In zijn tweede Spider-Man-film concentreert regisseur Marc Webb zich vooral op de relatie tussen Peter Parker en zijn vriendin. De schurken spelen tweede viool. En nog behoorlijk vals ook.
Als Spider-Man slingeren tussen de wolkenkrabbers van de betonnen jungle die New York heet, wie wil dat nu niet? Het is een van de voordelen als je door een radioactieve spin bent gebeten en de lol die Peter Parker daarin heeft, weten de filmmakers overtuigend te visualiseren. Aan het begin van The Amazing Spider-Man 2 laat het Webhoofd zich van een dak naar beneden vallen om op het laatste moment een webdraad af te schieten en over de menigte op straat te scheren. De camera volgt Spider-Man van dichtbij; soms krijgen we een point of view-shot te zien, zodat je jezelf even in het masker van het Webhoofd waant.
Los van het 3D-effect zijn dit overigens geen nieuwe filmische middelen, want die camerastandpunten werden al gebruikt in de live-action televisieserie uit de jaren zeventig. Toch zijn deze scènes erg effectief. Ook maakt Spidey bijdehante opmerkingen als hij met misdadigers vecht. Wat dat betreft hebben regisseur Marc Webb en acteur Andrew Garfield de spirit van Spider-Man goed gevangen. Voor de rest is deze nieuwe aflevering van Spider-Man vooral een kwestie van oude huiswijn in nieuwe zakken en eerlijk gezegd kennen we dat smaakje nu wel.
Romance
In The Amazing Spider-Man 2 ligt het zwaartepunt van het verhaal bij de relaties tussen de personages. De romance tussen Peter en Gwen Stacy vormt het dramatische hart van de film. Peter Parker wordt verscheurd door zijn liefde voor Gwen en de belofte aan haar vader om uit haar buurt te blijven omdat zijn activiteiten als Spider-Man gevaar voor zijn geliefden kan opleveren. Iedereen die de strips heeft gelezen, weet hoe waar die woorden kunnen zijn. Garfield en Emma Stone hebben duidelijk chemie en overtuigen als liefdeskoppel. Stone maakt van Gwen een aantrekkelijke en spunky vrouw die zich niet zo maar even laat vastwebben door haar vriendje als er gevaar dreigt. Sterker nog: vol overgave treedt ze de dreiging tegemoet. Daar moet je wel voor vallen.
Een andere belangrijke relatie is de vriendschap tussen Peter en Harry Osborn. Het weerzien tussen die twee is een belangrijke opstap naar de volgende film. Hoewel Dane DeHaan Osborn jr. een fris gezicht en een intense persoonlijkheid geeft, voelt deze plotlijn toch als een herhalingsoefening. We hebben het allemaal al in Raimi’s Spider-Man-films gezien. Jammer dat men bij de reboot niet gekozen heeft voor een echt radicale andere richting. De scènes tussen Peter en zijn tante May (Sally Field) voegen een welkome komische noot aan het drama toe. Grappen over het wassen van het Spidey-kostuum zijn ook weer van de partij. Wel jammer dat Garfield bij iedere scène die wat emotie vraagt zijn ogen niet droog kan houden. De naam The Amazing Kleenex-Man zou hem beter staan.
Modderfiguur
Op relationeel vlak mag Webbs derde film goed uit de verf komen, net als bij zijn vorige Spidey-film geldt dat helaas niet voor de bad guys. De karakterisatie van Max Dillon aka Electro is zelfs gênant te noemen. De sukkelige Dillon wordt zijn hele leven al door anderen genegeerd. Hij heeft het elektriciteitsnet voor de stad helemaal uitgedokterd, maar wordt door zijn baas en collega’s als sloofje behandeld. Wanneer Spider-Man hem het leven redt, denkt Dillon dat ze meteen dikke maatjes zijn. Thuis voert hij uitvoerige dialogen met zijn denkbeeldige vriend en pakt hij blij als een kind een verjaardagstaart uit de koelkast die zogenaamd door Spider-Man is gekocht. De scène riep bij ondergetekende plaatsvervangende schaamte op. Wanneer Dillon door een vaag ongeluk elektronische gaven krijgt en bij hem letterlijk de stoppen doorslaan, ziet hij kans om zijn plek in de spotlight op te eisen.
Als Spider-Man-purist kan ik waarderen dat men heeft geprobeerd om Electro, die in strips nogal eendimensionaal is, menselijker te maken. De filmmakers proberen sympathie voor Electro op te roepen door hem tot slachtoffer van omstandigheden te maken. Eerder lukte die benadering wel in de films van Sam Raimi waarin Willem Dafoe als de Green Goblin en Alfred Molina als Doctor Octopus, gelaagde, getroebleerde personages neerzetten. Jamie Foxx doet zijn best met wat hij aangeleverd krijgt, maar hier schiet het scenario duidelijk tekort. Electro slaat een modderfiguur.
Comic relief
De Rhino heeft een kleine rol in het geheel en is vooral een voorzetje voor de Sinister Six-film die eraan zit te komen. Paul Giamatti zet de schurk neer als een stripfiguur. Dat kan ik de batterij scenaristen die aan het script schreven nog wel vergeven, want Rhino zorgt vooral voor comic relief, maar zijn outfit is, net als het Spider-Man-pak uit de vorige film, een belediging voor de stripfans. Het lijkt wel of Webb en zijn team nog nooit een superheldencomic hebben gelezen.
Van alle schurken is de verhaallijn met Harry Osborn het meest interessant, al had Dane DeHaan wat mij betreft meer screentijd mogen hebben. Nu voelt zijn transformatie gehaast. Maar goed, plotgaten moet men ook dit keer weer voor lief nemen. En er moet natuurlijk wat materiaal voor deel 3 overblijven.
Het is erg jammer dat de schurken niet goed tot hun recht komen, want een superheld verdient een evenredig krachtige tegenstrever om tot zijn recht te komen. Nu is The Amazing Spider-Man 2 vooral een dramatisch verhaal waarin af en toe een kleurrijke, maar niet overtuigende gek opduikt.
Draait vanaf 24 april in de bioscoop.
Deze recensie is op SchokkendNieuws.nl gepubliceerd.