Een leuk bericht bereikte mijn inbox: Kim Duchateau gaat een Nero strip tekenen.
Kim Duchateau kennen we natuurlijk als geestelijk vader van Esther Verkesten als effectieve cartoonist. En nu gaat hij met Belgisch stripicoon Nero aan de slag. Hij is zowel de scenarist en tekenaar van De zeven vloeken. Het verhaal wordt voorgepubliceerd in weekblad Knack. Dit najaar verschijnt het verhaal in albumvorm, een jaar na de dood van Marc Sleen, de geestelijk vader van Nero.
Het markeert ook de zeventigste verjaardag van de reeks, die op 2 oktober 1947 in de krant De Nieuwe Gids begon te verschijnen.
Hieronder alvast een pagina uit het verhaal:
Je ziet dat Kim de strip in zijn eigen stijl maakt. Hij heeft dan ook van Stichting Marc Sleen en van Catharina Kochuyt, de weduwe van de tekenaar, carte blanche gekregen.
Vorig jaar zag ik Duchateau in actie bij stripwinkel het Beeldverhaal in Amsterdam. Hij was daar samen met Hanco Kolk om hun samenwerkingsproject De man van nu, een van de beste strips van dat jaar, te signeren. Hier een fragment:
Donderdag 13 oktober was het een gezellig samenzijn in stripwinkel het Beeldverhaal in Amsterdam. Het tweede album van Floris van Dondermonde werd immers gepresenteerd. Makers Remco Polman en Wilfred Ottenheijm voorzagen de albums desgewenst van een tekeningetje.
Floris van Dondermonde is een geslaagde parodie op ridderverhalen en een zekere Floris tv-serie. Droge humor, woordgrappen, ondeugende seksgrappen, anachronismen, literaire verwijzingen en draken… Dat de strip soms dezelfde lachspieren stimuleert als Dirkjan is ook niet vreemd, want zowel Polman als Ottenheijm zijn onderdeel van het team stripmakers dat er al jaren voor zorgt dat Dirkjan zo’n beetje de best lopende strip van Nederland is. Floris van Dondermonde is een van de paradepaardjes van Eppo.
In de stripwereld is er geen tekort aan leuke feestjes en de signeersessie was dan ook een vrolijke boel. Ype Driessen, die ‘autobiografische’ fotostrips maakt, gaf een gevatte toespraak:
‘Goed, Remco en Wilfred zijn dus samen verantwoordelijk voor de tekst, tekeningen en kleur. Bij de tekeningen wil ik niet te lang stilstaan. Ik vind tekeningen eigenlijk altijd het minst interessante aan een strip. Sterker nog, ik denk in veel gevallen; als je die tekeningen nou eens zou vervangen door foto’s, dan zou het allemaal nog veel mooier worden.
Niets ten nadele van de tekeningen van Floris overigens. Die zijn hartstikke mooi. Een beetje Dirkjan-achtig, maar dan mooier.
Waar ik wel nog iets over wil zeggen is de taal in Floris. Ik denk dat ik dat het allerleukste aan de serie vind. In welke andere strip vind je woorden als ‘Kladderadatsj’, bepalingen als ‘Bij ontstentenis’, of verwijzingen naar liedjes als: ‘Drie schuintamboers die kwamen uit het oosten’?
Of een verteller die achteloos een stripje inleidt met: ‘De nacht had reeds haar mantel over het aardse tranendal geworpen’.
Of de geweldige zelfverzonnen anachronismen. De mooiste is toch wel als Heer Floris zegt ‘Watimmer’, waar men tegenwoordig ‘Whatever’ zou zeggen.’
Driessen eindigde zijn relaas met het uitdelen van ‘het eerste’ exemplaar aan de stripmakers.
Dj’s Tonio van Vugt en Frits Jonker luisterden het geheel op met rake oude popklassiekers waar door sommigen zelfs op gedanst werd.
En er was echte Floris-wijn… Of nu ja, wijn met toffe Floris etiketten. Want van hoofse etiquetten heeft de blonde ridder wel kaas gegeten, zelfs al is hij, voor iemand van adel, niet de meest snuggere.
Voor mij was het alweer een tijd geleden dat ik een boekpresentatie bijwoonde en het was gezellig om bekenden weer te spreken. Het is altijd fijn om Merel Barends (die een prominente rol heeft in bovenstaande video) weer te zien. Guido van Driel vertelde dat hij met de voorbereiding van een nieuwe film bezig is. Met Ger Apeldoorn zette ik onze online dialoog over hokjesgeesten en mainstream versus graphic novels voort tussen de stapels strips om ons heen. Ondertussen zaten Polman en Ottenheijm weer druk te signeren.
Het Beeldverhaal is ook een zeer geschikte locatie voor dit soort happenings met de ruime achtertuin. Sinds Lambiek verhuisd is lijken er ook steeds meer signeersessies bij Het Beeldverhaal plaats te vinden. Tegelijkertijd vond in The American Book Center een presentatie plaats van de Engelse versie van Aimée de Jonghs De terugkeer van de Wespendief.
Floris van Dondermond #2: Heer Floris vraagt erom Uitgeverij Don Lawrence Collection €8,95
Vrijdag 9 september was het feest in stripwinkel Beeldverhaal Amsterdam, want de winkel bestond 40 jaar. Ook werd de Hal Foster Award uitgereikt.
Die prijs was voor Mara Joustra. Joustra is al jaren actief als (strip)redacteur en ze is de mede-oprichter van de site Drawing the Times waar journalistieke strips op gepubliceerd worden. Ze leerde het klappen van de zweep bij Oog & Blik, de uitgeverij van haar vader Hansje die tegenwoordig Scratch Books bestiert. Mara is ook de drijvende kracht en oprichter van uitgeverij Banafish.
Mara kreeg de Hal Foster Award uitgereikt van Natasja van Loon, de vorige winnares van de lelijkste wisselbokaal van Nederland. Maar die prijs moet je ook niet op zijn uiterlijk beoordelen, maar juist om waar die voor staat, namelijk een prijs voor mensen die belangrijk werk verrichten in de periferie van het beeldverhaal. Het gaat dus om het idee.
Niet dat ik het Mara niet gun, want ik vind dat ze de prijs terecht heeft gekregen, maar ik vind dat Jeanet van het Beeldverhaal ook een goede kandidaat voor de prijs was geweest, want al veertig jaar een stripwinkel open houden is op zich al een hele prestatie. En zonder stripverkopers komen de lezers niet aan hun strips en verdwijnt het medium in het niets.
Het was een gezellige boel daar in het Beeldverhaal vrijdag. De Unborn Brothers, de band waar stripmaker Erik Kriek in speelt, zorgde voor muziek op de achtergrond. Verder was er bier en waren er heel veel stripmakers aanwezig.
Liefhebbers van (stripwinkel) het beeldverhaal, u bent alle van harte welkom op het veertigjarig jubileum.
Met live musique van de UNBORN BROTHERS: Erik Kriek en band.
Uitreiking van de prestigieuze HAROLD FOSTER AWARD.
Op 18 april 2014 won een bijzonder aangenaam verraste Natasja van Loon de Hal Foster Award, die toen in Stripwinkel Lambiek in de Kerkstraat aan haar werd uitgereikt door stripdistributeur Ron Poland. Nu, ruim twee jaar later, is ze eindelijk in staat afstand te doen van de lelijkste en meest begeerde wisselbokaal van de Nederlandse stripwereld.
40 jaar Beeldverhaal Amsterdam: vrijdag 9 september vanaf 17 uur.
De stripwinkel is bij mij in de buurt, dus ik ga zeker even kijken. Bovendien kom ik er graag.
Een paar weken geleden was de boekpresentatie van Spotters, de nieuwe graphic novel van Michiel van de Pol (1965). Vanwege dit nieuwe boek exposeerde hij in stripwinkel het Beeldverhaal in Amsterdam.
Die expositie is inmiddels weer voorbij, maar gelukkig heb ik voordat de boel werd opgeruimd nog wat foto’s kunnen schieten. Hieronder een selectie van deze foto’s.
(Met andere woorden: die paar foto’s die min of meer scherp waren, want de iPhone 5c maakt echt rukfoto’s.)
Waar Spotters over gaat? Goeie vraag.
Hier het antwoord:
Frank is een stille, teruggetrokken jongen. Al van jongs af aan bouwt hij modelvliegtuigjes en hij is een fervent vliegtuigspotter. Alles in zijn wereld is overzichtelijk en beheersbaar. Dan ontmoet hij Julia, een jonge schrijfster die aan haar debuutroman werkt over een man die van zijn afgezette been een schemerlamp wil maken. In alles is de flamboyante Julia de tegenpool van Frank, maar de twee krijgen een relatie en al snel blijkt ze zwanger.
Terwijl Frank zijn aanvankelijke nervositeit over het vaderschap probeert te bezweren door er zoveel mogelijk informatie over op te zoeken op internet, krijgt Julia te horen dat ze ongeneeslijk ziek is. Ze houdt haar ziekte voor Frank verborgen, bang dat hij zal instorten als hij het te weten komt. Ze zoekt troost in haar roman, die steeds meer autobiografische trekjes krijgt. Terwijl voor Julia de grens tussen fantasie en werkelijkheid begint te vervagen en ze zich langzaam verliest in krankzinnigheid, ziet Frank zich genoodzaakt de controlfreak in zich te beteugelen en zijn rol als aanstaande vader te aanvaarden.
Bij VPRO’s Nooit meer slapen vertelde Van de Pol op 30 april over zijn nieuwe striproman:
Een interview met striptekenaar Ben Westervoorde die nu druk bezig is met een stripbiografie over volkszanger André Hazes.
Het stripscenario is van Jan-Willem de Vries. De graphic novel Hazes, de getekende biografie zal uit drie delen bestaan en uitkomen bij uitgeverij Silvester. Het eerste deel zal Bloed heten, en komt waarschijnlijk begin volgend jaar uit. Wie niet kan wachten, kan tijdens de Stripdagen in stripwinkel Silvester in Haarlem alvast wat originele pagina’s bekijken. Bezoekers van de tentoonstelling ontvangen een gratis miniboekje met daarin een voorproefje van Bloed.
In Bloed wordt de veelbewogen jeugd van André Hazes in het Amsterdam van de jaren ’50 en ’60 op heldere wijze in beeld gebracht.
Of je er nu wat aan vindt of niet, je kunt in Nederland eigenlijk niet om het oeuvre van André Hazes (1951-2004) heen. Geloof me, ik heb het geprobeerd. Maar omdat bij mijn moeder thuis geregeld een cd van Hazes op stond vroeger, hoef ik maar een paar tonen te horen, of ik kan het nummer meezingen. Je raakt die teksten nooit meer kwijt.
Silvester geeft al een tijd stripbiografieën van zangers uit, dus dit project past daar heel goed bij. Aangezien Hazes bij hele volksstammen nog steeds erg populair is, voorspel ik bij deze al een bestseller.
Mocht je je afvragen wat Ben Westervoorde nog meer heeft getekend, check zijn bio hier.
De tekeningen op de muur achter Ben zijn overigens niet van hem maar van Michiel van de Pol. Het interview heb ik namelijk opgenomen in de altijd gezellige stripwinkel Het Beeldverhaal in Amsterdam, waar tot dit weekend een tentoonstelling van Van de Pol te zien was. Foto’s daarvan volgen later.
Arjen Lubach vroeg aan het begin van de repetitie van 2015 met Lubach of het publiek niets wilde twitteren of facebooken over het programma voordat deze op 27 december was uitgezonden. Daar heb ik mij natuurlijk aangehouden, want de Farao van Nederland neem je serieus.
Dat in tegenstelling tot Prins Willem, die ik op geen enkele manier serieus wens te nemen. Nu de uitzending geweest is, kan ik deze onscherpe foto die ik van Lubachs introductie maakte, wel online plaatsen:
Onscherpe foto’s maken zijn mijn specialiteit geworden sinds ik een iPhone 5c heb, maar dat terzijde.
Best leuk om zo’n repetitie eens mee te maken, hoewel ik toch een voorkeur heb voor de echte opname. Tijdens een repetitie valt de boel namelijk geregeld stil omdat er overlegd moet worden of omdat een camera het verkeerde standpunt inneemt. Daar is het een repetitie voor natuurlijk, maar haalt wel de flow uit het geheel voor het publiek. Nu hebben ze normaliter ook geen publiek bij de repetities van Zondag met Lubach, maar omdat de opname in de Stadschouwburg in Amsterdam binnen vijftien minuten was uitverkocht, wilden ze de fans een soort troostprijs aanbieden. (En wellicht ook extra inkomsten genereren door ook hiervoor kaartjes te verkopen. De NPO heeft het ook moeilijk, nietwaar?)
De uitzending heb ik niet meer helemaal teruggekeken, wel het interview met Lilianne Ploumen, de minister van buitenlandse handel. Zij was tijdens de repetitie natuurlijk niet aanwezig en haar rol werd gespeeld door Jonathan van het Reve, een van de schrijvers van de show. Ploumen heeft vooral haar best gedaan om onze ongerustheid over TTIP te sussen. Ik weet nog niet of dat haar helemaal gelukt is overigens.
Ze lijkt me een aardige dame, maar politici – ik vertrouw ze nie. En daarbij had ik wel wat meer tegengas van Lubach verwacht. Het gesprek was nogal lam. Wel vond ik dat de programmamakers goed bezig waren wat het portretteren van Mark Rutte en Prins Pins betreft: ze komen over als twee nutteloze lamlullen.
Dan liever stripfiguren. Daar kun je bijna altijd op rekenen. (Sorry, beetje stom bruggetje, maar je moet wat…)
Donderdagmiddag was ik in stripwinkel het Beeldverhaal. Ik wilde deel drie en vier van de serie Soda kopen. Een leuke stripserie die ik nog uit mijn jeugd ken en waar ik nu langzaamaan de deeltjes van verzamel. De reeks draait om de New Yorkse politieagent David Ellioth Hanneth Solomon, bijgenaamd Soda. Zijn vader was sheriff in Arizona en kwam om het leven. Omdat Soda’s moeder lijdt aan een zwak hart, heeft hij haar vertelt dat hij priester is in plaats van agent. Een leugentje om bestwil die lastig vol te houden is sinds ma bij Soda in huis woont. Soda draagt een handschoen aan zijn linkerhand, waar hij ook maar drie vingers heeft.
De reeks wordt geschreven door Tome (Philippe Vandevelde) en het tekenwerk in de eerste twee albums is gemaakt door Luc Warnant. Ik hou erg van zijn energieke tekenstijl; er zit veel leven in. Vanaf album drie neemt Bruno Gazzotti het over. Hij weet de stijl van Warnant aardig na te doen, maar zijn lijnvoering is wel wat strakker. Later worden de verhalen ook nog door anderen getekend, maar zover met lezen ben ik nog niet. Saillant detail: van dit derde verhaal, Gij zult niet schieten, heeft Warnant wel nog de eerste elf pagina’s getekend, daarna neemt Gazzotti het over. Volgens Lambiek.net wilde Warnant zich toeleggen op het maken van reclamewerk, maar het is vreemd dat hij halverwege een album opstapte. Ik vermoed dat er meer speelde indertijd. Misschien konden Tome en Warnant het niet met elkaar eens worden over het verhaal.
Vrijdag was er weinig tijd om strips te lezen, want eerste kerstdag bezochten Linda en ik haar broer en schoonzusje. Daarvoor moesten we in een propvolle trein richting Anna Paulowna. Onderweg las ik op mijn smartphone oude blogposts van mezelf terug die ik in de voorgaande December-edities heb geschreven. Ik was benieuwd naar hoe ik toentertijd de maand ben doorgekomen en vooral waarmee. Een blog kan immers prima dienstdoen als dagboek. Ik werd blij verrast dat het proza me niet tegenviel en werd een beetje nostalgisch naar de frisheid waarmee ik vroeger het online publiceerde benaderde. Ik sprong met twee voeten in het diepe en had enorme lol in iedere post die ik online zette. Mooie tijden waren dat. Ook leuk om dan opeens weer een foto van Linda tegen te komen: het uitzicht vanaf ons huis op het Westerpark waar het duidelijker kouder was dan nu.
Ook las ik onderweg een boekje over Striplettering dat ik bij Frits Jonker had gekocht op de Beurs voor bijzondere uitgevers laatst in Paradiso. Het is een zine van zo’n dertig jaar oud waar interessante interviews met letteraars van Marvel en DC Comics in staan.
Het was leuk om mijn schoonfamilie weer te zien. Ik had nog nooit een dobbelspelletje met kerstcadeautjes gedaan maar maakte daar nu dus kennis mee. Ook vond ik het leuk om te horen hoe de neefjes en nichtje zich aan het ontwikkelen zijn op school. Omdat we zelf – heel bewust – geen kinderen hebben, is het des te leuker om met Linda’s neefjes en nichtje te praten over wat ze bezighoudt.
Zondag waren we in het Van Gogh Museum om de expositie Munch: Van Goghte bekijken. We waren bewust vroeg gegaan, maar toch konden we de drukte niet voorkomen. Het was weer een hele kunst om niet tegen andere bezoekers aan te stoten. Toch heb ik genoten van de schilderijen van beide heren. De combinatie van hun oeuvres is als een zwaarmoedige symfonie waar ik een melancholisch gevoel bij kreeg. is een Het viel me vooral op hoe strak die schilderijen van Van Gogh eigenlijk zijn. Vooral doordat ze hingen naast het lossere werk van Munch.
Deze twee schilders naast elkaar plaatsen is niet heel ver gezocht, want ze leefden in dezelfde tijd en er zijn wel overeenkomsten, maar ze hadden ook een andere kunstenaar uit die tijd naast Van Gogh kunnen hangen, want er waren er wel meer die met dezelfde technieken en thema’s experimenteerden. Daarbij: Van Gogh en Munch hebben elkaar nooit ontmoet.
Ik snap wel dat al als museum gewijd aan een kunstenaar soms goed moet nadenken over hoe je zijn werk nu weer in de belangstelling kan brengen en dat je daardoor sommige invalshoeken er met de haren bijsleept.
Het promofilmpje maakt nieuwsgierig naar de expositie:
Het nieuwe Van Gogh gebouw is imposant maar de commercie straalt er wel vanaf. Bij de ingang word je meteen de winkel ingeloodst. Da’s nog niet het ergste. Veel vervelender vond ik de namen van de sponsors die bij de schilderijen staan. Deze partijen hebben weliswaar de aanschaf van de werken mogelijk gemaakt, maar door dit bij ieder schilderij te zetten krijgt het museum wel een erg commerciële, en dus goedkope uitstraling. VVD-cultuurbeleid in de praktijk?
Om een beetje in de sfeer van de negentiende eeuw te blijven, gingen we ’s middags naar het Ketelhuis om Publieke werken te zien. Het acteerwerk in de film van Joram Lürsen is erg goed. Vooral dat van Gijs Scholten van Aschat, Jacob Derwig en Rifka Lodeizen. Heeft Lodeizen al eens een Gouden Kalf of iets dergelijks gewonnen, want van de Nederlandse actrices op dit moment is zij toch een van de beste. Ook vond ik dat de filmmakers er goed in zijn geslaagd de negentiende eeuw te visualiseren. Daar kwam nogal wat digitaal schilderwerk aan te pas.
Problemen heb ik wel met het scenario en de oppervlakkige personages waarvan de motivaties niet altijd goed duidelijk worden gemaakt. De zoon van Vedder is al helemaal niet uitgewerkt en zijn rol in het geheel roept vragen op die niet beantwoord worden. En de turfstekers zijn allemaal verschrikkelijk passieve personages. Scenarist Frank Ketelaar is ook verantwoordelijk voor de televisieserie Overspel, maar dat zit op dramatisch vlak toch een stuk beter in elkaar. Om nog maar te zwijgen over de nerveuze montage van Publieke werken. Je zou verwachten dat bij een verhaal uit die tijd het tempo van de shotwisselingen iets lager ligt om een beetje in de buurt te komen van hoe men toen vertelde om dichter bij de sfeer van die tijd te komen. Maar nee, een videoclip-achtige esthetiek voert de boventoon. Storend modern. Uiteindelijk geef ik Publieke werken daarom maar twee sterren.
Ondertussen vliegen de vakantiedagen voorbij. Deze week is mijn agenda nog geheel leeg. Er staat nog geen koffieafspraak in, al zullen die er nog wel komen vermoed ik. Hoop ik ook, want op dit moment vind ik niets leukers dan ergens met een vriend(in) koffie te leuten en het leven te bespreken.
Vrijdag 30 oktober vond werd Het Tuitel Complex van Wasco gepresenteerd in Het Beeldverhaal in Amsterdam. Wederom bleek Wasco erg populair onder zijn collega’s te zijn. De opkomst was namelijk groot.
‘Het is nog nooit zo druk geweest tijdens een boekpresenatie!’ riep Hans Duncker enthousiast terwijl hij met de hapjes rondging. En inderdaad: de boekpresentatie van Het Tuitel Complex was goed bezocht. Ik herkende veel stripmakers. Dat is niet zo gek want Wasco is altijd een tekenaars tekenaar geweest. Joost Swarte vertelde in zijn toespraak hoe hij vroeger al fan was van Wasco en graag zijn Wasco’s weekblad wilde lezen. Hij stuurde een briefje naar de tekenaar om een abonnement te nemen. Het bericht terug van Wasco was dat hij alleen nummers rondbracht in Amsterdam en dat Haarlem, waar Swarte woonde en woont, te ver was. ‘Ik doe geen zaken met de PTT!’ schreef Wasco terug. Daarom stuurde Swarte twaalf gefrankeerde enveloppen naar zijn collega toe zodat hij toch iedere keer een nummer kon ontvangen. ‘Ik doe namelijk wel zaken met de PTT,’ liet Swarte weten.
Al jaren experimenteert Wasco met het medium strip en in Het Tuitel Complex, van uitgeverij Scratch, brengt hij voor het eerst een selectie uit zijn eigenzinnige tekenwerk bijeen in een dik en mooi boek. Eigenaar en uitgever Wiebe Mokken, vertelde dat hij voor het eerst kennismaakte met het werk van Wasco toen hij zijn befaamde luciferdoosjes vond. ‘Ik vond het prachtig en werd er ook enorm hebberig van.’
Tot slot nam Wasco zelf nog even het woord. Hij vertelde dat je de pagina’s in het boek als volgt moet zien. ‘Mensen zien een prachtig landschap en gaan dat proberen na te maken door het te schilderen of te vangen door het te fotograferen. Maar dat wordt altijd een reprentatie en mist iets van de ervaring als je voor het echte landschap staat. Ik wil dat je bij mijn pagina’s hetzelfde ervaart als wanneer je voor dat landschap staat.’
Wat mij mateloos fascineert aan het werk van Wasco is dat de betekenis niet altijd eenduidig is. Hij stelt vragen over wat nu eigenlijk een strip is en of er nu per se een verhaal verteld moet worden. Dat zijn op zich al een interessante vragen, maar daarnaast verbeeldt Wasco het antwoord in prachtig getekende en kunstige pagina’s die niet zouden misstaan in een museum. Ik hoop dan ook dat de uitgeverij Het Tuitel Complex in de boekwinkels van de Nederlandse musea te koop zal aanbieden, want daar komt volgens mij deels het publiek dat Wasco’s werk op waarde weet te schatten.
Wie alvast kennis wil maken met het werk van Wasco kan de komende tijd terecht in Het Beeldverhaal om de expositie van zijn werk te zien. Kun je meteen een exemplaar van Het Tuitel Complex mee naar huis nemen.
Zaterdag 19 september waren stripmakers Sytse Algera en Patrick van Oppen in Het Beeldverhaal Amsterdam om hun nieuwe uitgaven te promoten. Een mooie gelegenheid om te praten over de stripreeks De Vries en 24/7.
Zaterdagmiddag 21 november zaten Lectrr, Kenny Rubenis en Wilbert van der Steen te signeren in stripwinkel Het Beeldverhaal in Amsterdam. Helaas liep het qua bezoekersaantallen geen storm. Desondanks was het toch gezellig in de winkel.
Wie een tekening wil van een stripmaker, hoeft niet per se naar een stripbeurs. Men vindt de tekenaars ook wel eens in het wild, zoals in Het Beeldverhaal in Amsterdam. Niet toevallig hadden alle drie de stripmaker recent een vers album uit dat men uiteraard kon aanschaffen. Gelukkig gebeurde dat ook wel, al was het vorige week zaterdag een stuk drukker in de winkel, vertelde eigenaar Jeanette Scheepers.
Een dame wilde graag de nieuwe Hara Kiwi van Lectrr kopen om als cadeautje te geven aan een handvaardigheidleraar die binnenkort met pensioen gaat. ‘Ja, eigenlijk koop ik dit namens mijn man. Die kent veel mensen die hij graag strips cadeau doet. Al laat hij die meestal door mij halen,’ vertelde ze.
Terwijl Lectrr deze tekening maakte…
…vertelde de Gentenaar dat zijn cartoons ook in enkele Amerikaanse kranten worden afgedrukt. ‘Maar wel een selectie van wat ik maak, vanwege de Amerikaanse censuur,’ vertelde Lectrr. Hij pakte Hara Kiwi #10 er even bij. ‘Grappen over geloof, drollen, seks, dat kan allemaal niet daar. Nou dan hou je van mijn cartoons ongeveer een kwart over die door de beugel kunnen.’
Ik vond het leuk om de Belgische cartoonist eens te ontmoeten omdat ik zijn werk al jaren ken en we al een tijdje heuse facebookvriendjes zijn. En facebookvrienden wil je natuurlijk face to face ontmoeten. Die morgen had ik tijdens het ontbijt nog smakelijk moeten lachen om zijn gortdroge cartoons.
Met Dating for geeks staat Kenny Rubenis dagelijks in forensenkrant de Metro. Zoals de titel al aangeeft, draait deze strip om een stelletje geek & nerds en daarmee speelt de stripmaker op humoristische wijze in op het huidige tijdperk waarin nerds en geeken helemaal ‘hot’ zijn. Aangezien ik ook een nerd ben, valt er genoeg in de strip te herkennen. Al heb ik het gelukkig nooit zo bont gemaakt:
Niet gespeend van zelfspot, heeft Kenny zichzelf ook een rol in de strip gegeven:
Wilbert van der Steen (waar ik recent deze video over maakte) had een map met nieuw werk meegenomen: de eerste 18 pagina’s van het nieuwe verhaal van Ayak + Por. Daar heb ik uiteraard geen foto’s van gemaakt, want we worden online al genoeg gespoilerd. De tekeningen zijn wel weer om te smullen, meer zeg ik niet. Pas volgend jaar augustus komt het tweede album uit.
Zoals gezegd bleef het rustig in de winkel, maar de sfeer was goed. Evenals de koffie en pepernoten die geserveerd werden.
Natuurlijk zijn Ayak + Por #1 van Marc Legendre en Van der Steen, Dating for Geeks #1: Single players en Hara Kiwi #10 van Lectrr gewoon te koop, maar of je er na vandaag ook de tekenaar bij treft, die kans is niet zo groot. Tenzij je een volgende signeersessie van de heren bezoekt natuurlijk.
Maandag 1 september 2014 woon ik precies vijf jaar samen met Linda. Dat betekent dat ik ook vijf jaar in Amsterdam woon.
Amsterdam kan soms prachtig zijn. De grachten in het centrum zijn zeer pittoresk en ik geniet altijd van de prachtige zestiende en zeventiende-eeuwse panden langs het water. Voor een journalist gespecialiseerd in strips is het handig om in Mokum te wonen. Er zijn een paar goede stripwinkels hier en veel Nederlandse stripmakers wonen in de stad. Daarbij is in Amsterdam op cultureel gebied altijd wat te doen. Zoveel zelfs dat het vaak moeilijk een keuze maken is en ik de avond op de bank thuis met een boek doorbreng. Maar als je iets wilt doen, is dat vaak om de hoek.
Amsterdam is sowieso een fijne stad om doorheen te lopen. Goed, het centrum is in de zomer na 11 uur overgenomen door toeristen, maar wie de stille straatjes kent of buiten het centrum blijft, kan goed te voet door de straten lopen. Uiteraard zijn er genoeg problemen in de hoofdstad te noemen, maar dat doe ik nu even niet.
Mijn favoriete hangplekken in Amsterdam van de afgelopen vijf jaar zijn:
De Balie: perfect om met mensen af te spreken, want centraal en er is (bijna) altijd plek. En ze hebben lekkere croissants.
De Bekeerde Suster: Beste hamburgers in town. En die frieten… Hmmmmm!
Het Westerpark en het Westergasfabriekterrein: Tegenover mijn huis. Perfect om rond te wandelen en de drukte van de stad achter je te laten. En, heel veel gezellige konijntjes. Voorheen woonden we vlakbij het Vondelpark. Daar kwam ik vroeger graag, maar eigenlijk heeft nu het Westerpark mijn voorkeur. Want, minder toeristen, dus minder druk. Nu moeten ze alleen die vaste groep zwervers nog ergens anders plaatsen en dan is het park perfect. Ook kom ik graag in het Ketelhuis voor een goede koffie verkeerd.
The American Book Center: Prima winkel voor wie van heel veel boeken houdt en een heel goede stripafdeling vol met comics. Wil je de belangrijkste Batman-comics kopen? Aan Spider-Man beginnen of klassieke graphic novels? Die vind je hier.
Eye: Zo’n beetje alle belangrijke filmfestivals in Amsterdam worden hier gehouden. Voor KLIK! en Imagine kom ik er dus. En vaak ook tussendoor, want als filmwetenschapper voel ik me in het Filmmuseum thuis.
Stripwinkel Lambiek: Bijna alle striphappenings zijn hier en de koffie staat altijd voor je klaar. Al kom ik ook graag in Het Beeldverhaal.
Dit zijn zo uit mijn hoofd, mijn favoriete plekken in Amsterdam. Wat zijn die van jou in Amsterdam of je eigen woonplaats?
Wie van strips houdt en van exposities heeft het goed de komende tijd.
In het Belgisch Stripcentrum is van 17 juni tot 31 augustus 2014 de expo over Het Godvrrgeten eiland #2 te zien, van stripmakers Sti en Luc Cromheecke. De samenwerking tussen Cromheecke en Sti levert één van de grappigste stripreeksen van het moment op. Met succesreeksen als Plunk en Tom Carbon bewees Luc Cromheecke in het verleden reeds dat hij een feeling heeft voor striphumor en voor Het Godvrrgeten eiland is dat zeker niet anders. Het is een erg grappige strip waarin de lezer de meest absurde situaties krijgt voorgeschoteld.
Meer info over het boek en de tentoonstelling kun je hier lezen.
Heiligen in stripwinkel Beeldverhaal in Amsterdam
Matthias Giesen, Ben Vranken, Berend Vonk, Marcel Ruijters, Jean Gouders en Vlerk, allen Nederlandse stripmakers en illustratoren die hun sporen ruimschoots verdiend hebben, stortten zich voor de expositie Santenkraam op het thema heiligen. In de expo tonen ze tekeningen, originele strippagina’s, houtsneden en gicleeprints. De expo is van 20 juni tot 25 juli bij BEELDVERHAAL, Bilderdijkstraat 80 te Amsterdam.