Henk Kuijpers, geestelijk vader en tekenaar van de strip Franka, wordt in aflevering vier van Beeldverhaal geïnterviewd door Jean-Marc van Tol. De aflevering gaat over Kuifje en de klare lijn, en Henk tekent ook in afgeleide daarvan. In de langere versie van het interview, die zoals gebruikelijk op de site van Beeldverhaal is te zien, komen gelukkig ook andere onderwerpen aan bod. We krijgen een mooi beeld van de werk- en denkwijze van Kuijpers.
Kuijpers dacht als jonge stripmaker dat je pagina’s in z’n geheel moest maken. Groot was zijn verbazing toen hij ontdekte dat grote meesters als Franquin ook wel eens een foutje maakten en dan gewoon de schaar ter hand namen op die fout uit de pagina te knippen. Of met typex het vel bewerkten. ‘Strips maken is ambachtelijk werk. Er mag geknipt, geplakt worden en er mag desnoods koffie overheen. Het is toch maar een halfproduct. Zolang het maar bij de drukker weer goed is. Als je je strip binnenkrijgt denk je wellicht dat een strip foutloos geproduceerd is, maar het is gewoon mensenwerk,’ aldus Kuijpers.
Streven naar realisme Kuijpers documenteert zich grondig voor zijn verhalen. Het is voor hem heel belangrijk dat de avonturen in een realistische omgeving spelen. ‘Realisme bereik je op twee manieren. Op de eerste plaats weet je wat je tekent door het zelf gezien te hebben. Je moet niet een Amsterdamse gracht tekenen als je in Venetië hebt gezeten. In de tweede plaats krijg je dan de details die je zien wilt, de telling details die het verhaal meer maken dan “ze liepen door een straat van links naar rechts.”
Tot mijn grote verbazing kleurt de tekenaar ieder album van Franka nog voor. Daarna gaat het naar de inkleurder die zijn werk digitaal nabootst. Omslachtig lijkt me dat. Het kost Henk dan ook per verhaal anderhalve maand extra. Als hij het direct digitaal zou doen zou hij een hoop tijd besparen en meer Franka strips kunnen maken. Maar Henk is nog van de oude stiel, een ambachtsman die zo zijn gewoontes heeft.
Extraatje
Het is toch iedere keer weer erg interessant en leerzaam om die stripmakers aan het woord te zien over hun vak. Wat me opviel bij dit interview is dat Hergé er soms bij zijn kuifje bijgesleept werd. Omdat Kuijpers geïnterviewd wordt in de aflevering over Kuifje moet het gesprek natuurlijk vooral daar over gaan. Het grote nadeel van een thematisch ingerichte reeks. Persoonlijk vond ik de stukken over het werk van Kuijpers zelf interessanter dan de band met Hergé. Sterker nog, aan veel van de stripmakers die in Beeldverhaal aan het woord komen, zou je een hele aflevering kunnen wijden.
Je merkt bij dit interview overigens wel dat de lage beeldresolutie van uitzendinggemist erg wringt bij de potloodschetsen. Deze zijn ook full screen erg lastig te zien. Zonde.
Als ik een artikel inlever bij de krant of een tijdschrift, doe ik daar altijd een suggestie voor de kop bij. Soms wordt deze overgenomen, soms ook niet en maakt de eindredacteur er iets anders van. Iets wat hij beter vindt bekken, iets wat volgens hem beter de aandacht van de lezer trekt. Want dat is natuurlijk de functie van een goede kop: zorgen dat het betreffende stuk gelezen wordt.
Dat betekent soms ook dat er een andere kop boven je stuk staat dan je zelf voor ogen had. Dat pakt lang niet altijd slecht uit: de zeldzame keren dat de eindredacteur van de VPRO gids een titel van mijn artikel had aangepast, was het eindresultaat altijd beter dan ik had voorgesteld. Goede koppen maken is een vak apart.
De veranderingen pakken niet altijd even fijn uit. Soms wordt er een klein dingetje uit een artikel gelicht en door de kop benadrukt. Dat is lang niet altijd de strekking van het stuk. Dat blijkt ook uit dit item van De waan van de dag van vrijdag 18 november.
Leuk aan het item vind ik dat je een klein kijkje op de werkvloer bij Het Parool krijgt. Eindredacteur Ronald van der Horst komt aan het woord. Ook komen er een aantal belangrijke eigenschappen van een goede krantenkop aan bod. ‘Een aantrekkelijke kop prikkelt, en moet een uitnodiging zijn aan de lezer: “Dit stuk moet u lezen!”, aldus Van der Horst.
Koppen voor een blog
Een kop als ‘Ik huil nooit’ zoals die boven het artikel van Frénk van der Linden stond in De Volkskrant, zou niet goed passen boven je blogpost. Goed, het trekt aandacht, maar je lezer weet niet waar het precies over gaat, want nergens in de kop staat wie die uitspraak doet. De kop is niet informatief genoeg, al trekt die online net zo goed de aandacht van een lezer als op papier.
Een blogger hoort wat mij betreft een kop te maken die aandacht trekt, maar die ook de lading van de blogpost dekt. De titel van je blogpost moet informatief zijn, anders kunnen de zoekmachines er ook geen chocolade van maken.
Dat laatste houdt vooral in dat het onderwerp duidelijk in je titel moet staan. Is je blogpost een interview? Dan moet de naam van de geïnterviewde in je kop voorkomen. Sterker nog: ik geef in dat soort gevallen in de titel ook aan dat het hier om een interview gaat. Daarna kan altijd een mooi citaat volgen die de lading denkt of prikkelt. Als ik een striprecensie publiceer, noem ik dat ook in de kop. Dat helpt de Googler die op striprecensies van dat specifieke album zoekt.
Als ik zo naar de blogposts van de laatste weken kijk, is meteen duidelijk dat ik voor de meer zakelijke en informatieve koppen ga. Maar goed, ik heb dan ook vooral een informatief blog met hier en daar een persoonlijke noot. Ik kan me goed voorstellen dat een kop als ‘Ik huil nooit’ heel goed in een lifeblog zou passen. Dan is het onderwerp van de site immers de blogger zelf.
De kop boven dit stuk had overigens ook een vraag kunnen zijn: Wat maakt een goede krantenkop? En misschien had het woord bloggen er ook in voor moeten komen. Aan de andere kant: je kan ook niet alles dekken met een kop. Het is dan ook de bedoeling dat je lezers niet alleen maar koppensnellen maar ook je blogpost lezen.
Een verzameling van 70.000 stripboekjes. Dat duurt wel even voordat je je daar doorheen gelezen hebt. Hans Matla, de gelukkige eigenaar van dit archief, heeft er zo’n 10.000 gelezen, vertelt hij in dit interview met Jean-Marc van Tol. Wederom zo’n lekker lange outtake van het tv-programma Beeldverhaal.
‘Een stripverhaal of beeldverhaal is een reeks grafische voorstellingen die zodanig ten opzichte van elkaar zijn geplaatst, dat ze te samen een voortschrijdende handeling verbeelden, al dan niet gesteund door tekst. Dat kunnen tekeningen zijn, meestal, foto’s, schilderijtjes, aquarellen – dat maakt niet uit wat het is, aldus de stripverzamelaar.’ Jean-Marc doet even alsof hij voor het eerst van strips hoort. Toch, ik heb genoten van dit college van Matla.
Een jaloersmakend mooie verzameling, waar mijn stripcollectie zeer bescheiden bij afsteekt. Matla heeft zelfs Mijnheer Prikkebeen uit 1858, het eerste stripboek in Nederland.
Matla is niet alleen stripverzamelaar, maar ook de uitgeverij van de integrale edities van de Tom Poes & Bommel-verhalen van Marten Toonder. Dat is ook de reden dat hij in aflevering drie uitgebreid aan het woord kwam, die aflevering ging helemaal over Toonder en zijn creaties.
Matla lijdt aan wat hij het compleetheidsvirus noemt. De verhalen werden niet altijd compleet door de Bezige Bij uitgegeven, zegt hij, en Matla vindt dat zo’n reeks van de eerst tot de laatste strook gepubliceerd moet worden. Als Hans daarover vertelt zie je de pret in zijn ogen. Het zijn de pretogen van een waar stripliefhebber. Ik kan daar erg van genieten.
Er staan trouwens ook veel leuke reacties onder het interview op de site van Beeldverhaal, sommigen zijn van familieleden van Matla.
In de tweede aflevering van Beeldverhaal gaat Jean-Marc van Tol naar Amerika om zich te verdiepen in de superheld. Hij sprak onder andere met Canadese tekenaar David Finch.
In het gesprek komt onder andere naar voren hoe men in Amerika comics maakt. Daar wordt een studiosysteem gehanteerd waarbij de verschillende taken onder verschillende mensen zijn verdeeld. Iemand schrijft het script, een tekenaar maakt de potloodtekeningen, een ander inkt deze weer. Natuurlijk zijn daar uitzonderingen op: je hebt ook bekende schrijver/tekenaars zoals Frank Miller. Ook Finch schrijft soms zijn eigen comics, zoals Batman: The Dark Knight, hoewel Paul Jenkins daar ook deeltjes van schrijft. In interview geeft hij aan dat zelf schrijven en tekenen toch als erg lonend ervaart. Finch wilde al jaren Batman tekenen. Als schrijver bepaalt hij dus zelf wat hij tekent en kan hij eindelijk de beelden die hij al jaren in zijn hoofd heeft op papier zetten.
Het studiosysteem is in de comicswereld ook noodzakelijk: van veel helden komt er iedere maand een deeltje van dezelfde serie uit (van Spider-Man tegenwoordig twee per maand, voorheen drie). Dat betekent dus 22 getekende pagina’s per avontuur. Het is een groot contrast met veel Europese tekenaars die soms een album per jaar produceren, en sommige tekenaars die met een beetje mazzel een paar pagina’s per week op papier krijgen.
Toonder in de picture
Natuurlijk kennen we in Europa ook een studiosysteem. Marten Toonder maakte daar dankbaar gebruik van. Evenals Hergé. Toevallig gaat de aankomende uitzending over Marten Toonder en zijn strips over Tom Poes en Heer Bommel. Van Tol praat in deze aflevering met onder anderen Dick Matena (Bommeltekenaar en oud-assistent Toonder), Hans Matla (stripverzamelaar en uitgever Bommelstrips), Pieter Steinz (chef boeken NRC) en Wim Hazeu (biograaf Toonder). Centraal staan de volgende vragen: Wat maakt de Bommelstrips zo bijzonder? En wat is de invloed van Marten Toonder op de Nederlandse strip?
‘België is de bakermat van het beeldverhaal. Striptekenaars als Hergé, Franquin en Willy Vandersteen, bepaalden ooit de contouren van de strip,’ vertelt presentator Jean-Marc van Tol aan het begin van de aflevering ‘Suske en Wiske’. Samen met stripjournalist Toon Horsten loopt hij langs verschillende stripmuren in Brussel en Antwerpen waar men op een willekeurige straathoek een afbeelding van Lucky Luke, Guust Flater of Blake en Mortimer kan aantreffen. Strips zijn in België vanzelfsprekender dan in Nederland. Wellicht dat het nieuwe VPRO-televisieprogramma Beeldverhaal het Nederlands publiek meer stripminded zal maken.
Acht weken lang neemt stripmaker Jean-Marc van Tol de kijker mee op reis door de wereld van het beeldverhaal. ‘Het programma is geen Teleac-cursus, eerder een roadmovie. We willen de kijker meer te weten laten komen over strips en enthousiasmeren,’ legt eindredacteur en initiator Pieter Klok uit. De makers richten zich op volwassenen. ‘Het medium behelst meer dan alleen de Donald Duck. Er zijn natuurlijk heel veel strips voor kinderen, maar er zijn ook geweldige verhalen voor volwassenen. En soms wordt het bijna kunst, misschien is het zelfs wel kunst.’
Springplank
Gert Jan Pos, recent afgezwaaid als stripintendant van het Fonds BKVB, adviseerde en schreef de basisscenario’s waar het televisieteam op voortborduurde. Pos stelde voor per aflevering een specifiek thema te behandelen aan de hand van een strip of stripfiguur. Zo is psychiater Sigmund uit de Volkskrant de springplank om dieper te duiken in de krantenstrip en de vraag wat humor nu eigenlijk is.
In de eerste aflevering is Jan, Jans en de kinderen, de populaire strip die sinds 1970 in de Libelle verschijnt, de aanleiding om de autobiografische strip te onderzoeken. Geestelijk vader Jan Kruis vertelt hoe hij zijn eigen gezinssituatie indertijd als inspiratiebron gebruikte voor zijn strip over de fictieve familie Tromp. Ook praat Van Tol met de jongere generatie autobiografen. Die voeren zichzelf op als stripfiguur en maken verhalen over hun dagelijks leven. Van Tol vraagt aan hen hoe eerlijk je kunt zijn als je beeldverhalen over je eigen leven maakt. Wat laten de stripmakers wel en niet zien?
Tekstballonnen
‘We pretenderen niet dat het programma volledig is en alles behandelt,’ zegt Klok. ‘We hebben onderwerpen gekozen die we gaaf vonden. Iedereen kent bijvoorbeeld Kuifje, maar lang niet iedereen weet dat dit ook het eerste moderne stripverhaal in Europa was. Dat wilden we graag vertellen. Daarom gaat er een aflevering over Kuifje en geestelijk vader Hergé.’
‘Hergé is de eerste in Europa die tekstballonnen gebruikte,’ vult Pos aan. ‘Het is bijzonder dat die er in het eerste Kuifje-album uit 1930 al in staan, terwijl Marten Toonder in 1950 de tekstballon nog afdeed als belachelijk en onnodig. Dankzij Toonder is de ontwikkeling in Nederland achtergebleven.’
Drie jaar geleden stapte Pieter Klok van productiehuis Human Factor stripwinkel De Noorman in Arnhem binnen om zijn verzameling Heinz-strips compleet te maken. ‘Ik keek eens rond naar alle stripboeken die daar lagen en besefte dat ik maar weinig strips kende. Welke zijn er allemaal en hoe is het in Nederland eigenlijk gesteld met de strip? Ik besloot me in de scene te verdiepen. Aangezien ik televisiemaker ben, vond ik dat daar een programma over moest komen.’
Stripmaker onder de stripmakers
De presentator moest de spil van het programma worden. Via een tip van beroepsgrappenmaker Owen Schumacher kwam Klok bij Jean-Marc van Tol terecht. Van Tol is de tekenaar en medebedenker van de populaire strip Fokke & Sukke. Daarnaast zet hij zich al jaren in om ervoor te zorgen dat het beeldverhaal meer aandacht krijgt. ‘Televisie is hét medium om een groot publiek te bereiken. Dat is goed, want heel veel mensen weten niet wat voor gave strips er in Nederland gemaakt worden,’ zegt Van Tol. ‘We zijn in de stripwereld lang bezig geweest met zeggen dat strips interessant zijn. Dat moet je niet zeggen maar laten zien, dan kan men zelf bepalen of het interessant voor ze is of niet. Ik wilde een goed programma maken waardoor de toeschouwer wellicht denkt: in plaats van een normaal boek koop ik eens zo’n gek stripboek. Wie weet spreekt het mij aan.’
Van Tols jongensachtige enthousiasme werkt aanstekelijk. In de aflevering ‘Suske en Wiske’ spreekt hij vol bewondering met Willy Linthout die met Jaren van de Olifant een persoonlijke strip maakte over de dood van zijn zoon. In de aflevering over superhelden hoort hij met verbazing aan dat Action comics #1 waar het eerste optreden van Superman in staat, tegenwoordig voor meer dan een miljoen dollar onder de hamer gaat.
Veertien keer over
Een groot voordeel van Van Tol is dat hij zelf strips maakt en weet waar hij het over heeft. ‘Dat vonden veel stripmakers die we interviewden een verademing,’ zegt Klok.
Dat Van Tol geen raspresentator is, hebben de programmamakers ook gemerkt. Hij had vaak moeite met de voorgeborduurde tekstjes. Aangezien Klok per se niet op een voice-over wilde terugvallen om de boel aan elkaar te praten, improviseerde Van Tol ter plekke vaak de presentatieteksten. ‘In de België-aflevering loop ik richting de Vandersteen studio en vertel ik daar wat over. Dat hebben we geloof ik wel veertien keer overgedaan. Soms stond ik met mijn hoofd tegen een boom aan te beuken omdat ik weer Fokste en Sukste of iets dergelijks had gezegd.’
In dezelfde aflevering onderbreekt Van Tol plotseling een interview met de schrijver en tekenaar van Suske en Wiske als hij hoort dat de kleinzoon van Vandersteen in de andere kamer aan het werk is om die even te begroeten. Klok: ‘Die spontane acties werkten vaak heel goed maar daardoor zitten we in de montage soms flink te zuchten om het allemaal goed te knippen.’
Lost in translation
Van april tot en met oktober trok Van Tol erop uit met Klok, cameraman/regisseur Martijn Tervoort en geluidsman Peter van den Berg, naar Amerika, Japan, België en Nederland om stripmakers te interviewen. De beste herinneringen houdt hij over aan Japan, waar de aflevering over manga is gedraaid. ‘Dat was net Lost in Translation,’ vertelt de stripmaker. ‘We spraken daar via een tolk: Edwin, een 25-jarige student Japans uit Nederland. Als vraagsteller ging ik heel raar Engels spreken, je denkt dat die Japanners het dan wel een klein beetje begrijpen. Maar ze begrijpen helemaal niets en jij begrijpt helemaal niets van het Japanse antwoord. Edwin was een zeer serieuze, ietwat bedeesde jongen. Bij onze eerste ontmoeting interviewde ik meteen Haruko Kashiwagi. Zij maakt erotische strips! Uiteindelijk kwam Edwin toch nog los. Op onze laatste dag hebben we een karaokebar bezocht en met zijn vijven op de nummer 1-hit van dat moment de polonaise gedaan.’
Onbereikbaar
Lang niet iedereen die op het verlanglijstje stond zit in het programma. Het lukte niet om Robert Crumb, boegbeeld van de Amerikaanse undergroundstrip, te interviewen. Ook bleef Stan Lee onbereikbaar. Schrijver Lee bedacht in de jaren zestig superhelden als Spider-Man, The Fantastic Four en de Hulk en ontketende daarmee een revolutie in het genre: hij maakte de superhelden meer menselijk. ‘Het lukte uiteindelijk niet om hem te spreken,’ vertelt Klok, ‘maar daar hebben we een mooie oplossing voor bedacht. Hij gaf een signeersessie op de Comic Con in San Diego. Je ziet Lee op de achtergrond terwijl Jean-Marc hem aanwijst: “Kijk daar is Stan Lee!” Die onbereikbaarheid maakt hem eigenlijk alleen maar groter.’
Striptelevisie
Televisie en strips: het is een lastig huwelijk. Strips dienen vaak als basismateriaal voor tekenfilmseries, maar programma’s waarin serieus over het medium gesproken wordt zijn als spelden in een hooiberg moeilijk te vinden. Een hele generatie groeide op met Wordt vervolgd van Han Peekel dat van 1983 tot 1997 op de buis was. Van Tol: ‘In het begin was Wordt vervolgd een serieus programma over strips. Ik heb echt goede interviews gezien met stripmakers. Het programma ging een beetje aan zijn eigen succes ten onder. Han Peekel had in de gaten dat die imitaties van Donald Duck het goed deden en toen kreeg je wedstrijden en dat soort dingen. Ik denk dat dit mede verantwoordelijk was voor het beeld dat strips alleen voor kinderen zijn.’
Tot nu toe was er weinig ruimte voor de strip op televisie. In de afgelopen jaren ging er soms een Avro Close-up over het beeldverhaal. Arnon Grunberg interviewde voor VPRO’s R.A.M. eens enkele bekende Amerikaanse stripmakers, waaronder legende Will Eisner. Maar daar is Van Tol niet erg over te spreken: ‘Ik vond het zo erg dat hij er zo weinig verstand van had, maar wel met zoveel pretentie vragen stelde. Met plaatsvervangende schaamte heb ik dat bekeken. Ik hoop dat uit het Beeldverhaal blijkt dat ik het werk boeiend vind en dat je dan als kijker voelt dat strips interessant zijn.’
Pos vult aan: ‘De volgende stap zou zijn dat strips ook behandeld worden in een boekenprogramma. In The New York Times wordt gewoon de nieuwe Batman besproken als graphic novel. Zo ver zijn we nog niet.’
Beeldverhaal wordt uitgezonden vanaf zaterdag 29 oktober, 23.05 uur op Ned2.
De leader van het programma:
Alle uitzendingen op een rij
29 oktober, aflevering 1: Jan, Jans en de kinderen
Centraal staat de autobiografische strip. Sommige striptekenaars gebruiken hun eigen leven als inspiratiebron, maar hoe ver gaan ze daarin en hoe eerlijk moet je zijn?
Gesprekken met onder meer Jan Kruis (Jan, Jans en de kinderen), Barbara Stok en Gerrit de Jager (De familie Doorzon).
5 november, aflevering 2: Superman
Waarom is de Amerikaanse superheldenstrip zo populair in de VS en wat maakt de superheld zo typisch Amerikaans? Aan het woord komen onder andere Chris Claremont (scenarist van X-men), David Finch (tekenaar/scenarist van Batman: The Dark Knight) en stripverzamelaar/BBC-presentator Jonathan Ross.
12 november, aflevering 3: Olivier B. Bommel
Een aflevering over de Nederlandse strip met de focus op de Bommel-strip. Wat maakt deze zou bijzonder en wat is de invloed van Marten Toonder op de Nederlandse strip? Tekenaar Dick Matena, verzamelaar Hans Matla en Pieter Steinz, chef boeken NRC, leggen het uit.
19 november, aflevering 4: Kuifje
Over welke rol de strip Kuifje heeft gespeeld bij het ontstaan van de moderne Europese strip en welke invloed geestelijk vader Hergé op het beeldverhaal heeft gehad. Jean-Marc van Tol praat onder andere met Joost Swarte (tekenaar en Kuifje-kenner) en Henk Kuijpers, tekenaar van Franka.
26 november, aflevering 5: Astroboy
Manga is de Japanse stijl van strips maken. Wat maakt deze strip zo typisch Japans en hoe komt het dat manga in Japan zo enorm populair is?
Met Japanse stripmakers Yoshihiro Tatsumi en Haruko Kashiwagi.
3 december, aflevering 6: Mr. Natural
De undergroundstrip is een alternatieve stroming die in Amerika ontstond en in Nederland navolging kreeg. Maar bestaat underground nog wel?
Van Tol in gesprek met de Amerikaanse undergroundtekenaar Jerry Moriarty, Peter Pontiac en Evert Geradts, tekenaar en oprichter van het stripblad Tante Leny presenteert.
10 december, aflevering 7: Suske & Wiske
België is een belangrijk stripland vanwege strips als Suske en Wiske, maar ook woont er een belangrijke nieuwe generatie stripmakers. Van Tol spreekt onder andere met stripjournalist Toon Horsten, veelbelovend talent Brecht Evens en Luc Morjaeu en Peter van Gucht, de tekenaar en scenarist van Suske en Wiske.
17 december, aflevering 8: Sigmund
Over krantenstrips en tekenaars die elke dag grappig moeten zijn. Maar wat is dat dan, humor? Onder meer Peter de Wit, geestelijk vader en tekenaar van Sigmund, Mark Retera van Dirkjan en Ronald Giphart praten daarover met Jean-Marc.
Er is de laatste tijd veel aandacht voor Thé Tjong-Khing (Purworejo, Indonesië, 1933) die het prentenboekengeschenk van de kinderboekenweek 2011 illustreerde. Zijn werk wordt tentoongesteld in het Kinderboekenmuseum in Den Haag en er verschijnt een boek over de illustrator.
Thé werkte met grote namen als Annie M.G. Schmidt (Abeltje), Guus Kuijer (Olle), Miep Diekmann (Wiele wiele stap) en Els Pelgrom (Kleine Sofie en Lange Wapper). Zijn tekstloze prentenboek Waar is de taart? werd een hit bij zowel kenners als kinderen en de illustraties bij sprookjes, mythen, Bijbelvertellingen en prinsessenverhalen die hij de afgelopen tien jaar maakte, zijn lovend ontvangen. Met drie Gouden Penselen, de Woutertje Pieterse Prijs, de Deutsche Jugendliteraturpreis en de Max Velthuijsprijs voor zijn gehele oeuvre is Thé Tjong-Khing de meest gelauwerde kinderboekillustrator van Nederland.
Kennismaking Het boek Thé Tjong-Khing: Van strip tot sprookje van Joukje Akveld en Annemarie Terhell is een kennismaking met het leven en werk van Thé. Zijn jeugd in Indonesië, de emigratie naar Nederland, de Toonderjaren en de overstap naar het kinderboek worden onder andere behandeld. Behalve met Thé Tjong-Khing zelf spraken de auteurs met uitgevers, schrijvers, collega’s, leerlingen en theatermakers die Thé’s werk op toneel brachten. Het boek staat boordevol illustraties, inclusief enkele nooit eerder gepubliceerde tekeningen.
Het boek over Thé verschijnt deze week bij Uitgeverij Lannoo.
Dinsdag was Sander van der Pavert te gast bij De Wereld Draait Door. Van der Pavert is de man achter Lucky TV, de rubriek waar DWDD mee afsluit. Vorige week had hij namelijk een reeks grappen gemaakt over de Algemene beschouwingen waarin Job Cohen nogal te kakken werd gezet.
Het was sowieso al lachen met die algemene beschouwingen. Politiek Den Haag liet maar weer eens zien dat we van het kabinet noch de Tweede Kamer structurele oplossingen mogen verwachten om de crisis op te lossen of andere problemen die in de maatschappij spelen. Liever maken ze elkaar uit voor rotte vis. Hofnar van de Kamer is natuurlijk nog steeds Geert Wilders die liever een show opvoert dan dat hij serieus polemiek bedrijft. Sterker nog: je zou bijna vermoeden dat Widers en Rutte onderling hadden afgesproken om er een circus van te maken zodat er weinig tijd was om inhoudelijk op de Kabinetsplanning in te gaan.
Maar ik dwaal af.
Sander van der Pavert is een held. Ik moest erg lachen om de drie video’s van Lucky TV die aan tafel werden besproken dinsdag. Kijk maar of jij er ook zo om kan lachen. (Helaas krijg je wel eerst een reclamespot voorgeschoteld, maar daar kan ik helaas niets aan doen. Iedere video van de NPO die langer dan 3 minuten duurt krijgt zo’n gedrocht ervoor geplaatst. Schandelijk, ik weet het. De NPO gaat commercieel. Bah. )
Een paar maanden geleden schreef ik over Beeldverhaal, het nieuwe programma van de VPRO over strips. Vanaf zaterdag 29 oktober begint de achtdelige serie waarin stripmaker Jean-Marc van Tol de kijker meeneemt in de wereld van de strip.
Op dit moment ben ik druk bezig met een artikel voor de VPRO Gids over dit programma. Vandaag werd een persbericht vrijgegeven met daarin het programmaschema die ik je niet wil onthouden. Het geeft een aardig beeld van wat er in die acht afleveringen behandeld gaat worden.
Aflevering 1, 29 oktober: Jan, Jans en de kinderen
Sommige striptekenaars gebruiken hun eigen leven als inspiratiebron. Hoe ver kun je daarin gaan en hoe eerlijk moet je zijn?
Jean-Marc van Tol praat in deze aflevering o.a. met Jan Kruis (Jan, Jans en de kinderen), Barbara Stok en Gerrit de Jager ( De familie Doorzon en Zusje)
Aflevering 2, 05 november: Superman
Waarom is de Amerikaanse superheldenstrip zo populair in de VS en wat maakt de superhelden zo typisch Amerikaans?
Jean-Marc van Tol praat in deze aflevering o.a. met Chris Claremont (scenarist X-men), David Finch (tekenaar/scenarist Batman the Dark Knight, Jonathan Ross (presentator en stripverzamelaar)
Aflevering 3, 12 november: Olivier B Bommel
Wat maakt de Bommel strips zo bijzonder? En wat is de invloed van Marten Toonder op de Nederlandse strip?
Jean-Marc van Tol praat in deze aflevering o.a. met Dick Matena (tekenaar), Hans Matla (stripverzamelaar), Pieter Steinz (chef boeken NRC)
Aflevering 4, 19 november: Kuifje
Welke rol heeft Kuifje gespeeld bij het ontstaan van de moderne Europese strip. Hoe hou je Kuifje nog levend onder de huidige striplezers? En welke invloed heeft Hergé gehad?
Jean-Marc van Tol praat in deze aflevering o.a. met Joost Swarte (tekenaar en Kuifjekenner), Henk Kuijpers (tekenaar Franka)
Aflevering 5, 26 november: Astroboy
Manga is de Japanse stijl van strips maken. Waarom is manga zo typisch Japans en hoe komt het dat Manga in Japan zo enorm populair is?
Jean-Marc van Tol praat in deze aflevering o.a. met Yoshihiro Tatsumi (beroemde Japanse tekenaar), Haruko Kashiwagi (mangatekenares).
Aflevering 6, 3 december: Mr. Natural
De Underground-strip is een alternatieve stroming die in Amerika ontstond en in Nederland navolging kreeg. Maar bestaat underground nog wel?
Jean-Marc van Tol praat in deze aflevering o.a. met Jerry Moriarty (Amerikaanse undergroundtekenaar), Peter Pontiac (tekenaar), Evert Geradts (tekenaar en oprichter undergroundblad Tante Leny presenteert)
Aflevering 7, 10 december: Suske & Wiske
België is een belangrijk stripland. Iedereen kent Suske & Wiske, maar er is ook een belangrijke nieuwe generatie stripmakers.
Jean-Marc van Tol praat in deze aflevering o.a. met Toon Horsten (stripjournalist), Brecht Evens (striptekenaar), Luc Morjaeu en Peter van Gucht (tekenaar en scenarist Suske & Wiske)
Aflevering 8, 17 december: Sigmund
Iedere dag beginnen veel mensen de dag met een krantenstrip. Over tekenaars die iedere dag grappig moeten zijn. En wat is dat dan, humor?
Jean-Marc van Tol praat in deze aflevering o.a. met Peter de Wit (tekenaar Sigmund), Ronald Giphart (schrijver/humorspecialist), Mark Retera (tekenaar Dirkjan). Beeldverhaal wordt uitgezonden vanaf zaterdag 29 oktober, 23.05 uur op Ned2.
Vanaf 8 september zendt de VARA de dramaserie Overspel uit. Een psychologische thriller over een onmogelijke liefde.
De jonge fotografe Iris Hoegaarden (Sylvia Hoeks) is getrouwd met Pepijn (Ramsey Nasr), een succesvolle officier van justitie. Ze wordt tot over haar oren verliefd op Willem Steenhouwer (Fedja van Huêt). Willem is de advocaat van de dubieuze vastgoedmagnaat Couwenberg (Kees Prins), met wie Pepijn namens het OM juist in een juridisch gevecht verwikkeld is. Iris en Willem weten dit aanvankelijk niet van elkaar en beginnen een hartstochtelijke affaire, maar als eenmaal duidelijk wordt wat er aan de hand is komen hun levens en die van de andere familieleden in een stroomversnelling terecht.
Willem en Pepijn worden niet alleen tegenstanders in de rechtszaal, maar ook in de liefde. Een ingewikkeld spel van hoogoplopende emoties, conflicterende belangen en juridische verwikkelingen begint. Ook Willem is getrouwd en bovendien door een misstap in het verleden verbonden aan zijn cliënt Couwenberg, tevens zijn schoonvader.
Wat mij betreft toont de serie Overspel dat er mooi drama in Nederland gemaakt wordt. De serie is goed geschreven, mooi gefilmd en de cast is fantastisch. Cees Prins is een genot om te zien acteren – de rol van Huub Couwenberg, een jongen van de straat die zichzelf omhoog heeft gewerkt in de vastgoedwereld, speelt hij zeer naturel en overtuigend.
Sylvia Hoeks is altijd goed als de aantrekkelijke, ietwat wereldvreemde heldin. Maar ook Nasr en Van Huêt en Rifka Lodeizen spelen hun rol met verve.
Enige minpuntjes zijn de tieners in de cast. Maar goed, die hebben in verhouding tot de rest van de acteurs ook de minste ervaring.
Ik heb de 12-delige serie in een paar dagen bekeken, want ik wilde weten hoe het verhaal zich zou ontvouwen. Frank Ketelaar en Robert Kievit, makers van de dramaserie Vuurzee, tekenden opnieuw voor de karakters en verhaallijnen en Frank Ketelaar schrijft ook de scenario’s. In de VPRO Gids kondigde hij recent aan dat men een vervolg op de serie overweegt.
De regie is in handen van Frank Ketelaar (Vuurzee, Escort), Dana Nechushtan (Nachtrit, Annie M.G.) en Arno Dierickx (Deadline, Vuurzee). Overspel is vanaf 8 september op donderdagavond om 20.25 uur te zien bij de VARA op Nederland 1.
Voor mijnVARA.nl, de site voor VARA-leden waar ik parttime aan werk, monteerde ik een voorproefje van de serie met daarin interviews met de hoofdrolspelers en regisseur Arno Dierickx. De interviews en het camerawerk zijn door VARA-collega’s gedaan.
Gisteravond was ik uitgenodigd door de redactie van Met het oog op morgen om iets te vertellen over de stripmaker Joe Sacco. Sacco is de pionier van de stripjournalistiek: hij bezoekt brandhaarden in de wereld en maakt daar heel inzichtelijke en boeiende strips over. Zo maakte hij het boek Onder Palestijnen en Moslimenclave Gorazde – allebei verschenen bij uitgeverij Xtra.
De redactie benaderde mij omdat ik afgelopen vrijdag Sacco heb geïnterviewd voor de VPRO Gids. Dat gesprek staat er over een paar weken in.
De aflevering is hier terug te luisteren. Het onderwerp begint op 42:45. Maar check vooral ook de Belgische band Le Grand Bateau die live in de studio muziek maakte.
Close up
De aanleiding voor het thema bij Met het oog op morgen was een uitzending van Avro’s Close up: Strips gaan de strijd aan. Deze documentaire toont werk van en interviews met beroemde stripjournalisten als Joe Sacco, Marjane Satrapi (Persepolis), Joe Kubert (Fax from Sarajevo), Keji Nakazawa (Barefoot Gen) en vele anderen.
Strips gaan de strijd aan is vanavond om 22.45 (de AVRO-site zegt 23:00 uur) op Ned 2 te zien.
Concerten. Ik beleef er niet veel. Niet live in ieder geval. Ja, ik ben wel eens in de Melkweg of Paradiso te vinden. Kleinere zalen, dicht op de band. Dat vind ik fijn. Zo massaal als het bij Pinkpop is, hoeft het voor mij niet. Pinkpop dus vanaf de bank, ofschoon ik niet veel gezien heb dit jaar. Wel heb ik het optreden van Foo Fighters bekeken. Goede band.