller van de expositie, uit. ‘Maar, als enorme bonus krijgen de mensen echt veel te weten over de rechtspraak in Nederland.’
RTV Noord maakte onderstaande impressie van de expositie.
De Nederlandse stripmaker Minck Oosterveer is druk bezig een internationale carrière op te bouwen. Hij tekent een deel van de serie Ruse voor Marvel. Nu mag hij voor dezelfde uitgever hun boegbeeld Spider-Man gaan tekenen.
Minck is gevraagd om een deel te tekenen van de miniserieSpider-Island: Deadly Foes. Giuseppe Camuncoli is de andere tekenaar van de reeks die vooral draait om de nieuwe Hobgoblin en The Jackal, een oude vijand van Spider-Man.
The Jackal, in het dagelijks leven professor Miles Warren, is geobsedeerd door Gwen Stacy, Peter Parkers overleden geliefde. Hij heeft haar al meerdere malen gekloond, evenals het webhoofd zelf. The Jackal is een van de schurken van Marvel die doodgewaand wordt, maar toch altijd weer zijn gezicht laat zien. Klonen zijn nu eenmaal niet te vertrouwen wat dat betreft.
De aflevering die Oosterveer gaat tekenen is geschreven door Fred Van Lente en zal vooral over The Jackal gaan.
‘Het is wel een Spider-Man-verhaal maar het verhaal gaat voornamelijk over The Jackal en zijn klonen. Spider-Man komt er in een of twee plaatjes in voor, waarvan er eentje een kloon is,’ laat de tekenaar telefonisch weten. In het verhaal zal The Jackal Kaine, een van de klonen van Peter Parker, weer tot leven wekken. Kaine liet kort geleden het leven in het verhaal The Grim Hunt.
Oosterveer is in zijn nopjes met het script: ‘Ik vind het een leuk verhaal, het is heel duister en een beetje gruwelijk.
‘Ik ga er een de cover van Amazing Spider-Man #149 in verwerken. Hierop is Spider-Man met een van zijn klonen in gevecht. In plaats van Ned Leeds in de oorspronkelijke cover zal de kloon van Gwen Stacy aan de muur hangen.’
Minck was druk bezig met de strip Ruse, geschreven door Mark Waid, toen hij een mailtje kreeg met het verzoek een one shot voor Spider-Man te maken. Uiteraard hoefde hij hier niet lang over na te denken. ‘Spider-Man is het vlaggenschip van Marvel en daaraan werken vestigt je naam. Dus ik zei meteen “ja”.’
Gevraagd naar welk personage van de Spider-Man cast hij het liefste zou tekenen, antwoordt Minck: ‘The Black Cat! Catwoman van Batman, The Black Widow, Black Cat dat soort figuren vind ik erg aantrekkelijk om te tekenen. De wat donkere dames, ik zou niet zo snel voor een Emma Frost kiezen. Mary Jane Watson is altijd wel leuk om te tekenen, maar ik vind haar verder niet zo’n interessant figuur.’
Op Facebook publiceerde Minck een smakelijk voorstudie van Spider-Man en The Black Cat.
Mincks comic zal in augustus in de winkels liggen. Ondertussen is hij ook in gesprek over een Frans stripproject. Eerder tekende Minck al voor Boom! uitgevers de strip The Unknown, geschreven door Mark Waid. In Nederland maakte hij samen met Willem Ritstier de western Ronson Inc. voor Eppo. Voorlopig lijkt het de tekenaar, die recent nog de Stripschapprijs in ontvangst mocht nemen, voor de wind te gaan. Ik gun hem het succes van harte.
Minck Oosterveer krijgt dit jaar de Stripschapprijs. Belangrijker: hij is een van de weinige Nederlandse tekenaars die voet aan de grond krijgt in de Amerikaanse comicsindustrie.
Het gebeurt niet vaak dat een Nederlandse stripmaker in Amerika aan de bak kan, laat staan dat hij succes heeft. Minck Oosterveer (1961) waagt het erop. ‘Het Amerikaanse comics-systeem vind ik heerlijk om in te werken. De frequentie ligt daar hoger dan hier, net als bij krantenstrips,’ vertelt Oosterveer. ‘Ook spreekt de Angelsaksische denk- en vertelwijze mij aan. Die is losser, bevat meer fantasie en er is meer ruimte voor experimenten dan in Europese stripverhalen.’
In tegenstelling tot de stripalbums in Europa en Nederland, beslaan Amerikaanse comics doorgaans 22 strippagina’s en komt er per maand een deeltje van een serie uit. Daarom worden de productietaken vaak door een team uitgevoerd en zit er een redacteur op de verhaallijnen.
Leuren en volhouden Hoe krijgt een Nederlandse stripmaker in Amerika voet aan de grond? Dat is vooral een kwestie van standvastigheid en de juiste mensen kennen. Oosterveer heeft al jaren contact met Amerikaanse en Engelse stripmakers: ‘In 1998 leerde ik tekenaar David Lloyd kennen op de stripbeurs in Valkerswaard toen we bij dezelfde Nederlandse uitgever uitkwamen. Hij heeft me aan mensen voorgesteld. Zo kon ik bijvoorbeeld aan DC Comics mijn werk laten zien. Zonder introductie hoef je je werk niet te mailen, dan kijkt er niemand naar. Ik had met DC een paar keer contact, maar daar kwam in eerste instantie niets uit.’
Na enkele andere pogingen mocht Oosterveer voor Boom Studios een korte zombiestrip maken waar ze enthousiast van werden. Daarna maakte Oosterveer met schrijver Mark Waid, geen onbekende in de comicswereld, The Unknown en The Unknown: The devil made flesh. Deze limited serie gaat over een begaafde vrouwelijke detective die door een hersentumor nog maar zes maanden te leven heeft en een poging doet om de vraag, of er leven is na de dood, te beantwoorden. De heldin past prima in het oeuvre van Oosterveer: ‘Ik teken het liefste mooie, spannende vrouwen. Ik eis wel dat ze zelfstandig en sterk zijn en hun eigen beslissingen nemen.’
Recent is The Unknown in twee albums in het Nederlands uitgebracht. Oosterveer: ‘In Amerika was het eerste nummer binnen een week uitverkocht. De hardcover-bundeling liep niet zo goed, maar Amerikanen kopen ook niet graag hardcovers. De softcover loopt alweer beter.’ Voorlopig heeft de tekenaar genoeg te doen. Met Charles Webb wil hij een spionage miniserie maken. Ook ligt er een nieuw project met Waid op stapel. ‘Over een aan lagerwal geraakte straatgoochelaar die een aantal magische artefacten vindt, daarna gaat er van alles verkeerd,’ belooft de stripmaker.
Menselijke superhelden
Recent sloot de tekenaar zich aan bij het agentschap Eva Ink Artist Group. Zijn agent heeft directe contact met de redacteuren van uitgeverijen en doet de onderhandelingen voor de tekenaar. Enkele werkbezoeken bij uitgevers en signeersessies op stripbeurzen liggen in het verschiet. ‘Een groot verschil met Nederland is dat je gewoon betaald wordt om daar te zitten en voor fans tekeningen te maken. Je ziet hier ook altijd dezelfde fans die toch wel je boeken kopen.’
Ook tekende Oosterveer recent een contract als artist for hire voor Marvel, een van de twee grote uitgevers van superheldencomics en die zijn big business in de Amerikaanse stripwereld. ‘Ik heb een voorkeur voor de meer menselijke superhelden als Spiderman, Batman en Daredevil. Personages met overdreven superkrachten als de X-Men vind ik niet zo interessant.’ Gelukkig voor Oosterveer mag hij voor Marvel de Victoriaanse detectivestrip Ruse tekenen, over een Sherlock Holmes-achtige detective met een vrouwelijke assistent. De strip wordt geschreven door Mark Waid.
Tekenen voor een Amerikaanse uitgeverij is lucratiever dan werken in Nederland: ‘Marvel betaalt royalty’s en het beginnerinkomen is indrukwekkender dan het eindinkomen dat je hier kunt verdienen. De enige die nog een paginaprijs betaalt is stripblad Eppo. Maar daar krijg je per pagina de helft van wat ik bij Marvel ga verdienen. In Nederland kan ik eigenlijk niet meer rondkomen met strips maken. Dat kun je de Nederlandse uitgevers niet kwalijk nemen, want de albumverkoop is hier gewoon te laag.’
Realistische tekenstijl
Oosterveer maakte jarenlang met vaste schrijver Willem Ritstier avonturenstrips als Zodiak en Nikki Saxx voor De Telegraaf. Maar daar is ook geen vraag meer naar. ‘Er is in de krant alleen nog maar ruimte voor gagstrips.’ Recent had de tekenaar ook wat tegenslag te verwerken. Samen met Ritstier maakte Oosterveer een album van sciencefictionstripreeks Storm en twee albums van de westernstrip Ronson Inc. Het westerngenre lag de tekenaar echter niet, ook was hij niet tevreden over het verhaal. Daarbij oogstte de Storm-strip die nu in Eppo voorgepubliceerd wordt, veel kritiek op online stripfora. Men viel met name over de lelijke digitale inkleuring van de strip, maar richtte de pijlen vooral op de tekenaar die niets met de inkleuring van doen had.
‘De combinatie van de teleurstelling van Ronson Inc., de ongenuanceerde opmerkingen over Storm en het feit dat ik in Nederland niet fatsoenlijk een inkomen kan verdienen, maakten dat ik me afvroeg wat ik hier nog eigenlijk doe. Alle moeite die ik doe om hier aan het werk te zijn moet ik er in Amerika ook insteken, maar daar heb ik wel resultaten en meer kansen dan hier. Mocht er hier nog een leuk project worden aangeboden, dan wil ik daar best over praten, maar de Amerikaanse strip is nu voor mij het belangrijkste.’
Het is in dit licht ironisch dat de stripveteraan dit jaar de Stripschapprijs krijgt. De jury roemde in het bijzonder de realistische tekenstijl van Oosterveer die maar door weinig Nederlandse stripmakers gehanteerd wordt en prima past bij Amerikaanse comics. In eerste instantie was Oosterveer niet enthousiast over de prijs: ‘Later besefte ik dat een aantal mensen mij hiervoor hadden voorgedragen en dan kan ik niet zo maar zeggen dat ik geen zin heb om op dat podium te staan. Het is toch een erkenning. Ik ga hem dus lekker aannemen.’
Strip-tv In verband met de Stripdagen herhaalt VPRO Themakanaal Geschiedenis TV enkele documentaires. Aandacht voor stripmakers als Hergé (Kuifje), Daniel Clowes (Ghostworld) en de Nederlandse stripmeester Marten Toonder (Heer Bommel en Tom Poes). In 1972 maakte Frank Wiering een film in Ierland waarin hij spreekt met Toonder en autochtone bewoners over de Ierse geschiedenis en de invloed van Ierland op Toonders verhalen. Ook wordt er een portret van Peter Pontiac uitgezonden dat naar aanleiding van zijn boek Kraut werd gemaakt, een graphic novel over het oorlogsverleden van Pontiacs vader.
De Stripdagen De 43ste Stripdagen worden dit jaar gehouden in Evenementenhal Gorinchem op12 en 13 maart. De grafische roman in haar facetten is het centrale thema. Zaterdagmiddag worden de Stripschapprijs en de albumprijzen uitgereikt. De Stripschapprijs wordt sinds 1974 jaarlijks toegekend aan een striptekenaar of tekstschrijver die zich buitengewoon verdienstelijk heeft gemaakt voor het beeldverhaal.
Stripmaker Minck Oosterveer krijgt dit jaar de stripschapprijs voor zijn gehele oeuvre.
Wat mij betreft is de prijs Minck van harte gegund. Krantenstrips Nikki Saxx en Zodiak zijn enkele titels die Oosterveer samen met Willem Ritstier maakte. Recent werd in Eppo de eerste aflevering van een spin-off van Storm, gemaakt door dit duo, gepubliceerd.
Oosterveer is een van de weinige Nederlandse stripmakers die ook in de Amerikaanse comicsindustrie wist door te breken. Zijn realistische stijl sluit ook goed aan in die markt. Zo tekent hij The Unknown naar een scenario van Mark Waid. Niet de minste schrijver op comicsgebied.
Maar het is het stripschap natuurlijk vooral te doen om zijn werk voor de Nederlandse strip en roemt de stripmaker om zijn realistische tekenstijl.
‘Belangrijk in de keuze van Minck Oosterveer is ook het feit dat hij langzamerhand één van de weinige realistische striptekenaars van Nederland is. Om een goede realistische strip te tekenen, heb je een gedegen opleiding nodig en je moet de kunst verstaan om veel pagina’s te kunnen maken in de altijd te krappe tijd. Het is niet voor niets dat er zo weinig van dat soort tekenaars zijn in Nederland, en als ze er al zijn, dan werken ze voor het buitenland of in de reclame,’ laat de jury middels een persbericht weten.
Samen met Ritstier maakte Oosterveer ook twee albums van de westernstrip Ronson Inc. (Zie hier een uitgebreid artikel over de ontstaansgeschiedenis van deze strip.) Recent liet Oosterveer weten te stoppen met het tekenen van deze strip die in afleveringen in de Eppo verscheen. Oosterveer wil zich meer gaan toeleggen op de buitenlandse markt.
Stripdagen in Gorinchem De Stripschapprijzen worden zoals altijd uitgereikt op de stripdagen. Die zijn verhuisd van Houten naar Evenementenhal Gorinchem in Gorinchem. Ze vinden plaats in het weekend van 12 en 13 maart.
‘De Stripdagen wordt in 2011 opnieuw georganiseerd in een kleine stad. En dat heeft natuurlijk een reden. De huren van vergelijkbare evenementenhallen in de grote steden liggen een paar 100 % hoger dan wat wij betalen voor Expo Houten en Evenementenhal Gorinchem. Aangezien wij niet gesubsidieerd worden, zoals Stripdagen Haarlem en Stripfestival Breda, moeten we op de kleintjes letten. En werken we vooral met enthousiaste vrijwilligers, die gelukkig een grote liefde hebben voor strips.’
Voor mij was 2010 voor mij als freelancer een goed jaar. Ik heb flink wat artikelen mogen schrijven over strips en beeldcultuur en heb onderwerpen behandeld waar ik graag iets mee wilde doen. Nieuwe stripalbums, achtergrondartikelen over stripgenres en lekker veel interviews voor de VPRO Gids, Het Parool, maar ook in de Eppo, Stripgids, ArtEZ Fact en natuurlijk de Zone 5300.
Interviews
Het interview vind ik een van de fijnste journalistieke vormen die er zijn. Een-op-een gesprekken met mensen die iets interessants te vertellen hebben over hun kunst – daar krijg ik nooit genoeg van. Hoewel ik goede herinneringen heb aan alle gesprekken die ik dit jaar voerde, waren er een paar interviews die er voor mij extra uitsprongen.
Zoals mijn gesprek met Mike Mignola. Ik sprak de geestelijk vader van Hellboy op een vroege zaterdagochtend in het racketcenter in Breda waar een stripbeurs plaatsvond. In de geur van kroketten en friet spraken we over het ontstaan van Hellboy, Mignola’s liefde voor folklore en de bescheidenheid van de stripmaker.
Een ander gesprek waar ik erg naar uit keek was het interview met schrijver en dichter Nico Dijkshoorn. We spraken elkaar in een drie uur durende sessie in zijn stamkroeg in Leiden. Aan het einde van het gesprek kwam zijn stripliefde ter sprake. Dijkshoorn vertelde dat hij vroeger als kind met zijn jas om zijn nek Batman speelde. Ook bleek hij jarenlang comics verzameld te hebben. Dijkshoorn is een aardige en toch wat bescheiden vent.
Het derde gesprek dat ik graag wil noemen, was het interview met Matthijs van Nieuwkerk dat begin december plaatsvond in de studio van DWDD. Ik sprak hem voor een video voor mijnVARA.nl, de site waar ik parttime voor werk. We spraken vooral over het vakmanschap van de presentator, zijn rol bij DWDD en zijn toekomstplannen voor als hij stopt met deze talkshow. In januari ga ik de video monteren.
(Mocht je willen weten wat ik dit jaar nog meer heb geschreven, hier vind je een uitgebreid overzicht.)
In Pulpman #8staat een strip getekend door niemand minder dan Fred de Heij naar een scenario dat ik schreef. We hebben plannen om volgend jaar meer samen te werken.
Ook was ik maar liefst drie keer jurylid. Voor de VPRO Debuutprijs, de Stripschapsprijzen en het KLIK Amsterdam Animatie Filmfestival. Allemaal prijzen waar ik in principe achter kan staan en die het medium waar ze voor staan onder de aandacht brengen. Vooral die laatste ervaring was een feest daar de jury en de speciale gasten in de watten werden gelegd door het festival.
Verder begon ik halverwege het jaar te werken als online redacteur bij de VARA. In deze parttime functie kan ik mijn passie voor videoreportages aardig botvieren. Ook begon ik met een nieuwe reeks webvideo’s onder de naam Daily Webhead waarin ik korte scènes en sfeerbeelden afwissel met reportages. Iets waar ik het volgende jaar zeker mee verder ga. Net als het gelijknamige fotoblog.
2011
Rest mij niets anders meer dan de bezoekers van mijn blog hartelijk te bedanken voor het lezen van mijn stukken en het reageren op de site. En iedereen een inspirerend en heldhaftig 2011 toe te wensen.
In onderstaande gagstrip feliciteert Peter de Wit zijn collega Jesse van Muylwijk voor het winnen van de Stripschapprijs dit jaar. Een sympathiek gebaar. Afgelopen zaterdag werden de Stripschapprijs en de albumprijzen uitgereikt op de Stripdagen in Houten.
Van Wuylwijck kreeg de prijs voor de krantenstrip De Rechterdie hij al 17 jaar maakt en waarvan hij de boekjes in eigen beheer uitgeeft. Niet iedereen in stripland kon zich vinden in Van Muylwijck als winnaar van de Stripschapprijs, maar dat hoort er ook een beetje bij.
Van Muylwijk woont tegenwoordig in Canada, maar was gewoon in Houten aanwezig om zijn prijs in ontvangst te nemen. Hij nam overigens rustig de tijd voor zijn toespraak en trakteerde de toehoorders in de zaal maar liefst op drie anekdotes. Andere winnaars als Kolk en Wasco waren korter van stof en hadden korte en krachtige statements. Ger van Wulften had helemaal niets aan het juryrapport toe te voegen. Dat soort winnaars zien we graag, want prijsuitreikingen duren over ’t algemeen vaak te lang.
Peter de Wit viel overigens zelf ook nog in de prijzen, in de categorie ‘Nederlands avontuur en vermaak’. Niet voor het album Polderburka’s dat ook in die categorie genomineerd was, maar voor het negende album van de reeks S1ngle die hij samen met Hanco Kolk maakt. Kolk nam de prijs in ontvangst, De Wit was afwezig. De derde genomineerde, Haas, viel buiten de prijzen.
Zaterdagmiddag zijn op de Stripdagen te Houten de winnaars bekend gemaakt van de Stripschapjaarprijzen, ook wel de Stripschappenningen genoemd. Hieronder per categorie de winnende albums van dit jaar, met daarbij opmerkingen uit het juryrapport.
Avontuur en Vermaak S1ngle: Trio (Hanco Kolk & Peter de Wit), uitgeverij de Harmonie
Peter de Wit en Hanco Kolk brengen hun strip in het kielzog van de televisieserie tot nieuwe hoogte door in dit album Stella voor het eerst verliefd te laten worden. Dat kàn niet goed aflopen.
Literair Wasco 24-uursstrip Wolken(Wasco), uitgegeven in eigen beheer
Wasco (Henk van der Spoel) bewijst met Wolken dat hij één van de meest eigenzinnige stripmakers van Nederland is. Wolken valt in het bijzonder op door het surrealistische verhaal en de doordachte visualisatie. Een bijzonder stripexperiment dat als ‘24 hour comic’ ver boven het gemiddelde uitstijgt.
Productie/inkleuring/vertaling/lettering Genesisvan Robert Crumb. De prijs is voor Nicolaas Matsier, en Hester Meijer en Peter de Raaf, respectievelijk voor de vertaling en lettering van Het boek Genesis, door Robert Crumb (uitgeverij De Harmonie/Oog & Blik/Vrijdag)
Crumb vat de bijbel op zijn eigen wijze samen in een mooi uitgegeven en betaalbaar boek, wat terecht één van de grote hits van het afgelopen jaar werd. Wat daarbij nauwelijks opvalt, is hoe kunstig bijbelkenner Nicolaas Matsier diverse bijbelvertalingen naast elkaar heeft gelegd om tot een perfect leesbare tekst te komen en hoe knap het geheel door Hester Meijer en Peter de Raaf in een geheel eigen stijl is geletterd.
Jeugd Draken met stekkers, door Edward van de Vendel (tekst) en Floor de Goede (tekeningen) (uitgeverij Querido)
Het eerste album met stripgedichten van Edward van de Vendel en Floor de Goede werd vorig jaar genomineerd. In het tweede album weten de heren het niveau hoog te houden. Komisch, emotioneel, toegankelijk. Het perfecte stripalbum voor ouder en kind.
Buitenlands Magasin Général (Régis Loisel/Jean-Louis Tripp), uitgeverij Casterman
De samenwerking tussen Loisel en Tripp, twee stripmakers die het heel goed zonder elkaar zouden kunnen, levert nu al vijf delen lang een bijzondere reeks op; een ontroerend verhaal over gewone mensen in een koud land waar de lezer met plezier in weg kan dromen.
De Stripschapjaarprijzen worden sinds 1981 jaarlijks toegekend door Het Stripschap, op voordracht van een onafhankelijke commissie. De Stripschappenningen gaan naar de beste oorspronkelijk Nederlandstalige albums in de categorieën Avontuur en Vermaak, Literair en Jeugd, en naar het beste oorspronkelijk Buitenlandse Album. De Productiejaarprijs wordt toegekend aan iemand uit de wereld van het beeldverhaal die grotendeels achter de schermen werkt.
De Stripschapjaarprijs is een bronzen penning met reliëfafbeelding van het stripfiguurtje Sjoert, destijds de mascotte van Het Stripschap. De penning is ontworpen door de in 1987 overleden striptekenaar Henk Albers.
De commissie van de Stripschaprijzen bestaat in 2010 uit de volgende leden:
Barbara Stok – winnaar van de Stripschapprijs 2009
Frans Le Roux – stripkenner en medewerker van het Nederlands Stripmuseum
Michael Minneboo – stripjournalist
Jan-Willem de Vries – stripwinkelier te Groningen
Erwin Brakels – Lid van Het Stripschap en daarmee de stem van het volk
De commissie staat (voor de zevende keer!) onder voorzitterschap van tekstschrijver Ger Apeldoorn.
Uitgever Ger van Wulften krijgt dit jaar de P. Hans Frankfurtherprijs voor bijzondere verdiensten voor het beeldverhaal.
Hieronder de tekst van het juryrapport van het Stripschap waar ik deels verantwoordelijk voor ben:
De P. Hans Frankfurtherprijs wordt dit jaar toegekend aan iemand die al meer dan veertig jaar meeloopt in de Nederlandse stripwereld. Eerst als grafisch ontwerper voor onder andere het stripweekblad Pep en later Eppo en Stripkoerier, waar hij ook de logo’s voor ontwierp. Ook is hij vormgever van talloze stripalbums en andere uitgaven. Maar bovenal is hij iemand die nieuw talent een kans wil geven en als uitgever risico’s durft te nemen. Ook muzikaal talent als Herman Brood en Bram Vermeulen.
Als zodanig heeft hij hele generaties (strip)tekenaars beïnvloed en geïnspireerd. Zo spoorde hij Peter Pontiac aan om autobiografisch getinte strips te gaan maken en gaf hij de jeugdherinneringen van Rudolf Kahl uit. Maar ook andere grote talenten als Dick Matena, Evert Geradts, Eric Schreurs, Gerrit de Jager, Wim Stevenhagen en Hein de Kort bood hij een podium. Strips als Joop Klepzeiker en De familie Doorzon introduceerde hij bij een groot publiek. Hij was ook actief in de muziekwereld, bijvoorbeeld als de manager van Bram Vermeulen.
Als de man achter uitgeverij Espee gaf hij eind jaren zeventig het stripblad Gummi uit, met literaire strips van Dick Matena, Will Eisner, Claire Bretécher, Georges Pichard, Richard Corben, Jacques Tardi en Marcel Gotlib. Onder zijn vleugels maakten bladen als De Vrije Balloen en Stripkoerier een doorstart. De Balloen was onder zijn redactie in samenwerking met Aart Clerkx, Willem Vleeschouwer, Peti Buchel, René Windig en Eddie de Jong als het ware het visitekaartje van de nieuwe Nederlandse strip. Ook bedacht hij als één van de eersten hele evenementen rondom strips, met optredens en prijsuitreikingen.
Van begin af aan maakt hij zich hard voor wat hij kwalitatief hoogstaande beeldverhalen vindt en durft gevoelig en gewaagd materiaal uit te brengen waar andere uitgevers hun vingers niet aan durven te branden. Zo geeft hij sinds 2005 onder de vlag van zijn nieuwe uitgeverij Xtra de cartoons van Gregorius Nekschot uit, en ook wijlen Theo van Gogh heeft een plaatsje in zijn fonds. Een fonds vol indrukwekkende namen en uitgaven van talent uit binnen- en buitenland.
Samen met stripmaker Fred de Heij is hij de drijvende kracht achter het magazine Pulpman, toch wel het opmerkelijkste en meest uitgesproken nieuwe striptijdschrift van de laatste jaren. In dergelijke uitgaven stoppen hij en de zijnen meer tijd dan economisch rendabel is.
Daarom hulde aan Ger van Wulften. Op zaterdag 25 september ontvangt hij de P. Hans Frankfurtherprijs 2010 uit handen van Tamar en Guido Frankfurther tijdens De Stripdagen in Houten.
De Stripschapjaarprijzen, ook wel de Stripschappenningen genoemd, worden sinds 1981 jaarlijks toegekend door Het Stripschap, op voordracht van een onafhankelijke commissie. Samen met Barbara Stok, Frans Le Roux, Jan-Willem de Vries en Erwin Brakels, zat ik dit jaar in de jury voor de Stripschapprijzen. Voorzitter was Ger Apeldoorn. Hieronder een overzicht van de genomineerde albums.
In de categorie Nederlands Jeugd zijn genomineerd:
Draken met stekkers, door Edward van de Vendel (tekst) en Floor de Goede (tekeningen) (uitgeverij Querido) Het eerste album met stripgedichten van Edward van de Vendel en Floor de Goede werd vorig jaar genomineerd. In het tweede album weten de heren het niveau hoog te houden. Komisch, emotioneel, toegankelijk. Het perfecte stripalbum voor ouder en
kind.
Pipo en zijn verre vaderland, door Wim Meuldijk (tekst) en Jan van der Voo (tekeningen) (uitgeverij Stripwinkel.nl)
Een klassiek verhaal van Pipo de Clown, zo bewerkt en zo modern dat het gisteren gemaakt had kunnen zijn. Oorspronkelijk voorgepubliceerd in Donald Duck en met liefde gerestaureerd.
Roboboy de supersnotneus 6: Grote griezels!, door Willy Linthout (tekst) en Luc Cromheecke (tekeningen) (uitgeverij Catullus)
Jarenlang maakten Luc Cromheecke (Plunk!) en Willy Linthout (Het jaar van de olifant, Urbanus) Roboboy de supersnotneus voor Taptoe. De albums verschenen bij verschillende uitgevers. Het is te hopen dat dit album een voortzetting van de sympathieke serie mogelijk maakt.
In de categorie Nederlands Avontuur en Vermaak zijn genomineerd:
Haas 1: De weg terug, door Rob van Bavel (tekst) en Fred de Heij (tekeningen) (uitgeverij Don Lawrence Collection)
De eerste Nederlandse verzetstrip is de grote hit van het sinds vorig jaar opnieuw uitgebrachte tijdschrift Eppo. Fred de Heijs ruwe tekenstijl past prima bij dit doordachte avonturenverhaal.
S1ngle 9: Trio, door Peter de Wit (tekst) en Hanco Kolk (tekst en tekeningen) (uitgeverij De Harmonie)
Peter de Wit en Hanco Kolk brengen hun strip in het kielzog van de televisieserie tot nieuwe hoogte door in dit album Stella voor het eerst verliefd te laten worden. Dat kàn niet goed aflopen…
Burka Babes 2: Polderburka’s, door Peter de Wit (uitgeverij De Harmonie)
Bij het eerste deel van deze perfect uitgegeven thema-afleveringen van zijn Volkskrant-strip Sigmund hield Peter de Wit nog vol dat het gewoon om vrouwen met lange jurken ging. In dit deel begint ook bij hem langzaam het sociale commentaar binnen te sluipen.
In de categorie Nederlands Literair zijn genomineerd:
Wolken, door Wasco (uitgegeven in eigen beheer)
Wasco (Henk van der Spoel) bewijst met Wolken dat hij één van de meest eigenzinnige stripmakers van Nederland is. Wolken valt in het bijzonder op door het surrealistische verhaal en de doordachte visualisatie. Een bijzonder stripexperiment dat als ‘24 hour comic’ ver boven het gemiddelde uitstijgt.
In de schaduw van mijn lul, door Sam Peeters (uitgeverij Oog & Blik/De Bezige Bij)
In deze intelligente en absurdistische vertelling, brengt Peeters in duidelijke platen zonder tekst het leven in beeld van een stadje dat in de schaduw van zijn geslacht ligt. In deze estafette-achtige vertelling, maken God en ander buitenaards volk hun opwachting, maar blijkt de stripmaker zelf een goddelijke schepper.
Terug naar Johan, door Michiel van de Pol (uitgeverij Oog & Blik/De Bezige Bij)
Een innemende striproman over de puberteit, waarin Van de Pol op volwassen wijze, met zelfreflectie en zelfspot, vertelt over hoe hij en jeugdvriend Johan langzaam uit elkaar groeien.
In de categorie Buitenlands zijn genomineerd:
Lou! 5: Laserninja, door Julien Neel (uitgeverij Glénat)
Eén van de leukste en warmste meidenstrips uit Frankrijk weet in Nederland maar slecht z’n publiek te bereiken omdat het nergens wordt voorgepubliceerd en door de uitgever zonder al te veel bombarie op de markt wordt gebracht. Toch is het met z’n soepele mengeling van soap en humor en z’n aansprekende tekenstijl perfect voor moeders en meiden van alle leeftijden.
Magasin General 5: Montreal, door Régis Loisel en Jean-Louis Tripp (uitgeverij Casterman) De samenwerking tussen Loisel en Tripp, twee stripmakers die het heel goed zonder elkaar zouden kunnen, levert nu al vijf delen lang een bijzondere reeks op; een ontroerend verhaal over gewone mensen in een koud land waar de lezer met plezier in weg kan dromen.
Wilson, door Daniel Clowes (uitgeverij Oog & Blik/De Bezige Bij)
Daniel Clowes is één van de grote jongens uit het Amerikaanse striplandschap. Toch gaat hij niet gebukt onder zijn eigen gewicht. Met Wilson weet hij een grappig en af en toe storend beeld te schetsen van een bijzondere man. Ondertussen speelt hij met stijlen en betovert hij de lezer met zijn soepele tekenpen.
In de categorie Productie zijn genomineerd:
Joost Swarte, Cyril Koopmeiners, René Windig en Eddie de Jong, voor de vormgeving en productie van Heinz van H tot Z 1, door Eddie de Jong en René Windig (uitgeverij Oog & Blik/De Bezige Bij) Eén van de grappigste en meest aansprekende Nederlandse gagstrips ooit wordt eindelijk compleet uitgegeven. En wat een uitgave! De strips zijn opnieuw ingekleurd, er is veel achtergrondmateriaal en dat alles in een boek dat je op schoot kunt nemen en waar je uren in kunt verdwijnen.
Femke Wubben, voor de vormgeving van Pinokkio, door Winshluss (pseudoniem voor Vincent Paronnaud) (uitgeverij Oog & Blik/De Bezige Bij)
Deze genadeloze adaptatie van het oude Pinokkio-verhaal is niet alleen oogverblindend mooi, het is ook tot in de puntjes verzorgd uitgegeven, mede dankzij de grafische vormgeving van Femke Wubben van Studio de Raaf.
Nicolaas Matsier, en Hester Meijer en Peter de Raaf, respectievelijk voor de vertaling en lettering van Het boek Genesis, door Robert Crumb (uitgeverij De Harmonie/Oog & Blik/Vrijdag) Crumb vat de bijbel op zijn eigen wijze samen in een mooi uitgegeven en betaalbaar boek, wat terecht één van de grote hits van het afgelopen jaar werd. Wat daarbij nauwelijks opvalt, is hoe kunstig bijbelkenner Nicolaas Matsier diverse bijbelvertalingen naast elkaar heeft gelegd om tot een perfect leesbare tekst te komen en hoe knap het geheel door Hester Meijer en Peter de Raaf in een geheel eigen stijl is geletterd.
Wie er in de diverse categorieën wint wordt onthuld tijdens de prijsuitreiking op zaterdag 25 september op De Stripdagen in Expo Houten te Houten.
Ben je het eens met de lijst? Of oneens omdat je favoriete strip van het afgelopen jaar er niet tussenzit? Reageren kan in het commentformulier. Omdat ik echter geen commentaar kan geven op de beslissingen die we collectief als jury hebben genomen, zal ik niet reageren op je reactie. Dat je het weet.
Zaterdag 25 september krijgt Jesse van Muylwijck de Stripschapprijs voor zijn gehele oeuvre uitgereikt tijdens de Stripdagen.
Jesse van Muylwijck (Groningen, 19 maart 1961) is een eigenzinnige stripmaker, die
desondanks geheel in de mainstream werkt. Zijn komische krantenstrip De Rechter verschijnt al 17 jaar in 14 kranten. Dit jaar tekende hij de 5000e aflevering.
Hij geeft zijn strips zelf uit. Na de publicatie van zijn strip in de krant bundelt hij ieder jaar zijn beste afleveringen. Van De Rechter verschijnt het achttiende deel in september.
De commissie van de Stripschapprijzen laat weten dat Van Muylwijck niet alleen gehuldigd wordt vanwege de duur of het succes van zijn strip: ‘Het maken van een krantenstrip is een eenzame bezigheid, waarbij het vaak lijkt alsof je buiten alle clubs en stromingen valt. Toch is wat Van Muylwijck doet een typische uiting van de mogelijkheden van de strip. Terwijl andere tekenaars moeten worstelen om een platform te vinden voor hun talent, of via de graphic novel proberen nieuwe vormen te creëren om het publiek
mee te vinden heeft Jesse van Muylwijck een vorm gevonden waarmee hij dagelijks meer dan drie en een half miljoen lezers van alle leeftijden bereikt. Daarmee houdt hij de strip levend, dus hulde voor hem en voor alle kranten die hem die gelegenheid geven.’
En dan nog even een persoonlijke noot bij dit nieuws. Ik zat dit jaar, samen met Barbara Stok, Frans Le Roux, Jan-Willem de Vries en Erwin Brakels, in de jury voor de Stripschapprijzen. De commissie staat dit jaar wederom onder voorzitterschap van tekstschrijver Ger Apeldoorn.
Met veel plezier heb ik samen met mijn stripbroeders gedebatteerd over winnaars, verliezers en de prachtige albums die er in het afgelopen jaar zijn uitgekomen. Een interessante ervaring.
Over de uitslag kan overigens niet gecorrespondeerd worden 🙂