Sunday I rewatched The Living Daylights (John Glen, 1987). It was a real pleasure seeing Timothy Dalton’s first outing as James Bond again.
The Bond-films I’ve enjoyed the most are:
001. Licence to Kill
002. The Living Daylights
003. Goldfinger
004. For Your Eyes Only
005. On Her Majesty’s Secret Service
006. Goldeneye
007. Octopussy
Gisteren bezocht ik in de Kunsthal Rotterdam de expositie Designing 007: Fifty Years of Bond Style. Mijn Bond-fanschap is de laatste jaren flink bekoeld, maar ik vond het toch leuk om props uit de films te zien. Vooral de ontwerpschetsen van production designer Ken Adam en de vele storyboards die er te zien waren, konden mij bekoren.
De ontwerpschetsen van Adam zijn spectaculair en de storyboards lezen als snel getekende strips. Uiteindelijk ben ik toch het meest geïnteresseerd in grafisch werk. Ik ben niet voor niets stripjournalist immers. Mochten er ooit boeken worden uitgegeven met daar integrale storyboards van de films, dan wil ik die zeker lezen. Soms duiken ze sporadisch op in boeken over de Bond-films.
De kostuums die gedragen werden, vond ik minder interessant. Als je een smoking heb gezien, ken je ze allemaal wel. Mode is nooit mijn ding geweest, al kan ik zo’n hoedje dat Oddjob in Goldfinger droeg wel waarderen. Door de tentoonstelling heen zijn veel fragmenten uit de films te zien, die goed de context van de verschillende props illustreren. Ook indrukwekkend vond ik de replica van gouden meisje Shirley Eaton uit Goldfinger. Net als in de film ligt ze dood op een bed, haar huid volledig gehuld in goud.
De leukste prop vond ik echter het koffertje uit Licence to Kill,wat nog altijd mijn favoriete Bond-film is. Linda heeft stiekem deze foto geschoten, want je mocht eigenlijk geen foto’s nemen of videodraaien. Kennelijk moet de wereld van 007 toch nog een beetje in geheim gehuld blijven.
Het Belgisch Stripcentrum in Brussel viert op 4 en 5 oktober zijn 25ste verjaardag en trakteert zijn bezoekers op een feestweekend. En het hele weekend gratis toegang voor iedereen die in 1989 geboren is.
Dat laatste ben ik niet, want in 1989 was ik reeds twaalf. Een jaar wat ik me goed kan herinneren. Het was voor mij een overgangsjaar: ik ging van de lagere naar de middelbare school. In oktober kwam Batman van Tim Burton uit, in de zomer License to Kill met Timothy Dalton, wat ik nog steeds een van de beste Bond-films ooit vind. De Berlijnse muur viel én op 3 oktober dat jaar deed het Belgisch Stripcentrum voor het eerst zijn deuren open.
In die 25 jaar heeft het BCS maar liefst 180 tijdelijke tentoonstellingen gehad. Ook is het Centrum een bewaarplaats voor originele werken en publicaties, een documentatiecentrum en een wetenschappelijk en pedagogisch centrum dat per jaar 200.000 bezoekers uit alle continenten ontvangt.
Ter gelegenheid van het jubileum stelt het BSC een bijzonder ludieke nieuwe Permanente Ruimte voor die gewijd is aanPeyo en zijn werk. Op een andere plek, het Auditorium dat Pieter De Poortere gedoopt werd, kunnen de bezoekers kennismaken met een nieuwe dimensie van het werk van de bedenker van Boerke. Tegelijkertijd neemt een nieuwe grote tijdelijke tentoonstelling haar plaats in op de gevelmezzanine. Beeldig Brusselis een boeiende wandeling doorheen de Brusselse wijken aan de hand van werk van stripauteurs die in de loop van de voorbije 25 jaar het Brussel van hun tijd hebben geïllustreerd. Meer dan 130 originele documenten, met daarnaast talrijke vergrotingen, maken het mogelijk te volgen hoe de auteurs zich in de loop der tijd meer zijn gaan interesseren voor de bewoners dan voor decors en monumenten. Van Frank Pé en Jean- Claude Servais tot Judith Van Istendael en de auteurs van Brussels in Shorts.