Categorieën
Striprecensie Strips

Dan & Larry in ‘Niet doen’

Ik las de Nederlandse versie van Dave Coopers strip Dan & Larry in Niet doen! een paar dagen geleden en moet er nog steeds aan denken. Het is een strip die nasiddert, die je aangrijpt.

Cooper verwerkte gebeurtenissen uit zijn jeugd in een surrealistische, vervreemdende dierenstrip, waarin de personages ondanks hun vreemde voorkomen, zeer inleefbaar zijn. In de aansprekende expressies van het hoofdpersonage, ziet men het vakmanschap van de stripmeester. En omdat we met deze eend meevoelen, komt wat hem overkomt hard aan.

De twaalfjarige eend Dan werkt als inkter voor de zesentwintig jarige stripmaker Larry. Wanneer Larry opeens op Dan kruipt en aan hem zit, weet de arme eend zich even geen raad. De handelingen van de aanrander worden door een oplettende buurtbewoner verstoord. Als Dan later vraagt wat zijn leermeester bezielde, ontkent hij de gehele gebeurtenis.

Het verhaal heeft zijn wortels in de werkelijkheid. Cooper was als groentje de inkter van wijlen Barry Blair. Deze stripmaker en hoofdredacteur van uitgeverij Aircel Comics is bekend door zijn werk Elflord, Dragonring en de erotisch getinte strip Sapphire. Blair had echter een duistere passie voor prepubers, waarvan zijn shotacon-werk getuigt, waarin jonge pubers het lijdend voorwerp zijn van seksuele handelingen. Hoewel Cooper nooit letterlijk heeft gezegd dat hij gemolesteerd is door Blair, noemde hij hun relatie in een interview met The Comics Journal ‘ongepast’. Cooper noemt deze relatie de inspiratiebron voor de strip Dan & Larry. Zoals een oude schoolvriend van de stripmaker in het voorwoord zegt: ‘Nou jongens en meisjes: het is allemaal ontegenzeggelijk waar… voor zover er over iemand een waarheid bestaat.’

Puberen
Eigenlijk is de mate van autobiografie ook niet waar de kracht van deze strip ligt, die zeer waarachtig overkomt. Cooper slaagt er namelijk in om het ontheemde gevoel van er-niet-bij-horen dat pubers ervaren, perfect over te brengen. Dan is letterlijk de vreemde eend in de bijt en voelt nergens aansluiting. Niet bij zijn familie, maar ook niet bij leeftijdsgenoten die hem toch maar pesten. Hij voelt tot zekere hoogte wel een verwantschap met Larry, ondanks diens handtastelijkheden en nukkige, bazige manier van doen.

Dave Cooper – Dan & Larry in ‘Niet doen!’
Uitgeverij Xtra (2010)
ISBN 978-90-77766-46-0

Deze recensie is ook op het stripblog van Zone 5300 gepubliceerd.
(5 sterren)


Categorieën
Strips

Ger van Wulften: Stripondernemer pur sang

Ger van Wulften wordt op de Stripdagen terecht onderscheiden voor zijn bijzondere verdiensten voor het beeldverhaal. Al meer dan veertig jaar is deze eigenzinnige uitgever een stimulans voor de Nederlandse stripwereld.

‘Als je keuzes maakt, dan moet je ze ook volledig uitvoeren. Je gaat ergens voor of niet. Dat is voor mij altijd een rode draad geweest,’ vertelt Ger van Wulften (1945). ‘Ik heb nooit iets uitgegeven waar ik niets meer van wil weten. Een enkel boek misschien,’ zegt hij met een glimlach.

We spreken elkaar in een van de vertrekken van Uitgeverij Xtra in Amsterdam, waar grote posters aan de muur hangen van recente en toekomstige uitgaven, maar waar men niet snel sporen zal vinden van zijn uitgeversverleden. Van Wulften leeft in het nu en kijkt niet graag terug. ‘Geweest is geweest,’ stelt hij. ‘Volgens mij hebben we het allemaal goed gedaan, al zullen anderen daar wellicht anders over denken.’

Illustratie: Fred de Heij

Zaterdag 25 september krijgt hij op de Stripdagen in Houten de P. Hans Frankfurtherprijs. Deze prijs, vernoemd naar de in 1996 overleden oprichter van het Stripschap, wordt ieder jaar uitgereikt aan een persoon die zich op bijzondere wijze heeft ingezet voor het medium strip. Het werd hoog tijd dat de eigenzinnige Van Wulften een dergelijke erkenning kreeg. Hij draait al meer dan veertig jaar mee in het stripwereldje. Als uitgever en vormgever van strips en stripbladen als De Balloen en tegenwoordig Pulpman, organisator van evenementen en stimulator van nieuw talent.

In de jaren zeventig en tachtig presenteerde hij een jonge, veelbelovende generatie stripmakers aan het grote publiek. Talent als Gerrit de Jager, Hein de Kort en Eric Schreurs bood hij een podium. ‘Schreurs (van Joop Klepzeiker) ontmoette ik tijdens een tekensessie in stripwinkel de Zaak Zonnebloem in de Haarlemmerstraat in Amsterdam. Daar zat hij te tekenen. Je staat naar de man te kijken, kijkt nog eens rond naar de andere tekenaars en je beseft dat hij hét heeft. Er zat persoonlijkheid in zijn werk. Schreurs deed alles met intensiteit en eerlijkheid. Hij had boeiende dingen te vertellen, verhalen die overigens voor die tijd schrikbarend ver gingen. In vergelijking met de strips die er toen uitkwamen was Schreurs andere koek. Het was spannend, dus dat wilde ik uitgeven.’

Nekschot
Van Wulften heeft altijd oog gehad voor gewaagde strips waar andere uitgevers hun vingers niet aan durven branden. ‘Dat soort werk heeft iets te melden, vind ik. Het moet een beetje schuren, mag tegendraads zijn. Overigens hoeft het boek helemaal niet mijn mening te zijn,’ zegt Van Wulften die twee bundels uitgaf van Gregorius Nekschot, de cartoonist die in 2008 werd aangehouden omdat zijn grappen discriminerend jegens moslims zouden zijn en zelfs tot haat zouden aanzetten. Van Wulften: ‘Nekschot is natuurlijk geen tekenaar met een hoge aaibaarheidsfactor. Het is geen Disney. Hij heeft een heel uitgesproken mening, maar alle meningen mogen gehoord worden, vind ik. Er hoort geen censuur te zijn. Gelukkig hebben we het uitgegeven en kwamen we redelijk uit de kosten.’

Of hij het volgende boek van Nekschot ook zal uitgeven, weet Van Wulften nog niet. ‘Dat hangt van het werk zelf af en of daar ontwikkeling in zit. Ik heb tegen hem gezegd dat hij zijn repertoire moet verbreden. Dat hij het verbeelden van het ongenoegen in de samenleving breder moet gaan zien.’

Theo van Gogh zat ook in het fonds van Van Wulften. Toen de filmmaker een locatie nodig had om Charley (1986) op te nemen, bood Van Wulften zijn huis aan als locatie. ‘Vrienden is misschien een groot woord,’ zegt de uitgever over zijn relatie met de vermoorde cineast, ‘maar we hebben altijd door één deur gekund en altijd goed voor elkaar gezorgd.’ Van Wulften is niet bang in een bepaalde hoek geplaatst te worden door wat hij uitgeeft. ‘Ach, daar heeft iedere uitgever wel last van dat je een bepaald label opgeplakt krijgt. Daar kan ik me niet mee bezighouden. Dat is een probleem voor de labelaars.’

Manager
Van Wulften was de eerste in Nederland die grote evenementen organiseerde rondom strips, met prijsuitreikingen voor stripmakers waar een hele show omheen zat. Daarnaast runde hij een management en boekingskantoor en organiseerde hij optredens voor mensen als Bram Vermeulen, Herman Brood en Van Gogh, vaak in combinatie met stripmakers die de muziek hadden ontdekt. Op stripvlak begon hij als vormgever van stripbladen als Pep en Eppo, daarna gaf hij ook zelf stripmagazines uit als Gummi, met daarin kwaliteitsstrips van onder andere Dick Matena, Will Eisner, Claire Bretécher, Jacques Tardi en Marcel Gotlib. Aan de andere kant van het spectrum zitten de erotische strips van Penthouse Comix die Van Wulften ook uitgaf.

Oudpapierstalletjes
Gevraagd naar of hij blij is met de onderscheiding, antwoordt Van Wulften dat hij het hartstikke leuk vindt, maar dat hij tevens zijn twijfels heeft over de organisator van de Stripdagen. Volgens Van Wulften gaat het niet goed met de Nederlandse stripbeurzen en vooral die in Houten is op sterven na dood. ‘Ze hadden ooit een gigantische aandacht,’ vertelt hij. ‘Het waren grote beurzen met veel bezoekers. Dat heeft het Stripschap zelf naar de klote geholpen. De beurzen zijn alleen maar kleiner geworden, want de nieuwe generatie laat ze links liggen’

Daar snijdt Van Wulften een heikel punt aan, dat overigens geldt voor meer stripbeurzen in de lage landen die vooral een stoffig imago uitdragen. ‘Het is een plek vol oud papierstalletjes. Men focust te veel op het stukje papier met poppetjes. Vind je het gek dat daar niemand op afkomt?’ Om jongeren te trekken moet de stripwereld samenwerken met de game-industrie en animatie-industrie, vindt de uitgever. ‘Ik heb vaak genoeg gesprekken gehad met het Stripschap, maar daar komt niets uit. Ik heb wel sympathie voor de mensen die erin zitten, daar niet van.’

Gebrek aan talent
Wat de nieuwe, jonge generatie stripmakers betreft ziet Van Wulften het somber in. Hij heeft ook geen hoge pet op van de stripmakersopleiding in Zwolle die vorig jaar september is gestart. ‘Wat er in Nederland gemaakt wordt, vind ik van een bedroevend peil. Wat betreft talent gaat het helemaal niet goed. Dat is allemaal uiterst mager en onopgeleid. Op die opleidingen zitten allemaal leerkrachten die niet weten waar ze het over hebben. De stripmakers waar ik mee gewerkt heb die wisten hoe ze een verhaal moeten vertellen. Ze wisten hoe ze dingen krachtig moeten uitbeelden. Dat waren natuurlijk de exponenten van die generatie, maar stripmakers van dat kaliber zie ik op dit moment nergens.’ Desondanks staat de deur bij uitgeverij Xtra altijd open voor nieuw talent.

De Stripdagen zijn op 25 en 26 september in de Expo te Houten. Het thema van deze editie is 100 jaar Scouting.

Dit interview stond in VPRO Gids #39

Categorieën
Strips

Ger van Wulften krijgt Frankfurtherprijs

Uitgever Ger van Wulften krijgt dit jaar de P. Hans Frankfurtherprijs voor bijzondere verdiensten voor het beeldverhaal.

Hieronder de tekst van het juryrapport van het Stripschap waar ik deels verantwoordelijk voor ben:

Van Wulften geflankeerd door Fred de Heij en Hallie Lama (rechts)

De P. Hans Frankfurtherprijs wordt dit jaar toegekend aan iemand die al meer dan veertig jaar meeloopt in de Nederlandse stripwereld. Eerst als grafisch ontwerper voor onder andere het stripweekblad Pep en later Eppo en Stripkoerier, waar hij ook de logo’s voor ontwierp.  Ook is hij vormgever van talloze stripalbums en andere uitgaven. Maar bovenal is hij iemand die nieuw talent een kans wil geven en als uitgever risico’s durft te nemen. Ook muzikaal talent als Herman Brood en Bram Vermeulen.

Als zodanig heeft hij hele generaties (strip)tekenaars beïnvloed en geïnspireerd.  Zo spoorde hij Peter Pontiac aan om autobiografisch getinte strips te gaan maken en gaf hij de jeugdherinneringen van Rudolf Kahl uit. Maar ook andere grote talenten als Dick Matena, Evert Geradts, Eric Schreurs, Gerrit de Jager, Wim Stevenhagen en Hein de Kort bood hij een podium. Strips als Joop Klepzeiker en De familie Doorzon introduceerde hij bij een groot publiek. Hij was ook actief in de muziekwereld, bijvoorbeeld als de manager van Bram Vermeulen.

Als de man achter uitgeverij Espee gaf hij eind jaren zeventig het stripblad Gummi uit, met literaire strips van Dick Matena, Will Eisner, Claire Bretécher, Georges Pichard, Richard Corben, Jacques Tardi en Marcel Gotlib. Onder zijn vleugels maakten bladen als De Vrije Balloen en Stripkoerier een doorstart. De Balloen was onder zijn redactie in samenwerking met Aart Clerkx, Willem Vleeschouwer, Peti Buchel, René Windig en Eddie de Jong als het ware het visitekaartje van de nieuwe Nederlandse strip. Ook bedacht hij als één van de eersten hele evenementen rondom strips, met optredens en prijsuitreikingen.

Van begin af aan maakt hij zich hard voor wat hij kwalitatief hoogstaande beeldverhalen vindt en durft gevoelig en gewaagd materiaal uit te brengen waar andere uitgevers hun vingers niet aan durven te branden. Zo geeft hij sinds 2005 onder de vlag van zijn nieuwe uitgeverij Xtra de cartoons van Gregorius Nekschot uit, en ook wijlen Theo van Gogh heeft een plaatsje in zijn fonds. Een fonds vol indrukwekkende namen en uitgaven van talent uit binnen- en buitenland.

Samen met stripmaker Fred de Heij is hij de drijvende kracht achter het magazine Pulpman, toch wel het opmerkelijkste en meest uitgesproken nieuwe striptijdschrift van de laatste jaren. In dergelijke uitgaven stoppen hij en de zijnen meer tijd dan economisch rendabel is.

Kees Kousemaker, de Nederlandse stripheld die in april van dit jaar het leven liet, zei al jarenlang dat Van Wulften de P. Hans Frankfurtherprijs moest krijgen. En wie is het Stripschap om Kousemaker tegen te spreken?

Daarom hulde aan Ger van Wulften. Op zaterdag 25 september ontvangt hij de P. Hans Frankfurtherprijs 2010 uit handen van Tamar en Guido Frankfurther tijdens De Stripdagen in Houten.

Categorieën
Strips

Fred de Heij portretteert Yvon Jaspers

Stripmaker en schilder Fred de Heij heeft meegedaan met het programma Sterren op het doek. Hij portretteerde het blonde lachebekje Yvon Jaspers.

Jaspers kennen we natuurlijk van het populaire Boer zoekt vrouw. Een programma dat nog jaren door kan gaan daar er plenty boeren zijn die een vrouw nodig hebben. Daar hoeven we het verder niet over te hebben. De Heij is een zeer actief kunstenaar: hij produceert iedere editie van Pulpman een paar strips, zoals de satirische dierenstrip ’t Landje. Deze is recent nog in bundel verschenen bij uitgeverij Xtra trouwens, evenals het artboek Vintage. Ook tekent De Heij de oorlogstrip Haas voor de Eppo naar een scenario van Rob van Bavel. Daarnaast schildert hij portretten en stillevens.

In Sterren op het Doek geven bekende Nederlanders zich over aan de doorgrondende blikken van drie kunstenaars en de prikkelende vragen van presentatrice Hanneke Groenteman. De ster mag één van de schilderijen kiezen en mee naar huis. De overige schilderijen worden na iedere aflevering geveild voor het goede doel.

Categorieën
Strips

Zo verkoop je strips

Foto: Roos Manintveld

Kijk ze nou toch gezellig zitten, stripmakers Fred de Heij en Hallie Lama. Tussen hen in zit hun uitgever Ger van Wulften (uitgeverij Xtra). De heren zaten afgelopen zaterdag hun boeken te signeren tegenover de Hilversumse boekhandel. Tijdens Hilversum Alive – een driedaags festival in de binnenstad.

De twee stripmakers waren goed bezig. Lama verkocht 36 exemplaren van zijn Moeilijke Tweede. De Heij slechts een tiende daarvan, maar goed, het was voor zijn collega ook een thuiswedstrijd. Hallie had vorig jaar het best verkochte stripboek in de Hilversumse Boekhandel.

Foto: Roos Manintveld

Het is goed om als stripmaker de boer op te gaan en je werk te tonen aan voorbijgangers. En niet alleen op stripbeurzen, maar juist op braderieën, (pop)festivals, gamebeurzen en andere ludieke plaatsen. Juist daar, want op een stripbeurs kom je meestal toch mensen tegen die je werk al kennen. Wil je als stripmaker nieuw publiek interesseren voor het medium strip en je eigen waar in het bijzonder, dan moet je de boer op.

Zendelingenwerk
Dat lijkt misschien een beetje op zendelingenwerk, en dat is het ook wel. Er is nog een groot publiek dat helemaal niet weet dat ze strips leuk vinden of weten wat er allemaal te koop is. Mensen die nooit in een stripwinkel komen en het striphoekje in de boekhandel (als die er al is) straal voorbijlopen. En die mensen moeten opgezocht worden. Niet langs de deuren, dat zou te ver gaan. Maar in hun looproute gaan zitten op een braderie kan zeker helpen om op te vallen.

Je kunt natuurlijk je boekje uitbrengen, in de winkel neerliggen en afwachten, maar daar red je het meestal niet mee. Tenzij je Fokke & Sukke strips maakt. Maar zelfs Reid, Geleijnse en Van Tol zaten vorig jaar gewoon te signeren in Selexyz Scheltema. Ze hadden ook Floor de Goede en Ype + Willem meegenomen (die ook bij Catullus worden uitgegeven.) Al ging de meeste aandacht naar het drietal achter Fokke & Sukke, toch is het slim om een grote publiekstrekker te koppelen aan jong talent en samen aan een tafeltje te zitten.

Lijkt het je ook wel wat, om zo stripmakers in het wild tegen te komen?
Zondag 4 juli staat de Dordtse Boekenmarkt in het teken van strips. Er vindt een stripfestijn plaats waar de nadruk ligt op de graphic novel, striproman of beeldroman, of hoe men de strips voor een volwassen publiek ook mag aanduiden tegenwoordig. Onder andere uitgeverij Bries, Xtra, Tsunacon, De Zingende Zaag, Dark Dragon Books, De Bezige Bij/ Oog & Blik en Sherpa hebben stripmakers die signeren. Alvast een paar stripmakers: Olivier Schrauwen, Jeroen Janssen, Jan Vriends, Minck Oosterveer, Ckoe, Sandra de Haan, Robert van Raffe, Marcel Ruijters, George Moorman en Carry Brugman. En dus ook weer Hallie Lama en Fred de Heij.

Meer foto’s van Roos Manintveld vind je op haar blog.

Categorieën
Strips

Hallie Lama’s Moeilijke Tweede

Cartoonist en stripmaker Hallie Lama tekent lekker aan de weg. Hij won op de Stripdagen een webcomicprijs. Recent kwam zijn tweede cartoonbundel uit, heel toepasselijk Hallie Lama’s Moeilijke Tweede genaamd.

Het was vorig jaar eind augustus toen we in stripwinkel Lambiek Hallie’s eerste kindje presenteerden. Een gezellige boekpresentatie waar ik de eer had om het geheel in te leiden. Wat ik met plezier deed: niet alleen leid ik graag in, ik ben ook een grote fan van Hallie’s werk. En nu, ongeveer negen maanden, is er de Moeilijke Tweede.

Niet dat de grappen van Lama nu zo moeilijk zijn, maar het is een bekend fenomeen dat de follow-up na een debuut wat problematisch kan zijn. Of het nu gaat om de tweede cd, de tweede roman of het tweede kind. Hoewel dat soms ook wel goed uitpakt: Led Zeppelin II is een klassiek album. In het geval van Lama’s tweede is eerder sprake van een dubbelalbum: het kleinood telt maar liefst 200 pagina’s. Die overigens niet allemaal gevuld zijn met cartoons, want er staan ook strips in. Zoals het verslag van het Imagine filmfestival die Hallie dit jaar voor de site van Zone 5300 maakte. En De Olijke Paling, een 24 Hour Comic die Hallie in 2007 ruimschoots binnen de tijd op papier zette.

Meer Hallie
Hallie komt er zelf ook veelvuldig in voor. Als stripfiguurtje praat hij de lezer door de bundel heen. Dat geeft een extra persoonlijk tintje aan het geheel en wijst ook op het gegeven dat de stripmaker zelf meer op de voorgrond van zijn werk treedt. Misschien dat hij zich in de toekomst meer gaat toeleggen op dagboekstrips en dat de grappen en grollen over rare kroegmannetjes wat op de achtergrond raakt. In ieder geval zullen we op de site van Zone 5300 meer van hem gaan zien, want Hallie gaat daar binnenkort geregeld beeldbloggen.

In Hallie Lama’s Moeilijke Tweede staan ook een paar cartoons in die ondergetekende bedacht heeft, zoals deze:

Daarom is dit ook geen recensie, maar meer een algemeen stukje om de geïnteresseerde lezer te attenderen op het uitkomen van Hallie’s bundel. Je kunt toch moeilijk een boek recenseren waarin ook werk van jezelf in staat, ook al zijn het maar vijf cartoons van de grote hoeveelheid materiaal dat in de bundel staat. Hallie staat nu eenmaal bekend om zijn werklust. (Qua hoge productie mag je hem vergelijken met een auteur als Stephen King, die ook hele telefoonboeken aan proza produceert, ware het niet dat je om Hallie’s werk kan lachen en King toch vooral uit het horrorvaatje tapt.)

Een leger cartoonisten
Wie trouwens na het lezen van de Moeilijke Tweede meer trek heeft in Lama’s grappen, kan behalve dagelijks zijn site bezoeken, ook met zijn neus diep in het Cartoonblogboek duiken dat onder redactie van Robert Schuit, die ook het cartoonblog beheert, in het leven is geroepen. Andere stamgasten van die site staan er ook in, zoals Argibald, De rustende jager, Kito en Schuit zelf.

Tijdens de Stripdagen was er ook een heuse expositie rondom deze groep cartoonisten te zien in de Vishal. De expo liep tot 13 juni. Op de Stripdagen kreeg Hallie ook een Clickie, een prijs voor webcomics, uitgereikt. Maar dat feit vond de organisatie van die prijs kennelijk zelf niet belangrijk genoeg om daar op haar eigen site over te berichten. Tot op heden wordt er geen woord over de winnaars gerept. Hallie deed dit gelukkig wel.

Alle hierboven besproken boeken zijn uitgegeven door Xtra, een van de uitgeverijen in Nederland waar nog aandacht is voor nieuw en eigenzinnig talent.

Hallie Lama – Hallie Lama’s moeilijke tweede
Uitgeverij Xtra, € 17,90
ISBN 978-94-90759063

Cartoonblogboek
Uitgeverij Xtra, € 16,90
ISBN 978-94-90759-04-9

Categorieën
Striprecensie Strips

Vintage Fred de Heij

Bladeren door de schetsboeken van tekenaars heeft iets intiems. Het is doorgaans een voorrecht dat slechts enkelen zullen genieten. Daarom ben ik erg in mijn nopjes met de reeks artbooks die uitgeverij Xtra de afgelopen tijd op de markt heeft gebracht. Twee dikke boeken met werk van Serge Baeken, een schetsboek van Petar Meseldzija, nu gevolgd door Vintage – illustraties, strips en schilderijen van Fred de Heij.

Dat De Heij een productief tekenaar is, staat buiten kijf. Hij is de tekenaar van de oorlogsstrip Haas die ieder nummer in Eppo verschijnt. Daarnaast is hij, samen met Ger van Wulften, de drijvende kracht achter het magazine Pulpman, dat zes keer per jaar boordevol pulpstrips in de winkel ligt. Ook schildert hij portretten en stillevens. Dat Vintage een behoorlijke omvang heeft, verbaast me dan ook niet.

Compulsief
Het realistische tekenwerk van De Heij wordt gekenmerkt door een trefzekere compositie. De inktlijnen verraden een zekere haast, alsof de tekenaar zijn vertreldrang maar net zelf kan bijbenen. Net als bijvoorbeeld collega Baeken, lijkt De Heij een compulsief tekenaar, iemand die altijd aan het tekenen is en schijnbaar zonder moeite de ene prachtige prent na de andere produceert.

Bladeren door het boek is alsof je door de creatieve geest van de stripmaker loopt. Vintage begint met een reeks illustraties en schetsen die zwaar gearceerd zijn en als magisch-realistisch bestempeld mogen worden. Een jongen die zichzelf een spiegel voor houdt, maar niet zichzelf maar de kop van een uil weerspiegeld ziet; een faustiaans tafereel waarbij iemand een contract ondertekend, terwijl de duivel over zijn schouders mee kijkt. Een vrouw die zwaar gebukt gaat onder het reusachtige rotsblok dat ze op haar rug torst.

Geile olifant
In principe loopt van alles door elkaar: sprookjesachtige kinderboekillustraties, beestenboel en naakte dames. De omslagillustratie spreekt in dat opzicht boekdelen: een verschrikte De Heij wiens hoofd overspoeld wordt door allerlei beelden uit zijn eigen strips. Dat drie van de zes afbeeldingen een naakte vrouw laten zien, is geen toeval. De Heij tekent graag de vrouw in haar naakte vorm, van klassieke portretposes tot en met hardcore porno. Seksualiteit speelt een grote rol in het werk van De Heij. Zijn strips draaien vaak uit op flinke sekspartijen die niet zelden een komische noot als einddoel hebben.

Bladerend door Vintage steken al snel de eerste penissen hun kop op en wordt er volop en veelvuldig gepenetreerd, gepijpt en gespoten. In het universum van De Heij steken zelfs olifanten graag hun slurf in gewillige vulva’s. En weten sneeuwpoppen, met hun ijzig geslacht, menig hitsig meisje wat verkoeling te brengen.


Geen achtergrond

Ik ben een fan van De Heij’s strips en wat betreft de seksuele uitspattingen in zijn werk dus wel wat gewend. Voor mensen die met Vintage voor het eerst met de tekenaar kennismaken, of alleen bekend zijn met de strip Haas, moet het boek een nogal overdonderende indruk maken. Een interview met de stripmaker of een beschouwende inleiding hadden het werk kunnen duiden.

Wat dat betreft ben ik het met mijn Zone-collega Marcel Ruijters eens, die eerder de artbooks van Serge Baeken besprak, dat enige toelichting bij het tekenwerk, bijvoorbeeld voor welke publicatie de tekeningen zijn gemaakt, veel had kunnen verduidelijken. Nu moeten we maar naar het hoe en waarom raden. Aan de andere kant kan de liefhebber ongestoord van het strakke tekenwerk genieten zonder afgeleid te worden door allerlei feitjes.

Jammer dat de schilderijen van Fred in zwart-wit zijn afgedrukt. Zoals de mooie, geschilderde covers van Pulpman laten zien, komen Freds penseelstreken beter tot hun recht in kleur. Toch, zodra ik de laatste bladzijde heb bereikt, voel ik geenszins de behoefte het boek terug in de kast te stoppen, maar heb ik zin om vanaf het begin weer aan de visuele reis door het hoofd van Fred te beginnen.

Fred de Heij – Vintage
Uitgeverij Xtra
ISBN 978-94-90759-01-8

Categorieën
Strips

Hallie Lama: ‘Ik ben fan van de DIY-mentaliteit’

Cartoonist en stripmaker Hallie Lama tekent lekker aan de weg. In september vorig jaar kwam zijn eerste boekje uit bij uitgeverij Xtra. Op dit moment is hij bezig met een tweede uitgave. Vorig jaar maakte ik een video-portret van hem. Het leek me leuk om de draad weer eens op te pakken. Hoe vergaat het Lama sinds zijn debuutbundel?


Met welke stripprojecten ben je op dit moment allemaal bezig?

‘Jeetje, even denken. Ik ben momenteel druk bezig mijn volgende boek samen te stellen en mijn hoofd aan het breken over een gepaste titel. Tevens doe ik een bijdrage aan een te verschijnen cartoon.blog-bundel. Dit staat allemaal voor de Stripdagen in Haarlem in de planning, waar ik rond die tijd ook werk heb hangen in de Vishal. Daar is dan de expositie De nieuwe generatie cartoonisten en die belooft erg leuk te worden. Niet zomaar een verzameling lijstjes in een hal, zeg maar. Verder teken ik nog steeds de kattenstrip Joop en Harrie voor kattenblad Majesteit en lever ik bijdrages aan Pulpman en Van Speijk.’

En je bent online ook veelvuldig aanwezig.
‘Op het internet ben ook nog steeds te vinden op mijn blog en op Eeuwig Weekend en Cartoon.blog.nl. Tevens wil ik ook nog wel eens opduiken op Frontaal Naakt. En dan zijn er nog twee ‘geheime’ (gag)stripprojectjes, maar die staan beide nog in de startblokken. Een goede reeks valt of staat met een goed doordacht concept en leuke, al dan niet sympathieke, personages.’

Natuurlijk ben ik nieuwsgierig naar die stripprojectjes. Wat kun je me er nu al over vertellen?
‘Eentje speelt zich af op een camping en die andere gaat over een cakebakker. Maar dat laatste wist je al want die maken we samen.’

Helemaal waar. Daar komen we later dus nog wel eens op terug. Vorig jaar september verscheen je eerste officiële boekje bij uitgeverij Xtra. Hoe gaat het daarmee, verkoop je een beetje?
‘Ik heb eerlijk gezegd de precieze cijfers niet gezien, maar volgens mij gaat het wel lekker. Heb er ook wel wat sympathieke dingen online over gelezen, dus ik mag niet klagen.’

Hoe was dat, om voor het eerst een echt boekje in de winkel te hebben liggen?
‘Te gek! Het begon al met een drukbezochte boekpresentatie in het altijd gezellige Lambiek. Leuk dat er zoveel mensen kwamen opdagen. Ook voor mijn signeersessie in de Hilversumse Boekhandel was heel wat belangstelling. Gelukkig vind ik signeren ook leuk. Vooral als men tevreden is met het resultaat natuurlijk.’

Wat is het gekste dat je tijdens een signeersessie hebt meegemaakt?
‘Dat was vast iets tijdens mijn signeersessie in mijn stamkroeg, maar daar weet ik niet zoveel meer van.’ Hallie lacht en vervolgt: ‘Zonder gekheid, wat ik wel vaker heb gehad is dat mensen niet eens doorhadden dat ik er een echt tekeningetje bij gezet had. Ze dachten dat het een gedrukt plaatje was waar ik alleen een handtekeningetje bij had gezet. Gelukkig kwamen de meeste kopers wel terug om me alsnog te bedanken.’

Stond je niet op de bestsellerslijst in Hilversum? Kun je daar nog rustig over straat zonder belaagd te worden door fans en cartoongroupies?
Walhallie was het afgelopen jaar het best verkochte stripboek bij de Hilversumse Boekhandel. Natuurlijk zal mijn signeersessie daar een aardige ‘boost’ aan gegeven hebben. Maar ik kan daar nog wel rustig over straat, hoor. Al weten mensen me wel te vinden voor een krabbeltje in hun boekje.’

Ik zag op de Stripbeurs Breda dat je een smallpress had gemaakt van je laatste 24 Hour Comic, Koning van de Uien. Waar gaat die strip over?
‘Haha, weet jij het? Het verhaal is inderdaad van origine een 24 Hour Comic, dus daar ben ik blanco aan begonnen. De plot schiet zodoende alle kanten op, met veel rare wendingen en flauwiteiten. Maar ik ben er wel tevreden mee, hij “leest lekker”. En er zitten veel uien in.’

Waarom heb je eigenlijk nog een smallpress uitgegeven, je hebt nu toch een echte uitgever?
‘Ik had online wat vragen over nieuw werk gehad naar aanleiding van mijn aanwezigheid in Breda. Toen heb ik dus maar besloten om voor de liefhebbers een limited versie van De koning van de uien te maken. Zie het maar als een bootleg. Ik vind smallpress boekjes sowieso wel rock-‘n-roll. Ik ben fan van de DIY-mentaliteit.’

‘Ook was dit de enige kans om De koning van de uien te presenteren zoals hij gemaakt is, in een kleine 20 uur. De koning van de uien zal in Pulpman verspreid over een paar nummers geplaatst worden. Daarom kleur ik het verhaal nu in grijstinten in. Ook zal ik hier en daar wat aan de tekst rommelen, vooral omdat mijn handschrift door het tempo waarin ik heb getekend ietwat onleesbaar uitvalt en dat is zonde.’

Wanneer komt je volgende boekje uit en wat gaat daar allemaal in staan?
‘Ik gok op de Stripdagen in Haarlem, dus in juni kan je weer een nieuw boekje verwachten. Uiteraard zitten er weer een hele bak cartoons in, maar deze keer iets meer dingen van 1 pagina of meer. Ik ben momenteel nog op zoek naar de juiste verhouding tussen strips en cartoons. Wel heb ik al een – veel te ruime – voorselectie gemaakt.’

Je maakt ook zoveel cartoons. Dat loopt dan aardig in de papieren. Ik heb het idee dat je je de laatste tijd wel meer concentreert op verhalende strips tekenen in plaats van cartoons. Hoe gaat dat?
‘Ik teken al jaren en deed eigenlijk altijd wel paginaatjes en verhaaltjes tussendoor. Alleen heb ik me de laatste jaren vooral op cartoons toegelegd, want ik maak graag snelle grappen. Sinds ik de afgelopen jaren aan de 24 Hour Comics Day meedoe is het me weer duidelijk geworden dat grappen maken ook makkelijk in langere verhalen kan. Ik zie een verhaallijntje dan ook als niet veel meer dan een goede kapstok voor grappen.’

Welke strips lees je zelf met veel plezier?
‘Wat strips betreft ben ik echt een alleseter. Ik lees net zo lief een goeie Spider-man als een Spekkie Big. In m’n boekenkast hebben boeken van Windig & De Jong, Kamagurka, Peter van Straaten en Luc Cromheecke wel de overhand.
Bij Kama is het vooral de humor die me aanspreekt en inspireert. Luc Cromheecke vind ik een toffe tekenaar die zonder woorden ook nog steeds erg grappig is.
Peter van Straaten is een vakman en een begenadigd tekenaar. En z’n werk is vaak pijnlijk herkenbaar. Humor is lijden en vice versa.’

En Windig en De Jong?
‘Dat vind ik gewoon geniaal, dat is cultureel erfgoed. Verder vind je in mijn kast de complete Asterix-reeks, al koop ik de latere albums eigenlijk alleen om de boel compleet te houden. De oude Asterix-albums vind ik zo sterk omdat ze daar het kapstokprincipe tot in de puntjes uitvoeren. Goscinny bouwt, met oog voor detail, een prachtige kapstok en hangt daar dan weer sublieme grappen aan. Dat vind ik mooi en dat kan ik dan ook keer op keer herlezen. En Uderzo is natuurlijk een heerlijk tekenaar. Ook heb ik een zwak voor de Peyo-albums van de Smurfen, maar daar speelt vast een stukje jeugdsentiment mee.’

Volg je nabije collega’s ook?
‘Uiteraard staan er ook veel cartoonboekjes en smallpressjes in de kast. Ik vind het altijd leuk om te kijken wat de nabije collega’s allemaal doen, dus ik heb ook veel Nederlands en Vlaams werk.’

Dit interview is ook gepubliceerd op het stripblog van Zone 5300.

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Argibald – Als vader Abraham van huis is

Leuk is een eigenlijk maar een nutteloos woord: het is een te algemene karakterisering en daardoor nietszeggend. Nietszeggend is juist het tegenovergestelde van wat ik van Argibalds cartoonwerk vind. Toch zou ik zijn nieuwe bundel ‘erg leuk’ willen noemen. Ik zal uitleggen waarom.De cartoons van Willem Bentvelzen, alias Argibald, zijn moeilijk te missen, want hij tekent er lustig op los. Zijn werk verscheen Rails Magazine, Zone 5300 en websites als EeuwigWeekend.nl en Fok.nl. Het beste van zijn eerder verschenen werk staat in Als Vader Abraham van huis is… Het is zijn derde album – smallpress-boekjes niet meegerekend.K-smurfen
Laat je niet misleiden door de cover van de nieuwe bundel, want die is, met zijn afbeelding van neukende smurfen, nogal fantasieloos. Welke cartoonist heeft zich immers nog niet vergrepen aan een smurfengrap? Ook de titel van Argibalds album Als vader Abraham van huis is… is minder sterk dan bijvoorbeeld de titel van zijn smallpress-boekje De eenzaamheid van een drinkontbijt. Die titel vind ik treffende poëzie: één zin die een krachtig beeld oproept. Net zoals een cartoon uit één krachtig beeld moet bestaan om effect te hebben. Genoeg over de cover en de titel van de nieuwe bundel, want ook dit boek mogen wij niet slechts op zijn voorkant beoordelen. Binnenin zal de liefhebber van absurde en ironische humor zich immers prima vermaken met de bonte verzameling mistroostige figuren die Argibald aan de wereld presenteert.Argibald maakt zowel sterke visuele grappen – zoals die over de astronaut die tevergeefs zichzelf ophangt terwijl hij door de ruimte zweeft – als woordgrappen waarin een ironische draai wordt gegeven aan de betekenis van standaarduitdrukkingen. Dat dit in de praktijk leuker is dan ik het hier beschrijf, bewijst wat mij betreft deze cartoon: Argibald varieert op terugkerende thema’s als pedofilie, de droevige kant van het menselijke seksleven en andersoortige intermenselijke relaties, nare artsen, ziektebeelden, spreekkoren, zelfmoord, dierenseks en discriminatie. Geen enkel onderwerp is heilig. Gelukkig maar, want vooral politiekcorrecte gevoeligheden moeten met snedige grappen bestreden worden. Dit is wat mij betreft de taak van iedere goede cartoonist. Argibald voert deze taak vakkundig uit, net als collega’s als Gummbah en Kamagurka waarmee hij geregeld vergeleken wordt.Heerlijke dikke lijnen
Wat betreft zijn absurde gevoel voor humor tapt Argibald zijn inspiratie wellicht uit hetzelfde vaatje, maar hij onderscheidt zich duidelijk door zijn tekenstijl. Argibald tekent zijn toch wat lelijke personages bijkans willekeurig met afwisselend dikaangezette en subtielere lijnen. Deze lijnvoering maakt zijn cartoons grafisch interessant en geven het plaatje net dát beetje extra. Na het lezen van de grap blijft het oog nog even hangen om de illustratie te bestuderen.En dat maakt ze extra leuk!Argibald. Als vader Abraham van huis is..
Uitgeverij Xtra ISBN 978-90-77766-78-1

Categorieën
Striprecensie Strips

John Callahan: Bijtende cartoons met een gebrek

Mooi zijn ze niet, de tekeningen van John Callahan. Op het eerste gezicht zijn het slordige krabbeltjes, al zijn de scherpe grappen in een oogopslag duidelijk. Callahan raakte op zijn 21ste grotendeels verlamd bij een auto-ongeluk. Hij tekent zijn cartoons met de pen tussen zijn handen geklemd.
Callahan gebruikt zijn tekenpen op cynische wijze commentaar te leveren op de decadente Amerikaanse samenleving. Hij maakt bijtende grappen over eetstoornissen, gehandicapten, Birckenstock-sandalen (prima anticonceptiemiddel volgens de cartoonist), seksuele driften, advocaten en honden. Ook feministen krijgen er flink van langs van Callahan. Zelf verklaart hij zijn afkeer van feministen doordat hij als kind is gemolesteerd door een vrouw.Seksueel misbruik
Callahan weet eindeloos te variëren op zijn stokpaardjes. De cartoonist komt bijvoorbeeld herhaaldelijk in het verweer tegen het christendom. In ‘De korte autobiografie van een seksleven’ kaart hij het conflict aan dat masturberen bij hem als tiener teweegbracht. Aan de ene kant het sterke lichamelijke verlangen om zichzelf te bevredigen. Aan de andere kant het katholieke verbod hierop. Callahan verbeeldt dit dilemma door respectievelijk een duiveltje en een engeltje op zijn schouders te tekenen. Verder kaart Callahan in meerdere cartoons het seksueelmisbruik van koorknapen door priesters aan.Feloranje zonnebril
In zijn thuisland is de invalide tekenaar een cultfiguur met fans als Robin Williams en Bob Dylan. De Nederlandse Filmmaker Simone de Vries maakte de documentaire Raak me waar ik voelen kan over de opvallende cartoonist die, met zijn roodgeverfde haar en feloranje zonnebril, in zijn elektrische rolstoel door de straten van Portland scheurt.Callahan is een veelzijdig man: hij beschreef zijn levensverhaal in een autobiografie en recent kwam zijn eerste cd uit. Het verhaal van de grotendeels verlamde Callahan is natuurlijk bijzonder en trekt veel aandacht. Het goede van zijn scherpe visie is echter dat zijn werk ook overeind blijft als je niets van de maker en zijn gebrek weet. Op zichzelf zijn de cartoons erg sterk, grappig en behoorlijk hard. Al gaat Callahan wat mij betreft nergens over een grens heen.De Amerikanen dachten daar overigens anders over. Zijn cartoon over de jonge Martin Luther King werd door de hoofdredactie van de Miami Herald als racistisch bestempeld. In de cartoon staat King schuldbewust naast de natte plek op zijn bedlakens en zegt tegen zijn boze moeder: ‘I had a dream’. Een cartoon over de Paus leverde protestmarsen op.Vertaling
De Nederlandse uitgave Cartoons met een gebrek bevat een voorwoord van Simone de Vries en een kort interview met Callahan dat eerder in de Humo verscheen. Het boekje is één grote lofuiting op het werk van de cartoonist. In de vertaling naar het Nederlands blijft Callahans humor gelukkig overeind, alleen jammer dat de uitgave een enkele tikfout bevat. Maar ja, niets en niemand is perfect. Callahan weet dat als geen ander met humor uit te beelden.John Callahan. Cartoons met een gebrek. Uitgeverij Xtra. ISBN 978-90-77766-60-6Deze recensie is ook verschenen op EeuwigWeekend.nl.

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Ahum!

De strip Ahum! van Ivan Brunetti liep ik op de beurs in Rijswijk tegen het lijf. Hij is al een paar maanden uit, maar toch interessant om te behandelen.

ahum_coverOp de achterflap van Ahum! staat het volgende vermeld: ‘Ivan Brunetti (1967), Amerika’s meest geliefde depressieve cartoonist, verbergt zijn grote fijngevoeligheid en intellect achter een obsessie met scatologie en zelfvernedering. Zijn grappen ogen onschuldig, maar zijn moreel verwerpelijk.’ Een omschrijving die aardig de lading van de uitgave van uitgeverij Xtra dekt.

Brunetti bezit een vilein gevoel voor humor en is geobsedeerd door ‘afwijkende’ seksualiteit: plas- en poepseks, incest, molestatie en mutilatie passeren in deze bundel meerdere malen de revue. Is dat leuk? De een zal dit hilarisch vinden, de ander zal verontwaardigd zijn blik afwenden en acuut ChristenUnie gaan stemmen. Deze recensent kan de eigenzinnigheid van de strip goed waarderen. Het is enigszins geruststellend dat Brunetti, voormalige docent van de Universiteit van Chicago en tegenwoordig webdesigner, zijn obsessies in stripvorm kwijt kan. Dat scheelt wellicht jaren therapie. De tekeningen zijn in een simpel, bijna kinderlijk, stijltje gemaakt. Dit contrasteert enerzijds met de grofheden die worden verbeeld; aan de andere kant zou een meer realistische weergave van deze wreedheden niet bevorderlijk zijn voor de spijsvertering.

Tegelijkertijd schuilt een misantropisch wereldbeeld in de cartoons. Aan de oppervlakte verkondigt Brunetti’s werk het credo dat ook werd verkondigd door Stem van God (Alan Rickman) in de film Dogma (Kevin Smith, 1999): seks op aarde is een lachertje. Wie dieper kijkt snapt dat Brunetti, door middel van zijn wrede vorm van humor, de vuiligheid waartoe de mens in staat is aan de kaak wil stellen. Twee voorbeelden ter illustratie: wanneer een man en vrouw op het punt staan met elkaar te seksen, oppert de man: ‘Zeg, vind je het goed als ik deze foto van dit kindsterretje op je rug plak?’. In een andere cartoon zit een vrouw bij de psychiater. De specialist reageert op haar relaas: ‘Dus je had een groepsverkrachting op je twaalfde? Wauw, cool.’ En dit zijn twee milde cartoons van Brunetti. Wie dit grappig vindt, kan zich verder vergapen aan afgehakte geslachtsdelen, baby’s met butt plugs en vreemde pijpsessies.

Uitgeverij Xtra geeft een divers assortiment aan stripverhalen en boeken uit. Behalve graphic novels zoals Natte Maan, over de coming of age van een goth meisje, cartoons die hondenbezitters te kakken zetten zoals in Hondsdol, heeft Xtra bijvoorbeeld ook columns van wijlen Theo van Gogh op de markt gebracht. Het zijn uitgaven die vaak net een stapje verder gaan en die niet ieders smaak zullen zijn. Brunetti past wat dat betreft goed in het rijtje thuis.