Categorieën
Strips

Terugblik Stripdagen Haarlem 2014: Stripambassadeurs

Affiche-Stripdagen-2014_typex

Met een tas vol strips en goede herinneringen onder de arm kwam ik thuis zondagavond. De Stripdagen Haarlem 2014 was zeer geslaagd. Een persoonlijk getint verslag.

Omdat de programmering van Haarlem tjokvol zit, mis je altijd meer dan je ziet, om Martin Bril maar even losjes te citeren. Daar staat tegenover dat het aanbod zeer divers is en dus voor ieder wat wils te bieden heeft. Het waren voor mij drie volle dagen met rondkijken, conversaties voeren, contacten leggen en koffiedrinken. Voor een stripjournalist zijn de Stripdagen niet alleen leuk, het is ook namelijk ook hard werken. Maar wel leuk werk natuurlijk. Ik doe er altijd ideeën op voor nieuwe artikelen.

Aan de babbel met Peter van der Heijden van Strip2000.
Aan de babbel met Peter van der Heijden van Strip2000.

Oorlog
Zaterdagochtend kwam ik bij de bushalte bij mijn huis Jules Calis tegen. Deze jonge, sympathieke stripmaker houdt zich bezig met stripjournalistiek. Hij heeft onder andere soldaten in Afghanistan geïnterviewd. Als het meezit komt in oktober dit jaar zijn album hierover uit. Het werk van Calis was ook te zien in de expositie over de nieuwe garde, een van de twee hoofdthema’s van het festival. Het andere was de Eerste Wereldoorlog.

Het was indrukwekkend om originele pagina’s te zien van de oorlogstrip Charley’s War die in de Vishal hingen. Vrijdagmiddag sprak ik even met Pat Mills die dit jaar speciale gast was en Charley’s War heeft geschreven. Het is altijd grappig om mensen in levende lijve tegen te komen die je eerst telefonisch hebt geïnterviewd. De tekenaar van de strip, wijlen Joe Colquhoun, maakte prachtige realistische tekeningen en wist het drama van de Eerste Wereldoorlog goed op papier te zetten. Helaas waren de pagina’s van het werk van Tardi die ernaast hingen, allemaal prints. Naar het schijnt is Tardi niet zo makkelijk in het uitlenen van zijn werk. Het panaroma dat Joe Sacco had gemaakt over de eerste dag bij de Slag van de Somme was zeer indrukwekkend. Het boekwerk heet The Great War en bestaat uit een lange, zeer gedetailleerde tekening die van links naar rechts het hele verhaal van die eerste dag vertelt.

Een detail van Sacco's The Great War.
Een detail van Sacco’s The Great War.

Strips on stage

Herman Roozen legt zijn model uit. Foto: Pieter van Cleef.
Herman Roozen legt zijn model uit. “Think inside the box” was zijn boodschap. Foto: Pieter van Cleef.

Zaterdag organiseerde de BNS de hele dag Strips on Stage in de toneelschuur. In thematische blokken van 50 minuten hielden vakmensen uit verschillende disciplines een presentatie. Het eerste blok ging over scenarioschrijven en daarin vertelden Ger Apeldoorn, Herman Roozen en Willem Ritstier wat hun schrijfmethode is. Die verschilt per persoon: Ritstier werkt veel vanuit de personages en op een vrij intuïtieve manier, terwijl Rozen serieuze schema’s maakt voordat hij gaat schrijven. Wat alle drie de heren gemeen hebben is dat ze allemaal nog veel langer hadden kunnen praten over hun vak dan de tijd die ze zaterdag hadden. Het scenario-onderdeel was helaas het enige wat ik kon bijwonen. Het is goed dat de BNS zich op een informatieve wijze manifesteert op het festival. De presentaties waren interessant voor zowel stripmakers als leken.

25 jaar Belgisch Stripcentrum
Het Belgisch Stripcentrum presenteerde de plannen voor de komende tijd. Het Stripcentrum huist in Brussel en bestaat dit jaar een kwart eeuw. Daarom presenteert het centrum drie volledig nieuwe exposities, waaronder een over het ontstaan van het stripverhaal en de tentoonstelling De kunst van het beeldverhaal waarin de bezoeker kennis kan maken met het gehele creatieproces van de strip. In de expositie zijn voorbeelden van allerlei strips opgenomen. Een mooie manier om een verhaal met het archief te vertellen. Vanaf 3 juni kan de liefhebber er trouwens terecht voor de tijdelijke tentoonstelling 100 jaar strips in de Balkan: Stripverhalen in verzet, over de stripverhalen die gecreeërd worden in de landen van het vroegere Joegoslavië. In oktober wordt het jubileum goed gevierd met een flink stripfeestje. Sowieso is Brussel een bezoekje waard vanwege de meer dan veertig stripmuren die door de stad verspreid zijn. Willem De Graeve, de directeur van het Stripcentrum, lichtte het een en ander toe tijdens een snelle presentatie.

Het Belgisch Stripcentrum
Het Belgisch Stripcentrum

Zaterdagmiddag had ik een goed gesprek met Kurt Morissens, mijn collega uit België. Kurt is hoofdredacteur van Brabant Strip Magazine en de site Stripelmagazine. Ook is hij trouwens de publiciteitsman van Strip2000. Kurt gaat al aardig wat jaartjes mee in de stripwereld en schrijft met veel plezier en passie over het beeldverhaal. Onder het genot van enkele pintjes hebben we notities uitgewisseld.

UIt het schetsboek van Romano Molenaar die bij Eppo zat te signeren.
UIt het schetsboek van Romano Molenaar die bij Eppo zat te signeren.

Nieuwkomers
Dit jaar was filmblad Schokkend Nieuws voor het eerst op de beurs aanwezig. Slim, want tussen de stripliefhebbers zit genoeg volk dat ook houdt van genrefilms. Ik hoop van harte dat nieuwe abonnees zich hebben aangemeld voor dit fijne tijdschrift. Aan het weer zal het niet gelegen hebben, want twee dagen lang straalde de zon je tegemoet. Het was dan ook goed druk op de buitenbeurs. Ook stond Stripgids tussen de uitgevers in de Philharmonie. Het is nog een beetje een geheim wellicht, maar dit Vlaamse blad is toch echt het beste striptijdschrift van de Benelux en staat vol strips, nieuws en diepte-interviews. Koen Van Rompaey, onder andere directeur van het Stripgids festival dat elke twee jaar plaatsvindt in Turnhout, was aanwezig om mensen uitleg te geven over Stripgids.

Zondag heb ik de uitgevers en stripmakers die in de Philharmonie zaten bezocht. Het was leuk bijpraten met Rob van Bavel van Eppo, Esther Gasseling van Uitgeverij Xtra en de mensen van uitgeverij De Harmonie, die ondanks een plekje achter in de zaal veel aandacht kregen van de bezoekers. Terwijl ik met Van Bavel sprak waren enkele Eppo-tekenaars druk met tekeningen maken voor de fans, waaronder Romano Molenaar en Gerben Valkema. De rijen voor de heren leken niet korter te worden, hoeveel ze ook tekenden.

Smallpress
Ook kwam ik Henk Schouten, een van de mannen achter Stripster tegen die een flink aantal small-pressuitgaven had aangeschaft. Henk gaat ook al jaren mee in de stripwereld en heeft een voorliefde voor nieuw striptalent. Het is leuk om hem te horen praten over de nieuwe ontdekkingen die hij op de beurs had opgedaan.

boek_marqvanbroekhovenZondag sloot ik de Stripdagen af met een terrasbezoek met stripmaker Marq van Broekhoven. Marq is een fantastische ambassadeur voor het medium. Met pretoogjes deed hij zijn koffer open om zijn aanwinsten te laten zien. Albums van onder meer Peyo en de reeksen Ravian en Comanche. Van Broekhoven heeft een boek volgeschreven met columns over zijn stripliefde. Die stonden voorheen in stripblad Myx. Ik hoop van harte dat hij binnenkort de reeks teksten ergens voortzet, want de columns zijn erg vermakelijk. En dat zijn z’n albums trouwens ook.

Ambassadeurs
Terwijl Marq en ik nog een laatste drankje dronken om op een geslaagd weekend te toosten, werd de buitenbeurs afgebroken. Over de Grote Markt liep Joost Pollmann tussen de lege stands. Deze editie was de tiende en laatste waar hij als creatief directeur bij betrokken was. In de afgelopen jaren heeft hij een duidelijke stempel gedrukt op de Stripdagen Haarlem, met een focus op de grafische roman en buitenlandse stripculturen zoals de Arabische strip en de Strips uit Oost-Europa, waar een online database voor in het leven werd geroepen. In laatste drie edities werd hij bijgestaan door zakelijk directeur Thamara van Rijn. De stripdagen Haarlem 2014 was dus de definitieve afsluiting van het Pollmann-tijdperk. Wie hem gaat opvolgen als creatief directeur is nog niet bekend, maar de geruchtenmachine draait natuurlijk op volle toeren.

In feiten zijn Joost, Thamara, Willem, Koen, Marq, Henk, Kurt, de uitgevers, stripmakers, stripbladen en ondergetekende allemaal stripambassadeurs. Op onze eigen wijze en met onze eigen stokpaardjes proberen we het beeldverhaal onder de aandacht te brengen bij het publiek. Soms doen we dat op grote wijze met een enorm stripfestival midden in de stad, of door het bestieren van een stripmuseum, soms door erover te schrijven of gewoon door aan vrienden die ene strip uit te lenen die ze echt eens moeten lezen.

Categorieën
Strips

Striptips: Spaanse special & Striptember

Illustratie: Pier Brito

Vanaf 15 september doet de site Stripster het weer op z’n Spaans: oftewel, dan is de tweede special met Spaanse strips.

StripSter plaatste een oproep op de grote Spaanse fora om Spaanse tekenaars uit te nodigen een strip voor de site te maken. In totaal zijn er in de special veertig bijdragen van 24 tekenaars te zien over geschiedenis en politiek, piraten, ruimtewezens, sex en verlangens, autobiografie, fantasy, misdaad, horror en absurde humor. Ook is er een strip over de culturele blik van Spanjaarden op ons kleine kikkerlandje.

Check vanaf zaterdag 15 september StripSter.eu.

En nu ik toch aan het pluggen ben:

Striptember is begonnen
Net als vorig jaar vinden er tijdens de maand september weer stripactiviteiten plaats in Amsterdam. Onder andere een expositie van Guido van Driel en een expositie op de wanden van het MC Theater in de Westergasfabriek. Verschillende kunstenaars uit andere disciplines experimenteren met de vorm van Graphic Novel. Met onder andere werk van Morcky, Lon Hendriks, Lordhhh, Dosjotas, Boxie en Zwazi. Check voor het volledige programma de agenda op Signalchannel.nl.

Categorieën
Strips

‘Veel kranten denken dat de boekenrecensent er ook wel een stripje bij kan doen’

Een tijdje geleden vroeg Santiago Martín van de site StripSter of hij me mocht interviewen over mijn werk als stripjournalist. Omdat hij in Slovenië woont, werd het een schriftelijk interview dat vandaag op de site is geplaatst.

Hier enkele fragmenten uit het interview.

Kun je iets over je ontwikkeling als (strip)lezer/criticus vertellen?

Foto: Roos Manintveld

Ik heb filmwetenschap gestudeerd aan de UvA en daar heb ik als criticus veel aan gehad. Films analyseren is bijna hetzelfde als strips analyseren. Deze twee media zijn erg aan elkaar verwant. Ik ben mijn hele leven al striplezer dus toen ik besloot om me als journalist te specialiseren, was de keuze snel gemaakt.
Ik lees veel van wat er uit komt. Nu komt er natuurlijk heel veel uit en je kunt niet alles bijhouden. Omdat ik voor media schrijf die eisen dat een stuk tot op zekere hoogte actualiteitswaarde moet hebben, ben ik veel bezig met wat er nu uit komt. Daar gaan de meeste artikelen over.
Verder heb ik een aardige stripverzameling die gestaag groeit. Ik lees ook boeken en blogs over strips. Mijn ambitie is om een van de beste stripjournalisten van Nederland te worden.

Zijn Nederlandse stripjournalisten vrienden of vijanden onder elkaar?
Echte stripjournalisten, dus journalisten die gespecialiseerd zijn in strips, zijn er maar weinig. Er zijn ook niet zo heel veel plekken om professioneel over strips te publiceren. Het grote probleem is meer dat veel kranten en tijdschriften denken dat de boekenrecensent er ook wel een stripje bij kan doen en dat is natuurlijk onzinnig. Je moet mij als striprecensent ook geen toneelstuk laten recenseren. Niet mijn vakgebied, net zo min dat Arie Storm, om maar een bekende naam te noemen, het gereedschap in huis heeft om een graphic novel te beoordelen. Die mensen missen achtergrondkennis over strips en denken te vaak alleen in tekst. Overigens ervaar ik mijn mede stirpjournalisten niet als vijanden, dat zou een ongezonde houding zijn. Het is natuurlijk wel zo dat als Joost Pollmann een stuk heeft gepubliceerd in de Volkskrant er minder ruimte is voor een artikel van mijn hand.

Hoe gaat het met het Nederlands stripklimaat?

Jan Kruis met Jean-Marc van Tol.

Dat is een lastige vraag om zo maar te beantwoorden. Er is de laatste jaren meer aandacht voor de strip in de media, dat is goed lijkt me. Recent waren er 8 afleveringen Beeldverhaal op televisie bij de VPRO. Erg leuk om een enthousiaste Jean-Marc van Tol door de stripwereld te zien reizen.
We hebben 2½ jaar een stripintendant gehad die allerlei projecten heeft opgestart om strips onder de aandacht te brengen. Sommige projecten zijn wat mij betreft beter geslaagd dan het andere. Dankzij Gert Jan hebben wat meer stripmakers het subsidiepotje van BKVB gevonden waardoor ze tijd hadden om aan hun albums te werken.
Ik vind het ook heel positief dat er zoiets is als een BNS en dat deze organisatie steeds meer van zich laat horen. Ik denk dat er nog wel een grote inhaalslag gemaakt moet worden als het gaat om de professionalisering van de stripmakers. Die moeten zich meer als ondernemers gaan opstellen om hun brood te verdienen.
Wat ik ook positief vind is dat de Eppo alweer een paar jaar bestaat. Daar wordt ook een specifiek lezerspubliek mee bediend.
Dat betekent overigens niet dat het allemaal rozengeur en maneschijn is wat de Nederlandse stripwereld betreft. Stripspeciaalzaken hebben het zwaar, evenals reguliere boekwinkels waar soms ook een aardige stripafdeling is, zoals Selexyz in Amsterdam. De distributie van strips is nog steeds een probleem door de lage oplagen van de albums en de relatief hoge kosten van de distributie. Het is daarom terecht dat er de laatste tijd aandacht voor is. Dat zowel het Stripschap als Lambiek Ron Poland recent een prijs gaven voor zijn harde werk als distributeur is een teken aan de wand dat dit probleem eens op de agenda moet komen.
Ook is het jammer dat bepaalde initiatieven niet de tijd krijgen om zich te ontplooien. Van Eisner kwamen maar vijf nummers uit bijvoorbeeld. Ook ZozoLala is verdwenen. Dat geeft maar aan dat de stripmarkt een moeilijke is.

En toch heeft voormalig stripintendant Gert-Jan Pos veel kritiek op zijn werk en houding gekregen. Hierbij enkele opmerkingen die op het Forum op StripSter aanwezig waren. Hoe denk jij erover? Hij had bijvoorbeeld zich minder moeten “concentreren op stripmakers die al heeeeel lang stripsmaken” (Johan de Neef). “Er is nog steeds weinig aanbod aan strips in de winkels” (Eric Hebben). “Gert-Jan Pos had zoeits als een FACTS.NL op poten moeten zetten” (Gerben den Heeten).
Natuurlijk krijg iemand als Gert Jan veel commentaar, iedereen die zo’n positie bekleedt krijgt dat. En hij heeft hier en daar ook wat steekjes laten vallen, maar ook veel goede dingen gedaan. Het is naief om te denken dat een intendant in twee jaar wel even alle problemen van de Nederlandse strip oplost. Belangrijker vind ik dat iemand met het hart op de goede plek zich heeft ingezet voor de strip. Natuurlijk mag je wel kritisch kijken naar de projecten die hij heeft opgezet of waar hij bij betrokken was, vooral omdat er overheidsgeld mee gemoeid is. Openheid van zaken mag geeist worden.
Had hij meer aan het distributieprobleem moeten doen? Jazeker! Dus ik ben het wel eens met die stelling dat we weinig strips in de reguliere winkel tegenkomen, al is dat ook weer afhankelijk van waar je shopt.
Is na Mooi is dat! zo’n boek als Filmfanfare een beetje teveel van hetzelfde? Dat vind ik wel, maar het leverde wel weer aandacht voor de strip op. Al moet je je afvragen of je strips alleen onder de aandacht wil brengen als medium dat geschikt is om verhalen uit andere media te adapteren. Ik ben het trouwens met de stelling dat hij zich alleen heeft geconcentreerd op oude rotten niet juist: je ziet dat Gert Jan ook veel is bezig geweest met jong talent. En de Kunststripbeurs blijkt toch iedere keer een succes te zijn.
Jammer dat niet een ander het stokje na Gert Jan mocht overnemen. Dan hadden we weer andere invalshoeken gekregen om het medium mee te benaderen. Iedereen heeft immers zo zijn stokpaardjes. De strip in Nederland kan nog steeds hulp gebruiken.

Hoe zie jij in de praktijk dat een striptekenaar “zich meer als een ondernemer moet gaan opstellen om zijn brood te verdienen”. Welke stappen moet hij hierbij zetten?
Dat is een nogal uitgebreide vraag, maar belangrijk is dat je als stripmaker moet beseffen dat je je professioneel moet opstellen en dat je door het maken van strips geen dikke boterham verdient. Dat geldt in ieder geval voor de meesten. Je kunt niet van de albumverkoop leven, er zijn maar weinig plekken waar je je strips kwijt kunt. Neem Erik Kriek die net een prachtig boek over Lovecraft heeft gemaakt. Hoeveel talent Erik ook heeft als stripmaker, hij verdient zijn geld met het maken van illustraties. Ook komt het niet vanzelf aanwaaien, je zult net als iedere freelancer de boer op moeten gaan. Een portfolio samenstellen, jezelf presenteren. Een goede website beheren, je werk onder de aandacht brengen en zorgen dat je opvalt. Dat soort dingen.

Lees de rest op StripSter.

Categorieën
Strips Video

Zo tekent Albo Helm een portret

Illustratie: Merel Barends

Striptekenaars in actie. Ik kijk graag als een tekenaar aan het werk is. Toch kun je niet de hele tijd over hun schouder meekijken, dat zou op een gegeven moment irritant worden. En als je te lang in het atelier rondhangt sta je voordat je het weet koffie te zetten en koekjes uit te delen. De beste plek om een stripmaker aan het werk te zien is tijdens een stripbeurs, als je held een krabbel zet in het album dat je net hebt aangeschaft. Maar het kan ook anders, als er een video gemaakt wordt van een tekensessie bijvoorbeeld.

Deze trof ik aan op de site van Albo Helm. Een jaar lang tekende hij iedere dag een portret van iemand die op die dag was geboren en die hem persoonlijk aansprak. Dat leverde 366 tekeningen op die allemaal op Koninginnedag geëxposeerd werden in galerie De Schuur te Utrecht. Speciaal voor de video, gemaakt door Jos Hoes, tekende Helm dit portret van Solomon Burke.

Stripmakers moeten ondernemen
Recent werd kreeg ik een stel vragen voorgeschoteld door Santiago Martin voor StripSter. Een van die vragen ging over het zelfstandig ondernemerschap van stripmakers. Ik vind dat je je als stripmaker als een ondernemer moet opstellen. Een belangrijk element daarvan is je werk onder de aandacht brengen. Dat houdt in dat je in ieder geval een website hebt waar mensen je kunnen vinden en waar je wat van je werk laat zien.

Het kan ook geen kwaad om dit met een video te doen zoals Albo. Goed, een muziekje bij de beelden was wellicht leuk geweest, van Solomon Burke bijvoorbeeld, en nog beter: Albo aan het woord. Aangezien de video bij de expositie bedoeld is, zit er wellicht bewust geen muziekje onder. Bovendien spreken de beelden ook weer voor zichzelf. Soms is het prima om alleen te kijken en te zwijgen en de stripmaker zijn werk te laten doen.

Categorieën
Strips

Erik Wielaert exposeert in Galerie Lambiek

Even een kort nieuwtje dat ik graag onder de aandacht breng. Tot mijn vreugde exposeert Erik Wielaert namelijk in Galerie Lambiek.

De expositie zal bestaan uit vrij werk, illustraties, originele strippagina’s, schetsen en gesigneerde prenten. Wielaert is beeldend kunstenaar, illustrator en stripmaker en publiceert sinds 1996 in verschillende smallpress uitgaven, zoals Incognito. Zijn werk staat ook geregeld in Zone 5300. Hij is één van de stuwende krachten achter het Gronings striptijdschrift Gr’nn, dat dit jaar zijn 15de verjaardag viert. (Zie voor meer informatie over Gr’nn dit artikel op de site Stripster.nl.)

Samen met Willy Linthout maakte hij voor uitgeverij Standaard de driedelige serie Het Laatste Station. In 2006 verscheen bij uitgeverij Sherpa een bundel van zijn hand onder de titel Nacht en Ontij. In deze bundel toont de tekenaar een voorkeur voor magische verhalen, mysterieuze figuren en buitenaardse wezens. Niet zo gek wellicht: in een interview met 8Weekly Magazine vertelde Wielaert dat hij  zijn inspiratie haalt uit het werk van Moebius, Mike Mignola en Trondheim.

Ik zie Eriks tekenwerk graag en kom zeker de expositie bezoeken.

Op donderdag 1 september, vanaf 17.00 vindt de opening plaats van de expositie. Uiteraard zal de kunstenaar zelf aanwezig zijn.

De expositie van Erik Wielaert is onderdeel van het Striptember festival – het eerste stripfestival van Amsterdam. Zie hier het volledige programma.

Lambiek: Kerkstraat 132 – 1017 GP Amsterdam

Categorieën
Strips

Striptips: Week 29

Een week vol bedroevend stripnieuws. Een paar belangrijke berichten op een rij.

Zozolala stopt
In oktober 2011 zal het allerlaatste nummer van het stripinformatietijdschrift ZozoLala verschijnen. Dertig jaar lang informeerde dit onafhankelijke blad de nieuwsgierige lezer. Ik vind het jammer dat het magazine verdwijnt: er stonden vaak goede recensies in en interessante interviews.

Op StripSter.nl komt Hans van Soest aan het woord: ‘Dat ’t economisch slechter gaat, merken we ook. Omdat we te veel van het blad houden om ’t te laten doodbloeden, hebben we besloten eind dit jaar te stoppen. Met pijn in ’t hart, dat wel. maar beter dan dat we straks nog moeite hebben ZozoLala fatsoenlijk te vullen.’

Op Stripspeciaalzaak.be staat vermeld dat er binnenkort misschien een nieuwe gratis publicatie komt.

Gideon Brugman overleden
De Nederlandse striptekenaar Gideon Brugman, bekend van o.a. Professor Ambrosius, Patty en Kommando Moustache, is op zaterdag 9 juli 2011 overleden. Het nieuws van zijn overlijden werd pas bekendgemaakt. Brugman stierf twee dagen voor zijn 69ste verjaardag. Lees meer hierover op Stripturnhout.be.

Brecht Evens wint geen Eisner

Fragment uit Ergens waar je niet wilt zijn.

Ook meldt StripSter deze week dat de Vlaamse stripmaker Brecht Evens, die genomineerd was met Ergens waar je niet wilt zijn, misgrijpt als het om de Eisners gaat. De Eisner Awards zijn de Oscars onder de stripprijzen, vernoemd naar de Amerikaanse stripmaker Will Eisner (1917-2005). Net als de Oscar omvatten de Eisners te veel categorieën en worden ze jaarlijks uitgereikt. Hier is de lijst met winnaars.

Overigens heeft American Vampire, van Scott Snyder, Stephen King en Rafael Albuquerque (Vertigo/DC) wel een Eisner gewonnen in de categorie Best New Series. Ik heb die strip al eens zien staan in de winkel. Mooi tekenwerk. Moet hem nu toch maar eens gaan lezen.

In de nieuwe rubriek Striptips zal ik met enige regelmaat interessante nieuwtjes en items over strips, elders gepubliceerd, aankaarten.