Categorieën
Film Strips

Hellboy returns

Vandaag kwam mij dit vrolijk stemmende persbericht tegemoet. De camera’s zijn aan het rollen op de set van Hellboy 2: The Golden Army.Action-Thriller Reunites Actors Ron Perlman, Selma Blair and Doug Jones For Latest Astonishing Hellboy Adventure.Budapest, Hungary, June, 2007 – Principal photography has begun on the action-thriller Hellboy 2: The Golden Army from writer/director Guillermo del Toro and film producers Lawrence Gordon (Hellboy, Lara Croft: Tomb Raider, Die Hard), Lloyd Levin (Hellboy, United 93) and Mike Richardson (Hellboy, Gone). The film will be released on August 1, 2008.Del Toro, who most recently brought the Oscar®-winning elaborate fantasy Pan’s Labyrinth to the screen returns to helm the second installment, starring Hellboy alums Ron Perlman (Outlander, The Mutant Chronicles), Selma Blair (The Fog, In Good Company), and Doug Jones (Fantastic Four: Rise of the Silver Surfer, Pan’s Labryinth). With a signature blend of action, humor and character-based spectacle, the saga of the world’s toughest, kitten-loving hero from Hell continues to unfold in Hellboy 2: The Golden Army. Bigger muscle, badder weapons and more ungodly villains arrive in an epic vision of imagination from del Toro.After an ancient truce existing between humankind and the invisible realm of the fantastic is broken, hell on Earth is ready to erupt. A ruthless leader who treads the world above and the one below defies his bloodline and awakens an unstoppable army of creatures. Now, it’s up to the planet’s toughest, roughest superhero to battle the merciless dictator and his marauders. He may be red. He may be horned. He may be misunderstood. But when you need the job done right, it’s time to call in Hellboy (Ron Perlman).Along with his expanding team in the Bureau for Paranormal Research and Development — pyrokinetic girlfriend Liz (Selma Blair), aquatic empath Abe (Doug Jones) and protoplasmic mystic Johann — the BPRD will travel between the surface strata and the unseen magical one, where creatures of fantasy become corporeal. And Hellboy, a creature of two worlds who’s accepted by neither, must choose between the life he knows and an unknown destiny that beckons him. The screenplay for Hellboy 2 is written by Guillermo del Toro, from a screen story by del Toro and Mike Mignola, based upon the Dark Horse comic created by Mike Mignola and the 2004 motion picture Hellboy. The first installment, released by Revolution Studios in 2004, earned $100 million at the worldwide box-office and became a cult sensation when released on DVD. The character continues to be a top-seller in publishing and collectibles and has been expanded into best-selling animation and games. Hellboy 2: The Golden Army will film in both Budapest and the United Kingdom, with post-production based in London.En dat is goed nieuws. De eerste Hellboy zette een interessante wereld neer waar magie en harde superheldenactie goed samengingen. Met een voortreffelijke rol van Perlman en eyecandy in de vorm van Selma Blair. Nog een jaartje wachten. De tussentijd biedt een mooie gelegenheid om de strips weer eens te lezen.

Categorieën
Film Strips

Burtons Batman 5: De Joker op het lijf geschreven

Wat vertolkingen in live-action versies betreft heeft de Joker niet te klagen gehad. Caesar Romero’s Joker paste heel goed in de camp stijl van de televisieserie in de jaren zestig. Op dit moment speelt Heath – mr. Brokeback Mountain – Ledger de Joker in de volgende Batman-film van Christopher Nolan. Ben erg benieuwd naar zijn interpretatie. Voorlopig is mijn favoriete Joker Jack Nicholson: die rol in Burtons Batman (1989) leek hem op het lijf geschreven te zijn.Hoewel de identiteit en de achtergrond van de Joker in Batman afwijken van de stripversie, komt de karakterisatie van het personage in grote mate overeen met de algemene karaktertrekken uit de strips. Dit heeft alles te maken met de casting van Jack Nicholson als de Joker. Batman is wat Justin Wyatt een high concept-film noemt, omdat a) de film gebaseerd is op een pre-sold concept en b) vanwege de casting van Jack Nicholson als de Joker.
High concept
Met high concept worden films bedoeld die zich onderscheiden door een opvallende stijl en commerciële potentie. Het filmproject is zodanig geconstrueerd dat dit op maximale wijze verkoopbaar is aan het publiek: het verhaal is in een of twee zinnen weer te geven; het verhaal is niet al te moeilijk; het thema van de film is populair op dat moment; een grote ster of sterren zijn bij het project betrokken; een uitvoerige promotiecampagne gaat aan de film vooraf en vaak wordt in deze campagne de film gekoppeld aan een symbool als merkteken. Wyatt vat dit samen in de slogan ‘The Look, the Hook and the Book: the look of the images, the marketing hooks, and the reduced narratives form the cornerstones of high concept.’
Alle kenmerken van het high concept zijn toepasbaar op Batman, al benadrukt Wyatt bij deze film vooral de casting van de Joker en het gegeven dat de film op een bekende stripfiguur is gebaseerd als high concept kenmerken.Looking good
Wanneer een strippersonage naar het witte doek gebracht wordt, geldt hetzelfde probleem als wanneer dit met een romanpersonage gebeurt: de lezer heeft altijd een ideale versie van het personage in zijn hoofd. Daarbij is een stripfiguur meer concreet dan een romanpersonage omdat de eerste visueel wordt weergegeven. Wanneer zo’n personage naar live-action vertaald wordt, is het belangrijk dat de acteur zoveel mogelijk op het personage lijkt; waar nodig met make-up of prosthetics.
In het geval van Jack Nicholson is deze vertaling wat betreft uiterlijk voor een deel gelukt. De Joker in de film is net als in de strip lijkbleek, heeft groen haar en er straalt een permanente grijns op zijn gezicht. De Joker in de strip is echter een lange dunne man met een smal gezicht en een grote grijns. Zijn lichaam is bijna een karikatuur. Jack Nicholson lijkt wat betreft lichaamsbouw geenszins op de Joker, maar het imago van Nicholson, zijn sterpersonage, des te meer.




Sterpersonage
Wyatt omschrijft Nicholsons sterpersonage als: [T]he iconoclast, the nonconformist whose energy and mischievousness are infectious and appealing.’ Dit imago is opgebouwd door zijn rollen in films als Easy Rider (USA: Dennis Hopper, 1969) en One Flew over the Cuckoo’s Nest (USA: Milos Forman, 1975). Zijn rol in The Shining (UK: Stanley Kubrick, 1980) is in dit opzicht een keerpunt in de carrière van Nicholson: vanaf deze film zet hij een parodie neer van zichzelf. Het is deze parodie van Nicholsons bad boy personage die we terugzien in zijn Joker. De Joker in de film wordt geconstrueerd door de intertekstualiteit van Nicholsons stertekst: alle relevante voorgaande rollen worden gereflecteerd in het personage. De link tussen Jack Nicholson en Jack Napier wordt al duidelijk gemaakt in het feit dat de ster en het personage dezelfde voornaam hebben. Hierdoor wordt de vereenzelviging tussen Nicholson-als-ster en Nicholson-als-personage benadrukt:

In the dour, oppressive world of Batman, Nicholson destroys the unity of each of his scenes: partly through his garish costuming (mixing purples, blues, and oranges) and his makeup (the permanent smile of his disfigured face as the Joker), but primarily through his broad, ostentatious acting, strongly dependent on gesture, which contrasts dramatically with the more naturalistic performances of the other cast members. This acting style also relies heavily on our identification with Nicholson’s star persona, which gives a context to his ‘bad boy’ actions as the Joker, aldus Wyatt in High Concept: Movies and marketing in Hollywood, 2000.

Overdaad baat
Nicholson is een goed voorbeeld van een sterimago dat als excess gebruikt wordt in een high concept film. Met excess (overdaad) bedoelt Wyatt die elementen die de aandacht naar zich toetrekken, waardoor bijvoorbeeld de eenheid van de stijl of het verloop van het verhaal wordt onderbroken. Excess kan op formele aspecten van de film slaan, maar de uniekheid van een ster (en diens acteerstijl) kan ook momenten van excess in een film teweegbrengen. Nicholsons acteerstijl in Batman verbreekt de eenheid van het verhaal doordat het de aandacht op zichzelf vestigt.
Wyatt geeft als voorbeeld de scène in het museum, waar Vicki Vale water tegen de Joker gooit. Deze slaat zijn handen voor zijn gezicht en roept: ‘I’m melting, I’m melting!’ net als de slechte heks uit de Wizard of Oz (USA: Victor Fleming, 1939). Als Vale hem probeert te troosten, roept de Joker keihard ‘Boe!’ en lacht hij luidruchtig. Wyatt concludeert: ‘While this series of actions would seem wild from any actor, the close fit between Nicholson’s star persona, the role of the Joker, and the ostentatious mode of acting ruptures the coherence of the story and the character.’ Grotesk en toch natuurlijk
Hoewel Wyatt gelijk heeft als hij zegt dat Nicholson hier met overdaad acteert en daardoor een ‘verstorende factor is in de verhaalwereld,’ moet gezegd worden dat dit perfect past bij het gedrag van de Joker, een personage dat door chaos te creëren de orde overhoop haalt. Nicholsons manier van acteren, de wisseling tussen redelijk naturel spel en onverwachts grotesk gedrag, verbreekt derhalve niet de samenhang van het personage: dit gedrag definieert het personage. Overigens vormt deze stijl wel een groot contrast met de meer naturelle performance van de overige castleden. Nicholsons Joker is een vleesgeworden stripfiguur in daad en woord. Toch wordt de Joker nergens een ééndimensionale stripschurk – al zou je dat met zijn overacting misschien wel vermoeden. Dit komt deels doordat in de film de psychologie van de Joker goed is uitgewerkt en omdat er aan de mens achter het masker aandacht besteed wordt – het eerste deel van de film wordt Jack Napier gekarakteriseerd voordat hij in de Joker verandert. De belangrijkste factor is echter het feit dat de Joker gespeeld wordt door de acteur Nicholson, wat van het moordlustige stripfiguur een driedimensionaal personage maakt. Nicholson weet namelijk alle bovengenoemde facetten van het personage te belichamen.Dit was de – voorlopig – laatste aflevering in de serie artikelen over Tim Burtons Batman. Lees ook: The Bat & Prince; De wereld van Tim Burton; Terug naar de bron; Waarom Batman en de Joker niet zonder elkaar kunnen.

Categorieën
Film Strips

Burtons Batman 4: Waarom Batman en de Joker niet zonder elkaar kunnen

De Joker is de aardsrivaal van Batman. Hij mocht daarom niet in de eerste Batflick van Burton ontbreken: een analyse van de relatie tussen Bats en de Crown Prince of Crime.
De jarenlange stripgeschiedenis van de Dark Knight kent verschillende versies van de Joker. Zo is de Joker in de televisieserie uit de jaren zestig een onschuldige grappenmaker, terwijl Frank Millers Joker een psychotische moordenaar is die zonder met zijn ogen te knipperen 200 man vergast tijdens een televisieshow. Millers Joker lijkt ook gay te zijn – hij draagt lippenstift en noemt Batman ‘darling’. William Uricchio en Roberta E. Pearson (in boek The Many Lives of the Batman) geven aan dat veel van de figuren die het Batman-universum bevolken volgens dezelfde parameters kunnen worden gekarakteriseerd. Ze omschrijven de Joker als volgt:

The Joker has traits/attributes (rhetorical mode and whimsical approach to crime), fixed and iterative events (an origin story and obsessive criminal activities), recurrent characters (Batman and Robin), setting (Gotham City) and iconography (green hair, white face, bright red mouth set in a permanent grin).

De Joker uit de strip: antithese
Ondanks verschillende interpretaties blijven de rollen die Batman en de Joker vervullen hetzelfde. De Joker is de antithese van Batman, zijn tegenhanger. Waar Batman orde en gezag vertegenwoordigt en deze twee waarden ook probeert te handhaven, staat de Joker juist voor chaos en het overhoop gooien van orde en gezag. Miller zegt hierover:

‘The Joker is Batman’s most maddening opponent. He represents the chaos Batman despises, the chaos that killed his parents.’ (Miller geïnterviewd door Christopher Sharrett in 1991).

Waar Batman een duister figuur is die het liefst in de schaduwen blijft, is de Joker juist kleurrijk en eist hij luidruchtig zijn plaats op in de spotlights. Ten slotte handelt Batman rationeel en de Joker volledig irrationeel: hij gedraagt zich als een klein kind, die de driften van zijn id niet kan onderdrukken. De Joker vervult in Batman dezelfde rol als in de strips: hij is een chaotische kracht die de orde bedreigt. In wezen probeert de Joker een orde te scheppen naar zijn eigen maatstaven. Hij wil de wereld vormen naar zijn ideaal – alle elementen die hem niet aanstaan, worden aangepast of vernietigd. Zo probeert hij in de film zijn schoonheidsideaal op te leggen: in de museumscène laat hij alle schilderijen vernietigen die niet aan dit ideaal voldoen en zijn voormalige vriendinnetje (Jerry Hall – toen bekend als fotomodel) wordt ook naar zijn evenbeeld herschapen. Dit gedrag kenmerkt overigens het typische Burton personage:

‘They are constantly trying to alter their surroundings aesthetically, to make them more beautiful and poetic, to assimilate them into their own imagination. Whether these changes are material or only notional, the outside world thus becomes a product of fantasy, a Romantic fiction…it becomes art,’ aldus Helmut Merschmann in zijn studie over Tim Burton.

Zowel de Joker als Batman proberen met hun trauma om te gaan door de wereld hun orde op te leggen. Omdat hun ideaalbeelden tegenovergesteld aan elkaar zijn, staan beide figuren ook tegenover elkaar. Oorsprong van de chaos
In de eerste versie van de origin story van de Joker, vertelt in Detective Comics #168 (1951), is de Joker een labmedewerker die besluit een miljoen dollar te stelen van de Monarch Playing Card Company. Hij verkleedt zich als de schurk Red Hood en draagt een rode helm met ingebouwd zuurstofmasker. Hij weet te ontsnappen aan Batman en de politie door in het chemische afval van de fabriek te springen. De chemicaliën hebben echter zijn uiterlijk voorgoed veranderd. In Batman verandert Jack ook in de Joker doordat hij in het vat met chemicaliën terechtkomt. Alleen is het dit keer een ongeluk in plaats van een bewuste sprong. Dit maakt Napier tot een slachtoffer van het lot. Daarbij is Batman nu medeverantwoordelijk voor de Joker: het lukt hem immers niet om Jack vast te houden zodat deze valt. Ook wordt de kogel, die Jacks gezicht beschadigt, weerkaatst door het metaal in Batmans handschoen. De achtergrond van de Joker is in de film heel anders dan in de strips. Hoewel de Joker altijd al een misdadiger was, is hij in de strips nooit neergezet als een harde gangster zoals Jack Napier.
Door hem de moordenaar van Bruce Waynes ouders te maken, wordt er een belangrijk verschil aangebracht in de origin story van Batman. Volgens de oorspronkelijke mythe zijn Thomas en Martha Wayne vermoord door een straatrover met de naam Joe Chill. Later bleek deze Chill de moord in opdracht van ene Lew Moxon gepleegd te hebben. Chill liet de kleine Bruce leven, zodat deze kon getuigen dat het om een straatroof zou gaan. Jaren later weet Batman beide mannen hiermee te confronteren, voordat ze om het leven komen. Cirkel
Zo wordt de geschiedenis tenminste uitgelegd in De onbekende legende van Batman van Len Wein, John Byrne en Jim Aparo. In Batman: Year Two, van Mike W. Barr, Alan Davis en Todd McFarlane, wordt een variatie op dit verhaal verteld. Joe Chill is nog steeds de moordenaar van Batmans ouders, maar over Lew Moxon wordt met geen woord gerept.In de film worden de Waynes vermoord door de jonge Jack Napier. Vele jaren later wordt Napier echter de Joker, mede door toedoen van Batman. Hierdoor ontstaat een cirkel van gebeurtenissen. De geboorte van Batman maakt het ontstaan van de Joker mogelijk. Het is overigens een handig narratief middel om de oorsprong van de held met die van de schurk te verbinden: omdat in een film binnen een tijdspanne van twee uur het gehele concept en wereld van de superheld geïntroduceerd moeten worden, is een compacte vertelling wenselijk. Een van de mogelijkheden om dit te bewerkstelligen, is het samenvoegen van noodzakelijke gebeurtenissen zoals de origin stories. Motivatie
Door de verandering in Batmans oorsprong rammelt er wel wat aan Bruce’s trauma: aangezien de Joker aan het einde van de film sterft, en Batman dus wraak heeft kunnen nemen op de moordenaar van zijn ouders, rijst de vraag waarom hij zijn mantel niet voorgoed in de kast hangt. Bruce lijkt zijn lot te hebben vervuld en kan zelfs een gezin stichten met Vicki Vale. Met andere woorden: Bruce kan nu eindelijk volwassen worden. Toch kiest hij ervoor om Batman te blijven. Misschien zit de verklaring hiervoor in de volgende dialoog. Wanneer Vicki Bruce confronteert met zijn Batman-identiteit in de Batcave, zegt ze dat ze niet weet wat ze van zijn alter ego moet denken:

Vicki
I’ve loved you since I met you.
But I don’t know what to think of all this. I really don’t.

Bruce
Look, sometimes I don’t know what to think about this.
It’s just something I have to do.

Vicki
Why?

Bruce
Because nobody else can.
Look…I tried to avoid all this, but I can’t.
This is how it is. It’s not a perfect world.

Vicki
It doesn’t have to be a perfect world.
I just gotta know, are we going to try to love each other?

Bruce
I’d like to. But he’s out there right now.
And I’ve gotta go to work.

Ondanks het feit dat de moord van zijn ouders gewroken is aan het einde van de film, houdt Bruce vast aan zijn eed om alle misdaad te bestrijden. Hier zijn twee redenen voor te bedenken. In de eerste plaats heeft Bruce Batman nodig om niet gek te worden, om het idee te behouden dat hij controle heeft over de chaos. Daarnaast doet de dood van de Joker niets af aan de traumatische ervaring van de moord op Bruce’s ouders. Hierdoor is Bruce Batman geworden, en dat is niet meer te veranderen – Bruce kan niet meer terug.In de tweede plaats berust Bruce zich in zijn lot, hij kiest ervoor om Batman te zijn. Hij ziet het bestrijden van misdaad als zijn taak, zijn roeping, omdat niemand anders dit volgens hem kan doen. Dit deelt Batman met de andere superhelden die hun talenten en krachten inzetten voor een hoger doel, de bescherming van gewone stervelingen. Een verschil met Spider-man is bijvoorbeeld wel dat Peter Parker uit schuldgevoel handelt, terwijl Batman uit wraak de misdaad bestrijdt. De verschillende motieven maken de helden uniek, maar het effect ervan blijft hetzelfde bij iedere superheld: het helpen van gewone stervelingen.

Categorieën
Film Filmrecensie Strips

Film: Ghost Rider

Ghost Rider is nooit de interessantste held van de Marvel-stal geweest: een skelet met een brandende schedel op een helse motor die misdadigers straft. Het ziet er cool uit, maar heeft verder weinig om het lijf. Hetzelfde kan gezegd worden over de verfilming van de strip.Nicholas Cage speelt de ‘getormenteerde’ stuntrijder Johnny Blaze, die een deal sluit met Mephistopheles met zijn ziel als ruilobject. Hierdoor wordt hij gedwongen de liefde van zijn leven voorbij te rijden, maar wanneer hij Roxanne jaren later weer tegenkomt, ontbrandt het oude vuur voor haar opnieuw. Net op het moment dat Mephistopheles een beroep doet op Johnny en hem verandert in de Ghost Rider – de nachtrijder die zielen ophaalt voor de duivel. Een baan die een relatie goed in de weg kan zitten. Wat Ghost Rider vooral ontbeert is spanning. Nergens zit je op het puntje van je stoel, of zelfs maar halverwege. De schurken zijn niet bedreigend of boeiend. De romance tussen de held en het meisje is lauw, al vormt het wel een belangrijk element in de film. Niet alleen Ghost Rider is zijn ziel kwijt, het verhaal waarvan hij het middelpunt is, is al net zo zielloos. Plichtmatig worden enkele superheldenclichés doorlopen: de dood van de vader(figuur), het ontdekken en ontplooien van de krachten en het vriendinnetje dat als lokaas wordt gebruikt door de tegenstanders. Regisseur Johnson mengt wel een paar aardige grappen door het geheel en geeft daarmee een voorzichtige knipoog naar het genre.Easy rider
De scène waarin Johnny aan zijn Roxanne uitlegt dat hij niet op hun date kon verschijnen omdat hij als skelet enkele boosdoeners moest straffen, is wat dat betreft geslaagd. Welke superheld heeft dat probleem immers niet. Ook is de casting van Peter Fonda als de duivel een aardige vondst: Easy Rider meets Ghost Rider. Toch kan de film niet worden beschouwd als comedy of parodie. Daarvoor zit er weer te weinig humor in.Wat overblijft zijn prikkelende visuals: met de stunts en specialeffects zit het wel snor – het ziet er allemaal lekker uit. Diepgang moet voornamelijk komen van het decolleté van Eva Mendes die het ‘vriendinnetje van’ speelt. Mark Steven Johnson regisseerde eerder Daredevil, en leverde pas met de director’s cut een boeiende flick af. (De bioscoopversie werd verknipt door de studio – waarmee bijna alle psychologie uit het karakter werd geknipt.) Het zou natuurlijk kunnen dat voor Ghost Rider hetzelfde geldt, maar ik vermoed van niet. Deze rit kun je aan je voorbij laten gaan.

Categorieën
Film Strips

Burtons Batman 3: Terug naar de bron

Wanneer een superheld wordt verfilmd, moeten er altijd de nodige aanpassingen worden gemaakt. Daarom is Burtons Batman niet precies de held uit de strip. Een kijkje naar de overeenkomsten en verschillen. In feite bestaat er natuurlijk niet één versie van Batman: iedere tekenaar zet hem immers anders op papier. Hetzelfde geldt voor acteurs: iedere acteur creëert zijn eigen versie. Het casten van de juiste acteur was daarom geen gemakkelijke opgave. Acteurs als Mel Gibson, Pierce Brosnan, Charlie Sheen en Bill Murray (!) waren in de running voor de rol. Maar voor Burton was Michael Keaton de perfecte Batman. Het postuur van Keaton was atletisch, maar hij was geen Schwarzenegger. Hierdoor had de regisseur meteen een realistisch motief voor het vleermuiskostuum.Zoals Burton zelf zegt:

‘Bij die gozer kun je je voorstellen dat hij een bat-pak draagt; hij doet dat omdat het nodig is, omdat hij niet zo’n gigantisch bedreigende macho is.’

Het kostuum maakt van Keaton een creatie van de nacht, een onaards wezen dat een bedreiging vormt voor de misdaad.Over de casting van Keaton als Batman waren de meningen flink verdeeld, omdat hij tot dan toe vooral in komedies had gespeeld. Mensen waren bang dat Batman weer camp zou worden. Maar Burton was heel wat anders van plan:

‘I thought about being true to what I loved about the original idea, and I think in the spirit of it, it’s close to Bob Kane,’ zegt Burton over zijn interpretatie van Batman in Burton on Burton (Salisbury 1995: 74).

Duistere vigilante
Burtons film is aan te duiden als een adaptatie in de geest van het oorspronkelijke werk. Er zijn twee elementen van de eerste verhalen die prominent in de film terug te vinden zijn: Batman als duistere vigilante en gangsterverhalen uit de jaren dertig.Het verhaal van de film speelt in de begindagen van Batman. Net als in zijn eerste optreden in Detective Comics #27 wordt de beschermer van Gotham gezien als een misdadiger – hij opereert los van de politiemacht. Zoals Gordon in de film tegen reporter Alexander Knox zegt: ‘Knox, for the ninth time, there is no Bat. If there were, we would find him…we would arrest him.’Burtons Batman is net zo meedogenloos als de vroege stripversie: wanneer hij tijdens de climax van de film oog in oog staat met de Joker, de moordenaar van zijn ouders, wil Batman hem vermoorden. Vlak ervoor heeft Bats nog een schurk laten doodvallen in het driehonderd meter hoge trappenhuis van de kathedraal. De vroege stripverhalen van Bob Kane waren geïnspireerd door gangsterfilms uit de jaren dertig en het Duits expressionisme.

‘Kane was a fan of Little Caesar (USA: Mervyn LeRoy, 1931) and The Public Enemy (USA: William A. Wellman, 1931), and explicitly aimed for a “Warner Brothers look” in the early stories’, volgens Will Brooker in Batman Unmasked (2000).

De urbane setting van Burtons film, met smalle straten, vuile steegjes met rook uit pijpleidingen en putdeksels, heeft een look die verwijst naar de gangsterfilms uit de jaren dertig/veertig, gecombineerd met een Film Noir-belichting (veel slagschaduwen en licht vanuit één bron, wat het geheel een sinister uiterlijk geeft). Sublimatie
Burtons Batman wijkt op belangrijke punten af van de versie van de stripheld zoals die ten tijde van de film werd voorgesteld: Batmans uiterlijk komt niet overeen met die van de strip – hij draagt een pak met voorgevormde spieren terwijl Bruce Wayne in de strip atletisch en gespierd is. Daarbij leidt Bruce Wayne in de comics een celibatair leven. In de film heeft hij een seksuele relatie met Vicki Vale. (Volgens Frank Miller is Batman in de comics niet seksloos, maar sublimeert hij zijn seksuele driften door al zijn energie op de misdaadbestrijding te storten.) Deze twee veranderingen kunnen gezien worden als een vermenselijking van het strippersonage.Dode schurken
Een laatste verandering heeft echter grote consequenties: de Joker wordt in de film geïdentificeerd als gangster Jack Napier, hij krijgt hierdoor een naam, en blijkt de moordenaar te zijn van Bruce Waynes ouders. Hij sterft aan het einde van de film. Dit zijn grote veranderingen ten opzichte van de comics. In Millers The Dark Knight Returns gaat de Joker ook dood, maar dit verhaal speelt zich af buiten de continuïteit van het Batman-universum. Over het algemeen gaat een prominente schurk als de Joker niet zomaar dood in de strips. En wanneer een superschurk in een comicserie sterft, is dit meestal maar van korte duur. Norman Osborn stierf halverwege de jaren zeventig in The Amazing Spider-Man, maar herrees uit de dood in de jaren negentig. Tijdens zijn absentie hebben andere personages de rol van de Green Goblin op zich genomen – met andere woorden: een superschurk kan niet echt sterven. In superheldenfilms is de dood van de schurk aan het einde van de film echter eerder gewoonte dan uitzondering.Next: een blik op de relatie tussen Bats en de Joker. Zie ook de andere posts over Burtons klassieker Batman.

Categorieën
Film Strips

Burtons Batman 2: De wereld van Tim Burton

Toen Tim Burtons Batman uitkwam in de zomer van 1989 slaakten de fans een zucht van verlichting: op het witte doek was eindelijk een volwaardige versie van de stripheld te zien. Burton schotelde de kijkers een geheel eigen visie voor. De producers kozen Tim Burton als regisseur om zijn eigenzinnige stijl. In de stripwereld waren halverwege de jaren tachtig persoonlijke interpretaties van Batman in de mode. Net als in de filmtheorie van eind jaren vijftig, ontstond er in de comicwereld een vorm van auteurisme. Het concept van auteurisme komt neer op het idee dat kenmerken van de maker terug te vinden zijn in al zijn werk. Het werk van een bepaalde auteur wordt getypeerd door bijvoorbeeld terugkerende thema’s en een herkenbare visuele stijl. Iedere stripmaker creëert in feiten zijn eigen Batman. Kelly Jones (Batman: Bloodstorm, 1995) tekent Batman met grote langwerpige oren, bijna als een duivel. Kevin O’Neil (Legends of the Dark Knight #38, 1992) tekent hem veel meer in een cartoonstijl.Keurmerk
Het auteurisme in de Amerikaanse strips is geleidelijk ontstaan. In de jaren zestig werd voor het eerst de naam van de schrijver en tekenaar op de titelpagina van de strip neergezet. Tot die tijd werd wel altijd Bob Kane vermeld bij de Batman-verhalen, als een soort keurmerk. In werkelijkheid werden de verhalen door anderen geschreven en getekend. Het is zelfs de vraag in hoeverre Kane als enige de bedenker van Batman genoemd mag worden. Collega Bill Finger zou ook een grote steen hebben bijgedragen. In de jaren zeventig zorgde het systeem van directe distributie (comics werden nu verkocht in stripspeciaalzaken in plaats van kiosken en supermarkten) en royalty payments voor de ontwikkeling van de auteur-als-ster. En in de jaren tachtig kwam dit gegeven volledig tot bloei.Burtons wereld
Omdat de auteursversies zo populair waren in de comics, koos filmstudio Warner Bros Tim Burton uit om de Batman-film te regisseren. Burton staat bekend als eigenzinnige auteur en paste door zijn herkenbare stijl dus perfect in het tijdperk van de Batman-auteurs. Burtons helden zijn buitenstaanders en excentriekelingen (freaks), die in hun uiterlijk en gedrag afwijken van de norm. Ze creëren een wereld voor zichzelf waarin ze hun teruggetrokken levens kunnen leiden.Batman is een typische Burton-held: als Bruce Wayne staat hij door zijn rijkdom buiten de maatschappij, als Batman is hij een freak. Zoals Vicki Vale tegen Batman zegt in the Batcave: ‘Well, let’s face it. You’re not exactly normal, are you?’Batman is een personage met een gespleten persoonlijkheid. Dit aspect sprak Burton erg aan:

So, while I was never a big comic book fan, I loved Batman, the split personality, the hidden person. It’s a character I could relate to. Having those two sides, a light side and a dark one, and not being able to resolve them – that’s a feeling that’s not uncommon. So while I can see it’s got a lot of Michael Keaton in it because he’s actually doing it, I also see certain aspects of myself in the character. Otherwise, I wouldn’t have been able to do it. (Bron: Mark Salisbury: Burton on Burton, 1995)

Burtons mise-en-scène: Gotham City
Burtons films zijn altijd herkenbaar vormgegeven en gestileerd. In feite worden alledaagse omgevingen op vervreemde wijze weergegeven waardoor het lijkt alsof de verhalen zich afspelen in een andere wereld, niet zelden de setting van een gotisch sprookje.In Edward Scissorhands is de suburb de plek die als eigenaardig wordt neergezet door de felle kleurtjes en het uitvergrootte gedrag van de personages. In principe zet Burton hiermee standaardwaarden op hun kop: hij kiest altijd de kant van de buitenbeentjes en presenteert de mainstream als zijnde vreemd en afwijkend. Toch zijn Burtons helden ambigue – zelfs Batman zou gezien kunnen worden als slecht, omdat hij met zijn acties de wet overtreedt.Gotisch
Burtons visuele stijl is uitermate geschikt om het Batman-materiaal naar het witte doek te vertalen. Stripfiguren als Batman en de Joker zijn larger than life; daarom horen ze in een setting thuis die dat ook is. Een man die op klaarlichte dag in een vleermuispak over Times Square rent zou er een beetje absurd uitzien. Het duivelachtige uiterlijk van Batman werkt daarom het beste in een gotische omgeving, in de schaduw van de nacht. De duistere setting is de perfecte locatie voor personages die proberen met hun diepste trauma’s in het reine te komen.Burton wilde met de setting meer de cartoonkant opgaan en een wereld creëren waar (zelfs) freaks thuishoren. Net als Batmans pak een metafoor is voor angst, is de setting van Gotham City een metafoor voor de urbane hel op aarde. Dit is een plek waar een psychologisch beschadigde man in zijn vleermuisgedaante het enige redmiddel is voor burgers die dagelijks geterroriseerd worden door corrupte smerissen, meedogenloze gangsters en sociale demoralisatie. Gotham is de nachtmerrieversie van New York, de schaduwzijde van het modernistische ideaal. In deze wereld is Batman op zijn plaats. Zoals Frank Miller kernachtig zegt: ‘Heroes have to work in the society around them, and Batman works best in a society that’s gone to hell.’ ( Miller geïnterviewd door Christopher Sharrett in 1991). Anton Furst
Overigens is de visie van Gotham City niet geheel Burtons werk. Een goede regisseur weet de juiste mensen in te huren, en voor Batman was dat wijlen production designer Anton Furst. Furst wilde een tijdloos Gotham City creëren:

‘The most important thing was that we find a feel for the city which was neither futuristic nor historical. We wanted it to be as timeless as possible, even though – since we were drawing from the original DC comic strip for inspiration – there was bound to be a certain forties feeling to it’.

Fursts Gotham City is een combinatie van verschillende bouwstijlen, waaronder Gotiek, art deco, brownstone architectuur en fascistische monumenten. Een monster van een stad, waar een monsterachtige verschijning de perfecte beschermheer is. Volgende keer een kijkje naar de spirit van Burtons adaptatie. Lees ook Burtons Batman 1: The Bat & Prince.

Categorieën
Film Strips

Burtons Batman 1: The Bat & Prince

De zomer van 1989 stond in het teken van maar een ding: het Bat-symbool. De film van Tim Burton was lang verwacht en vele fans keken halsreikend uit naar de eerste Batman-flick sinds bijna dertig jaar.

Mensen liepen over straat in Batman-T-shirts, droegen Batman-caps en op de radio was de soundtrack van Prince te horen. ‘Batdance’ beheerste de hitlijsten die zomer. (De single bereikte de eerste plaats in Amerika en de tweede in Engeland.) In Nederland kwam de film pas uit op dertien oktober. Ik zag Batman voor het eerst de avond na de première. Het is een fijne sensatie om een stripheld goed tot leven te zien komen. De stripverfilmingen tot dan toe waren over het algemeen teleurstellend. De oude Batman-serie uit de jaren zestig was camp en kinderachtig. De Spider-Man televisieserie haalde het ook niet bij de strips. Alleen de producent van de oude Hulk-serie behandelde het materiaal serieus en wist een onderhoudende live-actionversie te maken. En de eerste Superman-films mogen we in het rijtje niet vergeten. Burton zette echter een standaard voor toekomstige stripverfilmingen en liet zien dat je het materiaal niet belachelijk hoefde te maken om er veel kijkers mee te trekken. De casting van Michael Keaton was een geniale greep. Batman was immers geen Arnold Schwarzenegger-type, maar een atletisch gebouwde man die een pak moet dragen om angst aan te jagen (daar had Arnold zijn accent al voor). Jack Nicholson als de Joker… deze rol leek hem op het lijf geschreven te zijn.Inspiratie
Nadat de Joker een flinke krater had gemaakt op het straatdek en The Bat bij zijn symbool had geposeerd op de daken van Gotham, liep ik de bioscoop uit, de koude nachtlucht in. Terwijl Danny Elfmans soundtrack nog in mijn hoofd nagonsde, voelde ik me geïnspireerd door Tim Burtons cinematografische juweeltje. De visie van Burton, een soort van gotisch live-action sprookje, gecombineerd met de klanken van Elfman – een perfecte combinatie waarmee een gehele verhaalwereld wordt gecreëerd. Mijn liefde voor film was voorgoed aangewakkerd.

Tuurlijk, er valt een hoop aan te merken op de eerste Batman van Burton: het verhaal is soms wat spoorloos, het is wel erg toevallig dat de Joker en Bats achter dezelfde blonde fotografe (Kim Basinger) aan hobbelen en de muziek van Prince doet anachronistisch aan in een tijdloze verhaalwereld waarin jaren veertig elementen gemixt worden met een meer hedendaags elan. Sommige mensen waren niet blij met het feit dat The Joker verantwoordelijk was voor de moord op de ouders van Wayne, waarmee hij indirect de Batman schiep die hem creëerde. Met alle hype die er rondom de film was gecreëerd, waren enkele azijnpissers onvermijdelijk. Toch wegen de minder goede kanten van de film bij lange na niet op tegen bovenbeschreven elementen.

Toch zorgde de film voor een belangrijk ding: voor even was het cool om Batfan te zijn. En dat is voor een tienerjongen die gek was op superheldenstrips een belangrijk gegeven.

Prinsheerlijk
De film veroorzaakte bij mij nog iets: een grote passie voor de muziek van de Kleine Geile Dwerg, aka Prince, aka His Royal Badness, aka Tafkap. Het Batman-album mag dan niet zijn allerbeste werk zijn, het is een origineel album dat de duistere sfeer van de film goed combineert met de funk en humor van Prince. Ik luister er zo nu en dan nog graag naar. Niet iedere stripheld kan immers beweren dat Prince de soundtrack verzorgd heeft bij zijn film. Prince combineerde zijn gebruikelijke thema’s liefde, seks en god met de wereld van Burtons Batman en wist een prikkelend conceptalbum rondom de vleerman te maken, waarop ieder personage zijn eigen nummer heeft.

Op 20 januari 1989 bezocht Prince de Batman-set in de Pinewood studio’s in Londen. Prince zag hoe de scène tussen Bruce en Vicki Vale in de Batcave werd opgenomen. Ook kreeg hij de opnames van andere scènes te zien. Tim Burton en Jack Nicholson waren grote Prince-fans. De muzikant werd gevraagd enkele nummers bij te dragen, maar Prince dacht groter dan dat. In februari creëerde in dertien dagen elf liedjes. Enkele ervan, zoals’ Vicki Waiting’ en ‘Rave To The Joy Fantastic’, waren al eerder opgenomen. Tim Burton en producent John Peters waren verbaasd over de snelle werkwijze van Prince en kozen de nummers ‘Partyman’ en ‘Trust’ voor in de film. Het album werd in juni dat jaar uitgebracht; er gingen in de eerste week 1 miljoen exemplaren over de toonbank.

Batdance
Het nummer ‘Batdance’ zou oorspronkelijk niet op het album komen, maar was meer een after thought, een remix van alle voorgaande nummers. In de videoclip bij dit nummer zien we Prince als gemini – een figuur die zowel The Joker als Batman vertegenwoordigd. Een interessante gedachte, aangezien Batman en The Joker elkaars antithese zijn. Waar The Joker staat voor chaos, staat Batman voor het brengen van orde in de chaos. Bat en The Joker zijn yin en yang. Een punt dat Burton ook wilde maken in zijn film, vandaar dat Jack Napier de moordenaar is van de ouders van Wayne, waardoor Wayne Batman besluit te worden en tijdens een van zijn nachtelijke acties Jack Napier in een vat met chemisch afval laat vallen waardoor hij weer The Joker wordt. (Maar daarover later meer.)

Burtons eerste Batman-film introduceerde mij tot een paar nieuwe dingen die tot de dag van vandaag deel uitmaken van mijn leven: het werk van Tim Burton, de muziek van Danny Elfman, het oeuvre van Prince, mijn passie voor cinema en natuurlijk een diepgeworteld plezier aan de verhaalwereld van de Batman.

Dit is de eerste post in een serie over Tim Burtons Batman. Lees ook de andere posts over de Vleerman van Gotham.

Categorieën
Media Strips

Batman in de sixties

In de jaren zestig gebeurde er natuurlijk veel gekke dingen, en de maffe tv-serie over Batman is daar een goed voorbeeld van.In deze serie speelde Adam West een Batman die je eigenlijk niet serieus kan nemen. Dit kwam omdat de serie gekenmerkt wordt door camp. Nu valt van camp niet snel een duidelijke definitie te geven. In het geval van de tv-serie betekent camp vooral flauwe grappen, kleurrijke decors en verhalen die niet serieus te nemen zijn, al doen de personages dat wel. Verhalen met een vette knipoog dus. Slim natuurlijk, want zo werkte de serie op twee niveaus: de kids zaten gespannen voor de televisie te kijken naar de avonturen van hun stoere stripheld terwijl de volwassenen moesten lachen om deze duidelijke parodie.

De televisieserie liep van 1966 tot en met 1968. Er werden in totaal 120 afleveringen gemaakt. Twee afleveringen vormden samen een verhaal dat op twee achtereenvolgende avonden werd uitgezonden. De eerste aflevering eindigde met een cliffhanger net als in de oude filmserials. Zo moest je een nacht lang in spanning wachten om te weten of Batman en Robin (Burt Ward) uit een benarde situatie wisten te ontsnappen.Alle schurken uit de strips passeerden de revue en werden vertolkt door indertijd grote sterren. Cesar Romero (The Joker), Frank Gorshin (The Riddler), Vincent Price (Egghead) en Burgess Meredith (The Penguin) kwamen regelmatig terug om het Batman erg lastig te maken.

Flauw

Foto afkomstig van de facebookpagina van Rick Worley.
Foto afkomstig van de facebookpagina van Rick Worley.

De serie was een groot succes. Volgens aanhangers van de duistere versie van Batman, heeft de tv-serie ervoor gezorgd dat de strips indertijd ook steeds flauwer werden. Dit spreekt Will Brooker echter tegen in zijn proefschrift Batman Unmasked. Volgens Brooker waren de strips van zichzelf ook al camp en behoorlijk kinderachtig in die jaren.Als je erover nadenkt valt een campy Batman maar moeilijk te rijmen met iemand die uit wraak op misdadigers jaagt. Batman houdt geen stand als je hem niet in zekere mate serieus kunt nemen, dus een clowneske versie kan door puristen gezien worden als heiligschennis. In deze serie staat Batman zelf voor Joker.En het vreemdste is nog, dat in de serie helemaal niets verteld wordt over de oorsprong van Batman. Er wordt geen woord geroerd over de moord op zijn ouders, waardoor je eigenlijk geen idee hebt waarom een volwassene in zo’n maf pak rondloopt om misdaad te bestrijden. Een superheld is immers niets zonder zijn oorsprong. Wanneer Batman en Robin weer een schurk te pakken hadden gekregen, was deze Batman niet wars van een preek – de Batman van Adam West was een echte moraalridder die het goede voorbeeld probeerde te geven. Nergens is er dus sprake van een getraumatiseerde Bruce Wayne die wraak neemt op de misdaad.

Slecht imago
De serie heeft een dikke stempel op het imago van Batman gedrukt. Vooral de oude generatie associeert Batman met Adam West en camp. Wanneer er over Batman werd geschreven door de pers, stonden de koppen altijd vol met ‘pow’ of ‘wham’- de onomatopeeën in strips die ook in beeld verschenen tijdens de gevechten in de tv-serie. Popart op zijn best (of op z’n slechts, het is maar hoe je het bekijkt.)

Dat de serie een blijvende indruk heeft gemaakt blijkt uit het feit dat Warner Bros in 1988 een advocaat in de arm nam om Adam West te verbieden in het openbaar op te treden in zijn vertrouwde Batman-kostuum. De filmstudio wilde niet dat de nieuwe film van Tim Burton geassocieerd werd met de televisieserie uit de jaren zestig. De film zou immers over een duistere Batman gaan, en niet over een clown in een vleermuis-pak.

Maar over Burtons Batman later meer…

Categorieën
Strips

Verschillende Batmen

Omdat het concept van Batman eigenlijk erg simpel is, kun je er verschillende interpretaties op loslaten.

In wezen komt het Batman-concept hier op neer: omdat de jonge Bruce Wayne getuige is van de moord op zijn ouders, besluit hij wraak te nemen op de misdaad. Hij traint zichzelf fysiek en geestelijk en neemt de Batman-identiteit aan om zijn wraak uit te voeren.Omdat het concept van Batman zo simpel is, kun je makkelijk verschillende interpretaties op het figuur loslaten die binnen dat concept passen. Je kunt het stripfiguur zwaar dramatisch benaderen, maar ook op een wat vrolijker toon.

Geweld
Toch, omdat Batman voortkomt uit bruut geweld, past een duistere en harde versie het beste bij de vleerman. In zijn begindagen was Batman daarom meedogenloos tegen misdadigers. Zo nu en dan bracht hij er zelfs een om het leven. Bij de introductie van Robin werd Batmans rol aangepast. Van een wraakzuchtige vigilante werd hij een vaderfiguur. Na de publicatie van Batman #1 (1940) besloten de makers dat Batman niemand meer om het leven zou brengen – en datis ook nooit meer gebeurd. Zelfs niet in Frank Millers The Dark Knight Returns, waarin de Joker zijn eigen nek breekt, omdat Batman weigert zijn leven te nemen.Midlifecrisis
Het was overigens striptekenaar en -schrijver Frank Miller die Batman weer terug wilde brengen tot zijn oorspronkelijke vorm. Miller blies Batman in de jaren tachtig nieuw leven in, toen de held commercieel gezien op sterven na dood was. In zijn The Dark Knight Returns, is Batman met 55 jaar flink op leeftijd voor een superheld die van gebouwen afspringt. Tien jaar nadat hij zijn cape aan de wilgen hing, besluit hij toch weer Batman te worden. Dit idee kwam voort uit Millers eigen strubbelingen met zijn leeftijd. Miller zegt dat hij geen problemen had met het feit dat zijn jongere broertje ouder was dan Spider-Man, maar dat hij het niet kon verteren dat hijzelf ouder werd dan Bruce Wayne. De 29-jarige Miller corrigeerde dit feit door The Dark Knight Returns te schrijven en een ‘bejaarde’ Batman op te voeren. Eigenlijk heeft Miller Batman gevormd naar zijn eigen maatstaven: de meeste verhalen van Frank Miller spelen in een mistroostige, gewelddadige en naargeestige wereld waarin je zonder prozac moeilijk overleeft. Millers Gotham City lijkt wel wat op Millers Sin City al zien de gebouwen er wat stoerder uit.Overigens kwam Millers creatie niet zomaar uit de lucht vallen. In de jaren zeventig werd Batman al de gewiekste detective die hij eigenlijk hoort te zijn. Vooral in de verhalen van Dennis O’Neil – die later ook editor werd – is Batman een speurneus én een obsessieve eenling. De verhalen waren realistisch en ze hadden een grimmige toon. Het is O’Neils werk, verbeeld door tekenaar Neal Adams, dat de weg vrijmaakte voor de radicalere interpretaties die zouden volgen.

Auteurs
Halverwege de jaren tachtig waren persoonlijke interpretaties van Batman in de mode. Stripschrijvers werden gezien als auteurs wiens werk herkenbaar was. De Batman van Frank Miller is dan ook een ander personage dan de Batman van Alan Moore in The Killing Joke. Millers Bat in The Dark Knight Returns is cynisch, meedogenloos en gewelddadig. Een anarchist die zijn eigen regels bepaalt. Moores Batman is van een heel andere aard: hij is welsprekend terwijl Millers Batman vaak korte commando’s blaft. Moores Batman is ook obsessief, maar meer beschaafd: in The Killing Joke probeert hij de Joker te helpen in plaats van de hersens in te slaan.

Categorieën
Film Strips

Film: Striptaal in The Green Goblin’s Last Stand

Toen ik met mijn scriptie over stripverfilmingen bezig was stuitte ik tijdens mijn research op een vreemde maar intrigerende Spiderman-film. Begin jaren negentig produceerde en regisseerde Dan Poole zijn eigen versie van Spiderman in de film The Green Goblin’s Last Stand.

Deze lowbudget-film maakte Poole om indruk te maken op regisseur James Cameron die indertijd de echte Spiderman-film zou maken. Poole draaide de film in ruim een jaar tijd met een budget onder de 500 dollar. Hij speelde zelf de hoofdrol van Spiderman en Peter Parker.In vele opzichten is deze amateurfilm tot op dit moment de meest getrouwe comicbook-adaptatie van Spiderman. Poole baseerde zijn script op The Amazing Spider-Man (Vol. 1) #121 en 122 uit 1973. (Geschreven door Gerry Conway en getekend door Gil Kane.) In dit verhaal wordt Peters vriendin Gwen Stacy vermoord door de Green Goblin, die even later zelf sterft. Deze verhaallijn is ook gebruikt voor de climax van Raimi’s Spider-Man, zij het dan dat deze erg veranderd is ten opzichte van de comics.

Dichtbij de bron
Dan Poole heeft de belangrijkste scènes uit deze comics in zijn film opgenomen en blijft behoorlijk dicht bij de oorspronkelijke versie: dialogen worden vrijwel letterlijk uitgesproken en in sommige gevallen komt de kadrering van de shots overeen met de plaatjes uit de comics. Hier en daar zijn wel aanpassingen gemaakt vanwege budgettaire overwegingen: zo wordt Gwen Stacy van Peters dak gegooid in plaats van de Washington Bridge. Zelfs het team van Raimi kon onmogelijk filmen op de brug, zodat ze alles in een studio moesten nabouwen. Die luxe had Poole uiteraard niet.

Al moet gezegd worden dat deze productie geen cinematografisch hoogtepunt is: veel shots overstijgen het niveau van de gemiddelde homevideo niet en je zou wensen dat de cameraman meer gebruik had gemaakt van een statief. Voor een lowbudget film zijn de stunts overigens erg indrukwekkend. Aan de film is de passie van de filmmaker voor het strippersonage duidelijk af te lezen. Dit is een van de redenen die deze film charmant maakt. Aan de andere kant zorgt Poole’s respect voor het oorspronkelijke stripmateriaal er juist voor dat The Green Goblin’s Last Stand op een laag niveau blijft steken.Striptaal
In strips zijn de woorden van de personages de belangrijkste indicatoren van hun emoties en gedachten. In de Spidermancomics praat de held vaak tegen zichzelf; zo weet de lezer precies wat er in hem omgaat. De vertelstijl van Stan Lee (die samen met Steve Ditko Spiderman creëerde en in het begin de verhalen schreef) is doorspekt met drama en humor. Edward Gross, auteur van Spider-Man Confidential (uit 2002), omschrijft Lee’s schrijfstijl als volgt:

‘Lee’s dialogue often may seem bombastic, melodramatic, and corny, but it nonetheless endows his Spider-Man stories with sharp humor, incisive characterizations, and surprisingly affecting drama.’

In Raimi’s Spiderman-films zitten teksten die veel weg hebben van Lee’s vertelstijl, zoals Peters voice-over aan het begin van Spider-Man. In feite vertelt Peter op dezelfde manier als zijn geestelijk vader Stan Lee. Dat deze melodramatische dialogen niet overdreven overkomen is voornamelijk te danken aan het optreden van de acteurs, want de teksten zijn van zichzelf hoogdravend en liggen er te dik bovenop.

Theatraal
Dat het overnemen van stripdialogen niet altijd even goed werkt, bewijst de film The Green Goblin’s last stand. In deze film wordt dialoog op dezelfde manier toegepast als in de comics: gedachten worden uitgesproken door de personages. (Er wordt overigens nergens gebruik gemaakt van een voice-over, dus alle gedachten worden door de acteurs uitgesproken: ze praten tegen zichzelf.) Hierdoor worden in sommige gevallen dingen dubbel verteld.

Dit komt erg theatraal over, wat voor een deel te wijten is aan het beperkte talent van de acteurs, maar ook aan het feit dat als alles gezegd wordt er weinig te raden overblijft. Daarbij komt nog dat het erg onnatuurlijk overkomt als mensen in een film constant tegen zichzelf praten.Het theatrale en overdreven karakter van de film wordt versterkt door het acteerwerk van Jimmy Kinstle die de Green Goblin speelt. Kinstle gebruikt bij het uitspreken van zijn tekst grote gebaren. Daarbij neemt hij poses aan om zijn woorden te onderstrepen. Het is bijna alsof hij de houdingen van de Goblin in de strip letterlijk plaatje voor plaatje overneemt, waardoor het geheel overdreven wordt.

Bewonderingswaardig
Poole’s film bewijst wat mij betreft twee dingen: als je een adaptatie maakt van een strip is het belangrijk jezelf voldoende los te maken van het bronmateriaal zodat je in staat bent in filmtaal het verhaal te vertellen. De film maakt ook duidelijk dat Sam Raimi een waar vakman is als het om regisseren gaat. Zijn Spider-Man-films hebben voldoende respect voor het bronmateriaal. Tegelijkertijd heeft Raimi er met zijn eigen stijl een eigentijdse filmversie van gemaakt.Overigens neemt dat niet weg dat Poole’s film een bewonderenswaardig project is dat bij mij als Spidey-fan respect afdwingt.

Nieuwsgierig geworden naar Pooles film? The Green Goblin’s Last Stand is onder andere te bekijken op: http://www.ifilm.com/ifilmdetail/2403520.

Categorieën
Media Strips

The Incredible Hulk 2: Niet van de buis te slaan

Na de televisieserie over de Incredible Hulk verschenen er nog enkele tv-films van de groene held. Deze wijken echter af van de oorspronkelijke serie en halen ook niet het zelfde niveau.Toen televisiemaker Kenneth Johnson gevraagd werd om eens tussen de stapel superhelden van Marvel te snuffelen om te zien welke hij geschikt achtte voor televisie, zag hij voorzichtig iets in The Incredible Hulk. Toch besefte hij dat het een en ander aangepast moest worden om het stripverhaal geloofwaardig naar het televisiescherm te brengen.

Johnson zegt hierover in een interview met Mark Rathwell:

‘I was reading Les Miserables so I had Jan Val Jean and Javert and The Fugitive concept in my head. I thought, “well – maybe there’s a way to take a little Victor Hugo, a little Robert Louis Stevenson and this ridiculous premise called The Incredible Hulk and turn it into something, if they allow me to do it as a psychological drama with real adult appeal and with strong, classy casting.” And they did!’ (Bron: http://www.incrediblehulktvseries.com.)

Johnson heeft met de serie eigenlijk The Fugitive met het stripverhaal van de Hulk vermengd. In The Fugitive is de hoofdrolspeler op de vlucht omdat hij verdacht wordt van de moord op zijn vrouw. Hij zwerft van stad tot stad, op de hielen gezeten door een US Marshall. De Hulk wordt verdacht van de moord op Banner en collega-wetenschapper, op de hielen gezeten door een reporter van een tweederangs krant. Omdat de naam Bruce te veel een homoseksuele connotatie had, werd ervoor gekozen om Bruce Banner te veranderen in David. (Alsof dat veel beter is :-). )De pilot
Ook de gehele ontstaansgeschiedenis van de Hulk werd veranderd. Dit keer beschermt Dr. Banner niet ene Rick Jones tegen een explosie van de gammabom, maar zoekt de goede dokter naar de extra krachten die in ons allen verborgen liggen. Hij verloor zijn vrouw in een auto-ongeluk en was niet sterk genoeg haar te redden uit de vlammenzee. Andere mensen die een soortgelijke ervaring hadden meegemaakt, beschikten opeens over supermenselijke krachten. Banner ontdekt dat dit met gammastraling te maken heeft en neemt per ongeluk een overdosis gammastraling, waarna hij dus geregeld in de Hulk verandert als hij boos wordt.

Dit verhaal wordt met veel pathos en met een realistische psychologische achtergrond verteld in de pilot van de serie. Uiteindelijk sterft Elaina Marks (Susan Sullivan), de vrouw met wie Banner samenwerkt, en krijgt het monster de schuld van haar dood en de dood van Banner zelf. De pilot werd goed ontvangen en snel opgevolgd door A Death in the Family, waarna de serie het groene licht kreeg en elke week een aflevering van de Hulk verscheen.

Daredevil
Toen de serie al een aantal jaar ten einde was, werden er eind jaren tachtig nog drie zogenaamde reüniefilms gemaakt. De eerste twee hiervan waren ook voorzichtig bedoeld als pilot voor andere helden uit het Marvel-universum. In de eerste, The Incredible Hulk Returns, krijgt de Hulk te maken met Thor. (Dat deze ontmoeting op meerdere vlakken niet geheel geslaagd is, kun je in dit fragment zien.) In de tweede, The Trial of the Incredible Hulk, wordt de blinde held Daredevil op een aardige manier geïntroduceerd. Bruce is door al het jaren zwerven zo afgestompt, dat hij zich ver houdt van iedere vorm van menselijk contact. Totdat voor zijn ogen een vrouw verkracht dreigt te worden in de metro. Bruce wordt echter als dader gezien en het is aan advocaat Matt Murdock – het alter ego van Daredevil – om hem uit de bak te krijgen. Banner en Murdock werken samen om de inmiddels ontvoerde vrouw uit de toren van Kingpin te halen.Trial is een opmerkelijke aflevering om verschillende redenen. John Rhys-Davies (Professor Orturo in Sliders) geeft een interessante interpretatie van misdaadbaas Kingpin: een videoverslaafde voyeur die alles in de gaten houdt via een reeks videoschermen. Goed, hij is niet zo bedreigend als Michael Clarke Duncan in de film Daredevil, maar ook in die film lijkt Kingpin in de verste verte niet op de stripversie. Rex Smith speelt een aardige Daredevil (al zie ik toch liever Ben Affleck in de rol), maar het zwarte turnpakje dat hij aan heeft slaat een modderfiguur. Of, om het in de woorden van Stan Lee te zeggen:

‘Whoever designed [DD’s] nowhere costume should be stranded on a desert island with nothing to read but DC mags until he begs for mercy!’. (Geciteerd in Comic Book Heroes of the Screen, William Schoell).

Opmerkelijk detail is dat Stan Lee een cameo heeft als een van de juryleden tijdens de rechtszaak tegen de Hulk. Helaas is deze aflevering iets te veel een promofilmpje voor een potentiële Daredevil-serie en in de laatste actiescène verandert Banner niet eens in de Hulk.

Dood eind
De laatste televisiefilm, The Death of the Incredible Hulk, bracht Banner weer in romantische moeilijkheden als hij verliefd wordt op een dievegge (voormalig Miss America en ster uit de Highlander tv-serie Elizabeth Gracen). De Hulk sterft door uit een opstijgend vliegtuig te vallen. Gek genoeg overleefde hij in een aflevering uit de serie een veel hogere val. Daarmee komt de Incredible Hulk dus een beetje knullig aan zijn eind. Het moment dat de gevallen Hulk in de armen van zijn geliefde langzaam terugverandert in Banner is erg roerend omdat Bruce door de dood eindelijk bevrijd zal zijn van zijn ‘vloek’. Er waren nog plannen om de Hulk wederom te reanimeren in een vierde film, maar doordat Bill Bixby ziek werd en uiteindelijk stierf aan prostaatkanker, is het er niet meer van gekomen.

De televisiefilms halen geen van allen het niveau van de televisieserie. Veel fans klagen over het feit dat er veel inconsistenties in de films zitten ten opzichte van de serie. Zo vindt men het vreemd dat als Banner verandert in de Hulk, zijn gehele baard verdwijnt. (Volgens mij zou een Hulk met baard er te belachelijk hebben uitgezien, wat de producenten gelukkig zelf ook beseften). Ook zien we Jack McGee (Jack Colvin) niet meer terug na Return of the Incredible Hulk.Het grootste manco van de films is wellicht het combineren van de Hulk met andere superhelden. De vertolking van Thor (Eric Allan Kramer) is te kinderachtig voor woorden. Hoewel Daredevil redelijk goed gedaan is, steelt hij weer te veel de show van onze groene held. Wat dat betreft had Johnson het goed ingezien om het menselijke aspect van de Hulk centraal te stellen en overdreven fantastische figuren achterwege te laten. Het meest irritante is wellicht dat hoewel de Hulk uiteindelijk sterft, dit einde niet voelt als een goede afronding van het verhaal van David Banner. Johnson wilde de serie laten eindigen met een televisiefilm waarin Banner aangeklaagd zou worden voor de moord op Elaina Marks uit de pilot. Omdat de serie abrupt werd gestopt, is het hier nooit van gekomen. Zoals vaak in televisieland, blijft de hartstochtelijke kijker met veel losse eindjes zitten.De drie reüniefilms danken hun bestaansrecht aan een misplaatste nostalgie voor de televisieserie. De films bewijzen dat wie echt goede Hulkverhalen wil ervaren, zich het beste kan houden bij het lezen van de strips.

Zie ook: The Incredible Hulk: Klassieke tv-serie en Spiderman in de seventies.

Categorieën
Media Strips

The Incredible Hulk: Klassieke tv-serie

Wie regelmatig de televisieserie The Incredible Hulk kijkt, weet dat Dr. David Banner (Bill Bixby) geen makkelijk leven leidt.

Niet alleen verandert hij om de haverklap in het groene monster de Hulk als hij boos wordt, de meeste vrouwen die hij ontmoet sterven of moet hij vroegtijdig verlaten doordat reporter McGee (Jack Colvin) hem op de hielen zit. Banner zwerft van stad naar stad en weet zichzelf iedere aflevering goed in de nesten te werken. Alleen de immense kracht van de Hulk is in staat de misdaad een halt toe te roepen.

Lief
The Incredible Hulk werd eind jaren zeventig en begin jaren tachtig gemaakt en werd sindsdien meerdere keren uitgezonden. Tegenwoordig is de serie op dvd te krijgen en te zien bij SBS6 rond 6:15 in de ochtend.

De serie is heel anders dan de film van Ang Lee uit 2003. In de jaren zeventig was er nog geen sprake van een computer-Hulk en speelde bodybuilder Lou Ferrigno het monster. Ferrigno werd voorzien van een kortgeknipte spijkerbroek, groene bodypaint en een slechte pruik. In tegenstelling tot de strip-Hulk kon hij niet praten. Ook was de televisieversie niet zo sterk als in de strips. Sterker nog: producent Kenneth Johnson schreef de Hulk zo dat hij kind- en diervriendelijk overkomt. Momenten van pure agressie waarin de Hulk van alles wegsmijt komen dan ook abrupt tot een eind wanneer het monster een kind of lief dier ontwaart.

Metamorfose

Ik zag The Incredible Hulk voor het eerst toen ik een jaar of vier was en was zeer onder de indruk van het monster en de specialeffects. Tegenwoordig zijn deze nogal doorzichtig, maar als we het beperkte televisiebudget in het achterhoofd houden, zit de serie toch heel aardig in elkaar. De verandering van Banner naar de Hulk zijn op ouderwetse wijze gemaakt: shots van verschillende fasen van de verandering vloeien in elkaar over.
Vooral in de eerste seizoenen werd veel werk gemaakt van de transformaties. Later liet men vaak zien dat Davids ogen wit werden (dankzij contactlenzen), waarna een close-up van een scheurend T-shirt of openscheurende schoenen met daarin de groene gestalte van de Hulk voldoende werd geacht om de transformatie aan de kijker te verkopen. De transformatie ging altijd gepaard met enge muziek. In sommige gevallen gebeurde de verandering volledig buiten beeld terwijl de enge muziek aangaf wat er aan de hand was.
(Overigens was The Incredible Hulk voor televisiebegrippen een dure show; het budget voor de specialeffects was groter dan voor Buck Rogers in the 25th Century. Omdat Banner door het hele land zwierf, moesten er voor iedere aflevering nieuwe decors gebouwd worden – ook dat dreef de productiekosten op.)

Charmeren
Bill Bixby zette een aantrekkelijke en sympathieke Banner neer. Banner is een renaissanceman van de jaren zeventig en weet in ieder vreemd baantje wat hij krijgt overtuigend te functioneren (een Pretender avant la lettre). De dames die hij onderweg tegenkomt, weet hij dan ook vaak te charmeren, al staat het monster een fatsoenlijke relatie natuurlijk in de weg. Een interessant gegeven is dat veel vrouwen die Banner ontmoet geëmancipeerd zijn. Zo zijn de meeste wetenschappers met wie hij samenwerkt vrouw.

Het is niet verrassend dat de producenten zich concentreerden op de menselijke helft van het duo Banner-Hulk om het programma aantrekkelijk te maken voor volwassen en kinderen. De nadruk ligt op het psychologische vlak en dat is eigenlijk wel bijzonder voor die tijd. De meeste critici waren dan ook blij verrast met de pilot, omdat ze een flauwe camp-versie hadden verwacht zoals de Batman-serie tien jaar eerder. De toon van de serie is dan ook serieus en maatschappelijke zaken als alcoholisme, kindermishandeling en verschillende geestesziekten worden geregeld behandeld.

Sloopwerk
Stan Lee, bedenker van de Hulk, was zeer enthousiast over deze versie van zijn held. Wie de Hulk kent uit de strips krijgt bij het zien van de serie toch een dubbel gevoel. Hoewel het een plausibele adaptatie is voor het kleine scherm, is het toch betreurenswaardig dat er niet meer gedaan is met de Hulk. In het begin van de serie was deze wat agressiever en deed hij veel meer. De Hulk viel misdadiger fysiek aan en deelde nog wel eens een tik uit. Dit werd later vervangen voor worstelworpen en een hoop sloopwerk van het decor.

Sommige scènes beloofden voorhand heel wat: zoals de scène waarin Banner in een taxi op Times Square in de Hulk verandert. (In de aflevering ‘Terror in Times Square’, van het eerste seizoen.) Helaas blijft het in deze scène bij het aanbrullen van omstanders en een joggingsessie over Times Square naar een parkeergarage.

Het zal voor de productie lastig en duur genoeg zijn geweest om in New York te draaien. De scènes in Times Square worden in de montage dan ook sluw afgewisseld met shots die in een studio-omgeving zijn opgenomen. Dit geldt overigens voor de gehele serie: vaak werd de setting neergezet door archiefmateriaal, waarna de straatscènes op de backlot van de studio werden gedraaid. Dit drukte de kosten van een aflevering aanzienlijk en is de normale procedure in televisieland.
Desondanks werd de serie tijdens het maken van het vijfde seizoen onverwachts stopgezet vanwege het hoge budget. Harvey Shepherd, hoofd programma’s van CBS indertijd, was geen fan van de serie en trok de stekker eruit. Toch was dat niet geheel het einde van The Incredible Hulk op televisie, maar daarover later wellicht meer.

Zie ook: Spiderman in de seventies.

En het dagboek van de Hulk online.

Volgende keer: The Incredible Hulk televisiefilms.