In Ravian en Laureline #0: De levende dromen staat een leuk dossier met allerlei wetenswaardigheden over deze stripreeks. Onder andere komt aan bod hoe veel George Lucas zich heeft laten inspireren door Ravian toen hij Star Wars schreef.
Een intrigerend uitziende creatuur getekend door Jean-Claude Mézières, afkomstig uit Ravian en Laureline: De levende dromen. Uitgegeven door Sherpa.
Zou Mike Mignola de reeks ook gelezen hebben voordat hij aan Hellboy begon?
Prachtig decor getekend door Jean-Claude Mézières uit Ravian en Laureline: De levende dromen. Uitgegeven door Sherpa.
De serie vertelt de avonturen van tijd-ruimteagent Ravian en z’n roodharige collega Laureline. Ze reizen door het universum in tijd en ruimte.
Twee jaar geleden las ik een stapeltje van deze reeks omdat ik Mézières ging interviewen op de Stripdagen Haarlem. Ik had toen een striptalkshow van twee uur die ik samenstelde en presenteerde.
Recent kwam ik in een mapje foto’s tegen die ik bij het lezen maakte voor Instragram. Eigenlijk horen die stripplaatjes nog meer op dit blog thuis dan daar. Sowieso is het jammer dat ik lang niet alles wat ik op Instagram heb gezet ook hier heb gepubliceerd. Alles nu alsnog gaan plaatsen is een beetje gekkenwerk, maar vanaf nu zal ik beter de boel gaan bijhouden. En af en toe misschien wat oude dingen plaatsen zoals de reeks Ravian-afbeeldingen. De komende dagen dus meer van dit soort mooie illustraties.
Frenk Meeuwsen (1965) studeerde aan de Gerrit Rietveld Academie en Rijksacademie van beeldende kunsten in Amsterdam. Daarnaast haalde hij een zwarte band in karate. Zen zonder meester is zijn stripdebuut. Hierin vertelt hij over zijn fascinatie voor het Japanse boeddhisme en spiritualiteit. Meeuwsen woonde in de jaren negentig in de Japanse tempelstad Kyoto. Oorspronkelijk kwam hij daar om te schilderen, maar al snel begon Meeuwsen te werken in een animatiestudio waarin hij dagenlang vooral ogen tekende. ‘Vooral waterige blauwe meisjesogen zijn mijn specialiteit,’ vertelt hij in het boek.
In Zen zonder meester verhaalt hij over zijn ervaringen in Japan, zijn visie op zen, en wisselt hij stukken over de geschiedenis ervan af met jeugdherinneringen. Het is dus een zeer persoonlijk, vaak anekdotisch verhaal, waardoor de lezer ook veel oppikt over Japanse cultuur.
Charlatans
Meeuwsen dweept niet en houdt een kritische blik: zijn afkeur voor zenmeesters, die vaak charlatans blijken te zijn, komt duidelijk naar voren in de strip. Zen kun je prima bedrijven zonder meester, vind Meeuwsen, vandaar ook de titel van het boek. Wie spirituele verlichting zoekt, hoeft eigenlijk alleen maar in de juiste meditatiehouding te gaan zitten en te blijven oefenen. Meeuwsen toont in een paar bladzijden hoe je dat doet.
Zen zonder meester is een combinatie van autobiografie, instructie en geschiedschrijving, verpakt in een losse vertelstructuur en een aangenaam, rustig leestempo. Het boek is moeilijk neer te leggen. En toen ik het uit had, pakte ik het nog eens op om er weer doorheen te bladeren. Misschien komt dat ook omdat ik zelf ook een lichte fascinatie met Japan begin te ontwikkelen en daarom graag over Meeuwsens ervaringen las. Ook heb ik jaren geleden een tijdje aan zazen gedaan. Een vorm van zen meditatie waarin je voornamelijk zit. De stukken over de geschiedenis van het Japanse boeddhisme en zen vond ik daarom erg interessant. Evenals wanneer Meeuwsen vertelt over de markante mensen die hij ontmoet en over hoe hij als westerling Japan ervaart.
Motoronderhoud
Herkenbaar was voor mij het hoofdstuk waarin hij Zen en de kunst van het motoronderhoud ontdekt. Het boek van Robert M. Pirsig is een klassieker dat ik las als vroege twintiger. Ik kan me echter niks inhoudelijk meer van het boek herinneren, maar weet nog wel dat ik het toen geboeid tot de laatste bladzijde las. Meeuwsen geeft een beknopte impressie van Zen en de kunst van het motoronderhoud en maakt duidelijk waarom dat boek zo’n indruk op hem maakte.
De strekking van Pirsigs boodschap is even simpel als doeltreffend: het leven draait om kwaliteit. Wanneer je iets met aandacht doet, ontstaat er kwaliteit. Aandacht is dus de sleutel tot het gevoel van vervulling.
Het idee van leven in het ‘nu’, wat tegenwoordig mindfulness genoemd wordt, is dus al een heel oud idee. Iets waar je telkens weer opnieuw voor moet kiezen en aandacht voor moet hebben, wil je ooit een staat van ‘verlichting’ bereiken.
Ik ben na een tijdje gestopt met mediteren: nog steeds voel ik me te onrustig om dat weer op te pakken. Misschien moet ik weer gewoon gaan zitten, met de instructie van Meeuwsen in mijn achterhoofd.
Lees hier een preview van het boek.
Frenk Meeuwsen. Zen zonder meester
Uitgeverij Sherpa, € 19,95
Het stramien van die verhaaltjes is als volgt: opa haalt herinneringen op aan zijn leven met oma en doorspekt deze met een glansrijke rol voor zichzelf. Oma dempt het enthousiasme door daarna haar versie van het verhaal te vertellen. Een versie waarin de heldhaftige opa vaak een stoethaspel blijkt te zijn. Niks goede zanger die een glansrijke carrière is misgelopen, maar die ene keer dat opa een solo had in het koor, was hij zijn tekst vergeten. Ook is de beste man allesbehalve de schaakkampioen of de vechtersbaas die hij zich voorstelt te zijn.
Gelukkig volgen de makers dit stramien niet te lang, anders zou die opa wel een heel sneue figuur worden. Al snel worden het meer korte dialogen tussen de personages waarbij oma ook niet al te vlekkeloos blijkt te zijn.
De tekeningen van de toen nog jonge Thé zijn nog steeds erg genietbaar, treffend en sfeervol. De stijl is ietwat theatraal en communiceert daardoor heel duidelijk.
De teksten zijn nu natuurlijk wat oubollig, maar dat past ook wel bij verhalen die zich in de jaren twintig van de vorige eeuw en verder afspelen. Ze vertellen ook het een en ander over hoe onze cultuur was: wie gaat immers nog bij de vader van zijn vriendin langs om haar hand te vragen?
Sowieso leuk voor je opa en oma dus, voor je ouders en voor liefhebbers van het werk van Thé Tjong-Khing.
Lo Hartog van Banda & Thé Tjong-Khing. Opa en Oma.
Uitgeverij Sherpa, € 24,95
Hardcover, 192 pagina’s zwart-wit | ISBN 978-90-8988-114-4
Dat is natuurlijk goed nieuws voor de fans van Mézières en bijzondere sciencefiction-strips. Hier het persbericht van de Stripdagen Haarlem:
Mézières’ oorspronkelijk onder de titel Valérian et Laureline uitgebrachte reeks behoort tot de grote klassiekers van de strip. Mézières’ werk vormde de inspiratiebron voor de eerste Star Wars-trilogie, daarnaast was hij als art director betrokken bij de film The Fifth Element. Ravian en Laureline wordt momenteel verfilmd door Luc Besson onder de titel Valerian and the City of a Thousand Planets.
Het programma van Mézières
In de tiendaagse programmering zal Mézières gedurende het eerste weekend van de Stripdagen Haarlem aanwezig zijn, van 3 tot en met 5 juni. Op de zaterdag en de zondag is er gelegenheid voor het publiek om de tekenaar te ontmoeten tijdens een meet & greet, waarna hij zijn werk voor geïnteresseerden zal signeren. Ook staat er een live interview voor publiek met hem op het menu. En wie geluk heeft, treft hem misschien informeel bij een van de vele vernissages of op het feest in het Patronaat op zaterdagavond. Details over zijn programma – tijden en locaties – worden in een later stadium bekendgemaakt.Ravian en Laureline
Ravian en Laureline is een op klassieke sciencefiction gebaseerde stripserie, die zich onderscheidt door Christins complexe en humoristische scenario’s en het fenomenale tekenwerk van Mézières, die het universum van de titelpersonages prachtig organisch en fantasierijk vormgeeft. Slechts weinig stripverhalen slagen erin om scenario en beeld zo volmaakt te combineren. Het verhaal speelt zich af in de 28ste eeuw, als de mensheid het vermogen heeft ontdekt om door tijd en ruimte te reizen. De hoofdstad van de Aarde, Galaxity, is het middelpunt van het enorme Terraanse Galactische Rijk en wordt beschermd door tijdruimte-agenten. Ravian en Laureline zijn twee van die tijdruimte-agenten: niet alleen een team, maar ook een stel. Geen van beiden zijn ze standaard striphelden. Ravian lijkt de klassieke held met zijn onverschrokkenheid en plichtsbesef, maar zijn intelligente, doortastende en onafhankelijke partner Laureline is zeker niet alleen zijn sidekick, maar zijn gelijke en soms zelfs zijn meerdere. Ze is ook degene die vaak de ethische grenzen van hun werk ter discussie stelt. De reeks kenmerkt zich namelijk tevens door de uitgesproken humanistische thema’s, waarin macht, geweld en technologische superioriteit verworpen worden ten faveure van eenvoud, natuur en harmonie.Het eerste avontuur van Ravian en Laureline werd in 1967 gepubliceerd in het Franse striptijdschrift Pilote en in 1968 in het Nederlandse stripblad Pep. Het eerste album in Nederland volgde in 1970: Het Woedende Water. Dit verhaal was het tweede dat in Pep gepubliceerd was en wordt over het algemeen als het beginverhaal gezien. Het eerste verhaal dat in Pep verscheen, het tweeluik De Vierde Dimensie/Aarde in Vlammen, werd in Nederland pas in 1986 gepubliceerd, als prequel op Het Woedende Water. De reeks telt in totaal 21 delen en bevat een afgeronde geschiedenis waarvan het in 2010 uitgebrachte De Tijdopener het slot is. Daarnaast verschenen er ook nog zeven korte verhalen. De reeks wordt tegenwoordig als gebonden uitgave hergepubliceerd door Uitgeverij Sherpa.
Sloane agrees, since he likes the idea of stealing money from the man who put a price on his head. But the mission is not going to be easy, and after Sloane has made his mark on Delirius, the place will never be the same again.
In 1966 French comic book artist Philippe Druillet, influenced by his favorite writers H.P. Lovecraft and A.E. van Vogt, created Lone Sloane. The first stories appeared in the Franco-Belgian comics magazine Pilote. Later on, Druillet, together with Moebius and Dionnet, created the legendary comics magazine Métal Hurlant for which he made more Sloane adventures. Delirius was written by Jacques Lob and was originally published in Pilote.
Druillet is known for his spectacularly bold page designs and the pages in Lone Sloane: Delirius are anything but traditional comic book pages. Sometimes these pages look like big montage sequences with large visuals. Rich with details, the pages read like picture puzzles. These are certainly eye-catching and at the time, this was a fresh approach to how one can tell stories in the sequential art form we call comics. However, because of this visual approach I found the storytelling somewhat lacking.
In comics the transition from panel to panel is very important. Some time passes between panels, within a scene usually a couple of seconds, sometimes just a fraction of that, sometimes more. It’s up to the reader to fill in the gaps between panels. For me, this is part of the beauty of comics. With Druillet’s visualization, the storytelling rhythm is somewhat jarred and makes for a less easy reading experience, especially when it comes to dialogue scenes. Lone Sloan: Delirius reads like a film in which the director is only interested in the special effects and big action sequences, and mostly uses medium-to-long shots when it comes to dialogue scenes. It dehumanizes the story somewhat.
Moreover, it doesn’t help that drawing convincing facial expressions isn’t Druillet’s strong suit either. For most of the book Sloane just looks very pissed off or determined – depending on your point of view. This makes Sloane a cardboard character; someone we observe, not someone we feel concerned for.
Druillet’s visual strength lies in drawing eye-catching architecture, spacecrafts and alien landscapes. I especially liked how he visualized the landscape of Delirius and the creatures that inhabit it. If that’s your sort of thing then Lone Sloane: Delirius is definitely worth a read.
This review was written for and published on the wonderful blog of the American Book Center.
Lone Sloane ook in het Nederlands
Mocht je het Frans niet machtig zijn en geen zin hebben in een Engelse vertaling, dan kun je ook bij uitgeverij Sherpa terecht voor Nederlandstalige albums van de reeks Lone Sloane. In ieder geval zijn al uitgegeven Lone Sloane 1 – De zes reizen van Lone Sloane, waarin de eerste zes korte verhalen gebundeld zijn. En ook Delirius kwam recent uit op groot formaat. De hardcover kost € 29,95. Er is ook een luxe editie met linnen rug en gesigneerde piezografie voor € 75,00.
Dichter John Milton (1608-1674) geldt als een van de belangrijkste schrijvers uit de Engelse literatuur. Zijn Paradise Lost is een beroemd gedicht uit de zeventiende eeuw dat hij schreef tussen 1658 en 1663. Dit epische gedicht bestaat uit 10.000 versregels en behandelt het verhaal van de zondeval: de uitdrijving van Adam en Eva uit het paradijs, nadat ze de vruchten van de boom der kennis hebben genoten, juist datgene dat God hen verboden heeft. Zoals iedere westerling met oppervlakkige kennis van de Bijbel wel weet, was het Satan die Eva ertoe verleidde om de appel uit de boom te eten, waarna Adam al snel in de voetsporen van zijn geliefde trad. Milton maakte Satan tot de hoofdrolspeler van zijn epische gedicht en eigenlijk maakte hij een soort antiheld van hem en de drijvende kracht in de plot. Paradise Lost is dus vooral het verhaal van Satan, en het is daarom dat critici zich toentertijd afvroegen of Milton wellicht vraagtekens zette bij de macht van de kerk.
Pablo Auladell (Alicante, 1972) illustreerde sinds 2001 al een vijftigtal boeken die voornamelijk in het Spaans zijn verschenen. In 2006 won hij tijdens de Saló del Cómic in Barcelona de prijs voor nieuw talent voor zijn strip La Torre Blanca. Het paradijs verloren is zijn belangrijkste werk tot nu toe.
Lange geschiedenis
In 2010 kreeg Auladell van uitgeverij Huacanamo, die voornamelijk poëzie uitgeeft, de opdracht een beeldroman te maken van het beroemde gedicht van John Milton. Die strip is het eerste hoofdstuk Satan geworden. Daarna stond het project een tijdje stil totdat de digitale uitgeverij Minos de illustrator vroeg verder te gaan. Auladell deed nog eens drie jaar over de resterende drie hoofdstukken. Het resultaat van al die moeite, mag er zijn.
Ik geef toe: het origineel van Milton heb ik nooit gelezen, maar mijns inziens kan ik het boek daarom volledig op zijn eigen merites beoordelen zonder mezelf genoodzaakt te zien om een de bron met de adaptatie te vergelijken. Poëzie is nu eenmaal niet mijn afdeling, noch is de Bijbel mijn favoriete boek. In tegendeel zelfs: de wereld zou beter zijn zonder al die heilige boeken, daarvan ben ik overtuigd. Die overtuiging wordt alleen maar versterkt door de striproman van Auladell, die een prachtig verhaal vertelt op een meeslepende wijze gevisualiseerd dat je tot de laatste bladzijde geboeid blijft lezen.
Meeslepend
Auladell weet niet alleen abstracte begrippen als hemel en hel effectief en concreet te visualiseren, hij maakt ook echte personages van de hoofdrolspelers. Je kunt niet anders dan met Satan meeleven: de aartsengel komt in opstand nadat God zijn engelen aan zijn zoon heeft voorgesteld. De maat is vol wat Lucifer betreft en hij heeft geen zin om zich ook nog eens aan de zoon te moeten onderwerpen. Samen met zijn leger trekt hij ten strijde tegen het leger van God. Lucifer en zijn aanhangers worden verslagen en naar de hel verbannen. Daar verzint Satan/Lucifer op wraak en besluit een wig te drijven tussen God en zijn creatie de mens.
De mens, Adam en Eva, zijn door God geprogrammeerd om hem lief te hebben en gehoorzaam te zijn, alleen dan zullen ze geluk ervaren. Gelukkig hebben ze nog wel van hem vrije wil gekregen, en als Satan Eva verleidt tot het eten van een vrucht van de boom der kennis, kiest ze daar dus voor. Eigenlijk zou je kunnen zeggen dat de mensheid beter af is. God straft Adam en Eva weliswaar door ze uit het paradijs te laten smijten en sterfelijk te maken, maar daarmee zet het duo ook een stap richting onafhankelijkheid. Alsof de kinderen het ouderlijk huis verlaten en daarmee de verstikkende invloed van een veeleisende vader de rug toe keren.
Het uiterlijk van de personages deed mij denken aan acteurs uit klassiek theater of de opera, maar met dit verschil dat de visuele vertelling niet theatraal aanvoelt, maar juist zeer meeslepend en levendig is, bijna alsof je naar een (Hollywood)film kijkt. Bij het lezen lijken de platen tot leven te komen. Een knappe prestatie. Auladell is geen slaaf van Miltons tekst: die tekst zien we alleen terug waar dat nodig is, verder volgt de illustrator juist de klassieke regel show don’t tell.
Dictator
God beeldt hij uit als een wat vadsige dictator die heerst over zijn rijk en absolute devotie eist. Gods wil is duidelijk wet, wie dat niet bevalt, krijgt met zijn leger te maken. Over zijn zoon zegt hij: ‘Vandaag heb ik mijn enige zoon verwerkt! Ik heb hem aangesteld als jullie leider en heb gezworen dat iedereen in de hemel voor hem zal knielen en hem als meester zal erkennen! Wie hem niet gehoorzaamt, gehoorzaamt mij niet en zal uit de gelukzaligheid worden geworden en eeuwig zonder verlossing in de duisternis doorbrengen.’ Saddam Hoessein had het waarschijnlijk niet beter kunnen zeggen.
Je krijgt hierdoor veel sympathie voor Satan die de opstand tegen God verpakt als een strijd voor zelfbeschikkingsrecht. De heilige oorlog die in de hemel wordt uitgevochten is spectaculair en zou het storyboard kunnen zijn voor een film van Peter Jackson (Lord of the Rings) of Wolfgang Petersen (Troy).
Auladell gebruikt zwart houtskool en zacht potlood. In deze video kun je zien hoe hij te werk gaat als hij Adam en Eva in de beruchte appel-eet-scène visualiseert:
en deze:
Het paradijs verloren is in een prachtige harde kaft uitgegeven door uitgeverij Sherpa. De luxe uitgave is inclusief leeslint.
Hardcover, 320 pagina’s kleur | ISBN 978-90-8988-082-6 | € 39,95
Het album is ook verschenen in een gelimiteerde oplage van 75 exemplaren met afwijkende cover, linnen rug en piezografie gesigneerd door de auteur. | ISBN 978-90-8988-084-0 |
€ 75,00.
Robert Johnson werd slechts 27, liet een twintigtal songs na en heeft slechts twee opnamesessies in zijn leven bijgewoond. Toch wordt hij beschouwd als een van de invloedrijkste bluesartiesten aller tijden. Hij inspireerde onder andere the Rolling Stones, Bob Dylan, Eric Clapton en the White Stripes, die allen veel succes hebben gehad of hebben in de popmuziek.
Over Johnson gaat het verhaal dat hij een deal sloot met de duivel en dat hij in ruil voor zijn ziel uitmuntend gitaar kon spelen. In Love in Vain is het Satan zelf die deze mythe ontkracht – hij is tevens de verteller van deze strip.
De bluesmuzikant werd vergiftigd tijdens een optreden, waarschijnlijk door een rivaal in de liefde. Hoewel hij dat overleefde, stierf hij enkele dagen later aan longontsteking die zijn door drank en syfilis verteerde lijf de das omdeed.
Schoolse samenvatting
Scenarist Jean-Michel Dupont doet verslag van Johnsons relatief korte leven, van de wieg tot het graf. Goed gedocumenteerd en degelijk. De vertelling leunt zwaar op captions die als rode draad de ultrakorte scènes aan elkaar rijgt. Hoewel dit resulteert in een aardige samenvatting, blijft Robert Johnson hierdoor een personage waarover verteld wordt zonder dat hij echt tot leven komt. Dupont observeert Johnson van een afstand en hierdoor wordt hij nooit een personage dat we goed leren kennen of wiens motivaties of zielenroerselen we begrijpen, simpelweg omdat we daar geen toegang tot krijgen. Love in Vain blijft dus aan de oppervlakte zweven, iets waar meer biografische strips last van hebben, zoals de striproman over Robert Moses die ik eerder recenseerde.
Burns
De sterke tekeningen van Mezzo (De vliegenkoning) weten de aandacht vast te houden en zijn bijna allemaal individueel in te lijsten en aan een muur te hangen. Mezzo’s stijl doet mij erg denken aan die van Charles Burns. Die werkt ook in zwart-wit en in zijn tekeningen voeren grote zwarte vlakken ook de boventoon. Achter in het boek zijn songteksten van Johnson opgenomen. Deze teksten worden vergezeld van sfeervolle houtskooltekeningen van Mezzo, zoals deze:
Love in Vain is een mooi verzorgde uitgave van Sherpa die geïnteresseerden in bluesmuziek en Robert Johnson in het bijzonder, niet mogen laten liggen.
J.M. Dupont & Mezzo. Love in Vain – Robert Johnson 1911-1938.
Uitgeverij Sherpa, € 24,95.
Er is ook een editie met gesigneerde ex libris, verkrijgbaar voor €39,95.
https://www.youtube.com/watch?v=qpevZxy5398
Als jonge striplezer haalde ik veel strips uit de bibliotheek. De bieb in Hoorn had een aardige diverse collectie reeksen en albums. Zo ontdekte ik onder andere De duistere steden van Schuiten en Peeters en het werk van Andreas Martens die onder zijn voornaam publiceert. Vaak begreep ik de verhalen niet helemaal, maar genoot ik wel van de prachtige tekeningen van deze professionele stripmakers.
Andreas Martens (1951) is een Duitse striptekenaar en stripscenarist, vooral bekend van reeksen als Rork, Arq en Capricornus. Hij maakt fantasierijke verhalen die niet altijd even makkelijk te duiden zijn, maar waarin het unieke handschrift van de tekenaar altijd goed herkenbaar is.
Uitgeverij Sherpa heeft recent twee klassiekers van Andreas opnieuw uitgegeven: Cyrrus – Mil, misschien wel Andreas’ meest raadselachtige vertelling, en Cythraul – De grot der herinnering. Hierin heeft een acteur een moord gepleegd en is op de vlucht. Hij komt op de nacht van Samhain (Halloween) op een het Bretonse platteland terecht en vindt onderdak bij een vriendelijk echtpaar dat hem vertelt over een plaatselijke legende van een rijke druïde die met zijn schat is begraven en wat de vermoedelijke locatie daarvan is. Uiteraard gaat de acteur de volgende dag op zoek en al snel vermengt zijn leven zich met de oude legende. Gaandeweg onthult Andreas het hoe en waarom van de moord, maar daarmee is de kous nog niet af.
De grot der herinnering is gebaseerd op bestaande Keltische verhalen en legenden en een ode aan Bretagne, het Franse schiereiland waar Andreas al meer dan dertig jaar woont. Het verhaal is een stuk toegankelijker dan Cyrrus – Mil. Dat verhaal is even indrukwekkend gevisualiseerd, maar door ingewikkelde tijdsparadoxen een behoorlijke puzzel.
Bij het lezen besefte ik dat Cythraul – De grot der herinnering een van de albums is die ik destijds in de bibliotheek in Hoorn leende. Deze strip stamt uit 1981 en is nu in een oplage van 750 exemplaren verschenen. 75 exemplaren werden voorzien van twee extra prenten: een ingelijmde prent gesigneerd door de tekenaar en een losse prent die tussen pagina’s 32 en 33 gevoegd kan worden. Deze plaat maakte deel uit van de oorspronkelijke publicatie in Kuifje weekblad maar was niet bestemd voor de albumuitgave.
Andreas. Cythraul – De grot der herinnering.
Sherpa, € 24,95
Andreas Cyrrus / Mil
Sherpa, € 24,95
[hr]
Daarom Minneboo leest:
Als stripjournalist wil ik zoveel mogelijk strips onder de aandacht brengen. Daarom heb ik de rubriek Minneboo leest in het leven geroepen, om te laten zien hoe rijk en divers het medium strip kan zijn. De artikelen in deze rubriek zijn geen recensies (die teksten staan gepubliceerd in de bijhorende rubriek), maar kunnen thematisch zijn, een tekenstijl belichten of simpelweg een nieuwe uitgave kort aanstippen.
De aap, die Churchill heet en net als zijn beroemde naamgenoot sigaren rookt, geeft Verloc zijn dagboek waarin hij kort geleden in is begonnen te schrijven. Nu kan Verloc teruglezen wat er in de afgelopen dagen is gebeurd en zo zijn herinneringen terugkrijgen. Verloc blijkt te zijn bedrogen in zaken, zijn vrouw heeft hem verlaten en verbiedt hem nog langer hun dochter te zien. Aan lager wal geraakt en zichzelf overgeleverd aan drugsgebruik, vond zijn broer Conrad hem in de goot en nam hem mee op reis naar Ona(Ji) voor een geheime missie.
In de toekomst die Peeters in Aâma schets is de mens een halve cyborg: technologie zit in het lichaam. We gebruiken geen smartphones meer, we zijn als het ware smartphones geworden. Papieren boeken zijn zeldzaam. Hoewel futuristisch, heeft het verhaal ook iets van deze tijd: grote coöperaties hebben een enorme crisis veroorzaakt, waar de gewone man het meest onder lijdt. Klinkt bekend. Verder voelt de wereld die Peeters neerzet alsof we planeten van Jodorowsky en Moebius opnieuw bezoeken.
Dat Frederik Peeters kan tekenen bewees hij al eerder met in het Nederlands uitgegeven Blauwe pillen en de serie Koma, geschreven door Pierre Wazem en hier in een dik boek uitgegeven. Koma heb ik met plezier gelezen. Peeters laat zijn personages overtuigend acteren en tekent wonderlijke en intrigerende decors.
Peeters (Genève, 1974) publiceerde inmiddels al zo’n 25 boeken en Aâma is een vierdelige reeks. Sherpa gaf daar recent het eerste deel van uit: ‘De geur van warm stof’. Deze eerste aflevering zit propvol met expositie en het duurt dan ook relatief lang voordat het verhaal echt opgang komt. Dat de lezer zoveel expositie tot zich neemt, weet Peeters aardig te maskeren door de personages tijdens deze scènes in beweging te houden en de kronkelende vertelstructuur vol flashbacks. Toch duizelde de kennismaking met de vele nieuwe personages en de futuristische wereld mij wat. Aan de andere kant: dat is ook een beetje inherent aan het eerste deel van een langer verhaal. Vaak heeft de verteller een hoop uit te leggen alvorens het avontuur kan beginnen.
Gelukkig is het tekenwerk om te smullen, en dat houdt de aandacht vast. In Angoulême werd Aâma tot beste serie uitgeroepen. Inmiddels is de reeks afgerond, dus ik hoop dat de uitgever niet lang wacht met de vertaling van het volgende deel.
Frederik Peeters. Aâma #1: De geur van warm stof
Uitgeverij Sherpa, € 19,95
ISBN 978-90-8988-069-7