Haarlem, waar iedere twee jaar het grootste stripfestival van Nederland plaatsvindt, krijgt haar eerste stripmuur, ontworpen door illustrator en stripmaker Thé Tjong-Khing.
Lees hieronder het vandaag binnenkomen persbericht.
De komst van Haarlem’s eerste officiële stripmuur, die momenteel wordt voltooid en is ontworpen door de 86-jarige Haarlemse meestertekenaar Thé Tjong-Khing, was lang een goed bewaard geheim bij de organisatie van Stripdagen Haarlem en de gemeente, die nauw hebben samengewerkt om dit project te realiseren. De belangrijkste stripstad van Nederland na Duckstad treedt hiermee eindelijk in de voetsporen van andere toonaangevende Europese stripsteden als Angoulême, Brussel en Antwerpen, die al langer in het trotse bezit zijn van officiële stripmuren.
Tonio van Vugt, artistiek directeur van Stripdagen Haarlem, en Blanca de Bruyne van de afdeling culturele zaken van de gemeente Haarlem hebben uitvoerig gescout naar de juiste locatie; de locatie op het Hortusplein ofwel de Raaks is uiteindelijk aangedragen door de gemeente. Het ontwerp van Thé Tjong-Khing, waarin verschillende bekende stripfiguren te zien zijn, beslaat niet één muur, maar zelfs vier. De afbeelding loopt namelijk door op de vier zijden van de liftkoker van parkeergarage Raaks. Het kunstwerk is door het glas rondom de lift te zien.
De muurschildering wordt uitgevoerd door kunstenaar Diego Teroba (Bergen op Zoom, 1975) die bekendheid verwierf als decorateur en vormgever bij De Efteling, maar Thé Tjong-Khing helpt zelf ook mee met schilderen. En ook de Haarlemse fotograaf Fjodor Buis werkt mee aan de uitvoering. Centraal in Thé Tjong-Khings ontwerp staat een groen monster dat zich over alle vier de zijden uitstrekt, met ernaast een keur aan beroemde stripfiguren als onder anderen Sigmund en Dirkjan, maar ook Elsje van de Haarlemse tekenaar Gerben Valkema en Jopo de Pojo van Joost Swarte. Van Thé Tjong-Khings eigen strippersonages maken Annabella uit de Lange Wapper-boeken en Meneer en Mevrouw Hond (met taart) hun opwachting. Daarnaast komt uiteraard ook de Haarlemse geschiedenis aan bod, zoals de vermeende uitvinder van de boekdrukkunst Laurens Janszoon Coster, de Finse reus van Haarlem Daniël Cajanus en Kenau Simonsdochter Hasselaer, die volgens de overlevering tijdens de Tachtigjarige oorlog het verzet van de Haarlemse vrouwen leidde.
Voor artistiek directeur Tonio van Vugt is Thé Tjong-Khing zijn droomkandidaat voor het ontwerp van de eerste officiële stripmuur in Haarlem: ‘We kozen voor Khing omdat hij twee verschillende soorten publiek aanspreekt. De stripliefhebber kent hem van Arman & Ilva en Iris, en daarnaast zijn hele generaties kinderen opgegroeid met zijn kinderboeken en kinderboekenillustraties. Hij vertegenwoordigt the best of both worlds, dus het was heel logisch om de eerste stripmuur aan hem te geven. Grappig is dat later bleek dat meer mensen ook al aan hem hadden gedacht, zoals Fjodor Buis met wie Khing een tijdlang een strip heeft gemaakt. Khing was razend enthousiast en kwam met een fantastisch ontwerp en alles viel op zijn plaats.’
Het werk aan de muurschildering op de Raaks verloopt voorspoedig en is naar verwachting eind volgende week klaar. Eind september volgt er dan nog een officiële onthulling – ruim op tijd voor de Stripdagen, want die staan pas weer van 27 mei tot en met 7 juni 2020 op het programma.
Donderdag 13 oktober was het een gezellig samenzijn in stripwinkel het Beeldverhaal in Amsterdam. Het tweede album van Floris van Dondermonde werd immers gepresenteerd. Makers Remco Polman en Wilfred Ottenheijm voorzagen de albums desgewenst van een tekeningetje.
Floris van Dondermonde is een geslaagde parodie op ridderverhalen en een zekere Floris tv-serie. Droge humor, woordgrappen, ondeugende seksgrappen, anachronismen, literaire verwijzingen en draken… Dat de strip soms dezelfde lachspieren stimuleert als Dirkjan is ook niet vreemd, want zowel Polman als Ottenheijm zijn onderdeel van het team stripmakers dat er al jaren voor zorgt dat Dirkjan zo’n beetje de best lopende strip van Nederland is. Floris van Dondermonde is een van de paradepaardjes van Eppo.
In de stripwereld is er geen tekort aan leuke feestjes en de signeersessie was dan ook een vrolijke boel. Ype Driessen, die ‘autobiografische’ fotostrips maakt, gaf een gevatte toespraak:
‘Goed, Remco en Wilfred zijn dus samen verantwoordelijk voor de tekst, tekeningen en kleur. Bij de tekeningen wil ik niet te lang stilstaan. Ik vind tekeningen eigenlijk altijd het minst interessante aan een strip. Sterker nog, ik denk in veel gevallen; als je die tekeningen nou eens zou vervangen door foto’s, dan zou het allemaal nog veel mooier worden.
Niets ten nadele van de tekeningen van Floris overigens. Die zijn hartstikke mooi. Een beetje Dirkjan-achtig, maar dan mooier.
Waar ik wel nog iets over wil zeggen is de taal in Floris. Ik denk dat ik dat het allerleukste aan de serie vind. In welke andere strip vind je woorden als ‘Kladderadatsj’, bepalingen als ‘Bij ontstentenis’, of verwijzingen naar liedjes als: ‘Drie schuintamboers die kwamen uit het oosten’?
Of een verteller die achteloos een stripje inleidt met: ‘De nacht had reeds haar mantel over het aardse tranendal geworpen’.
Of de geweldige zelfverzonnen anachronismen. De mooiste is toch wel als Heer Floris zegt ‘Watimmer’, waar men tegenwoordig ‘Whatever’ zou zeggen.’
Driessen eindigde zijn relaas met het uitdelen van ‘het eerste’ exemplaar aan de stripmakers.
Dj’s Tonio van Vugt en Frits Jonker luisterden het geheel op met rake oude popklassiekers waar door sommigen zelfs op gedanst werd.
En er was echte Floris-wijn… Of nu ja, wijn met toffe Floris etiketten. Want van hoofse etiquetten heeft de blonde ridder wel kaas gegeten, zelfs al is hij, voor iemand van adel, niet de meest snuggere.
Voor mij was het alweer een tijd geleden dat ik een boekpresentatie bijwoonde en het was gezellig om bekenden weer te spreken. Het is altijd fijn om Merel Barends (die een prominente rol heeft in bovenstaande video) weer te zien. Guido van Driel vertelde dat hij met de voorbereiding van een nieuwe film bezig is. Met Ger Apeldoorn zette ik onze online dialoog over hokjesgeesten en mainstream versus graphic novels voort tussen de stapels strips om ons heen. Ondertussen zaten Polman en Ottenheijm weer druk te signeren.
Het Beeldverhaal is ook een zeer geschikte locatie voor dit soort happenings met de ruime achtertuin. Sinds Lambiek verhuisd is lijken er ook steeds meer signeersessies bij Het Beeldverhaal plaats te vinden. Tegelijkertijd vond in The American Book Center een presentatie plaats van de Engelse versie van Aimée de Jonghs De terugkeer van de Wespendief.
Floris van Dondermond #2: Heer Floris vraagt erom Uitgeverij Don Lawrence Collection €8,95
Duplex is een stripalbum waar acht dichters en even zoveel striptekenaars aan hebben gewerkt. De duo’s maakten acht grafische gedichten.
Zondagmiddag 12 juni stond ik tegen de avond samen met Stefan Nieuwenhuis en Anneke Claus op een perron op het station van Haarlem. We kwamen van de Pletterij waar die middag het boek Duplex was gepresenteerd. Daar had ik zelf niet zo veel mee te maken, behalve dan dat ik door Nieuwenhuis was uitgenodigd om de happening bij te wonen. Hij is namelijk de initiatiefnemer van Duplex, terwijl Claus een van de dichters is die aan het project deelnam.
Nieuwenhuis nodigde acht duo’s uit om een grafisch gedicht te maken. Dichter en stripmaker werkten dus samen om tot een uniek en dichterlijk beeldverhaal(tje) te komen. Het zijn dus geen verstrippingen waarbij een bestaand gedicht als basis voor een strip dient. Verstrippingen hebben in Nederland een beetje een slechte reputatie en dat is niet geheel onterecht. De meeste verstrippingen die de afgelopen jaren uitkwamen heb ik na een eerste lezing nooit meer opengeslagen. Ik heb het dan vooral over boeken als ‘Nederlandse literaire klassiekers verstript in één pagina’ of ‘De Avonden met integraal de oorspronkelijke tekst!’-albums.
Dan vind ik boeken als De Aanslag van Milan Hulsing interessanter omdat de stripmaker daar zijn eigen ding doet met de brontekst. Dat is dan ook geen verstripping meer in de stricte zin des woords, maar een vrije adaptatie waarbij het beeldverhaal een werk op zich is geworden. Hetzelfde geldt voor In the Pines van Erik Kriek. Die heeft die liedjes namelijk helemaal naar zijn hand gezet en gevisualiseerd op zijn eigen wijze. In the Pines kwam een paar maanden geleden uit en ik vind dat echt een fantastisch boek.
NederVlaams
De duo’s van Duplex zijn Tsead Bruinja en Lies van Gasse, Anneke Claus en Serge Baeken, Marije Langelaar en Wilbert van der Steen, Daniël Dee en Robert van Raffe, Maarten van der Graaff en Maarten de Saeger, Maud Vanhauwaert en Delphine Frantzen, Dennis Gaens en Sam Peeters, en Ellen Deckwitz en Ruben Steeman. Van Nieuwenhuis heeft dus een mix van Vlaamse en Nederlandse makers aan elkaar gekoppeld.
Enkele duo’s waren die middag in de Pletterij om hun samenwerking aan het publiek te presenteren. Twee dagen eerder had iets soortgelijks plaatsgevonden bij Poetry International in Rotterdam. Om de naam van het album eer aan te doen, wilde Nieuwenhuis zijn project vast twee keer presenteren. En waarom ook niet? Doorgaans komen er weinig stripmakers naar een poëziefestival en weinig dichters naar een stripfestival. Wat ze met elkaar gemeen hebben is dat hun lezerspubliek doorgaans veel kleiner is dan dat van andere schrijvers.
https://youtu.be/JmWR6Y02VCU
De middag in debatcentrum de Pletterij was voor mij de laatste halte wat betreft Stripdagen Haarlem 2016. Het was een gezellig weerzien met Serge Baeken, Tonio, Natasja en Stefan en een aangename kennismaking met Anneke en Delphine Frantzen, wier werk ik wel ken, maar nog nooit had ontmoet.
Engelse versie
Inmiddels is het Duplex-concept ook van start gegaan in Engeland. In juli vindt er een grote tweetalige Duplex-expositie plaats in het Nederlands Stripmuseum in Groningen.
Duplex is uitgegeven door Strip2000 in samenwerking met Zone 5300. Het is een album dat zich niet makkelijk laat duiden. De acht verhalen hebben ieder een eigen karakter en de tekenstijlen zijn zeer uitlopend. Het is zo’n boek dat je een paar keer rustig tot je moet nemen voordat de inhoud goed en wel in je neerdaalt. Het is ook zo’n project wat je aanspreekt of niet. Ik heb zelf niet zo veel met poëzie. Songteksten, ja, die snap ik, maar gedichten zijn een slag apart. Ik lees die met moeite.
Zoals je weet heb ik meer met strips. Bij Duplex geniet ik dus in eerste instantie van het grafische werk en dringt in tweede instantie pas de tekst echt tot me door. Ik vind dit soort projecten eigenlijk vooral interessant omdat ze de mogelijkheden van het beeldverhaal onderzoeken. In het bekijken van deze experimenten zit bij mij vooral het leesplezier bij Duplex.
[hr]
Daarom Minneboo leest: Als stripjournalist wil ik zoveel mogelijk strips onder de aandacht brengen. Daarom heb ik de rubriek Minneboo leest in het leven geroepen, om te laten zien hoe rijk en divers het medium strip kan zijn. De artikelen in deze rubriek zijn geen recensies (die teksten staan gepubliceerd in de bijhorende rubriek), maar kunnen thematisch zijn, een interview, een tekenstijl belichten of simpelweg een nieuwe uitgave kort aanstippen.
De dertiende editie van de Haarlemse Stripdagen is weer voorbij. Ik vond dit de leukste editie tot nu toe, maar dat komt vast ook omdat ik nog nooit zoveel te doen had.
Ik kom natuurlijk al jaren naar dit tweejaarlijkse stripfeest en wat mij betreft is dit het belangrijkste stripfestival van Nederland. Eerst kwam ik alleen als liefhebber, maar ook alweer aardig wat jaartjes als stripjournalist.
Dit jaar was het voor mij extra feest, want ik mocht niet alleen Theo van den Boogaard uithoren over de documentaire die over hem is gemaakt door Nathalie Crum, ook had ik mijn eigen Strip Talkshow op zondag 5 juni waar ik stripmakers uit binnen- en buitenland mocht ontvangen aan mijn tafel in het café van de Philharmonie. Met deze talkshow kwam een droom uit. Een Matthijs van Nieuwkerk ben ik nog lang niet – want ik heb ook geen autocue – maar daar wordt aangewerkt.
Publiciteitsmedewerker
Als ik binnenkort weer tijd heb, zal ik nog een verslag met quotes van de show op mijn blog zetten. Vandaag ben ik vooral aan het bijkomen, want ik deed in de afgelopen maanden ook de pr voor de expositie Motion Comics: The Beginnings.
Afgelopen vrijdag hadden we journalisten over de vloer om Sutu en Gustavo Garcia te interviewen en de tentoonstelling te bekijken. Erg leuk om nu eens aan de andere kant van de grens journalistiek en publiciteit te staan. Persberichten schrijven, enthousiasme via sociale media aanwakkeren, contacten leggen, en ter plekke van mensen te woord staan: ik vond het fantastisch om te doen.
Adinda Akkermans van het radioprogramma Nooit meer slapen, maakte deze reportage. Sutu, Maaike Hartjes en Merel Barends komen hierin aan het woord.
Een week eerder hadden we Marcel Haster, ook wel bekend als de Stripvlogger, al over de vloer gehad en die maakte daar de volgende leuke reportage van. Ondergetekende heeft ook een gastrol:
Nu ik toch met video’s aan het strooien ben, Menno Kooistra, aka Mister VoorDeFilm, maakte in opdracht van de Stripdagen Haarlem een promotievideo die onder andere vertoond is op de openingsavond:
https://vimeo.com/168855792
En BlunderTV maakte weer een reportage over die opening:
Verder was het wederom inspirerend om met stripmakers kennis te maken die ik nog niet eerder had ontmoet, zoals Jean-Claude Mézières, Mike Diana en Sutu. Zondagmiddag heb ik de Australische motion comics pionier geïnterviewd voor een artikel. Als ik daar geen opdrachtgever voor kan vinden, publiceer ik dat gewoon hier. Ik vind zijn werk fascinerend en het was erg boeiend om te horen wat zijn beweegredenen voor sommige verhalen zijn.
Waar ik dit jaar bijna niet aan toe ben gekomen, is het kopen van strips. Gelukkig had ik zondag 5 juni wel even tijd om de markt over te gaan en bij te praten met goede vrienden Rob van Barneveld en Matt Baaij, die allebei een standje hadden. Matt verkocht uiteraard weer Bunbun-boekjes en bracht glimlachjes op de gezichtjes van kindertjes die van hem een gratis sticker kregen. Get them while their young!
De vloek van Poppenstein
Rob van Barneveld doet al een tijdje heel goede zaken op markten met zijn kattenserviezen en stripjes. Van Rob is ook net een nieuw album uit: Pim #2: De Vloek van Poppenstein. Robs zeer vrije bewerking van Het monster van Frankenstein, een heerlijk album voor kids en hun ouders. En voor volwassenen zonder kinderen ook trouwens.
Bijpraten gebeurt gelukkig veel op een stripfestival en ik vond het dan ook fijn om veel oude bekenden te zien. Ik vind dat de organisatie een mooie editie heeft neergezet en was blij met het feit dat we dit keer tien dagen de tijd hadden om de vele activiteiten bij te wonen. En dan nog heb ik lang niet alles gezien. Gelukkig zijn sommige exposities voorlopig nog te zien, zoals die over motion comics. (Hint! Hint!)
Had ik je al gezegd dat ik me deze editie van de Stripdagen Haarlem prima vermaak? Nee, nou ik vermaak me prima. Woensdag bezocht ik enkele tentoonstellingen waaronder Underground in beeld: Van Pontiac to Guthrie.
Fijn aan deze editie van de Stripdagen Haarlem is dat het festival tien dagen duurt. Doordeweeks is van alles te doen, maar nog belangrijker: de meeste tentoonstellingen zijn ook te bezichtigen. Iets waar ik afgelopen weekend helemaal niet aan toekwam vanwege de opening van de expositie over motion comics en mijn Strip Talkshow. Daarom was ik woensdag in Haarlem in de Vishal om de hoofdtentoonstelling over undergroundstrips eens goed te bekijken.
Bij binnenkomst trof ik festivaldirecteur Tonio van Vugt aan, die achter de balie wat aantekeningen maakte. Een artistiek directeur die zijn gezicht goed laat zien in de binnenstad van Haarlem. Terwijl ik rondliep verplaatste hij nog met een van de medewerkers van de Vishal een van de vitrines. Van Vugt is lekker hands-on bezig dus.
De tentoonstelling Van Pontiac tot Guthrie leidt de bezoeker van het eerste undergroundblad in Nederland – het tijdens de bezetting door de Toonder Studio’s verspreide tijdschrift Metro – naar legendarische tijdschriften als Aloha, Tante Leny Presenteert en Modern Papier, en via vergeten helden als Mark Smeets en Flip Fermin naar hedendaagse undergroundtekenaars als Charles Guthrie, Maia Matches, Bobbi Oskam en Ibrahim R. Ineke.
Nu ben ik zelf redelijk bekend met het verleden van de Nederlandse undergroundstrip, dus ik was niet verbaasd bovenstaande titels aan te treffen. Een centrale plek is er voor Peter Pontiac, die ook wel de godfather van de undergroundstrip wordt genoemd. In 2015 overleed hij, maar vergeten is hij gelukkig nog lang niet.
Maar, zoals de tentoonstelling duidelijk maakt, was Pontiac niet de enige die zich begaf in de duistere krochten van de undergroundstrip. Het was leuk om alle smallpress-uitgaven in de vitrines te zien van allerlei verschillende makers die tot deze groep behoren of behoorden. Zoals Joost Swarte die het blad Modern Papier in het leven riep.
Wie is underground?
Interessant vind ik dan ook de keuze die men heeft gemaakt om de hedendaagse underground weer te geven. Want, is er in Nederland nog sprake van een underground scène? ‘Ja’, luidt het antwoord. Al is die minder duidelijk dan pakweg dertig jaar geleden. Veel wordt immers online gepubliceerd en wie wel of niet bij underground hoort, hangt een beetje af van hoe je die term definieert.
Het verleggen van grenzen is een van de definities die de samenstellers hanteren. Een mooi uitgangspunt waar Guthrie, Oskam en Ineke zeker onder vallen.
Ik zelf denk aan underground ook aan een blad als Pulpman van Fred de Heij. Een stripblad dat met liefde voor de strip in elkaar wordt gezet door een klein team. Een blad dat nagenoeg onbekend is bij het grote publiek. Of eigenlijk bijna bij ieder publiek. Maar dat geldt natuurlijk niet voor De Heij zelf, want die is veel te bekend in de stripwereld om als underground stripmaker bestempeld te kunnen worden. Iemand als Charles Guthrie past wel in die definitie, want hij is eigenlijk een goed bewaard geheim en past dus prima in de expo thuis.
Hoewel ik geen fan ben van Guthries werk an sich – zijn strip Tomaat in Schokkend Nieuws kan mij niet bekoren – waardeer ik het vakmanschap in zijn illustraties wel.
Ook het album The White People van Ibrahim R. Ineke is een fascinerende strip, maar niet heel toegankelijk. Je moet daar echt je best voor doen om het verhaal te doorgronden. Underground? Zeker! Maar ik heb toch meer met het werk van Pontiac, Van den Boogaard en Marcel Ruijters. Maar dat is ook mooi aan een stripfestival als Haarlem, dat je lekker kunt snuffelen en ruiken aan strips die vreemd voor je zijn. Soms tref je zo iets aan wat een nieuwe liefde van je wordt en vaak weet je weer beter wat je wel en niet leuk vindt om te lezen. In beide gevallen een waardevolle ontdekking.
Toch liet de vraag van hoe de undergroundstrip er tegenwoordig uitziet, me niet los toen ik de Vishal weer uitliep woensdagmiddag. Het is een vraag die verder onderzoek vraagt, wat mij betreft. Niet in de laatste plaats omdat ik graag de aandacht vestig op onbekende beeldverhalen die mijns inziens wel een publiek verdienen. Wie zich tot die vraag voelt aangetrokken moet zeker even de Vishal bezoeken in de komende tijd.
Van Pontiac tot Guthrie is nog t/m zondag 3 juli 2016 te zien.
Motion comics: The Beginnings, de eerste Nederlandse tentoonstelling over motion comics, werd zaterdag 4 juni geopend tijdens de Stripdagen Haarlem.
Motion comics zijn digitale, interactieve stripverhalen die verrijkt zijn met animatie, muziek en geluidseffecten. De tentoonstelling focust op experimentele projecten van onafhankelijke makers die de graag de grenzen van het medium op zoeken en vernieuwende manieren van vertellen uitproberen. De tentoonstelling geeft een goed beeld van wat er allemaal met het medium mogelijk is en hoe de potentiële toekomst van het beeldverhaal eruit ziet.
De liefhebber van strips komt goed aan zijn trekken, want alle projecten vertellen vooral boeiende verhalen, waarbij ieder element in dienst staat van het zo goed mogelijk vertellen van dat verhaal.
Ondanks het zonnige en warme weer werd de opening goed bezocht. Gabriel Verheggen, de directeur van het ABC Architectuurcentrum Haarlem, hield een toespraak en ook de Australische stripmaker Sutu vertelde het een en ander over de strips die hij maakt. Van hem zijn onder andere de prachtige projecten NAWLZ en Modern Polaxis in de expositie opgenomen.
200 meter
Erg indrukwekkend vind ik de originele tekeningen van NAWLZ die in de expo te zien zijn. De tekening is een kleine tien meter lang, en Sutu vertelde me dat de strip in totaal zo’n 200 meter lang is!
Fumetto
Ook Jana Jakoubek, de artistiek leider van stripfestival Fumetto was aanwezig. Fumetto is een charmant en interessant stripfestival in Zwitserland dat zich met name bezighoudt met ‘artistieke’ strips en nieuwe ontwikkelingen in de wereld van het beeldverhaal. Motion comics horen daar dus goed bij. (Dit jaar was Joost Swarte artist in residence op het festival.)
De expositie was dus eerst te zien in Fumetto. Remco Vlaanderen van Submarine Channel heeft aan de originelen van die expositie als basis gebruikt en nieuwe motion comic projecten toegevoegd. In een eerder interview vertelde hij daar meer over.
Andere bekende gezichten uit de stripwereld waren onder andere Tonio van Vugt – de artistiek directeur van de Stripdagen mocht natuurlijk niet op deze opening ontbreken.
Marcel Haster, beter bekend als de Stripvlogger, was in het ABC om een reportage te draaien. Hij stelde Sutu ook een paar interessante vragen. Het was leuk om Marcel eens van dichtbij in actie te zien. Hij publiceert al een tijdje enthousiaste recensies op zijn eigen YouTube-kanaal.
Covers
Ook was Willem De Graeve van het Stripmuseum in Brussel aanwezig. Met hem heb ik voor de opening nog even gezellig koffiegedronken en bijgepraat. Het Stripmuseum heeft vanaf september een heel leuke expositie over stripcovers. Willem heeft mij daar ook voor gevraagd en die middag hebben we een kort video-item opgenomen over mijn favoriete cover. Welke dat is verklap ik nog even niet, maar zal binnenkort wel bekend worden gemaakt.
Na de officële plechtigheden was het tijd voor een drankje in de tuin van het Architectuurcentrum. De tentoonstelling is nog tot en met 24 juli te zien, dus genoeg tijd om eens naar Haarlem af te reizen.
Tonio van Vugt is de nieuwe artistiek directeur van de Stripdagen Haarlem en volgt Joost Pollmann op die in 2014 na twintig jaar afscheid nam. Omdat het festival dit weekend begint, is het een mooi moment Van Vugt eens nader te ondervragen.
Laten we met een Klokhuis-vraag beginnen: Wat is nu precies de taakomschrijving van een artistiek directeur van een stripfestival? Wat doe je eigenlijk?
‘Haha, nou dat wil je niet weten! Soms zit ik antwoorden te geven op punten en komma’s, maar mijn voornaamste taak is zorgen voor de inhoudelijke gravitas van het festival. Ik moet er voor zorgen dat een hoofdthema voldoende inspiratie biedt zodat andere projecten daarop in kunnen haken. Zoals het thema Underground in beelddat ook de smaak bepaalt voor andere exposities, zoals het ¡Viva Pontiac!-project in Nieuwe Vide. Uit een hoofdthema komt dus van alles voort: exposities, lezingen en debatten.’
‘Bij mijn baan komt ook aardig wat politiek kijken en je charmante zelf zijn om mensen enthousiast te krijgen voor je ideeën. Het is fijn dat ik dit jaar het Teylers museum weer bij de Stripdagen heb weten te krijgen. Dat is een belangrijke slag. Soms speelt daar de factor geluk een belangrijke rol in. In Teylers zit nu namelijk iemand die heel enthousiast is over strips, en die heeft er ook een hoop energie in gestoken om de samenwerking tot stand te brengen. Als zo’n iemand er niet zit, loop je tegen een muur op. Ook fotogalerie De Gang heb ik bij het festival kunnen betrekken. Kortom, het is heel veel praten. Heel veel mensen leren kennen, Haarlem leren kennen…’
Hoe word je artistiek directeur van een stripfestival?
‘Dat gebeurt zodra de vorige directeur opstapt en ze een nieuwe directeur nodig hebben. (lacht). Die vorige directeur, Joost Pollmann, vertelde aan mensen in de stripwereld dat 2014 zijn laatste editie zou worden. Het was mijn vriendin Natasja die me erop wees dat ik wellicht ook een goede kandidaat zou zijn voor de functie. Ik heb eerst gecheckt of er niet al een kroonprins klaarstond, maar toen dat niet het geval was heb ik net als de rest gesolliciteerd.’
Waarom is de keus op jou gevallen, denk je?
‘Ik denk dat mijn redacteurschap van Zone 5300, het feit dat ik een groot netwerk in de stripwereld heb en zelf ook tekenaar ben geweest en dat perspectief dus meeneem, een rol heeft gespeeld in waarom ze voor mij hebben gekozen. En nu moet ik nog maar bewijzen dat ik de schoenen van Joost ook kan vullen.’
Ik zou nieuwe schoenen kopen, want anders zit Joost zonder… Maar ik neem aan dat je bij zo’n sollicitatie een soort plan moet voorleggen.
‘Ik moest inderdaad een presentatie houden en heb daarin mijn visie op de Stripdagen Haarlem ontvouwd. Die was overigens niet zo spectaculair anders dan wat er daarvoor kwam. De Stripdagen zijn immers al een geweldig festival. Een van de dingen die ik toen voorstelde was de expositie De schilder getekend. Toen ik eenmaal was aangenomen hebben zakelijk directeur Thamara van Rijn en ik besloten dat het festival wel tien dagen zou kunnen duren omdat er genoeg te doen is en we de mensen de tijd willen geven om zoveel mogelijk exposities te bezoeken. Ook is toen het programma rond Pontiac de underground-strip tot stand gekomen.’
Wat zijn accentverschillen wat betreft je visie ten opzichte van je voorganger? ‘Ik heb ideeën om meer crossover te laten plaatsvinden, strip is te lang een geïsoleerd medium geweest. Haarlem was altijd al meer gericht op crossover tussen disciplines, zoals het feest in het Patronaat. Maar ik wil dat nog meer benadrukken. Dat doen we bijvoorbeeld met de nieuwe fototentoonstelling van Gert Jan Pos die de afgelopen jaren portretten maakte stripmakers. Dit past mooi in het thema van strips en is toch een ander medium. We hebben ook een paar theatervoorstellingen in de Toneelschuur, waaronder The King and Me van Ger Apeldoorn. We vieren natuurlijk het 75-jaige bestaan van Tom Poes met een expo, want dat is historisch belangrijk. En met de expositie over motion comics kijken we naar de toekomst van de strip. Submarine Channel kwam met dat idee en dat klonk meteen geweldig. Niet dat Joost dat soort expo’s niet had overigens…’
‘De Stripdagen Haarlem bestaan immers al twaalf edities. Het is voor mij een beetje alsof ik het pak van een ander aantrek en dat pak moet nog wel lekker gaan zitten.
Het is wel zo dat de Stripdagen Haarlem een veelkoppig monster is, waarin al veel gebeurt. Voor sommige ideeën die ik heb is deze editie nog geen ruimte, dus ik voorspel dat ik in 2018 mijn ambities volledig waar kan gaan maken. Dit jaar heb ik gewoon ook veel tijd nodig gehad om de Stripdagen en Haarlem te leren kennen.’
Wat zou in 2018 nog zichtbaar moeten worden wat we nu nog niet zien?
‘Nou ja, we wilden bijvoorbeeld een groot podium doen op de markt om jou daar stripmakers te laten interviewen. Maar we hebben eigenlijk iemand extra in het team nodig die dat soort dingen coördineert. We hebben op dit moment maar een kleine organisatie. We willen ook meer samenwerken met andere festivals. Bevrijdingspop in Haarlem zou een partner kunnen zijn, maar ook buitenlandse festivals. Daar zit zeker nog potentiële groei in. En tegen die tijd mag de organisatie ook wel iets groter zijn.’
Gelukkig hebben we toch een Strip Talkshow kunnen regelen op zondag!
Het festival is nu tien dagen. De hoofdreden is natuurlijk omdat er zoveel te doen is, zoals je net al zei. Maar was er nog een andere reden voor deze verlenging?
‘Inderdaad. Het volle programma is de voornaamste reden en daarnaast scheppen die extra dagen ook de mogelijkheid om er meer dingen bij te doen. Zoals vijf dagen theaterprogrammering in de Toneelschuur. Er gebeuren zelfs al een aantal dingen voordat de Stripdagen officieel van start gaan, zoals de première van de documentaire over Theo van den Boogaard. Eigenlijk duurt het festival nu dus al bijna twee weken.’
Het speerpunt van de programmering ligt in de twee weekenden. Hoe wil je doordeweeks de aandacht van de bezoekers vasthouden?
‘We hebben doordeweeks lezingen, film- en theatervoorstellingen en er zullen nog enkele debatten worden georganiseerd. We hebben een pop-upstore waar we mensen kunnen ontvangen en waar ze met vragen terecht kunnen. Eigenlijk is maandag de enige echte rustige dag omdat een aantal tentoonstellingen dan gesloten zijn. Mensen kunnen vanaf dit jaar via de website hun eigen programma samenstellen. Dus stel dat je op woensdag naar Haarlem komt, dan kun je heel makkelijk zien wat je die dag allemaal kunt doen en zien en zo een menu voor jezelf creëren.’
Je hebt tussendoor al aardig wat programma-onderdelen genoemd. Noem eens twee dingen die mensen absoluut niet mogen missen deze editie.
‘Ten eerste de twee hoofdexposities, maar ik noem graag de tentoonstelling in de Vishal over de Underground in Nederland, van de jaren zestig tot nu. Hiervan is Peter Pontiac het focuspunt. Dat mag je echt niet missen! En natuurlijk het slotfeest op de tweede zaterdag in de Toneelschuur ook niet. Edmond Baudoin geeft een uniek tekenvoorstelling met een danseres. Ook treden onder andere The Unborn Brothers en Spinshots op. Daar komen nog wel een paar namen bij, maar dit is in ieder geval al bekend.’
Een, in verhouding, zeer korte versie van dit interview is ook gepubliceerd in VPRO Gids #23 (2016).
Dit weekend zitten stripliefhebbers natuurlijk in Turnhout waar het Stripgids festival zal plaatsvinden. Anderen zitten wellicht op de Animecon in Den Haag, waar ook allerlei stripzaken aanbod komen.
Ik ben in Den Haag omdat ik me graag wil verdiepen in de wereld van manga en anime.
Over stripfestivals gesproken: ik kreeg vandaag het bericht binnen dat de Stripdagen Haarlem dat een tiendaags festival gaat worden. Een slimme zet, want er is altijd heel veel te doen op het leukste en beste stripfestival van Nederland.
Het grootste stripfestival van Nederland breidt uit. De editie van 2016 gaat van twee naar maar liefst tien dagen: van vrijdag 3 tot en met zondag 12 juni.
Het zwaartepunt van de activiteiten zal in de beide weekenden liggen, met als vanouds in het eerste weekend de beurs in de Philharmonie en op de Grote Markt, en een groot festival in Het Patronaat op de eerste zaterdagavond. In de tussenliggende week zal er meer ruimte zijn voor lezingen, presentaties en andere evenementen door de hele stad. Het festival zal in het tweede weekend op gepaste wijze afgesloten met een nog nader bekend te maken evenement voor stripmakers én –lezers.
De exposities zullen traditioneel gedurende het hele festival doorlopen, een groot deel zelfs nog daarna.
De organisatie van Stripdagen Haarlem besloot tot de uitbreiding van het festival omdat de oude formule eigenlijk te succesvol was voor één weekend. In voorgaande jaren zat het programma telkens zo vol dat het vrijwel onmogelijk was om alles te bezoeken. ‘De aard van het festival verandert niet, alleen zit er in de nieuwe opzet meer lucht in de programmering,’ aldus Tonio van Vugt, de nieuwe artistiek directeur van het festival, ‘en dat is goed nieuws voor alle betrokkenen én voor de festivalbezoeker. Zo liepen veel van de exposities al in de voorgaande edities langer door dan alleen dat ene festivalweekend, maar dat was niet voor iedereen even duidelijk.’ Volgens Van Vugt geeft de uitbreiding naar een officieel tiendaags festival bezoekers de tijd om meer van de Stripdagen Haarlem te genieten.
Tonio van Vugt is aangesteld als de nieuwe artistiek directeur van het internationaal festival Stripdagen Haarlem. Hij volgt hiermee Joost Pollmann op, die het na 20 jaar tijd vond om het artistieke stokje over te dragen. Dat meldt Stichting Beeldverhaal.
Het bestuur van Stichting Beeldverhaal Nederland, opdrachtgever en initiator van Stripdagen Haarlem ziet na een uitgebreide sollicitatieprocedure in Tonio van Vugt de nieuwe artistiek directeur voor het beeldverhalenfestival.
“Tonio van Vugt beschikt over een brede expertise op het gebied van strips en beeldverhalen uit binnen- en buitenland. Als hoofdredacteur is hij sinds 1994 werkzaam bij Zone 5300, tijdschrift voor strips, cultuur en curiosa. Met publicaties in Zone 5300biedt hij jong en/of opkomend tekentalent een podium voor een groter publiek. Daarnaast is hij als programmeur, journalist, jurylid bij diverse stripprijzen en gastcurator al jaren een bekend gezicht in de wereld van strips en culturele festivals. Tonio heeft de ambitie uitgesproken om Stripdagen Haarlem in de succesvolle traditie van spannende cross-overs met uitdagende thema’s voort te zetten,” aldus het bestuur van Stichting Beeldverhaal Nederland.
Tonio van Vugt zal samen met zakelijk directeur Thamara van Rijn de festivalleiding vormen van Stripdagen Haarlem 2016.
Via deze weg wil ik Tonio van harte feliciteren met zijn nieuwe baan! Ik heb Tonio in de afgelopen jaren goed leren kennen tijdens mijn werkzaamheden voor Zone 5300 en volgens mij wordt hij een prima creatief directeur. Ik ben nu al benieuwd naar de volgende editie van Stripdagen Haarlem. En Tonio, als er publiekelijk stripmakers geïnterviewd moeten worden tijdens de Stripdagen, mag je me bellen 🙂
Spokenuur van Thijs Desmet wint Plastieken Plunk 2014. De publieksprijs was voor Na zondag was het opnieuw maandag van Bram Algoed. Dat werd dit weekend bekend gemaakt tijdens een feestelijke bijeenkomst in Pépé Soirée.
De Plastieken Plunk is een van de sympathiekste prijzen voor het Nederlandstalig beeldverhaal en wordt jaarlijks uitgereikt aan de beste korte strip. De winnaar gaat naar huis met 250 euro en het door Luc Cromheecke zelfgeknede beeldje van De Plastieken Plunk. De publiekswinnaar krijgt 50 euro, maar natuurlijk ook een eervolle vermelding. Zoals Peter Moerenhout van de Plunk-organisatie aangaf: ‘Normaal gezien is zo’n publieksprijs voor de persoon met het meeste Facebook vriendjes maar Bram Algoed heeft zelfs geen Facebook-pagina. Faut le faire!’ Ook in tijden van Facebook kun je dus nog winnen zonder likes te hoeven scoren.
Persoonlijk vond ik de strip van Algoed iets interessanter dan de winnaar dit jaar, maar beide strips zijn het lezen waard. De jury bestond uit Tonio van Vugt, Kim Duchateau en Sébastien Conard.
Op Stripfestival Breda zat Frits Jonker in de stand van uitgeverij Xtra en om zichzelf en de andere bezoekers bezig te houden had hij een leuk project bedacht, de Comic Balloon Photoshoot: zeg het eerste wat in je opkomt en Frits maakt er een tekstballon van. Daarna ga je met die ballon op de foto.
Wat mij betreft is er geen grotere band in de muziekgeschiedenis dan The Beatles. Zij hebben het verloop van de popmuziek voor altijd veranderd. Ook ben ik een groot fan van John Lennons solowerk (minus de tracks waar Yoko een deuntje op meezingt). Eigenlijk dacht ik alles wel van The Fab Four gehoord te hebben, maar nu vind ik op YouTube allerlei kale vocalen van The Beatles. Daarin hoor je dus wel de stemmentracks van de bandleden, maar niet de muziek. Of beter gezegd: de muziek hoor je nagenoeg niet.
Geen idee of deze tracks meegenomen zijn uit de studiokluis of dat mensen er audiosoftware op loslaten om de stemmen los van de muziek te filteren – sommige tracks klinken zo, anderen klinken alsof we oorspronkelijke vocal-tracks horen, waarbij de muziek zachtjes op de achtergrond te horen is, alsof die audiosporen in de microfoon van de zanger hebben gelekt.
Bij de video van Don’t let me down schreef de uploader: ‘This is the vocal track from the song Don’t Let Me Down. I can get A LOT of isolated Beatles tracks and i can create backing tracks without guitar or without vocals etc etc. Please message me with requests and ill see what i can do :)’ wat volgens mij aangeeft dat hij audiosoftware op de tracks loslaat.
Hoe dan ook: je hoort nu hoe goed John, Paul en George konden zingen. Het biedt weer een nieuw audioperspectief op de muziek van The Beatles en daar kan ik alleen maar blij van worden.
Tonio van Vugt, hoofdredacteur van Zone 5300 en groot muziekliefhebber, zette van de week de Abbey Road Medley op Facebook. Zo kwam ik nog allerlei andere tracks op het spoor. Hieronder een selectie. Je kunt op YouTube nog veel meer Beatles-video’s in dezelfde geest vinden.