Peter van Straaten is een van de beste tekenaars van Nederland. Hij weet als geen ander mensen op een realistische manier af te beelden en laat zijn personages geloofwaardig acteren. Van Straaten is een cartoonist die bij uitstek de aard van de mens weet weer te geven en bovenal de menselijke tekortkomingen.
Al vaker had ik het over het virtuoze tekenwerk van Van Straaten en nu er een bundel columns van hem uit is, stip ik deze graag even aan. Van Straatens columns werden gepubliceerd op de achterpagina van NRC Handelsblad. In Over tekenen en over de natuurzijn de beste columns over zijn metier en over zijn geliefde onderwerp de natuur samengebracht. Alle columns bevatten een illustratie van de meester, maar wat vooral aan de bundel opvalt is hoe goed Van Straaten zich in woorden weet uit te drukken. Het zijn prettig leesbare stukken waar geen woord teveel in staat. Van Straaten is een rasverteller in woord en beeld.
Foutjes
De tekenaar toont bijvoorbeeld welke voorwerpen hij op zijn vensterbank heeft staan en wat deze voor hem betekenen. Ook vertelt hij over zijn ervaringen als rechtbanktekenaar en het ongelukkige potje inkt dat hij omstootte. Natuurlijk onthult hij enkele tekengeheimen. Zo bekent Van Straaten als hij in opdracht werkt eerst de tekening te maken en achteraf pas een schets. ‘Nu had ik van een Amerikaanse illustrator geleerd dat je in de schets altijd een duidelijke fout moest verwerken, zodat de opdrachtgevers daarover kunnen vallen,’ vertelt Van Straaten. Slim, want de duidelijke fout leidt af van wat je stiekem in de tekening kunt laten zitten en anders niet door de censuur gekomen zou zijn.
Verleden, heden en fijnzinnige observaties gaan in Over tekenen en over de natuur hand in hand. Ik raad de lezer aan de bundel langzaam te lezen en slechts een column per dag te doen. Dan heb je er extra lang wat aan.
Peter van Straaten. Over tekenen en over de natuur. Uitgeverij De Harmonie, €16,50
Zondagmiddag bezocht ik even de pop-up store van Sigmund. Paul Faassen, ook auteur bij uitgeverij De Harmonie, signeerde daar zijn nieuwe boek Twee personen vinden dit leuk. Peter de Wit, geestelijk vader van Sigmund, was ook aanwezig.
Ondanks het druilerige weer kwamen er best wat nieuwsgierige mensen de winkel binnen. Daar zaten ook veel toeristen tussen, wat niet zo gek is: de Berenstraat zit midden in het centrum en daar stikt het ook nu nog van de toeristen. De meeste bezoekers kwamen overigens voor Sigmund. Paul Faassens aanwezigheid was een verrassing voor ze. Dat mocht de pret niet drukken. De Wit vertelde me dat de pop-up winkel zijn idee was. Hij wilde iets speciaals doen nu het vijfentwintigste Sigmund-album is. Hij maakt de dagstrip alweer 22 jaar en houdt er voorlopig nog niet mee op. Gelukkig, want Sigmund is nog steeds een van de beste humorstrips van Nederland.
‘Wel stop ik met strips maken over de Burka Babes…’ vertelde De Wit. ‘Ik heb precies genoeg gemaakt voor drie albums, dus het is wel mooi zo.’ Jammer, want de Burka Babes waren altijd een leuke afwisseling met de Sigmund-grappen.
Over de eerste dag in de winkel schreef De Wit het volgende op Facebook:
‘Eerste dag in de winkel aan het werk en tussendoor signeren. De eerste klant was een Aziatisch meisje die Burqa Fashionista kocht, de Franse vertaling van Burka Babes. Ik heb een cartoon voor de Volkskrant gemaakt en vier schetsen voor cartoons die vertoond worden tijdens een onderwijscongres. Zoals je ziet zit ik in de etalage te tekenen. Dat doe ik vanaf morgen niet meer. Het is een beetje fris naast de open deur en de regen die in je gezicht slaat gaat ook vervelen. Daarom trek ik me terug naar de achterzijde van de shop.’
De pop-up winkel opende 10 november zijn deuren. Er worden allerlei Sigmund-albums en gerelateerde spullen verkocht. Postkaarten, magneetjes, koffiemokken, maar ook originele cartoons. Ik nam een grappige Sigmund-koffiemok mee naar huis gisteren. De Wit is zelf bijna iedere dag aanwezig vanaf 14 uur om fans te spreken en albums te signeren. Ook signeren er de komende tijd nog andere tekenaars zoals Mark Retera van Dirkjan en Hanco Kolk. Hou vooral ook de facebookpagina van de winkel in de gaten voor meer nieuws en aanvangstijden.
Ik vind de pop-up store een leuk idee en een mooie manier om stripfiguren buiten de strip- en krantenpagina’s aan het publiek voor te stellen.
Kom dus gerust eens langs om een praatje te maken met De Wit. Of zijn vrouw en dochter die meestal achter de kassa staan.
Openingstijden:
Maandag t/m vrijdag van 10.00 -19.00 uur
Zaterdag van 09.00 uur tot 18.00 uur
Zondag van 12.00 tot 18.00 uur
Tekenaar Peter de Wit is elke dag (Behalve donderdag 12 november)
vanaf 14.00 uur in de winkel aanwezig. De winkel is open tot en met 29 november op Berenstraat 24 in Amsterdam.
Met 2 personen vinden dit leuk houdt illustrator Paul Faassen de moderne mens een lachspiegel voor.
‘Soms zijn er zo veel babyboomers op een plek! Dat komt omdat ze veel tijd en geld hebben!’ Paul Faassen steekt van wal nog voordat hij zijn jas heeft uitgedaan. ‘Ze staan ook altijd voor de schilderijen die ik wil zien. Dicht er bovenop, want ze hebben vaak multifocaal gezeik. Ik heb daar een beeldcolumn over gemaakt.’ Faassen pakt een print uit de stapel papier. Zijn nieuwe boek is namelijk nog niet gedrukt als we elkaar in een café aan de IJ-oever spreken. Op de bladzijde staan foto’s van een ouder publiek dat precies voor een schilderij staat. ‘Eigenlijk krijg je zo een nieuw schilderij, een portret van een achterhoofd. Natuurlijk vind ik het allemaal lieve mensen, maar het grappige is dat een groep babyboomers een zilvergrijze zee vormt die qua kleur mooi contrasteert met de muren en de schilderijen van het museum.’
2 personen vinden dit leukis een bonte verzameling beeldcolumns, illustraties en foto’s die met een licht ironische blik de moderne mens een spiegel voorhoudt. ‘Nee, ik wil mensen niet opvoeden. Moraliseren is voor velen van mijn generatie een vloek, maar iedereen die iets maakt is in feite wel moralistisch. Je geeft altijd duidelijk aan wat wel en wat niet kan, wat goed en wat slecht is. Ik ook, want de coverillustratie van mijn boek laat duidelijk zien hoe ik tegen verschijnselen als Facebook aankijk. Overigens kan ik een dag later een tegenovergestelde mening hebben. Het is een misvatting dat je altijd vast moet houden aan wat je vindt. We bestaan bij de gratie van inconsequentie,’ vertelt Faassen.
Ruggen
Faassen laat zich inspireren door wat hem irriteert en fascineert. ‘Die twee dingen gaan heel vaak samen.’ Hij pakt zijn telefoon en laat een korte video zien die hij op Instagram plaatste en waarin ruggen van allerlei mensen te zien zijn. Een compilatie van geruite overhemden en jurken met planten- of bloemenmotief. ‘Ik bezoek voor mijn werk bijvoorbeeld een evenement als Sail om te zien wat ik daar aantref. Sail draait om boten, maar ik zie daar dan alleen maar ruggen. Vanuit die ergernis ontstaat een schoonheid wanneer ik die grafische patronen achter elkaar zie. Als je dat verzamelt, ordent en dus een nieuwe vorm geeft, blijkt er voor mij een waarde in te zitten die ik niet had vermoed. Zo ontdoe ik de ervaring van de negatieve gevoelens die ik daar ervaar. Ik ben meer een beschouwer dan een deelnemer. Ik voel me niet snel betrokken bij iets. Dat komt omdat ik sceptisch van aard ben.’
‘Een van mijn fascinaties is antropomorfisme, dat we voortdurend menselijke eigenschappen aan dieren en dingen toekennen. We praten tegen dieren alsof we weten wat ze doormaken. Uit die gedachte is mijn vorige boek Dieren zonder honger voortgekomen, en dat thema zit er ook nu weer in: ik chat met Anna op de site van IKEA. Het is een zoekmachine, maar je ziet een plaatje van een meisje dus men veronderstelt dat ze eigenlijk van vlees en bloed is. Zij doet voorkomen dat ze wel degelijk mijn emotie kan invoelen, maar het gesprek stokt enorm. Daar spreek ik Anna dus op aan.’
Tweety-tieten
Alle foto’s maakt Faassen zelf. Nou ja, behalve die van een wat mollige vrouw die het gezicht van Tweety op haar bovenlichaam heeft gebodypaint. Ze vertelt hoe authentiek ze is: ‘Ik ben zó erg mezelf, dat ik er ook wel eens strontziek van word, zeg ik eerlijk, want dat ben ik ook: eerlijk.’ Faassen: ‘Die vrouw met Tweety tieten vond ik terloops op het web. Haar tekst komt uit mijn koker, want die vond ik goed bij haar passen. Er worden echt veel leuke dingen gedaan op sociale media, maar in bepaalde periodes is het ondoenlijk om het kaf van het koren te scheiden. Er is dan zoveel zooi! Mensen hebben geen remmingen meer.’
Het merendeel van het materiaal in het boek stond eerder onder andere in Vrij Nederland, Volkskrant Magazine en de VPRO Gids, waar Faassen tot de recente restyling elke week een beeldcolumn over media voor maakte. ‘Nee, ik vond het niet erg dat het stopte. Iedere week zo’n beeldcolumn maken is immers een hele opgave en moeilijker dan een illustratie. Ik vind mijn werk leuk, maar niet zo leuk dat ik helemaal in elkaar krimp als zo’n plek dan verdwijnt. Bovendien gaf het weer ruimte voor andere dingen.’
Found footage
‘Zelf moet ik lachen om onbedoeld grappige dingen, zoals de found footage filmpjes van DWDD. Ik geloof niet dat mensen hard lachen om mijn werk, maar meer dat ze glimlachen. Een tennisleraar van me had laatst mijn boeken weer gelezen en zei: “Pijn in mijn buik, hoor!” Nou, daar snap ik helemaal niks van. Maar dat heeft ook gewoon met mezelf te maken, ik lach zelden hardop.’
Paul Faassen. 2 personen vinden dit leuk (Uitgeverij De Harmonie)
Dit interview is geschreven voor en gepubliceerd in VPRO Gids #44 (2015).
Het moet ook niet gekker worden in stripland: psychiater Sigmund opent in november zijn eigen pop-up winkel om de publicatie van het vijfentwintigste album te vieren.
In het vijfentwintigste album wordt dokter Sigmund door Pavados Robotica benaderd om het prototype van de allereerste therapierobot ever te testen. Dat verzoek verbaast hem niet, want hij is immers de bekendste psychiater van Nederland! (En ook zo bescheiden bovendien.) Bang voor concurrentie is hij ook niet, een robot kan toch nooit een therapeut van vlees en bloed vervangen? Verder wordt de deur van Sigmunds praktijk zoals altijd platgelopen door zeurende zestigers, verveelde vijftigers, vastgelopen veertigers, dolende dertigers, twijfelende twintigers, tobbende tieners en meneer Baltus.
Bij de dieren in het Knuffelbos zit duidelijk een steekje los. Absurdistische grappen, platte seks en satanische rituelen: het komt allemaal voorbij in de in maart uitgekomen bundel.
Het Knuffelbos is een gagreeks bedacht door de Belgische cartoonist Jeroom die onder andere in Humo publiceert. Zijn creaties zijn vorig jaar aangekocht door Comedy Central.
Ik moest bij het lezen vooral denken aan de aflevering Woodland Critter Christmasuit de animatieserie South Park. De bosdiertjes lijken knuffelbaar en onschuldig, maar in werkelijkheid zijn het satanisten en proberen ze de anti-christ in de wereld te helpen. Ook de diertjes uit het Knuffelbos lijken onschuldig, maar in werkelijkheid kunnen ze naargeestig en gewelddadig uit de hoek komen.
Mocht je om bovenstaande strookjes moeten lachen, dan kun je met een gerust hart de bundel aanschaffen.
Daarom Minneboo leest: Als stripjournalist wil ik zoveel mogelijk strips onder de aandacht brengen. Daarom heb ik de rubriek Minneboo leest in het leven geroepen, om te laten zien hoe rijk en divers het medium strip kan zijn. De artikelen in deze rubriek zijn geen recensies (die teksten staan gepubliceerd in de bijhorende rubriek), maar kunnen thematisch zijn, een tekenstijl belichten of simpelweg een nieuwe uitgave kort aanstippen.
In Het gat betrekt de naamloze hoofdpersoon zijn nieuwe appartement en ontdekt hij dat er een gat in de muur zit.
Een mooi rond gaatje bij de deur van de badkamer. Maar dan blijkt het gat te bewegen. Een mysterie dat opgelost dient te worden, dus belt de hoofdpersoon met het laboratorium in de stad om hulp te vragen. Langskomen wil men niet, hij moet het gat maar meenemen. Het lukt hem uiteindelijk het gat in een doos te vangen en naar het lab mee te nemen.
Het gat is een conceptalbum van de Noorse illustrator Øyvind Torseter. Midden in het boek is daadwerkelijk een gaatje geboord en dat is het gat uit de titel van het verhaal. Erg grappig natuurlijk dat een fysiek gat, dat dus iedere bladzijde op dezelfde plek zit, telkens op een andere plek in de tekening opduikt alsof het beweegt. Ook leuk gevonden is hoe het gat telkens een logische plek in de tekeningen heeft als de hoofdpersoon afreist naar het laboratorium. Zo zit het op de plek van een stoplicht, fungeert het als mond van een fluitende postbode en als ‘o’ in het woord ‘uitverkoop’ op de voorgevel van een winkel. (Ook bij DWDD konden ze om het uitgangspunt van dit prentenboek lachen.)
De tekenstijl van Torseter vind ik minder boeiend. Torseters tekeningen vertellen het verhaal op adequate wijze, maar persoonlijk vind ik ze niet fraai.
Het uitgangspunt is leuk gevonden, goed voor een brede glimlach en enkele grappige momenten. Als het gat eenmaal is afgeleverd bij het lab bloedt het verhaal echter dood. Wat dat betreft trakteert Torseter ons op een anticlimax. Behalve een leuke visuele grap zit er weinig in Het gat. Jammer.
Je zou het bijna vergeten omdat dat strip alweer veertien albums oud is, maar toen ik vanmorgen het nieuwste S1ngle-album pakte om te lezen, besefte ik weer hoe goed de strips van Hanco Kolk en Peter de Wit zijn. Wat mij betreft kun je ze als het beste komische duo van de Nederlandse strip beschouwen.
Kolk en De Wit werken al eeuwen samen en solo werkt De Wit hard aan de carrière van psychiater Sigmund. Recent werd bij de Harmonie van De Wit een hele dikke pil aan Sigmund-cartoons gepubliceerd. Al meer dan twintig jaar maakt de sympathieke De Wit deze grappige strip over Neerlands meest gestoorde psychiater. Inmiddels al ruim 6000 afleveringen. De bundel bevat maar liefst 1000 strips waarvan 50 nooit eerder verschenen consulten. Zelfs op herhaling blijft Sigmund leuk.
Maar goed, we hadden het eigenlijk over S1ngle. Uiteraard draait het nieuwe albumFantasy ook nu weer om de singles Fatima, Stella, Nienke en Floor en weten de heren Kolk en De Wit hedendaagse verschijnselen als selfies, google glasses en Game of Thrones op zeer grappige wijze te vermengen met de eeuwige zoektocht naar de ware. Dit keer krijgt Nienke een vriendje en daarom wil Fatima niet achterblijven. Ze gaat koortsachtig op zoek naar haar ware. Uiteindelijk vindt ze die in de wereld van de life role-playing game, misschien tegenwoordig nog de enige plek om de ridder op het witte paard te kunnen vinden.
Kortom, lachend en soort van romantisch ontbeten vanmorgen. [hr]
Daarom Minneboo leest: Als stripjournalist wil ik zoveel mogelijk strips onder de aandacht brengen. Daarom heb ik de rubriek Minneboo leest in het leven geroepen, om te laten zien hoe rijk en divers het medium strip kan zijn. De artikelen in deze rubriek zijn geen recensies (die teksten staan gepubliceerd in de bijhorende rubriek), maar kunnen thematisch zijn, een tekenstijl belichten of simpelweg een nieuwe uitgave kort aanstippen.
Van de Nederlandse cartoonist Gummbah is zojuist de bundel ‘Hier’ verschenen met daarin de beste cartoons van de afgelopen 20 jaar. Een bundel vol rake absurdistische grappen dus.
Zet vooral de player op volledig scherm en de kwaliteit op hd zodat je de cartoons mee kunt lezen.
Al twintig jaar maakt Stefan Verwey literaire cartoons voor de Volkskrant. Dat wordt gevierd met een expositie en een bundeling van de beste tekeningen.
De liefhebber van humorstrips heeft in Nederland niet te klagen. Er komt een groot aantal strips in dit genre uit en Nederland heeft een paar zeer goede, scherpe humoristen die met hun tekengave prachtige cartoons maken. Tot die top behoort Stefan Verwey zeker.
Al twintig jaar maakt Verwey een cartoon over de literaire wereld in de Volkskrant en daarnaast tekent hij wekelijks voor De Gelderlander. In de bundel Hoe open ik een boek zijn de beste boekencartoons uit de Volkskrant en de VPRO gids samengebracht waarin Verwey alle facetten van het literaire landschap in kaart brengt. Van boekwinkels die dreigen te verdwijnen en e-readerboekenkasten. Van inhalige uitgevers tot eenzame signeersessies. Verwey heeft een ironische blik en laat ons lachen om soms schrijnende zaken, zoals de auteur die een lezing moet geven voor een zaal waar een bezoeker in zit: ‘Plankenkoorts hoef u in ieder geval niet te hebben’, zegt de man van de organisatie tegen hem. Of dan deze, een dichter die voor een volle zaal voordraagt: ‘Het volgende gedicht is door mijn uitgever totaal verprutst.’
Vaak zijn Verweys cartoons schrijnend of spottend en daardoor heerlijk relativerend. De grap wordt altijd uitgebeeld in een herkenbare, uitgeklede tekenstijl. Hoe open ik een boek heeft een aardig groot formaat, zodat Verweys heldere lijnvoering en rake grappen goed tot hun recht komen.
Dit is een van mijn favoriete cartoons uit de bundel omdat het beeld zo heerlijk absurd is:
Liefhebbers van het werk van Stefan Verwey kunnen tot en met 28 september terecht in het Persmuseum in Amsterdam waar meer dan honderdzeventig originele literaire tekeningen zijn tentoongesteld ter gelegenheid van het verschijnen van Hoe open ik een boek.
‘Dat kan ik moeilijk beantwoorden,’ zegt Verwey. ‘Achteraf krijg je wel door dat je vaak terugkomt op bepaalde thema’s. Ik merk dat ik bijvoorbeeld veel over bejaarden teken en veel over verpleegtehuizen en ondernemers, maar dat zijn ook je eigen ervaringen. Het is niet zo dat ik dat soort onderwerpen met meer plezier teken. Er zijn geen bepaalde thema’s die me meer plezier geven bij het tekenen bijvoorbeeld.
Je maakt veel cartoons over de opkomst van de e-reader en het verdwijnen van het papieren boek.
Verwey:
De bedreiging van het boek bestaat al heel lang. Net als de bedreiging van de krant, waarvan het aantal abonnees terugloopt. Toch bestaan ze nog steeds. Daarom is het ook zo interessant om over schrijvers en de literaire wereld te tekenen, want dat ben je zelf ook: je leest, gaat naar een boekwinkel, je laat je boek signeren en af en toe zit je zelf op die plek. Het is interessant omdat er ook veel leed naast is en dan wordt het humoristisch. Er zijn bijvoorbeeld een miljoen mensen die een boek willen schrijven, dus onvoorstelbaar veel mensen worden enorm teleurgesteld en uitgevers worden plat gebeld. De postvakken zitten vol met manuscripten waarvan de uitgever na het lezen van één zin al weet dat het niks wordt. Het heeft meer met het leven te maken dan ik had gedacht. Ik dacht zelf dat ik na drie, vier jaar wel klaar zou zijn met cartoons over boeken. Maar ondertussen maak ik ze al heel lang.
De e-reader bestaat gewoon naast het boek. Om het grote cliché te gebruiken: toen de roltrap werd uitgevonden bleef de trap ook bestaan. Dat is zo’n cliché waarvan ik me afvraag hoe je dat om kunt zetten in een mooie tekening. Dat lukt me nog niet. Ik heb die honderden literaire tekeningen nodig om dat cliché te verwoorden. Op het moment dat ik weet hoe ik dat cliché moet verbeelden moet ik stoppen met de literaire cartoons. Ik hoop dus dat dit me nog lang niet lukt.’
Ik hoop dat we ook nog lang mogen genieten van Verweys cartoons.
Stefan Verwey. Hoe open ik een boek. Uitgeverij De Harmonie, € 17,50 ISBN: 9789076174273
Met een tas vol strips en goede herinneringen onder de arm kwam ik thuis zondagavond. De Stripdagen Haarlem 2014 was zeer geslaagd. Een persoonlijk getint verslag.
Omdat de programmering van Haarlem tjokvol zit, mis je altijd meer dan je ziet, om Martin Bril maar even losjes te citeren. Daar staat tegenover dat het aanbod zeer divers is en dus voor ieder wat wils te bieden heeft. Het waren voor mij drie volle dagen met rondkijken, conversaties voeren, contacten leggen en koffiedrinken. Voor een stripjournalist zijn de Stripdagen niet alleen leuk, het is ook namelijk ook hard werken. Maar wel leuk werk natuurlijk. Ik doe er altijd ideeën op voor nieuwe artikelen.
Oorlog
Zaterdagochtend kwam ik bij de bushalte bij mijn huis Jules Calis tegen. Deze jonge, sympathieke stripmaker houdt zich bezig met stripjournalistiek. Hij heeft onder andere soldaten in Afghanistan geïnterviewd. Als het meezit komt in oktober dit jaar zijn album hierover uit. Het werk van Calis was ook te zien in de expositie over de nieuwe garde, een van de twee hoofdthema’s van het festival. Het andere was de Eerste Wereldoorlog.
Het was indrukwekkend om originele pagina’s te zien van de oorlogstrip Charley’s War die in de Vishal hingen. Vrijdagmiddag sprak ik even met Pat Millsdie dit jaar speciale gast was en Charley’s War heeft geschreven. Het is altijd grappig om mensen in levende lijve tegen te komen die je eerst telefonisch hebt geïnterviewd. De tekenaar van de strip, wijlen Joe Colquhoun, maakte prachtige realistische tekeningen en wist het drama van de Eerste Wereldoorlog goed op papier te zetten. Helaas waren de pagina’s van het werk van Tardi die ernaast hingen, allemaal prints. Naar het schijnt is Tardi niet zo makkelijk in het uitlenen van zijn werk. Het panaroma dat Joe Sacco had gemaakt over de eerste dag bij de Slag van de Somme was zeer indrukwekkend. Het boekwerk heet The Great War en bestaat uit een lange, zeer gedetailleerde tekening die van links naar rechts het hele verhaal van die eerste dag vertelt.
Strips on stage
Zaterdag organiseerde de BNS de hele dag Strips on Stage in de toneelschuur. In thematische blokken van 50 minuten hielden vakmensen uit verschillende disciplines een presentatie. Het eerste blok ging over scenarioschrijven en daarin vertelden Ger Apeldoorn, Herman Roozen en Willem Ritstier wat hun schrijfmethode is. Die verschilt per persoon: Ritstier werkt veel vanuit de personages en op een vrij intuïtieve manier, terwijl Rozen serieuze schema’s maakt voordat hij gaat schrijven. Wat alle drie de heren gemeen hebben is dat ze allemaal nog veel langer hadden kunnen praten over hun vak dan de tijd die ze zaterdag hadden. Het scenario-onderdeel was helaas het enige wat ik kon bijwonen. Het is goed dat de BNS zich op een informatieve wijze manifesteert op het festival. De presentaties waren interessant voor zowel stripmakers als leken.
25 jaar Belgisch Stripcentrum Het Belgisch Stripcentrum presenteerde de plannen voor de komende tijd. Het Stripcentrum huist in Brussel en bestaat dit jaar een kwart eeuw. Daarom presenteert het centrum drie volledig nieuwe exposities, waaronder een over het ontstaan van het stripverhaal en de tentoonstelling De kunst van het beeldverhaal waarin de bezoeker kennis kan maken met het gehele creatieproces van de strip. In de expositie zijn voorbeelden van allerlei strips opgenomen. Een mooie manier om een verhaal met het archief te vertellen. Vanaf 3 juni kan de liefhebber er trouwens terecht voor de tijdelijke tentoonstelling 100 jaar strips in de Balkan: Stripverhalen in verzet, over de stripverhalen die gecreeërd worden in de landen van het vroegere Joegoslavië. In oktober wordt het jubileum goed gevierd met een flink stripfeestje. Sowieso is Brussel een bezoekje waard vanwege de meer dan veertig stripmuren die door de stad verspreid zijn. Willem De Graeve, de directeur van het Stripcentrum, lichtte het een en ander toe tijdens een snelle presentatie.
Zaterdagmiddag had ik een goed gesprek met Kurt Morissens, mijn collega uit België. Kurt is hoofdredacteur van Brabant Strip Magazineen de site Stripelmagazine. Ook is hij trouwens de publiciteitsman van Strip2000. Kurt gaat al aardig wat jaartjes mee in de stripwereld en schrijft met veel plezier en passie over het beeldverhaal. Onder het genot van enkele pintjes hebben we notities uitgewisseld.
Nieuwkomers
Dit jaar was filmblad Schokkend Nieuwsvoor het eerst op de beurs aanwezig. Slim, want tussen de stripliefhebbers zit genoeg volk dat ook houdt van genrefilms. Ik hoop van harte dat nieuwe abonnees zich hebben aangemeld voor dit fijne tijdschrift. Aan het weer zal het niet gelegen hebben, want twee dagen lang straalde de zon je tegemoet. Het was dan ook goed druk op de buitenbeurs. Ook stond Stripgidstussen de uitgevers in de Philharmonie. Het is nog een beetje een geheim wellicht, maar dit Vlaamse blad is toch echt het beste striptijdschrift van de Benelux en staat vol strips, nieuws en diepte-interviews. Koen Van Rompaey, onder andere directeur van het Stripgids festival dat elke twee jaar plaatsvindt in Turnhout, was aanwezig om mensen uitleg te geven over Stripgids.
Zondag heb ik de uitgevers en stripmakers die in de Philharmonie zaten bezocht. Het was leuk bijpraten met Rob van Bavel van Eppo, Esther Gasseling van Uitgeverij Xtra en de mensen van uitgeverij De Harmonie, die ondanks een plekje achter in de zaal veel aandacht kregen van de bezoekers. Terwijl ik met Van Bavel sprak waren enkele Eppo-tekenaars druk met tekeningen maken voor de fans, waaronder Romano Molenaar en Gerben Valkema. De rijen voor de heren leken niet korter te worden, hoeveel ze ook tekenden.
Smallpress
Ook kwam ik Henk Schouten, een van de mannen achter Stripster tegen die een flink aantal small-pressuitgaven had aangeschaft. Henk gaat ook al jaren mee in de stripwereld en heeft een voorliefde voor nieuw striptalent. Het is leuk om hem te horen praten over de nieuwe ontdekkingen die hij op de beurs had opgedaan.
Zondag sloot ik de Stripdagen af met een terrasbezoek met stripmaker Marq van Broekhoven. Marq is een fantastische ambassadeur voor het medium. Met pretoogjes deed hij zijn koffer open om zijn aanwinsten te laten zien. Albums van onder meer Peyo en de reeksen Ravian en Comanche. Van Broekhoven heeft een boek volgeschreven met columns over zijn stripliefde. Die stonden voorheen in stripblad Myx. Ik hoop van harte dat hij binnenkort de reeks teksten ergens voortzet, want de columns zijn erg vermakelijk. En dat zijn z’n albums trouwens ook.
Ambassadeurs
Terwijl Marq en ik nog een laatste drankje dronken om op een geslaagd weekend te toosten, werd de buitenbeurs afgebroken. Over de Grote Markt liep Joost Pollmann tussen de lege stands. Deze editie was de tiende en laatste waar hij als creatief directeur bij betrokken was. In de afgelopen jaren heeft hij een duidelijke stempel gedrukt op de Stripdagen Haarlem, met een focus op de grafische roman en buitenlandse stripculturen zoals de Arabische strip en de Strips uit Oost-Europa, waar een online database voor in het leven werd geroepen. In laatste drie edities werd hij bijgestaan door zakelijk directeur Thamara van Rijn. De stripdagen Haarlem 2014 was dus de definitieve afsluiting van het Pollmann-tijdperk. Wie hem gaat opvolgen als creatief directeur is nog niet bekend, maar de geruchtenmachine draait natuurlijk op volle toeren.
In feiten zijn Joost, Thamara, Willem, Koen, Marq, Henk, Kurt, de uitgevers, stripmakers, stripbladen en ondergetekende allemaal stripambassadeurs. Op onze eigen wijze en met onze eigen stokpaardjes proberen we het beeldverhaal onder de aandacht te brengen bij het publiek. Soms doen we dat op grote wijze met een enorm stripfestival midden in de stad, of door het bestieren van een stripmuseum, soms door erover te schrijven of gewoon door aan vrienden die ene strip uit te lenen die ze echt eens moeten lezen.
Het is weer Boekenweek en dat vieren we vandaag met enkele zeer scherpe cartoons van grootmeester Peter van Straaten.Een van de beste tekenaars die Nederland heeft voortgebracht.
Potverdorie, wat kan Peter van Straaten toch tekenen! Prachtig hoe hij met een schijnbaar snelle toets dit beeld neerzet en met een paar krassige details de omgeving suggereert:
Graag kijk ik aandachtig naar dit soort tekeningen. De houding van de personages: het kindje dat met moeite overeind blijft op zijn schaatsen, de ongeduldige volwassene voor hem. Precies goed. En dan die schurende tekst eronder. Je hoort het vader zo zeggen. Pijnlijk en herkenbaar.
Scheurkalenders
De cartoon staat in Peter’s zeurkalender 2014. Het is de gouden editie, dat wil zeggen een bloemlezing van de tekeningen uit de Zeurkalenders tussen 1994 en 1998, door Van Straaten zelf geselecteerd. Ik heb een nieuwe waardering gekregen voor het fenomeen scheurkalender. In onze wc hangt nu die van Van Straaten, daaronder hangt de scheurkalender van Gerrit de Jager met de cartoons die hij voor Nu.nl heeft gemaakt. Heel andere tekeningen dan die van zijn collega Peter, en een ander soort humor, maar even vermakelijk. Beide mannen hebben een heel eigen stijl en handschrift, en zijn meesters in hun vak.
Een avondje Harmonie Peter’s Zeurkalender kreeg ik mee in een goodiebag toen ik maandag 6 januari De Kleine Komedie verliet na een avondvullend programma verzorgd door uitgeverij De Harmonie. In plaats van simpel de nieuwe catalogus te sturen, organiseerde de uitgeverij een bonte avond waarin auteurs en stripmakers waar binnenkort een nieuwe titel van uitkomt, een stukje voorlazen of tekenden. Erik van Muiswinkel presenteerde heel verdienstelijk en schoof zijn bewondering voor de schrijvers en dichters niet onder stoelen of banken. Al is hij waarschijnlijk net zo enthousiast op een soortgelijk avondje georganiseerd door De Arbeiderspers. Maar goed, dat hoort bij zijn vak en doet verder niets af aan de goede presentatie.
De Kleine Komedie zat vol met mensen uit het boekenvak, journalisten en auteurs van de uitgever. Slim, want als je een auteur uit eigen werk hebt zien voorlezen, ben je waarschijnlijk eerder geneigd als boekhandelaar om exemplaren aan te gaan schaffen. Zo’n optreden schept een band met, of creëert in ieder geval empathie voor de schrijvers. Je moet in tijden van crisis met nieuwe ideeën komen om je waar te presenteren.
Voor een stripjournalist als ik viel er ook inspiratie voor artikelen te halen. Stefan Verwey toonde enkele van zijn krachtige literaire cartoons. In september komt zijn Hoe open ik een boek, uit. Een collectie van zijn beste cartoons, volgens de uitgever. Verwey, die ik eerder al over zijn werk interviewde voor de VPRO Gids, tekent wekelijks een cartoon voor de Gelderlander en de Volkskrant. In september staat hij precies twintig jaar in die laatste krant, dus een goede reden voor de bundel.
Hanco Kolk & Peter de Wit waren ook van de partij. De mannen achter de succesvolle strip S1ngle waren die avond op zoek naar de ideale mannen voor hun strippersonages. Ze vroegen drie mensen uit de zaal om een krabbel op papier te zetten. Kolk maakte van de abstracte lijnen en strepen dan een man voor respectievelijk Nienke, Fatima of Stella. Kolk deed er het zwijgen toe en speelde de geniale tekenaar, terwijl De Wit het woord nam. Mannetje en Mannetje met een twist.
Overigens is dit soort live tekenen voor Kolk niet nieuw, hij deed dit onder andere al eerder tijdens Manuscripta een paar jaar geleden:
Hanco kwam iedere keer weer met mooie vondsten. Misschien moeten we hem maar Hanco Klok gaan noemen in de toekomst.
Ik heb een aantal ideeën opgedaan om te gaan pitchen aan mijn opdrachtgevers. En nee, die deel ik hier dus niet.
Wel jammer dat Peter van Straaten die avond ontbrak.