Hoewel ik de laatste tijd weinig op Instagram rondhang, heb ik wel een aantal mooie afbeeldingen opgeslagen die ik graag even aan je laat zien. Naast comicverzamelaar ben ik immers ook plaatjesverzamelaar. Een cocktailtje van Spider-Man, Batman, Superman, Joker en She-Hulk.
Tag: Tobey Maguire
In de titelsequentie van Spider-Man 2 (Sam Raimi, 2004) zien we beelden van de eerste film om kort en duidelijk te vertellen wat er daarin gebeurde. Deze beelden zijn geschilderde illustraties gemaakt door Alex Ross. Recent zette Ross deze op zijn Instagram.
De beste Spider-Man in de bios
Met journalist, programmeur, filmrecensent en vriend Luuk van Huët sprak ik laatst over wie wij nu eigenlijk de beste vertolker van Peter Parker op het witte doek vinden.
Is dat Tobey Maguire, Andrew Garfield, Tom Holland, of toch Nicholas Hammond…?
Wie het boek Mijn vriend Spider-Man heeft gelezen, weet al waarschijnlijk welke acteur ik het beste vind.
Het gesprek is op Cine.nl te lezen. Een interessante filmwebsite gerund door een brede redactie.
Wie is jouw favoriete Spidey-acteur en waarom?
Seventies Spider-Man: Homecoming
Wat mij betreft kwam Tobey Maguire’s vertolking het dichts bij de Peter Parker uit de comics. Toch heb ik, zoals je wellicht weet, een zwak voor de jaren zeventig Spider-Man uit de televisieserie.
In Mijn vriend Spider-Man wijd ik er een heel hoofdstuk aan. Het is veertig jaar geleden dat de pilot van de serie op televisie kwam. Die werd namelijk op 14 september 1977 uitgezonden. En aangezien de Spider-Man van Nicholas Hammond een aardige schare fans heeft, duikt hij op sociale media nog geregeld op.
Zo kwam ik deze aangepaste poster van Spider-Man: Homecoming tegen op de twitter-feed en het blog van stripmaker Simon Williams. Hij plaatste de jaren zeventig Spider-Man in een van de posters van Spider-Man: Homecoming:
Williams nam zelfs de tekst over zoals die toentertijd op de VHS-hoes stond. Authentieker kan bijna niet dus.
Dit is de oorspronkelijke Homecoming poster:
Williams maakte ook een variant met een heel bekend dynamisch duo:
Een paar handige editors maakte een grappige video waarin de soundtrack van de trailer van Homecoming is gebruikt om een jaren zeventig-versie van deze film te maken. Het resultaat is niet helemaal geslaagd vind ik, maar toch erg grappig:
https://www.youtube.com/watch?v=VqdpNL4wkkU
Spider-Man: Homecoming
Van de drie posters van Spider-Man: Homecoming die recent online werden gepresenteerd, vind ik die op het verkeersbord langs de snelweg het tofste:
Zo’n soort poster hebben we volgens mij nog niet gezien. Het alledaagse van dat bord en de kleurrijke en bijzondere verschijning van Spider-Man vind ik een leuke mix. Bovendien is het feit dat dit verkeersbord de afslag naar Queens aangeeft heel toepasselijk natuurlijk, want daar is Peter Parker opgegroeid. Daar is zijn thuis.
Het doet me denken aan mijn bezoek aan Forest Hills, Queens in 2009. In mijn boek Mijn vriend Spider-Man ga ik daar uitgebreid op in. Het is een bijzondere wijk. Uiteindelijk lukt het mij om het echte huis van Peter Parker te vinden. (Het boek is trouwens al te bestellen bij de boekwinkel en online winkels, het komt eind mei uit.)
Het filmaffiche van Spider-Man op het gebouw van the Avengers vind ik ook mooi. Misschien is het feit dat Spider-Man over muren kan kruipen en aan oppervlakten vast kan kleven wel zijn mooiste superkracht, en dat wordt hier min of meer getoond.
Of je zijn kostuum mooi vindt, daar kun je over twisten. Ik vind het zelf altijd het mooist als Spider-Mans filmkostuum zo dichtbij mogelijk bij de papieren versie zit. En dan heb ik het over het design van Steve Ditko natuurlijk. Of zoals John Romita Sr. hem na Ditko tekende.
Over de trailer wil ik het verder nu niet hebben. Ik vind het een beetje jammer dat ik die gezien heb namelijk: ze geven zo veel details al weg. Van de plot, van the Vulture en de rol van Tony Stark in het geheel. Erg jammer. Ook negeer ik alle analyses die ervan online verschenen ook zoveel mogelijk.
Ik kan me herinneren dat de filmposter van Sam Raimi’s Spider-Man onze held ook muurkruipend toonde:
Lang geleden alweer dat die film uitkwam, toch blijven de eerste twee Spidey-films van Raimi mijn favoriet. Daar kon Andrew Garfield niets aan veranderen. En ook al vond ik Tom Hollands introductie in Captain America: Civil War meesterlijk gedaan, toch blijf ik vooralsnog een voorkeur houden voor Tobey Maguire als Peter. Nou ja, uiteindelijk is er maar een Peter Parker en dat is die uit de strips van voor Brand New Day.
Dat neemt niet weg dat ik nieuwsgierig ben naar deze cinematografische incarnatie van mijn favoriete fictieheld. Nog even wachten tot juli dus.
Spidey’s web: Kiss of the Spider-Man
Het idee van een superheld heeft natuurlijk iets romantisch: iemand in een speciaal kostuum met een masker die de misdaad bestrijdt. Één van Peter Parkers speciale krachten lijkt zijn kustechniek te zijn. In de geschiedenis van Spider-Man komen verschillende prachtige kusmomenten voorbij en altijd meer zeer aantrekkelijke vrouwen. Een mooi onderwerp in de week van Valentijnsdag.
De beroemde ‘Spider-Man Upside down-kiss’ uit Spider-Man (Sam Raimi, 2002) is misschien wel het meest romantische moment in een superheldenfilm ooit:
Deze foto heeft jaren lang bij mij in de kamer gestaan boven de televisie. De foto zat in een lijstje waar voorheen een foto van mij en een vriendinnetje in zat. Toen het uit ging, had ik behoefte aan een reminder dat er zoiets als ‘ware liefde’ bestond om deze liefde achter me te laten en weer positief naar de toekomst te kunnen kijken. I know, ik ben een verschrikkelijke nerd met een romantisch hartje.
De eerste keer dat Mary Jane en Peter iets met elkaar hadden werd het liefdesvuurtje pas goed aangestoken door deze kus (Amazing Spider-Man #143):
Niet alleen Mary Jane is onder de indruk van Spidey’s zoentechniek, ook Black Cat lust er wel pap van, zolang als Spider-Man zijn masker ophoudt tenminste:
En natuurlijk mag in dit overzicht Gwen Stacy niet ontbreken. De eerste keer dat Peter Parker Gwen kustte of moet ik zeggen, door Gwen gekust werd, was in Amazing Spider-Man #59 uit april 1968. Het is tevens de eerste keer dat we in de strip Peter een vriendinnetje zien kussen:
En tot slot, deze aardige lobbycard van de pilot van de Spider-Man-televisieserie. Een wel heel kuis kusje tussen Nicholas Hammond en Lisa Eilbacher:
In deze aflevering van VoorDeFilm behandel ik een van mijn favoriete superheldenfilms: Spider-Man 2 van Sam Raimi. Het is wat mij betreft ook een van de allerbeste superheldenfilms tot nu toe.
VoorDeFilm is een kanaal op YouTube waar een vaste groep filmkenners wekelijks inleidingen geeft op oude en nieuwe films, van arthouse tot blockbuster. Ze zetten uiteen waar de films over gaan, hoe deze tot stand kwamen en waarom ze absoluut het kijken waard zijn. Het project is geesteskind van Menno Kooistra die de items vakkundig opneemt met green screen en daarna strak monteert.
Deze bespreking van Spider-Man 2 is geïmproviseerd opgenomen, net als die van Batman trouwens.
VoorDeFilm: Wonder Boys (2000)
Wonder Boys van Curtis Hanson is een van mijn favoriete films. In deze aflevering van VoorDeFilm leg ik uit waarom dit nu zo’n cinematografisch juweeltje is.
VoorDeFilm is een kanaal op YouTube waar een vaste groep filmkenners wekelijks inleidingen geeft op oude en nieuwe films, van arthouse tot blockbuster. Ze zetten uiteen waar de films over gaan, hoe deze tot stand kwamen en waarom ze absoluut het kijken waard zijn.
De vorige keer schreef ik over de zelfportretten die Spider-Man van zichzelf maakt om te verkopen als nieuwsfoto’s aan The Daily Bugle. Nu zien we in de comics soms voorbeelden van hoe die foto’s eruit zien, maar zelden fotorealistische afbeeldingen van de muurkruiper in actie.
Toen in 2002 de eerste Spider-Man-film van Sam Raimi uitkwam, vond ik wat van dat soort plaatjes op het web. Ik weet niet meer waar precies, maar ik vermoed dat ze door de filmmaatschappij online zijn gezet ter promotie van de film. Het leuke aan deze reeks is dat een paar foto’s ook in de film te zien zijn, namelijk in de scène waarin Peter Parker voor het eerst foto’s verkoopt aan Jameson. Zo zouden Peter Parkers foto’s er in reallife uitzien:
Het is een tijd geleden dat ik de eerste Spider-Man-film zag, maar ik weet nog hoe blij ik als fan was dat er dit keer eens een fatsoenlijke verfilming van mijn favoriete stripheld was gemaakt. De actie zat goed in elkaar en ik kon me goed vinden met de casting van Tobey Maguire als Peter Parker, Kirsten Dunst als Mary Jane en J. K. Simmons als Jonah Jameson. Willem Dafoe zette een overtuigende schizofrene Norman Osborn neer. De film inspireerde indertijd mijn scriptieonderwerp: superheldenstripverfilmingen. (Probeer dat maar eens vijf keer hardop uit te spreken zonder je tong te blesseren.)
In mijn scriptie, waarmee ik volleerd filmwetenschapper werd aan de UvA, stonden de volgende vragen centraal: Hoe werkt de vertaling van strip naar film: welke elementen kunnen vertaald worden en welke moeten aangepast worden? Wat maakt een stripverfilming geloofwaardig?
Ik gebruikte deze foto’s van Spider-Man om het verschil tussen de werking van strip en film aan te geven en dan met name wat betreft de geloofwaardigheidkwestie. Hieronder een fragment van dat hoofdstuk:
Deze stilstaande plaatjes zouden zo in een Spider-Man-comic kunnen voorkomen, ware het niet dat dit fotorealistische beelden van de held in actie zijn. Hier gebeurt echter iets vreemds. De kleurenfoto’s bevatten overwegend felle kleuren als geel en groen – dit sluit aan bij het primair gekleurde roodblauwe pak van Spiderman. Ondanks het overeenkomende kleurgebruik tussen Spidey en omgeving doen deze foto’s wat onrealistisch aan: in een fotorealistische afbeelding ‘botst’ een magisch figuur als Spiderman met zijn omgeving. Dit is niet het geval in de bewegende scènes van Spider-Man in actie en geldt uiteraard ook niet voor de comics. De vraag die nu rijst is: waarom werken deze foto’s niet en stripplaatjes en filmbeelden wel?[1] Waarom ‘botst’ in de foto’s de magische figuur met de omgeving?
In eerste instantie zijn de foto’s te gestileerd om echte snap shots te zijn: de compositie is te mooi, te uitgebalanceerd. De foto’s tonen precies de sleutelmomenten die een actie typeren, net als in een stripplaatje. De reden voor de botsing tussen het magische en realistische ligt echter dieper dan de stilering van de foto’s. Voor het antwoord moet een onderscheid gemaakt worden tussen de betreffende elementen – namelijk de foto’s, de filmbeelden en stripplaatjes – en gekeken worden waarin de foto’s met de andere beelden nu precies verschillen. In principe wordt in alle beelden iets getoond dat als magisch of niet-realistisch omschreven kan worden: een man in kleurrijk pak met superkrachten tegen een realistische achtergrond. Aan de voorstelling als zodanig lijkt het in eerste instantie dus niet te liggen. Het verschil tussen de elementen zit in de essentie waar het beeld uit bestaat, namelijk getekend of fotografisch beeld. Nu worden twee tegenstellingen duidelijk: een fotorealistisch beeld tegenover een getekend beeld en een stilstaand fotorealistisch beeld tegenover een bewegend filmbeeld.
Er is een groot verschil tussen fotorealistisch beeld en een getekende versie van de werkelijkheid. Fotorealistisch beeld roept de connotatie op van realiteit: foto’s en film zijn immers het antwoord op de vraag naar een realistische weergave van de wereld. ‘Photography and the cinema […] are discoveries that satisfy, once and for all and in its very essence, our obsession with realism,’ volgens André Bazin.[2] Bazin spreekt over de mythe van cinema: ‘[T]he cinema as a total and complete representation of reality’.[3] Hoewel fotorealistisch beeld veel van haar onschuld heeft verloren sinds algemeen bekend is dat beeld gemanipuleerd of zelfs digitaal gecreëerd kan worden, moet de kracht van de oorspronkelijke mythe niet onderschat worden. Ten opzichte van bijvoorbeeld een getekende weergave van een voorwerp zal een foto altijd meer waarheidswaarde bezitten, al is het maar doordat een tekening niet de schijn opwekt een objectieve weergave van de werkelijkheid te zijn. Bazin beargumenteert dat er door de schilder/tekenaar altijd interventie is tussen de werkelijkheid en de toeschouwer. Foto’s zouden in dit opzicht objectief zijn – de afbeelding is gemaakt door een apparaat.[4] Een schilder maakt een representatie van een voorwerp op een doek, een foto legt dit voorwerp vast. Die afstand tussen werkelijkheid en afbeelding speelt ook mee als we een strip lezen. In een getekend plaatje van Spiderman, zijn zowel het personage als de achtergrond getekend. Doordat we te maken hebben met het product van een tekenaar, is er geen sprake van een contradictie tussen magie en realisme. De achtergrond kan er realistisch uitzien en een bestaande locatie in New York verbeelden, toch blijft de afbeelding een interpretatie/representatie van de werkelijkheid en wordt deze niet gezien als de werkelijkheid.[5] In het geval van de foto’s in Spider-Man zien we iets dat eigenlijk niet kan – een fotorealistische afbeelding van Spiderman conflicteert met onze verwachtingen van de realiteit. Hier wordt de mythe van fotografie en cinema doorbroken: er is immers geen sprake van een realistische afbeelding. De afbeelding an sich is naturalistisch, de setting en de mensen lijken echt. De handelingen van Spiderman kunnen echter niet echt zijn: ze zijn onmogelijk in onze realiteit.
De tweede tegenstelling die een rol speelt, is zoals gezegd het stilstaande fotorealistisch beeld tegenover een bewegende filmbeeld. In hoofdstuk één kwam het begrip closure al ter sprake. Als lezers verbinden we stripplaatjes tot een actie of gebeurtenis, we vullen de momenten tussen de plaatjes zelf in en construeren daardoor de actie. De lezer is als het ware medeplichtig aan de constructie van het verhaal – hij/zij laat de handelingen in zijn hoofd gebeuren. Dit gebeurt niet bij de foto’s in de film omdat deze niet tezamen een scène vormen, zoals plaatjes in een strip dat wel doen. Derhalve werkt het closure principe hier niet. Schijnbaar heffen de bewegende filmbeelden de contradictie tussen het magische en reële op, doordat we Spider-Mans acties voor onze ogen zien gebeuren. In film zorgt beweging er dus voor dat je de illusie van het onrealistische niet ziet. Dit kan voor een deel te maken hebben met de manier waarop films en strips ervaren worden. Lezen is een intensievere bezigheid dan het kijken van film, doordat er een actieve participatie van de lezer verwacht wordt om het verhaal tot leven te wekken. (Daarmee wil ik overigens niet beweren dat de filmkijker geheel passief is.) Dennis O’Neil, comicschrijver en editor, omschrijft dit verschil als volgt:
[C]omic books are meant to be read. Reading requires more participation from the audience than cinema where if you are just passive you can still get it. You have to bring your brain cells to reading. I think that there is that interaction between the part of you that perceives images and the part of you that translates the very abstract stuff that is language. If you like comics, I think it’s because of some kind of chemical process in your brain. Those two messages entering your consciousness at the same time through the same sense organ are very pleasing to you. If you are looking at a movie or a television show, it’s a different experience. You don’t have to use your imagination as much, the language is coming through the ear, the visual information is coming in through your eye. That’s what you experience everyday in your life, it’s not special in the way of perceiving a comic book.[6]
Het ervaren van film is dus vergelijkbaar met hoe we de werkelijkheid ervaren. Door het bewegende beeld is het onrealistische makkelijker te accepteren: is zien immers niet geloven?[7]
Toch is dit niet het gehele antwoord. Daarvoor moet de logica van de verhaalwereld in het onderzoek meegenomen worden.
[1] Tijdens de drie filmvoorstellingen die ik heb bijgewoond, begon het publiek altijd te lachen toen de actiefoto’s in beeld kwamen. Dit geeft aan dat de foto’s op z’n minst raar/onrealistisch overkomen.
[2] Bazin 1967: 12. [Vertaling: Hugh Gray.]
[3] Bazin 1967: 20.
[4] Volgens Bazin speelt de persoonlijkheid van de fotograaf alleen een rol in de selectie van het te fotograferen onderwerp en het doel van de foto. Hierin verschilt fotografie van schilderkunst: ‘All the arts are based on the presence of man, only photography derives an advantage from his absence.’ Bazin 1967: 13.
[5] Zoals ook is aangegeven in hoofdstuk één, is het in strip zelfs mogelijk een realistische achtergrond te mengen met meer abstract (of minder realistisch) getekende personages.
[6] O’Neil geïnterviewd door Pearson en Uricchio 1991: 32.
[7] Ik kom hier nog op terug in de conclusie, wanneer ik de geloofwaardigheid van (digitale) special effects behandel. Er zijn namelijk meerdere visuele mechanismen aan het werk die hier een rol spelen.
In augustus 2003, nu alweer tien jaar geleden, studeerde ik af met de 150-pagina’s dikke scriptie. Ik weet nog hoeveel lol ik had in het schrijven ervan. Eigenlijk was dit praktisch het begin van mijn serieus schrijven over strips. De films Batman, Spider-Man en Hulk behandelde ik uitvoerig. Het was het begin van de superheldenhype die Hollywood nog steeds bezighoudt. Wat dat betreft valt er nog steeds een hoop te genieten als liefhebber van superheldenstrips, al moet ik toegeven dat de nieuwe reeks Spider-Man-films me minder doet dan de eerste twee van Sam Raimi. Het pionieren is wel over.
Met Barend de Voogd, hoofdredacteur van filmblad Schokkend Nieuws, zat ik aan de koffie in de Balie, toen hij me vertelde dat regisseur Martin Koolhoven zou gaan stoppen met zijn column. Of ik geen zin had om de nieuwe columnist van Schokkend Nieuws te worden. Zo’n vraag beantwoord je niet met ‘nee’ natuurlijk.
Schokkend Nieuws is al jaren hèt Nederlandse filmblad als het om horror, sciencefiction, fantasy, anime en cultfilms gaat. Het is een eer om daar een bijdrage aan te mogen leveren. Aldus geschiedde. Aangezien ik twee weken geleden mijn tweede epistel bij de redactie inleverde, leek het met hoog tijd om de eerste column online te publiceren:
‘Mij zie je niet met een emmer op mijn kop,’ moet Sylvester Stallone gedacht hebben toen hij de rol van Judge Dredd in de gelijknamige stripverfilming op zich nam. Het merendeel van de film uit 1995 zien we hem dan ook zonder de helm rondlopen die Dredd zo typeert. Sterker nog: in de strip zet de Rechter van de Toekomst hem nooit af. Fans over de hele wereld slaakten dan ook een zucht van verlichting toen bekend werd dat Karl Uban die Dredd gestalte geeft in Dredd 3D, zich niet schuldig maakt aan dergelijke heiligschennis.
Zo zijn stripfans: ze willen het liefste een zo trouw mogelijke adaptatie zien. Christopher Nolan snapt dat deels: in The Dark Knight Rises draagt schurk Bane de gehele film een soort zuurstofmasker voor zijn mond. Goed, in de strip draagt hij een masker dat zijn gehele gezicht bedekt, maar een kniesoor die daar op let. Dat Bane door een masker praat is immers al vervelend genoeg, want erg verstaanbaar is hij daardoor niet. En dat terwijl deze met testosteron opgepompte terrorist de neiging heeft om ellenlange, Shakespeariaanse speeches af te steken om de ideologie achter zijn terreurdaden te duiden. Tenminste, ik vermoed dat zijn toespraakjes daarover gaan, het gemompel kan net zo goed betekenen dat hij zijn favoriete menu van de Thai aan het opzeggen is.
Acteurs zijn doorgaans niet zo blij met dikke lagen make-up of gezichtsbedekkende maskers: ze belemmeren hun expressies waardoor het veel lastiger is om emoties over te brengen, laat staan dat het spel genuanceerd kan zijn. Sprekende ogen kunnen dit enigszins compenseren: Hardy kijkt de hele film dan ook intensief chagrijnig; ook de heldere ogen van Michael Keaton spreken boekdelen in het Batmanmasker uit de Tim Burton-films. Willem Dafoes Green Goblin wordt echter pas bedreigend op het moment dat hij zijn kostuum niet aan heeft en heel schizofreen met zichzelf in de spiegel praat.
Door het gezichtsbedekkende masker kunnen we ons moeilijker in het personage verplaatsen. Het Spider-Man masker van Tobey Maguire gaat niet voor niets zo vaak kapot op cruciale momenten. In de eindconfrontatie met de Green Goblin in de eerste Spider-Man-film (Sam Raimi, 2002) is Maguires masker dan ook flink gehavend. Omdat we nu de stress, pijn en vermoeidheid van zijn gezicht af kunnen lezen, kunnen we ons beter inleven en krijgt het gevecht meer emotionele diepgang. Daarbij duidt de gehavende staat van zijn kostuum ook nog eens aan hoe slecht Spidey eraan toe is. In dat opzicht kan een kostuum ook een narratief middel zijn.
Na het zien van de trailer vermoed ik dat we bij Dredd 3D weinig emotionele diepgang hoeven te verwachten. De helm kan daarom net zo goed opblijven.
Filmrecensie: The Amazing Spider-Man
Regisseur Marc Webb biedt een frisse kijk op de mythe van Spider-Man, maar dit avontuur steekt niet overal even perfect in elkaar.
Als je dan toch na vijf jaar al een filmreeks gaat rebooten en je ook weer de oorsprong van Spider-Man uit de doeken doet, moet je het radicaal anders aanpakken dan je voorganger. Niemand zit immers te wachten op een herhalingsoefening. Die boodschap moet regisseur Marc Webb in zijn achterhoofd hebben gehouden toen hij aan The Amazing Spider-Man begon. Zijn Spider-Man is duisterder dan die van Sam Raimi: geen sprookjesachtige shots van New York tijdens magic hour, nee, nachtscènes waarin het Webhoofd letterlijk in de schijnwerpers van de politie staat die jacht op hem maakt. Het is allemaal wat ruiger: Peter Parker wordt op het schoolplein hard in elkaar geschopt door Flash Thompson, de politie weet het Webhoofd met scherp te raken en behalve oom Ben valt er nog een ander dodelijk slachtoffer in de privé-sfeer.
Webb houdt een aardige balans tussen de emoties, actie en humor, waardoor de film ondanks de zware emotionele lading, niet te veel de emo kant op gaat.
In The Amazing Spider-Man treffen we een nerdy en geniale Peter Parker aan die in het laboratorium net zo op zijn plek is als op een skateboard. Hij is het buitenbeentje van de school, het favoriete slachtoffer van pestkop Flash Thompson. Maar zijn leven is niet volledig kommer en kwel: hij krijgt een relatie met de beeldschone klasgenoot Gwen Stacy die niet voor hem onderdoet qua intelligentie.
Jaren geleden is Peter bij zijn oom Ben en tante May gaan wonen. Zijn ouders waren hun leven niet meer zeker door het geheime project waar ze aan werkten. Wanneer Peter een mysterieuze koffer ontdekt die van zijn vader was, gaat hij op zoek naar de reden van de verdwijning van zijn ouders. Zo maakt hij kennis met Dr. Curt Conners, de voormalige partner van zijn vader die hun werk bij Oscorp heeft voortgezet. Daar wordt Peter ook gebeten door een bijzondere spin waardoor hij spinnenkrachten verwerft. Wanneer Conners door een van zijn experimenten verandert in een levensgrote hagedis, is het aan Peter Parker om hem tegen te houden.
Meer Ultimate dan Amazing
Meer zal ik niet van de plot verklappen, maar favoriete personages als J. Jonah Jameson, Mary Jane Watson of Harry Osborn, die allen prominent aanwezig waren in de trilogie van Raimi, ontbreken. Webb tapt uit een ander vaatje. Op de titelrol staat dan wel dat de film gebaseerd is op de Marvel comic Amazing Spider-Man door Stan Lee en Steve Ditko, Webb haalde de meeste mosterd uit de serie Ultimate Spider-Man van Brian Michael Bendis, die in 2000 moderne verhalen rondom de muurkruiper begon te vertellen. Sommige scènes zijn duidelijk geïnspireerd door die Ultimate-verhalen, ook wat betreft de sfeer van de film en het uiterlijk van Peter Parker moet ik bij The Amazing Spider-Man meer denken aan het schrijfwerk van Bendis dan dat van Lee. Niet zo gek ook, want zoals gezegd moesten ze het wel anders aanpakken om de reboot bestaansrecht te geven en waarom dan niet gebruik maken van de geüpdate versie van 12 jaar geleden? Maar los van het bronmateriaal hebben Marc Webb en de scenaristen hun eigen draai aan de wereld van Peter Parker gegeven en flink lopen sleutelen aan zijn oorsprong om er een goedlopend filmverhaal van te maken.
Verbetering
Het grote probleem van het oorspronkelijke Spider-Man-verhaal in Amazing Fantasy #15 (1962) is altijd de dood van oom Ben geweest. Doordat Peter een overvaller laat gaan omdat hij vindt dat dit niet zijn werk is, en die schurk later zijn geliefde oom vermoordt, leert hij dat het hebben van grote krachten gepaard gaat met een grote verantwoordelijkheid. Ik heb het echter altijd erg toevallig gevonden dat een schurk die eerst een televisiestudio overvalt een paar weken later inbreekt in het huis van de Parkers en daar Ben vermoordt. De scenaristen van de film hebben de dood van Ben en de overval op een meer logische wijze samengebracht.
The right men for the job
De casting van Andrew Garfield is voortreffelijk: hij zet een ontwapenende, eigentijdse Peter Parker neer. In tegenstelling tot Tobey Maguire weet hij overtuigend te huilen en aangezien het emogehalte van deze film behoorlijk hoog is, komt dat goed uit. Webb besteedt namelijk veel tijd aan de relatie tussen Peter en Gwen en de persoonlijke perikelen in het leven van Peter Parker. Niet onterecht natuurlijk, want daar draaien de Spider-Man verhalen doorgaans om.
Ook de casting van Martin Sheen als oom Ben is een schot in de roos. Juist omdat Ben relatief weinig screentijd heeft, is het fijn dat acteerveteraan Sheen met weinig een boeiend en warmhartig personage kan neerzetten. Ook over Emma Stone als beeldschone en slimme Gwen Stacy zal je mij niet horen klagen. En ook Dennis Leary is als inspecteur Stacy goed gecast en maakt indruk, al had ik graag wat meer van hem gezien.
Monsterlijk
De film gaat mank bij de schurk in het verhaal: Rhys Ifans zet een zeer menselijke Curt Conners neer. Ooit verloor hij deze wetenwschapper zijn rechter arm en hij hoopt deze terug te laten groeien door zijn genetische structuur met die van een hagedis te mengen waardoor hij in The Lizard veranderd. Deze monsterlijke verschijning weet niet te overtuigen en slaat een modder figuur. Daarbij ziet zijn kop, een vreemde mengeling van een hagedis en een menselijk gezicht, er niet uit. The Lizard kan niet tippen aan vorige schurken als Doctor Octopus, prachtig gestalte gegeven door Alfred Molina, noch aan Willem Dafoe die overtuigend de gespleten persoonlijkheid van Norman Osborn wist uit te drukken.
Slecht ontwerp
Webb heeft op sommige momenten in de film te veel haast: Peter steelt zijn web simpelweg van Oscorp, al ontwerpt hij de schieters wel zelf. Op een slapstickscène in de badkamer na, waarin Peter uit onwennigheid te veel kracht gebruikt en de kraan kapot trekt en de deurkruk al snel van de deur haalt, heeft Spidey wonderbaarlijk weinig moeite om een geoliede vechtmachine te worden. Iets meer oefening had de overgang van doorsnee nerd naar superheld geloofwaardiger gemaakt. Ook het Spider-Man-pak ziet er uit alsof men een ondoordachte, vlugge schets van de ontwerper heeft gebruikt. Waarom gaan rommelen aan een ontwerp dat al vijftig jaar prima dienst doet in de strips?
Aangezien het verhaal dat gesponnen is in deze film nogal wat losse eindjes bevat – de geschiedenis van Peters ouders is niet volledig uit de doeken gedaan, ook de moordenaar van oom Ben loopt nog vrij rond – mag een vervolg niet uitblijven.
Eindoordeel: The Amazing Spider-Man is een onderhoudende film die op de emotionele momenten meeslepend is, bevolkt wordt door een goede cast en strakke actiesequenties bevat. Helaas is de schurk minder boeiend en is het scenario op sommige punten wat slordig.
Te zien vanaf 28 juni in 3D en Imax 3D.
Voor de liefhebber: hier alvast een scène uit de film, waarin Spidey’s bijdehante humor goed naar voren komt:
De afgelopen tijd buzzde het internet over de nieuwe Spiderman-film. Regisseur Sam Raimi en acteur Tobey Maguire hebben inmiddels de handdoek in de ring gegooid. Er waren wat scriptproblemen zoals de studio het noemde, en waarschijnlijk konden de filmmaker en de filmstudio het niet met elkaar eens worden over de koers die gevaren moest worden voor het vierde deel uit de serie. Dat een film vol compromissen tot een mislukking kan leiden, bewees Spider-Man 3 die het slechtst werd ontvangen van de reeks. En terecht, want het was een janboel van karakters, slecht uitgewerkte plotlijnen en vooral een ongebalanceerde combinatie tussen drama en humor. Inmiddels is er een reboot aangekondigd. Aan de ene kant is dat jammer, aan de andere kant juich ik de vervanging van Sam Raimi voor Marc Webb juist toe.
In plaats van dezelfde koers te blijven varen koos Columbia Pictures ervoor om de serie te rebooten, oftewel, opnieuw te starten. In een persbericht maakten ze bekend dat het verhaal van Peter Parker weer op de middelbare school zal beginnen:
‘Culver City, CA (January 11, 2010) — Peter Parker is going back to high school when the next Spider-Man hits theaters in the summer of 2012. Columbia Pictures and Marvel Studios announced today they are moving forward with a film based on a script by James Vanderbilt that focuses on a teenager grappling with both contemporary human problems and amazing super-human crises.The new chapter in the Spider-Man franchise produced by Columbia, Marvel Studios and Avi Arad and Laura Ziskin, will have a new cast and filmmaking team. Spider-Man 4 was to have been released in 2011, but had not yet gone into production.’
Recent werd aangekondigd dat regisseur Marc Webb – what’s in a name – de reboot van Spiderman onder zijn hoede zal nemen. Webb, wie is dat, vraagt u zich wellicht af. Nou die bracht ons vorig jaar nog het verfrissende (500) Days of Summer.Via een persbericht lieten Columbia Pictures en Marvel Studio’s weten dat Webb erg in zijn nopjes is met zijn nieuwe baan:
‘This is a dream come true and I couldn’t be more aware of the challenge, responsibility, or opportunity. Sam Raimi’s virtuoso rendering of Spider-Man is a humbling precedent to follow and build upon. The first three films are beloved for good reason. But I think the Spider-Man mythology transcends not only generations but directors as well. I am signing on not to ‘take over’ from Sam. That would be impossible. Not to mention arrogant. I’m here because there’s an opportunity for ideas, stories, and histories that will add a new dimension, canvas, and creative voice to Spider-Man.’
Aan de ene kant is het te betreuren dat we Tobey Maguire niet meer terugzien als het webhoofd. Zijn performance in de eerste drie films was zeer verdienstelijk. Ook viel er veel te genieten van Raimi’s interpretatie van de Spiderman-strips. Vooral Spider-Man 2 mag genoemd worden als een van de beste superhelden-films ooit, met een solide plot en uitermate overtuigend spel van Maguire, James Franco als Harry Osborn en Alfred Molina als Doctor Octopus. Wat mij ook spijt is dat we Dylan Baker nu niet zullen terugzien. Baker speelde in de trilogie Dr. Curt Conners die in de strip verandert in het monster The Lizard. Zijn vaste aanwezigheid in de serie wees erop dat Conners uiteindelijk het serum in zou nemen dat zijn leven voorgoed zou veranderen. Die verhaallijn had ik nog graag uitgespeeld gezien, in het bijzonder omdat er geen groter contrast kan zijn tussen het vriendelijke voorkomen van Baker en de monsterlijke verschijning van The Lizard.Voordat Spider-Man 4 werd afgeblazen werd bekend dat John Malkovich The Vulture zou gaan spelen. Dat beloofde veel goeds: niet alleen is de oude Vulture een interessante schurk, als zo’n personage wordt vertolkt door een zwaargewicht als Malkovich mag je wat vuurwerk op het witte doek verwachten. Helaas zullen we nu nooit weten hoe hij het er vanaf zou hebben gebracht.Nieuwe ronde, nieuwe Spiderman
Aan de andere kant juich ik een reboot juist toe en niet alleen omdat het derde deel zo duidelijk de plank missloeg. Raimi herhaalde zichzelf vaak in de drie films. Het was irritant dat hij iedere keer Mary Jane weer liet ontvoeren door de schurk om zo Spidey uit zijn web te lokken. Niet alleen werd deze slimme en aantrekkelijke meid daardoor gereduceerd tot het niveau van Lois Lane (die moet van alle geliefden uit de superheldenstrips wel het meeste zijn ontvoerd in haar carrière). Ook is het ontvoeren van het liefje van de held een verschrikkelijk cliché en om hier tot driemaal toe op terug te vallen getuigt van creatieve armoede. Ook het gedweep tussen de aantrekkingskracht tussen Peter en Mary Jane en het daarna geforceerd kreupel laten lopen van de relatie werd ook erg sleets.Kortom, wat mij betreft was het wel meer mooi geweest met het Raimi, Maguire en Dunst-team. Laat Sam Raimi maar weer lekker horrorfilms draaien, want daarin weet hij goed zijn weg te vinden.Er zijn nog een paar andere redenen te bedenken om enthousiast te worden van het idee van een reboot. Hoewel Webb vooral videoclips op zijn naam heeft staan, wist hij zoals gezegd met (500) Days of Summer de filmliefhebber op positieve wijze te verrassen. Hoewel één goede film nog geen garantie is dat Webb klaar is voor een dergelijk groot project.Ervan uitgaande dat hij weet wat hij doet, zal Webb het personage Peter Parker ongetwijfeld door een frisse blik aanschouwen. En er is genoeg materiaal om uit te kiezen. In 2000 begon Marvel met de serie Ultimate Spiderman, een serie gericht op een jong publiek dat een hedendaagse versie van Spiderman kreeg voorgeschoteld. Schrijver Brian Michael Bendis maakte van Parker weer een frisse tiener en herschreef diens geschiedenis naar eigen inzicht. Ongetwijfeld liet scenarist Jamie Vanderbilt, waar Webb mee aan de slag gaat, zich inspireren door de verhalen van Bendis en zal het nieuwe script een combinatie zijn van Ultimate Spiderman en de officiële geschiedenis van het webhoofd.Het is alleen te hopen dat men niet te lang op de oorsprong van Spiderman blijft hangen. Dat verhaal kennen we nu wel. Wat mij betreft kan in een korte flashback worden vertelt hoe Parker zijn spinnenkrachten krijgt. Ook laat Bendis naar mijn smaak Parker te vaak ontmaskeren in Ultimate Spiderman. Ook iets wat Webb beter achterwegen kan laten, daar de vele ontmaskeringen het wel heel moeilijk maakt te geloven dat Spiderman gewoon met zijn werk kan doorgaan.
Een laatste voorlopige kanttekening
Is de wereld klaar voor een reboot van Spiderman? Met het grote aantal superhelden-films dat ons nog staat te wachten is een verzadiging van de markt geen onrealistisch scenario. Misschien is het dan ook te vroeg voor een nieuwe versie van Spiderman in 2012. Persoonlijk kan ik er geen genoeg van krijgen en zie ik tien keer liever een film van dit genre dan de gemiddelde meuk die tegenwoordig in Hollywood wordt geproduceerd (met een beetje pech nog gepresenteerd in 3D ook.) We gaan zien hoe het Webb zich ontvouwt de komende jaren.