Vanaf vandaag ligt de nieuwste nieuwe Stripgids in de stripwinkels in België en Nederland.
Hieronder het persbericht dat alles duidelijk maakt:
Stripgids, het striptijdschrift dat de Vlaamse stripjournalistiek emancipeerde en aan de basis ligt van de Bronzen Adhemar/Cultuurprijs voor de Strip en het Stripgidsfestival Turnhout, vervelt. De nieuwe redactieploeg – met Judith Vanistendael, Simon Spruyt, Nix, Marc Legendre, Karl Van den Broeck en Roel Daenen – presenteert vandaag het nieuwe nummer.
Dat ligt vanaf 15 juni in de winkel: 132 pagina’s dik, mooier en, uiteraard, boordevol voorpublicaties, kortverhalen, essays, columns en interviews. Over het verleden en het erfgoed van de strip, maar ook over vandaag én de toekomst van de 9e kunst. Centrale gast is Nix, Vlaanderens meest ondernemende stripauteur. Voor Strip Turnhout, de uitgever van Stripgids, betekent dit een nieuwe (door)start.
Stripgids verschijnt voortaan twee keer per jaar (juni – november) en wordt ook betalend. Het blad heeft ook een grondige make-over gekregen, met een groter formaat (33cm op 22cm), mooier papier en 132 pagina’s dik. In elk nummer zit voor de abonnees ook een exclusieve, gesigneerde tekening van Nix.
Special guest: Nix
In dit eerste nummer is Nix de centrale gast. Nix, Marnix Verduyn voor de burgerlijke stand is tekenaar van onder meer ‘Kinky & Cosy’, stripauteur én ondernemer,. Hij kreeg carte blanche in een katern van 32 pagina’: van Veto tot The Kinky & Cosy Experience. “Mijn humor is milder geworden, maar ik blijf een alternativo,” aldus Nix.
En verder in het blad:
• Een uitgebreid interview van Rik Van Puymbroeck met Johan De Smedt (Creative & Concept Director bij Standaard Uitgeverij/WPG) over de wedergeboorte van het Vlaamse striperfgoed. De Smedt is het brein achter de sensationele restyling van oude reeksen als Suske en Wiske (Amoras), Jerom (J-Rom) en De Rode ridder (Red Rider).
• Graphic journalism in Vlaanderen? Iedereen kent Joe Sacco die journalistiek beoefent met de tekenpen, maar hoe zit het met ‘graphic journalism’ in Vlaanderen? Onder meer Jeroen Janssen en Nathalie Carpentier steken hun neus aan het venster, aldus Karl Van den Broeck.
• Wouter Adriaenssens maakt naar aanleiding van een tentoonstelling in het Belgisch Stripcentrum een tour d’horizon van de Vlaamse stripscene en stuit, zoals te verwachten was, op een hardnekkige spreidstand tussen het commerciële en het artistieke.
• Guust Flater wordt 60 en dat wordt gevierd. Wij – Belgen – vinden hem ongeveer de grootste aller tijden, maar wat vindt de eminente Britse kunstcritica Cynthia Rose van het geesteskind van Franquin?
• Strips worden overigens vandaag allang niet meer enkel op papier geconsumeerd. Screendriver blijkt het nieuwe, ambitieuze forum voor digitale, interactieve comics. Vergeet het swipen, denk aan strips die met de lezer in interactie gaan.
• Columns van Walter Pauli en Philippe Capart
• Op bezoek bij Charel Cambré, Otto-Jan Ham, een analyse van het jongste album van ‘Blake & Mortimer’, een artikel over censuur, het begin van de reeks ‘De Oertijd van de strip’, de oproep voor de eerste scenariowedstrijd van Stripgids, een uitgebreide nieuwsrubriek en nog veel, véél meer!
Stripgids biedt uiteraard ook een forum aan een hele reeks tekenaars. Met nieuw werk en (voor)publicaties van:
• Lukas Verstraete
• Jente Van Loven
• Wilbert Van der Steen
• Gabri Molist
• Charlotte Dumortier
• Annis El Hamouri
• Nanoe Carremans
• KIM blijft ook in de derde reeks van Stripgids op post.
Het edito is – zoals het hoort voor een striptijdschrift – niet geschreven, maar getekend. Redactielid Simon Spruyt verbeeldde de start van Stripgids op een wel erg indringende manier.
Exclusief kunstwerk
Wie zich abonneert op Stripgids krijgt bij elk nummer een genummerde en gesigneerde tekening. In dit eerste nummer is dat van Nix. In samenwerking met het Nationaal Museum van de Speelkaart in Turnhout, maakte Nix ook een litho. Die wordt in een beperkte oplage verkocht en vormt een tweeluik met de tekening voor de abonnees. In elk nummer van Stripgids zal voortaan een uniek kunstwerk zitten, telkens vervaardigd met een ander ambachtelijke druktechniek.
Infofiche
• Stripgids #1 h telt 132 p.
• Afmetingen: 33cm H x 22cm B
• Papier: Munken Pur 120g (binnenwerk) en Munken Polar 300g (covers)
• Afwerking: genaaid
• Gewicht: circa 750g
• ISBN-nummer: 9789078814085
• ISSN-nummer: 1783-4287
• NUR-360
• Prijs: 9,99 euro. Te verkrijgen in een strip- of boekenwinkel in de buurt. Of via www.stripgids.org.
Helemaal neutraal ben ik niet wat Stripgids betreft: voor de vorige reeksen schreef ik vaak een artikel en werkte ik altijd prettig samen met toenmalig hoofdredacteur Toon Horsten. Ook voor de nieuwe incarnatie schreef ik een stuk, namelijk dat over Screendiver. Ik heb Stripgids altijd het beste striptijdschrift van de Benelux gevonden. Hopelijk blijft dat zo.
Suske en Wiske hebben een restyling ondergaan die voor het eerst zichtbaar zal zijn in album 339: De planeetvreter.
Een van de fascinerende zaken aan langlopende stripreeksen vind ik de vraag hoe de makers deze reeksen interessant houden voor jonge lezers. Bij Amerikaanse comics wringen de makers zich soms in behoorlijke bochten om de boel te vernieuwen, wat vaak vervelende retcons tot gevolg heeft.
Hoe houd je Suske en Wiske boeiend voor een nieuw jong publiek? Het is een reeks die al sinds 1945 loopt. Daarmee is het de langstlopende Nederlandstalige stripreeks.
Amoras
Eerst bedachten ze bij Standaard Uitgeverij de spin-off reeks Amoras, met een versie van de strip die meer volwassenen is en oudere jongeren moet aanspreken. Nu loopt De kronieken van Amoras. Ook gemaakt door Marc Legendre en Charel Cambré. Ik heb daar nog geen deel van gelezen, maar die strips zijn dus in dezelfde stijl als de eerdere delen en spelen zich af in hetzelfde universum.
Goed, hoe pakt de uitgeverij de oude bekende reeks aan?
Standaard Uitgeverij besloot het stripduo voor het eerst in tien jaar te restylen. Of zoals ze het zelf zeggen: ‘De uitgeverij besloot te investeren in een meer eigentijds karakter om tegemoet te komen aan de belevingswereld van de jeugd. Met vernieuwende verhaallijnen, eigentijdse kleding en moderne technologie.’ Het eerste album dat de vernieuwde stijl uitdraagt is het De planeetvreter.
Onderzoek
Aan de restyling van Suske en Wiske ging een uitgebreid onderzoek vooraf, want in tien jaar tijd is er veel veranderd. Vooral voor de jonge lezer, die opgroeit in een tijd waar alles snel gaat en de techniek voorop staat. Dat uit zich in spannende verhaallijnen, extra actiescènes, aflopende pagina’s en meer close-ups. Op die manier komt Standaard Uitgeverij tegemoet aan de belevingswereld van de nieuwe Suske en Wiske-generatie.
‘We vinden het belangrijk relevant te blijven voor onze lezers’, vertelt Toon Horsten, Uitgever Strips bij Standaard Uitgeverij. ‘Daarom hebben we heel bewust gekozen voor onderzoek onder de doelgroep van de toekomst, onze jonge lezers tussen de acht en twaalf jaar. We waren benieuwd naar wat zij van Suske en Wiske vinden. Weten zij wie het zijn? Welke personages vinden ze het leukst? En wat voor verhalen lezen ze graag? Met deze resultaten in het achterhoofd kwam De planeetvreter tot stand. We zijn ontzettend trots op deze nieuwe uitgave.’
Motion comics? Ik ben eigenlijk heel benieuwd naar de antwoorden die er bij het onderzoek werden gegeven. En benieuwd naar hoe deze restyling eruit ziet. Is deze alleen cosmetisch, of gaan de stripmakers helemaal los bij de digitale versies en omarmen ze de mogelijkheden die digitale strips te bieden hebben en gaan ze meer de motion comic kant op? Dat laatste waarschijnlijk niet.
Ook denk ik dat er niet heel veel veranderd is aan Suske en Wiske en dat in de kern de reeks gewoon nog is zoals die is. Dat de stripmakers qua manier van vertellen een meer moderne wijze kiezen, is slim, want je moet inderdaad aansluiting houden bij de beoogde doelgroep. Als de smaak van die doelgroep verandert, moet je daarin deels meegaan. En dat kan heel goed zonder het basisconcept van zo’n strip te verloochenen.
Zelf vond ik de strips gemaakt door het huidige duo Peter van Gucht, scenarist, en Luc Morjaeu, tekenaar, erg vermakelijk. Zelfs al ben ik als veertigjarige lezer natuurlijk niet de doelgroep van Suske en Wiske.
Ondertussen probeert men ook de oudere fans niet te vervreemden. Voor hen is er Suske en Wiske Classics. Heruitgaven van klassieke verhalen in een nieuw jasje. Samen met De planeetvreter verschijnen op 17 mei: Het geheim van de gladiatoren, De duistere diamant, De schat van Beersel en De groene splinter.
Amoras #5: Wiskeheeft dit jaar de Willy Vandersteenprijs gewonnen. Op het rode podium op de Boekenbeurs in Antwerpen kregen scenarist Marc Legendre en tekenaar Charel Cambré de prijs die het beste Nederlandstalige album van het voorbije jaar bekroond.
De Willy Vandersteenprijs is een initiatief van Sabam ARTES en Stripgids. De Willy Vandersteenprijs gaat traditioneel naar het beste Nederlandstalige stripalbum van het voorbije jaar. Alle in Vlaanderen en Nederland verschenen, oorspronkelijke Nederlandstalige albums komen in aanmerking. De winnaar krijgt een tekening van de vorige laureaat, Simon Spruyt, en een geldsom van 5.000 euro. Die wordt aangeboden door Sabam ARTES.
Uit het juryrapport:
Voor het eerst in zijn geschiedenis gaat de Willy Vandersteenprijs dit jaar naar twee stripmakers. Aan de ene kant een stripscenarist met een paar decennia ervaring, die zowel humoristische als realistische strips op zijn palmares heeft staan. Aan de andere kant één van de beste tekenaars van zijn generatie, wiens werk zowel kwalitatief als kwantitatief grote indruk maakt. Samen geven ze een heel nieuwe interpretatie aan enkele klassiek geworden karakters uit de Vlaamse familiestrip. Ze sturen Suske en Wiske opnieuw naar het eiland Amoras, en laten hen daar heftige avonturen beleven – in een heel nieuwe stijl, met een heel andere grafiek, met een strak verteltempo en voor een ouder publiek dan de gewone ‘rode’ reeks. En dat allemaal met personages die ondertussen zeventig jaar oud zijn. De jury van de Willy Vandersteenprijs 2015 is er van overtuigd dat Willy Vandersteen zelf érg blij zou geweest zijn met de winnaar van dit jaar. Bij unanimiteit werd de prijs toegekend aan het album Amoras #5: Wiske van Charel Cambré en Marc Legendre.
Tijdens de finale stemronde lagen drie titels ter tafel, en de jury houdt eraan ook de twee andere albums te vermelden: S1ngle: Fantasyvan Hanco Kolk en Peter De Wit en Elsje 8: Het kan maar zo zijn dat er hier sprake is van een nieuwe soort van Eric Hercules en Gerben Valkema. Het zijn, vindt de jury, drie strips die overtuigend aantonen dat er ook vandaag sprankelende en vernieuwende dingen gebeuren in de wereld van de Vlaamse en Nederlandse kranten- en familiestrip.
De jury bestond dit jaar uit (niet stemgerechtigd) voorzitter Helena Vandersteen, bibliotheekmedewerker Lieve Scheers, stripauteurs Robert van der Kroft en Luc Morjaeu, en stripjournalisten Toon Horsten en Michael Minneboo.
Dat klopt, ik zat ook dit jaar weer in de jury van de Willy Vandersteenprijs. En met veel plezier moet ik zeggen, want niet alleen vind ik dat we met Amoraseen prachtige winnaar hebben voor alle in het juryrapport reeds genoemde redenen, ook verliep de jurering lekker soepel en kwamen we unaniem op deze winnaar(s) uit. Dat doet mijn striphartje weer goed.
Drie jaar geleden riep auteursrechtenmaatschappij Sabam ARTES in het leven. Met deze aparte unit binnen het bedrijf wil de auteursvereniging onderstrepen dat ze haar multidisciplinariteit hoog in het vaandel draagt. Daar hoort uiteraard ook de negende kunst bij. De ondersteuning van de Willy Vandersteenprijs door Sabam ARTES sluit hier perfect bij aan.
De prijs ging in het verleden al naar Ergens waar je niet wil zijn van Brecht Evens, Terug naar Johan van Michiel van de Pol, Rembrandt van Typex en Junker van Simon Spruyt.
De Willy Vandersteenprijs wordt jaarlijks uitgereikt onder auspiciën van de erven.
Bij Vlaamse reuzen denk je misschien aan konijnen met grote oren, maar het is ook de titel van een fantastisch boek vol met interviews met Vlaamse stripmakers. Vlaamse reuzen bundelt alle Stripgids interviews van 1974 tot en met 2001, afgenomen door Jan Smet en Toon Horsten.
Het dikke boek van ruim 400 pagina’s staat vol met interessante gesprekken met Jef Nys, Karel Verschuere, Willy Vandersteen, Karel Biddeloo, Buth, Daniël Jansens, Ercola, Marc Sleen, Kamagurka, Pom, Jean-Pol, Merho, Hec Leemans, Berck, Erika Raven & Ferry, Erik Meynen en Marvano. Ook zitten er gastoptredens in van Jacques Tardi en Dick Matena, allebei geen Vlaamse stripmakers, maar wel meesters in het vak. Matena woonde ten tijde van het interview in België.
Vlaamse reuzen is voor stripliefhebbers een must read.
Strippioniers
Wat mij betreft is Stripgids nog steeds het beste stripinformatietijdschrift van de Benelux. Het magazine bestaat alweer veertig jaar. In 1974 begon Jan Smet samen met de Nederlandse uitgever Cees Coenders met Stripgids. Smet is een archivaris die zijn hele professionele leven doorbracht in de kelders van het Turnhoutse stadsarchief. Jarenlang trok hij met opnameapparatuur door België om stripmakers te interviewen. Het vak van journalist leerde hij als het ware onderweg, gewoon door het uit te voeren. Soms moest hij flink volharden om een bepaalde stripmaker te spreken te krijgen. Pom, iemand die eigenlijk nooit interviews gaf, zegde na lang zeuren eindelijk toe. Het is boeiend om te lezen dat Pom met veel moeite en volharding zijn strips maakte. Na publicatie begon de stripmaker een rechtzaak tegen Smet, die de interviewer gelukkig won.
Vanaf 1997 begon de jonge journalist Toon Horsten te werken voor Stripgids en interviewde geregeld stripmakers tot het blad in 2001 ophield te verschijnen. Toen in 2006 de tweede reeks Stripgidsen begon, was Horsten hoofdredacteur.
Ik heb een enorme bewondering voor pioniers als Smet, mensen die uit passie iets beginnen en een heel blad weten op te richten omdat ze vinden dat strips onder de aandacht moeten worden gebracht. In alle bescheidenheid herken ik mezelf een beetje in dat soort mensen, en ik hoop dat mijn site een zelfde doel dient als Stripgids.
Ondanks het feit dat Stripgids dus 40 jaar bestaat, lopen de interviews dus maar tot 2001. Ik denk dat het boek anders te dik geworden zou zijn. Nu hebben we na het lezen van deze pil tenminste nog een boek om naar uit te kijken.
Jan Smet en Toon Horsten. Vlaamse reuzen – De complete Stripgids-interviews 1974-2001 Uitgeverij Vrijdag.
Dit bericht plaats ik met groot genoegen: Typex’ Rembrandt heeft de Willy Vandersteenprijs 2013 gewonnen. Dat werd bekend gemaakt tijdens het Gala van de Vlaamse Strip op vrijdagavond 13 december, tevens de opening van het Stripgids Festival te Turnhout.
Uiteraard een terechte winnaar want Rembrandt van Typex legt de lat voor de Nederlandse strip weer een stuk hoger. En dat zeg ik natuurlijk als een van de juryleden, dus enigszins bevooroordeeld mag je me noemen.
Uit het juryrapport:
Rembrandt is een briljante combinatie van een gelaagd verhaal en virtuoze tekeningen. Auteur Typex voegt niet zomaar een boek toe aan de overvloed van boeken over Rembrandt van Rijn. Zijn portret is een heel persoonlijke en levendige visie op leven en werk van de beroemde schilder. Stilistisch valt op hoe de auteur zich door Rembrandt zelf heeft laten inspireren om een schetsmatige grafiek te ontwikkelen die perfect past bij zijn onderwerp. Typex heeft zichzelf indrukwekkend overtroffen, Rembrandt is zijn magnum opus. Door deze strip kijk je nooit meer op dezelfde manier naar een schilderij van Rembrandt.
De Willy Vandersteenprijs werd in het leven geroepen door Vlaams-Nederlands huis deBuren in Brussel, Stripdagen Haarlem en Stripgids en bekroont het beste oorspronkelijk Nederlandstalige album van de voorbije twee jaar. Er is een geldprijs van 5.000 euro aan verbonden en de laureaat krijgt een tentoonstelling op de Stripdagen Haarlem.
De Vlaams-Nederlandse jury voor de prijs bestond deze editie uit Leen Vandersteen (niet-stemgerechtigd juryvoorzitter), Toon Dohmen (stripjournalist en vertaler), Gert Meesters (stripjournalist Knack Focus), Michael Minneboo (stripjournalist), Toon Horsten (hoofdredacteur Stripgids) en Gert Jan Pos (stripjournalist, vertaler en voormalig stripintendant van Nederland).
Wegens zijn creatieve betrokkenheid bij Rembrandt nam Gert Jan Pos niet deel aan de laatste fase en stemming van het debat.
Vorige week sprak ik op het KLIK Animatiefestival met Gert Jan Pos, tot voorkort de stripintendant van het Fonds BKVB. We hadden het over jeugdhelden.
Kuifje is Gert Jans grote jeugdheld en hij sprak dan ook enthousiast over The Adventures of Tintinvan Steven Spielberg die nu in de bioscoop draait. Tot op heden heb ik de film nog niet gezien en ik sta er ook niet echt om te springen.
Een hele generatie heeft de creatie van Hergé als jeugdheld. De stripmaker wordt door vele volksstammen op handen gedragen. Ik snap als stripkenner prima wat er zo goed is aan het werk van Hergé, toch is Kuifje nooit een van mijn favoriete striphelden geweest. Ik vind het maar een saaie en bovenal seksloze held. Te braaf en hij lacht nooit. De bijfiguren uit de strip maken een hoop goed, maar ik ben toch meer geïnteresseerd in helden die wat diepgang hebben of een interessant karakter. Ook ben ik geen grote fan van de klare lijn.
Overigens heb ik laatst wel een heel interessant boek over Kuifje gelezen: Kinderen van Kuifje. Een dikke bundel interviews van de Belgische stripjournalist Toon Horsten die spreekt met stripmakers en anderen die betrokken waren bij de weekbladen Tintin en Kuifje en stripmakers als Charles Burns die geïnspireerd zijn door de strips van Hergé en de zijnen. Het boek schets een boeiend beeld van de stripcultuur in Vlaanderen in de jaren na de Tweede Wereldoorlog.
Mijn grote jeugdheld is toch wel Spider-Man van Stan Lee en Steve Ditko. Peter Parker is wat mij betreft een interessantere stripheld dan Kuifje: veel menselijker, een complex personage en daarom boeiender. Andere jeugdhelden doen me tegenwoordig niets meer. Ik hoef geen strips over Transformers of GI Joe te lezen. Ook Knight Rider is voltooid verleden tijd. Maar sommige strips uit mijn jeugd sla ik nog wel graag open, zoals Lucky Luke, Asterix en Bommel. De laatste tijd word ik juist weer door de strips uit mijn jeugd aangetrokken. Soms word ik door die oude verhalen blij verrast. Kwaliteit blijft immers lang houdbaar.
Spider-Man volg ik nog steeds op de voet. Ik lees alle nieuwe nummers van Amazing Spider-Man en ik hou graag bij wat er in het Marvel Universum gebeurt. Het leven van Peter Parker blijft mij fascineren. Zo nu en dan geef ik er zelfs een lezing over. Sommige jeugdfascinaties laten je nooit meer los. Sterker nog: ik weet zeker dat Spider-Man tot ver na mijn dood nog in de papieren versie van New York zal rondslingeren.
‘België is de bakermat van het beeldverhaal. Striptekenaars als Hergé, Franquin en Willy Vandersteen, bepaalden ooit de contouren van de strip,’ vertelt presentator Jean-Marc van Tol aan het begin van de aflevering ‘Suske en Wiske’. Samen met stripjournalist Toon Horsten loopt hij langs verschillende stripmuren in Brussel en Antwerpen waar men op een willekeurige straathoek een afbeelding van Lucky Luke, Guust Flater of Blake en Mortimer kan aantreffen. Strips zijn in België vanzelfsprekender dan in Nederland. Wellicht dat het nieuwe VPRO-televisieprogramma Beeldverhaal het Nederlands publiek meer stripminded zal maken.
Acht weken lang neemt stripmaker Jean-Marc van Tol de kijker mee op reis door de wereld van het beeldverhaal. ‘Het programma is geen Teleac-cursus, eerder een roadmovie. We willen de kijker meer te weten laten komen over strips en enthousiasmeren,’ legt eindredacteur en initiator Pieter Klok uit. De makers richten zich op volwassenen. ‘Het medium behelst meer dan alleen de Donald Duck. Er zijn natuurlijk heel veel strips voor kinderen, maar er zijn ook geweldige verhalen voor volwassenen. En soms wordt het bijna kunst, misschien is het zelfs wel kunst.’
Springplank
Gert Jan Pos, recent afgezwaaid als stripintendant van het Fonds BKVB, adviseerde en schreef de basisscenario’s waar het televisieteam op voortborduurde. Pos stelde voor per aflevering een specifiek thema te behandelen aan de hand van een strip of stripfiguur. Zo is psychiater Sigmund uit de Volkskrant de springplank om dieper te duiken in de krantenstrip en de vraag wat humor nu eigenlijk is.
In de eerste aflevering is Jan, Jans en de kinderen, de populaire strip die sinds 1970 in de Libelle verschijnt, de aanleiding om de autobiografische strip te onderzoeken. Geestelijk vader Jan Kruis vertelt hoe hij zijn eigen gezinssituatie indertijd als inspiratiebron gebruikte voor zijn strip over de fictieve familie Tromp. Ook praat Van Tol met de jongere generatie autobiografen. Die voeren zichzelf op als stripfiguur en maken verhalen over hun dagelijks leven. Van Tol vraagt aan hen hoe eerlijk je kunt zijn als je beeldverhalen over je eigen leven maakt. Wat laten de stripmakers wel en niet zien?
Tekstballonnen
‘We pretenderen niet dat het programma volledig is en alles behandelt,’ zegt Klok. ‘We hebben onderwerpen gekozen die we gaaf vonden. Iedereen kent bijvoorbeeld Kuifje, maar lang niet iedereen weet dat dit ook het eerste moderne stripverhaal in Europa was. Dat wilden we graag vertellen. Daarom gaat er een aflevering over Kuifje en geestelijk vader Hergé.’
‘Hergé is de eerste in Europa die tekstballonnen gebruikte,’ vult Pos aan. ‘Het is bijzonder dat die er in het eerste Kuifje-album uit 1930 al in staan, terwijl Marten Toonder in 1950 de tekstballon nog afdeed als belachelijk en onnodig. Dankzij Toonder is de ontwikkeling in Nederland achtergebleven.’
Drie jaar geleden stapte Pieter Klok van productiehuis Human Factor stripwinkel De Noorman in Arnhem binnen om zijn verzameling Heinz-strips compleet te maken. ‘Ik keek eens rond naar alle stripboeken die daar lagen en besefte dat ik maar weinig strips kende. Welke zijn er allemaal en hoe is het in Nederland eigenlijk gesteld met de strip? Ik besloot me in de scene te verdiepen. Aangezien ik televisiemaker ben, vond ik dat daar een programma over moest komen.’
Stripmaker onder de stripmakers
De presentator moest de spil van het programma worden. Via een tip van beroepsgrappenmaker Owen Schumacher kwam Klok bij Jean-Marc van Tol terecht. Van Tol is de tekenaar en medebedenker van de populaire strip Fokke & Sukke. Daarnaast zet hij zich al jaren in om ervoor te zorgen dat het beeldverhaal meer aandacht krijgt. ‘Televisie is hét medium om een groot publiek te bereiken. Dat is goed, want heel veel mensen weten niet wat voor gave strips er in Nederland gemaakt worden,’ zegt Van Tol. ‘We zijn in de stripwereld lang bezig geweest met zeggen dat strips interessant zijn. Dat moet je niet zeggen maar laten zien, dan kan men zelf bepalen of het interessant voor ze is of niet. Ik wilde een goed programma maken waardoor de toeschouwer wellicht denkt: in plaats van een normaal boek koop ik eens zo’n gek stripboek. Wie weet spreekt het mij aan.’
Van Tols jongensachtige enthousiasme werkt aanstekelijk. In de aflevering ‘Suske en Wiske’ spreekt hij vol bewondering met Willy Linthout die met Jaren van de Olifant een persoonlijke strip maakte over de dood van zijn zoon. In de aflevering over superhelden hoort hij met verbazing aan dat Action comics #1 waar het eerste optreden van Superman in staat, tegenwoordig voor meer dan een miljoen dollar onder de hamer gaat.
Veertien keer over
Een groot voordeel van Van Tol is dat hij zelf strips maakt en weet waar hij het over heeft. ‘Dat vonden veel stripmakers die we interviewden een verademing,’ zegt Klok.
Dat Van Tol geen raspresentator is, hebben de programmamakers ook gemerkt. Hij had vaak moeite met de voorgeborduurde tekstjes. Aangezien Klok per se niet op een voice-over wilde terugvallen om de boel aan elkaar te praten, improviseerde Van Tol ter plekke vaak de presentatieteksten. ‘In de België-aflevering loop ik richting de Vandersteen studio en vertel ik daar wat over. Dat hebben we geloof ik wel veertien keer overgedaan. Soms stond ik met mijn hoofd tegen een boom aan te beuken omdat ik weer Fokste en Sukste of iets dergelijks had gezegd.’
In dezelfde aflevering onderbreekt Van Tol plotseling een interview met de schrijver en tekenaar van Suske en Wiske als hij hoort dat de kleinzoon van Vandersteen in de andere kamer aan het werk is om die even te begroeten. Klok: ‘Die spontane acties werkten vaak heel goed maar daardoor zitten we in de montage soms flink te zuchten om het allemaal goed te knippen.’
Lost in translation
Van april tot en met oktober trok Van Tol erop uit met Klok, cameraman/regisseur Martijn Tervoort en geluidsman Peter van den Berg, naar Amerika, Japan, België en Nederland om stripmakers te interviewen. De beste herinneringen houdt hij over aan Japan, waar de aflevering over manga is gedraaid. ‘Dat was net Lost in Translation,’ vertelt de stripmaker. ‘We spraken daar via een tolk: Edwin, een 25-jarige student Japans uit Nederland. Als vraagsteller ging ik heel raar Engels spreken, je denkt dat die Japanners het dan wel een klein beetje begrijpen. Maar ze begrijpen helemaal niets en jij begrijpt helemaal niets van het Japanse antwoord. Edwin was een zeer serieuze, ietwat bedeesde jongen. Bij onze eerste ontmoeting interviewde ik meteen Haruko Kashiwagi. Zij maakt erotische strips! Uiteindelijk kwam Edwin toch nog los. Op onze laatste dag hebben we een karaokebar bezocht en met zijn vijven op de nummer 1-hit van dat moment de polonaise gedaan.’
Onbereikbaar
Lang niet iedereen die op het verlanglijstje stond zit in het programma. Het lukte niet om Robert Crumb, boegbeeld van de Amerikaanse undergroundstrip, te interviewen. Ook bleef Stan Lee onbereikbaar. Schrijver Lee bedacht in de jaren zestig superhelden als Spider-Man, The Fantastic Four en de Hulk en ontketende daarmee een revolutie in het genre: hij maakte de superhelden meer menselijk. ‘Het lukte uiteindelijk niet om hem te spreken,’ vertelt Klok, ‘maar daar hebben we een mooie oplossing voor bedacht. Hij gaf een signeersessie op de Comic Con in San Diego. Je ziet Lee op de achtergrond terwijl Jean-Marc hem aanwijst: “Kijk daar is Stan Lee!” Die onbereikbaarheid maakt hem eigenlijk alleen maar groter.’
Striptelevisie
Televisie en strips: het is een lastig huwelijk. Strips dienen vaak als basismateriaal voor tekenfilmseries, maar programma’s waarin serieus over het medium gesproken wordt zijn als spelden in een hooiberg moeilijk te vinden. Een hele generatie groeide op met Wordt vervolgd van Han Peekel dat van 1983 tot 1997 op de buis was. Van Tol: ‘In het begin was Wordt vervolgd een serieus programma over strips. Ik heb echt goede interviews gezien met stripmakers. Het programma ging een beetje aan zijn eigen succes ten onder. Han Peekel had in de gaten dat die imitaties van Donald Duck het goed deden en toen kreeg je wedstrijden en dat soort dingen. Ik denk dat dit mede verantwoordelijk was voor het beeld dat strips alleen voor kinderen zijn.’
Tot nu toe was er weinig ruimte voor de strip op televisie. In de afgelopen jaren ging er soms een Avro Close-up over het beeldverhaal. Arnon Grunberg interviewde voor VPRO’s R.A.M. eens enkele bekende Amerikaanse stripmakers, waaronder legende Will Eisner. Maar daar is Van Tol niet erg over te spreken: ‘Ik vond het zo erg dat hij er zo weinig verstand van had, maar wel met zoveel pretentie vragen stelde. Met plaatsvervangende schaamte heb ik dat bekeken. Ik hoop dat uit het Beeldverhaal blijkt dat ik het werk boeiend vind en dat je dan als kijker voelt dat strips interessant zijn.’
Pos vult aan: ‘De volgende stap zou zijn dat strips ook behandeld worden in een boekenprogramma. In The New York Times wordt gewoon de nieuwe Batman besproken als graphic novel. Zo ver zijn we nog niet.’
Beeldverhaal wordt uitgezonden vanaf zaterdag 29 oktober, 23.05 uur op Ned2.
De leader van het programma:
Alle uitzendingen op een rij
29 oktober, aflevering 1: Jan, Jans en de kinderen
Centraal staat de autobiografische strip. Sommige striptekenaars gebruiken hun eigen leven als inspiratiebron, maar hoe ver gaan ze daarin en hoe eerlijk moet je zijn?
Gesprekken met onder meer Jan Kruis (Jan, Jans en de kinderen), Barbara Stok en Gerrit de Jager (De familie Doorzon).
5 november, aflevering 2: Superman
Waarom is de Amerikaanse superheldenstrip zo populair in de VS en wat maakt de superheld zo typisch Amerikaans? Aan het woord komen onder andere Chris Claremont (scenarist van X-men), David Finch (tekenaar/scenarist van Batman: The Dark Knight) en stripverzamelaar/BBC-presentator Jonathan Ross.
12 november, aflevering 3: Olivier B. Bommel
Een aflevering over de Nederlandse strip met de focus op de Bommel-strip. Wat maakt deze zou bijzonder en wat is de invloed van Marten Toonder op de Nederlandse strip? Tekenaar Dick Matena, verzamelaar Hans Matla en Pieter Steinz, chef boeken NRC, leggen het uit.
19 november, aflevering 4: Kuifje
Over welke rol de strip Kuifje heeft gespeeld bij het ontstaan van de moderne Europese strip en welke invloed geestelijk vader Hergé op het beeldverhaal heeft gehad. Jean-Marc van Tol praat onder andere met Joost Swarte (tekenaar en Kuifje-kenner) en Henk Kuijpers, tekenaar van Franka.
26 november, aflevering 5: Astroboy
Manga is de Japanse stijl van strips maken. Wat maakt deze strip zo typisch Japans en hoe komt het dat manga in Japan zo enorm populair is?
Met Japanse stripmakers Yoshihiro Tatsumi en Haruko Kashiwagi.
3 december, aflevering 6: Mr. Natural
De undergroundstrip is een alternatieve stroming die in Amerika ontstond en in Nederland navolging kreeg. Maar bestaat underground nog wel?
Van Tol in gesprek met de Amerikaanse undergroundtekenaar Jerry Moriarty, Peter Pontiac en Evert Geradts, tekenaar en oprichter van het stripblad Tante Leny presenteert.
10 december, aflevering 7: Suske & Wiske
België is een belangrijk stripland vanwege strips als Suske en Wiske, maar ook woont er een belangrijke nieuwe generatie stripmakers. Van Tol spreekt onder andere met stripjournalist Toon Horsten, veelbelovend talent Brecht Evens en Luc Morjaeu en Peter van Gucht, de tekenaar en scenarist van Suske en Wiske.
17 december, aflevering 8: Sigmund
Over krantenstrips en tekenaars die elke dag grappig moeten zijn. Maar wat is dat dan, humor? Onder meer Peter de Wit, geestelijk vader en tekenaar van Sigmund, Mark Retera van Dirkjan en Ronald Giphart praten daarover met Jean-Marc.
Talking about getting in shape for the role, which was made famous by Michelle Pfeiffer almost two decades ago, Anne said earlier this year: ‘I’m a vegetarian and right now, I’m living on kale and dust for the training. That catsuit’s unforgiving.’
And, referring to her workout regime, she said: ‘There’s a workout hump where you’re so weak that you hate everything, everything is so painful and you look like an idiot.
‘The gym where I work out, I was literally working out next to a pregnant Jessica Alba and she could do more push-ups than I could. I’ve now just started to do Bikram yoga.’
Suske en Wiske minder populair?
In zestien jaar tijd hebben de striphelden Suske en Wiske bijna driekwart van hun lezersbestand verloren, zei stripexpert Toon Horsten dinsdag in Het Laatste Nieuws. De krant haalt ook een striphandelaar aan die een verklaring voor de teloorgang heeft: de strip is, zegt Daniël Cool van de bekende striphandel De Striep in Brugge, “oubollig” geworden. Van de 1,2 miljoen albums die jaarlijks nog worden verkocht, gaat tweederde naar het buitenland. Aldus Het Laatste Nieuws.
Dezelfde dag stuurde de communicatieafdeling van WPG Uitgevers België een persbericht uit waarin staat dat de uitgever de oplagedaling van Suske en Wiske bevestigt, maar aanstipt dat het over een daling van slechts 12,3% gaat over 7 jaar. De oplage daling volgt daarmee een algemene markttendens. Over dezelfde periode groeide echter de omzet met 19,3% en werd de Suske en Wiske-app op de iPad een van de succesvolste apps tot op heden. In 2010 vonden bijna 1,4 miljoen albums hun weg naar de lezers. Daarmee is Suske en Wiske nog steeds de best verkochte strip in de Lage Landen. En gezien de voorsprong op de andere strips zal dit nog lang zo blijven. Bovendien is Suske en Wiske de enige Vlaamse stripreeks die boven de Moerdijk op een grote populariteit mag rekenen. De reactie van WPG Uitgevers stond ook in de Standaard.
Albert Uderzo stopt met strips maken
Persbureau Reuters meldde deze week dat Albert Uderzo, co-creator van de bekende Asterix-reeks, er op 84-jarige leeftijd mee ophoudt. De reeks wordt wel voortgezet. Lees het artikel hier.
Erik de Graaf te gast op Recontres Chaland
Erik de Graaf is uitgenodigd als gast op het Recontres Chaland festival. Dit festival wordt dit jaar voor de vierde keer gehouden en is ter ere van de in 1990 overleden Franse tekenaar Yves Chaland. De Graaf noemt Chaland zijn grootste inspirator. Niet zo gek, want Chalant was de belangrijkste representant van de atoomstijl, de stijl die De Graaf ook hanteert in zijn werk. Vorig jaar sprak ik hem uitvoerig over Scherven voor Stripgids.
Andere gasten zijn onder andere Serge Clerc, Ted Benoit, François Avril en Charles Berberian. Niet de minsten dus.
Erik heeft gelijk een hommage aan de meester gemaakt:
Trouwens, ook zo benieuwd of De Graaf een beetje opschiet met het tweede deel van Scherven? Je kunt Eriks vorderingen op zijn blog volgen.
Ik lees net in de NRC van dit weekend dat uitgever Benedikt Taschen, precies die van de beroemde Taschen-boeken, op achttienjarige leeftijd een stripwinkel in Keulen opende. Zo zie je maar dat je als stripliefhebber het ver kunt schoppen in de wereld. Inmiddels worden Taschen-boeken overal ter wereld verkocht. Overigens gaf Taschen ook een dik boek over 75 jaar DC Comics uit. Als je nog ergens 150 euro hebt liggen kun je er een exemplaar van aanschaffen. Goed, het is dus weer de hoogste tijd voor de striptips van deze week.
Nijn Kampf mag toch Ziekehond en andere cartoonisten kunnen weer rustig slapen, want Nijntje mag geparodieerd worden op internet. Dat heeft de rechter dinsdag bepaald. Dick Bruna wilde tekeningen van Nijntje over Nijn-eleven en Lijntje, een konijn dat aan drugs zit laten verbieden. Andere parodieën zijn Nijn Kampf en Nijntje staat strak. Lees verder op de site van de NOS.
Bone van Jeff Smith nu integraal in het Nederlands verkrijgbaar De strip Bone valt nog het best te omschrijven als een eigenzinnige mengeling van humor, sprookje, avontuur en fantasy. Toen Jeff Smith er twintig jaar geleden mee begon, leek niemand er enige interesse voor te hebben. Alle grote uitgevers wezen hem de deur. Het afsluitende negende deel, De gehoornde kroon, verschijnt nu in het Nederlands, waarmee de reeks ook integraal voor de Nederlandse markt beschikbaar is. Toon Horsten schreef erover in De Standaard deze week.
Recensie Supergods
Sinds ik zo’n anderhalf jaar weet dat het boek Supergods van Grant Morrison eraan zat te komen, kijk ik er al naar uit. Morrisons studie naar de superheldenstrip ligt al een paar weken op mijn bureau te lonken, maar ik heb er tot nu toe maar een paar hoofdstukken in gelezen. Peter Moerenhout heeft het al uit en publiceerde op de site Stripelmagazine.be zijn lovende recensie. Door zijn tekst krijg ik alleen maar meer zin in het boek.
Morrison verweeft in dit boek zijn persoonlijke en professionele biografie met die van de superhelden. Verwacht echter geen gedetailleerd overzicht van het leven van deze kale Schot. Hij vermeldt enkel die zaken die van belang zijn voor het uiteindelijke doel van zijn boek: het antwoord op de vraag: “Wat betekent de superheld voor ons”.