Een van de tekenaars bij Marvel die altijd veel indruk op me heeft gemaakt is Todd McFarlane. Toen hij Amazing Spider-Man begon te tekenen bij nummer 298 (1988), leek het alsof hij uit het niets kwam, maar dat kwam vooral omdat ik de strips van The Incredible Hulk die hij daarvoor getekend had, nog niet kende.
McFarlanes benadering van Spider-Man was radicaal anders dan de tekenaars die hem voorgingen. De meeste van hen streven namelijk een zekere vorm van realiteit na, terwijl Todd gaat voor comic book expressionisme. Zijn stijl kent veel overdrijving en heeft soms karikaturistische trekjes. Spider-Man zag er daarvoor nog nooit zo spinachtig uit. En als McFarlane hem tekende schoot hij meters webdraden af. Vanuit een esthetisch oogpunt interessant, maar in de praktijk niet heel erg praktisch aangezien Parker nogal eens klaagt hoe duur het is om zijn webvloeistof te maken.
McFarlane zegt in een interview het volgende over zijn unieke benadering:
‘I felt we were now in the 1990s and it was time to update some of the characters that had originally been envisioned in the sixties or seventies. I looked at John Romita’s Spider-Man as a young fledging artist looks at Norman Rockwell. You can try to knock off Norman Rockwell, but you can’t win that fight. The best you can hope for is that people will compare you favourably with Rockwell. As much as I admired Romita, I didn’t want to be compared to him. A lot of artists tried to follow Romita when they did Spider-Man and they put a heavy emphasis on the word ‘man’. I decided to be different and focus on the word ‘Spider’. When Peter Parker put on his costume, I cheated on the anatomy and I cheated on the dynamics. I made the costume a little blacker and put a lot more webs on it, I drew the eyes a lot bigger. I wanted him to really look like a spider. On top of that, I also took Peter Parker and Mary Jane out of their 1968 wardrobes and into the kind of clothes people were actually wearing in the 1990s. It seemed more dramatic than it actually was, probably because up to that point everybody was loyal to the Romita look. No one was pushing the character forward because they were afraid of messing with an icon.’ Bron: Comics Creators on Spider-Man.
Een kwestie van speculeren
Het is interessant om McFarlane te horen vertellen over zijn tekenstijl, waarmee hij zichzelf mooi in de kaart speelde. McFarlanes Spidey was bijna meteen een fanfavoriet, waardoor hij een paar jaar na Amazing gedaan te hebben getekend (en geïnkt!) zijn eigen serie kreeg waarvoor hij ook zelf de verhalen mocht schrijven. Spider-Man #1 (1990) verkocht een gigantisch grote hoeveelheid, namelijk een kleine 3 miljoen exemplaren! Dat kwam niet alleen omdat iedereen zo dol was op McFarlane: beginjaren negentig had je de investeringsbubbel in comics. Verzamelaars lieten zich helemaal gek maken door het idee dat je veel geld kon verdienen met strips te sparen. (Iets waarvan Catawiki de kopers laatst ook van probeerde te overtuigen.) Uitgevers speelden hierop in door nieuwe series te beginnen zodat de speculanten nummers 1 konden kopen, ze brachten comics met speciale covers uit, verkochten strips in plastic zakjes… Het kon niet op. Verzamelaars kochten vaak meerdere exemplaren van dezelfde comic: eentje om te lezen en eentje om onaangeroerd te bewaren in de hoop deze later voor veel geld van de hand te kunnen doen. De verkoop steeg als in het begin als een tierelier om daarna als een kaartenhuis weer in elkaar te vallen. Want, ja, je kunt tegenwoordig 1 miljoen dollar krijgen voor een Action Comics #1 uit 1938 als deze in zeer goede staat verkeert, omdat die heel zeldzaam is. Probeer nu maar eens geld te verdienen aan jouw exemplaar van McFarlane’s Spider-Man #1 terwijl er nog 2.999.999 andere exemplaren in omloop zijn.
Dieptewerking
Maar ik dwaal af. McFarlane had een duidelijke reden om de dingen op zijn manier op papier te zetten. Neem bijvoorbeeld zijn manier van Spidey’s webdraden tekenen:
‘All I did was change the design of the webbing so that it was thicker and had more mass. I wanted to be able to wrap it around Spider-Man and create a foreground, a middle ground and a background. In comics, you’re dealing with a two-dimensional art form, and one of the things that John Romita taught me was that you create the illusion of depth by establishing as many different planes as you can. I’d put Spider-Man’s arm in front of his face to create depth, and then add another layer of depth by drawing the webbing in front of that. The traditional way of doing the webbing was drawing straight lines with these ‘X’s on it. The problem with that method was you couldn’t shoot the webbing out towards the reader because the ‘X’s just became bigger. All credibility went away. I changed the style of the webbing so that it worked when it was being shot directly into the reader’s face.’ Bron: Comics Creators on Spider-Man.
Wat Todd dus vooral probeerde te bewerkstellingen was dieptewerking in zijn tekeningen. En zijn methode werkt heel goed. Veel beter dan een 3D brilletje zou doen. Bekijk bijvoorbeeld de compositie van onderstaande plaatje maar eens goed. McFarlane maakt hier heel goed gebruik van dieptewerking en de standaard leesrichting om het verhaal te vertellen. Daarbij is aan het hoofd van the Tinkerer goed te zien dat Todd een voorkeur heeft voor expressionistische koppen.
McFarlanes stijl zal niet ieders smaak zijn, maar een ding is zeker: het was een compleet nieuwe manier om Spider-Man en zijn wereld te tekenen. Een stijl die veel navolging kreeg overigens. De stijl van Erik Larsen die Amazing Spider-Man van McFarlane overnam, is duidelijk schatplichtig aan die van McFarlane. Ook nam Larsen McFarlanes opvallende pagina-indeling over. Oudgediende Sal Buscema, op dat moment de tekenaar van Spectaculair Spider-Man, begon het Webhoofd in vergelijkbare poses als McFarlane te tekenen. Ook nam Buscema diens kostuumaanpassingen over en de meterslange webdraden.
Todd, die later met de strip Spawn goed geld zou verdienen, is ook belangrijk in het web van Spider-Man vanwege een andere creatie van zijn hand, namelijk: Venom. Maar daarover een andere keer meer.