Eigenlijk ben ik een enorme Halloween-fan, maar dit jaar wil de Halloweenspirit niet in mij neerdalen. Misschien ben ik te veel afgeleid door andere lopende zaken… Misschien dat MONSTER STRIPBLAD me hierbij kan helpen.
Monster Stripblad is een eenmalige uitgave van Uitgeverij Scratch. Een team van tien striptekenaars werkte samen aan een MONSTERproject. Deze koortsachtige activiteit onder de bezielende leiding van Wasco, heeft geleid tot een nieuw en eenmalig striptijdschrift: MONSTER. Aan MONSTER werkten mee: Anne Stalinski, Merel Barends, Dace Sietina, Jeroen Funke, René Windig, Wasco, Peter de Wit, Eliane Gerrits, Lae Schäfer en Tommy A.
Wie van sprookjesachtige strips houdt, kan sinds kort het tweede deel van Ayak + Poraanschaffen. Van dezelfde uitgever is recent ook het eerste album van De sprookjes van Prins Katverschenen.
Het eerste verhaal is een vrije bewerking van het sprookje De zes dienaren van de gebroeders Grimm. Het is Tommy A’s eerste officiële albumuitgave. Reden voor een feestje. En om de stripmaker even te bellen en wat vragen te stellen.
Hoe kwam je op het figuurtje Prins Kat?
‘Mensen als dieren tekenen deed ik al en vind ik ook leuk in andere strips, zoals Donald Duck en Donjon. Mezelf teken ik als hond in een autobiografische strip. Eigenlijk had ik al heel lang het plan om van het sprookje De zes dienaren een strip te maken met dieren in de hoofdrol. Ook wilde ik ooit nog eens humoristische avonturenstrip voor kinderen maken. Daartoe voelde ik me verplicht omdat ik als kind al stripfanaat was en ik graag een strip wilde maken die ik als kind ook had willen lezen. Het zijn strips die eigenlijk niet meer worden gemaakt omdat ze zo onrendabel zijn. Prins Kat lijkt erg op de kat uit de strip Cat vs Dog die ik zo’n tien jaar geleden maakte voor mijn online stripmagazine Cutie.‘
Wat vind je zo leuk aan het tekenen van katten?
‘Ik ben eigenlijk een hondenmens maar katten vind ik leuker om te tekenen. De vorm van voren is extremer met die rare, uitstekende puntoren en die grote ogen van ze. Ik vind dat erg lekker om te tekenen.’
Waarom specifiek dit sprookje? Wat fascineert je er zo aan?
‘Ik ben sowieso altijd al geïnteresseerd in sprookjes, en dit was een sprookje dat niemand kent, terwijl iedereen het eigenlijk wel kent. Een van de redenen dat dit sprookje me is bijgebleven en wat het anders maakt dan de standaard prinsessensprookjes, is dat de hoofdfiguren eigenlijk een soort van superhelden zijn. Prins Kat en de andere figuren zijn eigenlijk een soort X-Men. Je hebt iemand die extreme lange benen heeft en die in no tempo ergens kan komen. Je hebt iemand die net als Cyclops dingen kan laten ontploffen met zijn sterke blik. Een ander personage kan heel ver kijken en heel goed horen. In mijn tienertijd heb ik heel veel Marvel-strips verslonden, net als jij. Dus daar heb ik iets mee.’
Je hebt redelijk de verhaallijn van het oorspronkelijke sprookje gevolgd…
‘Het grappige is dat er enkele rare ontwikkelingen in het verhaal zitten, maar die komen gewoon uit het origineel van de gebroeders Grimm.
De humoristische toon in Prins Kat deed me ook een beetje aan de Rood Gras-strips van Rob van Barneveld denken…
‘Daar kan ik me iets bij voorstellen. Zeker bij Kapitein Salamivan Rob, wat een bewerking van Treasure Island is. Ook ik heb een boek gepakt wat ik als kind al leuk vond en daar een humoristische avonturenstrip van gemaakt. Toch staan de projecten compleet los van elkaar. Wat de humor betreft denk ik dat we een zelfde soort invloeden hebben. Ik hoor ook wel vergelijkingen met Adventure Time. Daar heb ik niet zo veel van gezien en die animatieserie is dus ook geen invloed geweest, maar toch is het leuk als mensen daaraan denken, want het is altijd leuk om met goede dingen vergeleken te worden. Dat geldt ook voor het werk van Rob.’
Wat is wel een bewuste invloed op jouw stripwerk?
‘Donjon van Lewis Trondheim. Het sprookje zelf natuurlijk. Ik heb een sprookjesboek met illustraties van Anton Pieck, en ik denk dat mede dankzij dat boek het sprookje is binnengekomen. Ook Carl Barks is een invloed op me, al denk ik niet dat iemand dat zo snel ziet. Zijn strips hebben een andere toon en humor. En Tomi Ungerer, een in Nederland een vrij onbekende kinderboekauteur. In zijn boekje Geen kus voor moeder zit ook een ondeugende kat in die ook een kind is, en die is ook een beetje chagrijnig. Dus dat boekje is ook een beetje een invloed geweest.’
Wie is de doelgroep van Prins Kat?
‘Bovenbouw van de basisschool, dus tien tot twaalf jaar. Ik heb geprobeerd het verhaal niet te ingewikkeld te maken en niet te eng, zodat het voor die leeftijd geschikt is. Tot vijftien jaar zouden ze het ook leuk kunnen vinden, maar ik denk niet dat die kinderen het album snel zullen oppikken. Wat ik zelf als kind heb meegemaakt is dat als je twaalf bent en naar de middelbare school gaat, iedereen strips kinderachtig vindt. Ik denk dat dertien tot vijftienjarigen het ook een leuk album kunnen vinden, maar ze gaan het vast niet lezen want ze moeten zich naar hun idee volwassen gedragen.’
Hoe kwam je bij Strip2000 terecht?
‘Dankzij Jeroen Funke eigenlijk. Ik stond in Strips2Goen daar had ik Prins Kat oorspronkelijk voor gemaakt. Ik had de eerste pagina’s al liggen, maar het blad Strips2Go is inmiddels gestopt. Jeroen stelde me voor aan Peter van der Heijden en die was enthousiast. Toen het album in de planning stond overleed Peter plotseling. Vreselijk. Een enorme schok. Als auteur maak je je dan ook zorgen of je boek dan nog wel uitkomt. Dat is natuurlijk heel flauw dat je dan eventjes zo zelfzuchtig denkt, maar dat is wel wat er ook door je heengaat. Maar uiteindelijk is het toch uitgebracht. Anders had ik het zelf gedaan. Ik keek wel uit naar de samenwerking met Peter. Dat was een enthousiaste man met visie. Ik was benieuwd naar hoe hij het album in de markt zou zetten.’
Dit is je eerste album bij een echte uitgeverij toch?
‘Ja. Ik heb wel smallpress dingen gedaan, en dit is het eerste echte boek.’
Dus nu doe je eindelijk mee! (lacht)
‘Ja, ik doe niet meer mee voor spek en bonen. (lacht)’
Met zelf je werk uitbrengen als smallpress is natuurlijk niets mis, maar uigegeven worden door een echte uitgever en in de winkel liggen, dat is toch anders.
‘Het voelt ook anders. Het voelt echter. Het is anders als je niet een nacht heb moeten doorhalen om boekjes te vouwen.’
Dit album ligt nu dus in de winkel. Wat is de volgende stap? Meer avonturen van Prins Kat?
‘Ik ben nu gewoon weer geld aan het verdienen, want als je een paar maanden aan zo’n boek werkt verdien je dus niks omdat er geen betaalde voorpublicatie voor dit soort strips is. Als ik weer wat spaargeld bij elkaar heb dan hoop ik aan een tweede album te werken. Ik heb embryonale ideeën voor verhalen twee, drie en vier. Dus ik denk dat er nog een aantal Prins Kat-albums moeten komen. Het moet gewoon een reeks van tien boeken worden!’
Zo. Dat is klare taal.
‘Ja, maar ik weet nog niet of het me ook lukt hè. Ik kan me niet veroorloven om ieder jaar vier maanden aan zo’n album te gaan werken.’
Tommy A. Prins Kat #1: De zes dienaren Strip2000, € 7,95
Het heeft iets anarchistisch: lekker op de muur tekenen en alles vol kladderen met stripfiguurtjes. Wat je als kind niet mocht, was dit weekend toegestaan in Sugar Factory Amsterdam. Tenminste, als je een van de uitgenodigde stripmakers was van Comic Invasion.Van donderdag 21 tot en met zondag 24 mei namen stripmakers de Sugar Factory over. Tijdens het reguliere programma werden muren vol getekend, lichaamsdelen van een krabbel voorzien en waren ook bierviltjes niet veilig. Op sommige avonden werden tijdens dj-sets tekeningen gemaakt en geprojecteerd.Cartoonjocken Maar waarom eigenlijk? Stijn Schenk, officemanager bij Sugar Factory, legt uit: ‘We willen de strips uit de stripbeurs halen en op andere plekken brengen. Strips moeten meer in het straatbeeld zichtbaar zijn.’ Het idee ontstond toen Floor de Goede door een oom, een van de eigenaren van Sugar Factory, werd gevraagd om de flyer voor het programma van de maand mei te maken. Flo is samen met Tommy A en andere stripmakers cartoonjocker: terwijl een dj muziek draait of een band optreedt, maken de tekenaars in razendsnel tempo tekeningen. Het tekenen wordt vastgelegd door een camera en meteen geprojecteerd tijdens het optreden. Na de flyer opdracht vroeg de Sugar Factory de stripmakers om bij het programma deze maand iets met strips te gaan doen. Dat idee groeide uit tot Comic Invasion, waarbij de stripmakers ‘infiltreren’ in de Sugar Factory en met allerlei activiteiten op een ludieke manier aandacht vragen voor het beeldverhaal.Zaterdagavond waren stripmakers Jeroen Funke (Lamelos), Dio (John & John), Tommy A (Cutie magazine), Floris Oudshoorn (Swamp Thing) en Merel Barends (Zone 5300, Eisner) in Sugar Factory om daar hun tekenkunst te verspreiden. Tussendoor vertelde Barends waarom ze hieraan participeerde. ‘Het is een onconventionele manier om je werk onder de aandacht te brengen. Je bereikt er een heel ander publiek mee,’ liet de stripmaakster weten. Toch doet Barends vooral mee voor de gezelligheid: ‘Dit heeft natuurlijk een heel andere sfeer dan in je eentje thuis aan de slag gaan. Het is gezellig tekenen met een biertje erbij. Je bent als stripmaker onderdeel van het feest.’ Tommy A vertelde Comic Invasion vooral te zien als iets grappigs. ‘Dit heeft geen effect; mensen gaan er niet meer strips door kopen.’ De reactie van de bezoekers in de rookruimte, waar de muren zaterdagavond aardig vol zaten, was positief. Men vond de illustraties vooral ‘leuk en vrolijk’. Al kwamen de mensen in eerste instantie voor de muziek en was men niet op de hoogte van de aanwezige stripmakers. Interactie Nu is een van de uitgangspunten van Comic Invasion dat er interactie ontstaat tussen de stripmakers en het publiek. Dat dit soms anders uitpakte dan gepland, bleek toen bezoekers op de eerste avonden zelf een stift ter hand namen en de wanden als kladblaadje gingen gebruiken. Dat was echter niet de bedoeling. Mooi illustreren moet je immers aan de professionals overlaten. Ook vielen twee kunststukjes aan de toiletmuur zo in de smaak dat ze door bezoekers werden gestolen. Toch smaakt Comic Invasion naar meer. ‘Dit is niet eenmalig, maar een work in progress,’ vertelt Schenk. ‘In de toekomst willen we vaker stripmakers uitnodigen.’Merel Barends tekende een beeldblogje naar aanleiding van Comic Invasion. Dit verslag heb ik geschreven voor het stripblog van Zone 5300. Check het blog voor meer foto’s.