Tag: Vampiers
Recent las ik een van Stephen Kings nieuwste boeken, Revival. Omdat ik King een fantastische verhalenverteller vind, besloot ik een reeks King-verfilmingen te gaan kijken, waaronder ‘Salem’s Lot.
In de afgelopen weken bekeek ik ook Firestarter, The Dead Zone, Sometimes They Come Back, Dreamcatcher, Graveyard shift, 1408 en Children of the Corn.
Wat betreft Salem’s Lot koos ik voor de televisiebewerking uit 2004 (regie Mikael Salomon) omdat ik de eerste miniserie uit 1979 al eens heb gezien. De nieuwe bewerking brengt het verhaal naar de huidige tijd, wat ik een goede stap vind.
Ik heb me prima vermaakt met deze drie uur lange tv-serie (die uit twee delen bestaat), niet in de laatste plaats omdat de cast veel leuke verrassingen in petto had. Allereerst speelt Rob Lowe de hoofdrol en wordt hij bijgestaan door zwaargewicht Donald Sutherland en onze eigen Rutger Hauer. Sutherland en Hauer spelen hun rollen behoorlijk schmierend en overdreven en contrasteren dus mooi met het wat onderkoelde spel van Lowe.
Aussies
Ook viel het me op dat er relatief veel Australische acteurs meespelen. Zo zag ik twee Flying Doctors voorbijkomen en heeft zelfs Nicholas Hammond een kleine rol. Hammond is een Amerikaanse acteur die tegenwoordig in Australië woont. Hij speelde in de jaren zeventig Peter Parker in de kortlopende Spider-Man tv-serie. Wikipedia vertelt dat ‘Salem’s Lot is opgenomen in Creswick en Woodend in Australië, ook al moet het voor Maine in Amerika doorgaan – waar de setting trouwens prima in slaagt. Vandaar dus die bekende Aussie hoofden.
Bloedzuigers
Los van het feit dat de cast dus een feest van herkenning is, biedt ‘Salem’s Lot ook nog eens een spannend vampierverhaal. Schrijver Ben Mears (Lowe) komt terug in zijn geboortedorp Jerusalem’s Lot om een boek te schrijven over het huis van Hubie Marsten, een oud Victoriaans huis op een heuvel bij de stad, waar Mears een traumatische ervaring heeft ondergaan toen hij kind was. Het spookhuis is net weer bewoond door twee excentrieke antiekhandelaren (Sutherland en Hauer). Niet alleen moet Mears de confrontatie aan met de gruwelijkheden uit zijn verleden, ook krijgen hij en de dorpsbewoners al snel te maken met vampierachtige verschijnselen.
[hr]
Waarom de rubriek Frames?
De verhalen die we lezen en zien maken net zo goed deel uit van onze levensloop als de gebeurtenissen die we in reallife meemaken. In de rubriek Frames verzamel ik stills uit de films die ik heb gezien om zo die herinneringen te kunnen bewaren en koesteren.
Daybreakers
Daybreakers speelt zich af in het jaar 2019. Ongeveer tien jaar geleden viel de mensheid ten prooi aan een vampiervirus waardoor een deel van de bevolking in vampiers is veranderd. En die willen bloed zien, nou ja, proeven.
Mensen worden uitgemolken tot hun laatste druppel, maar wanneer er van de mensheid nog maar 5 procent in leven is, wordt bloed een schaars goed. Daarom werkt wetenschapper en vampier Edward Dalton (Ethan Hawke) aan een bloedvervanger. Dan ontmoet hij Elvis (Willem Dafoe, niet de king) – een voormalige vampier die heeft ontdekt hoe je weer mens kunt worden. De redding van de mensheid lijkt in zicht, ware niet dat Daltons vampiergenoten liever gewoon nachtwezens blijven.
Koffie verkeerd
Het aantal vampierfilms is inmiddels oneindig, toch hebben de gebroeders Spierig, script en regie, met Daybreakers een aardige genrefilm afgeleverd. Het is genieten van de kleine grapjes die ze in het dagelijks leven van een vampier hebben geschreven. Die drinkt zijn koffie namelijk altijd met een wolkje bloed en leidt een decadent leven. Je kunt makkelijk de ene peuk na de andere opsteken, want dood aan kanker ga je toch niet. Auto’s zijn met zwartgetinte ramen en videoschermen uitgedost om overdag rijden mogelijk te maken. En je kan dan zo hard rijden als je wilt: de politie gaat pas ’s nachts aan het werk.
De leuke vondsten kunnen niet verhullen dat het script ook wat vragen onbeantwoord laat: waarom is niet iedereen besmet geraakt met het vampiervirus? En hoe zijn de mensen besmet? De film houdt genoeg vaart om dat soort vragen even te vergeten; ook het vermakelijke spel van acteurs als Willem Dafoe en Sam Neill biedt genoeg afleiding. Daar steekt Ethan Hawke, die een getormenteerde vampier speelt die liever gewoon mens wil zijn, toch een beetje bleek bij af.
Ondanks het intrigerende uitgangspunt vervolgt de film een voorspelbaar pad. De vampierwereld is met een beperkt kleurenpalet in beeld gebracht, waarin koude kleuren overheersen en waar alles wat rood is lekker opvalt. (Dat koude kleurenpalet kennen we van wel meer futuristische films, dat het er somber uitziet in de toekomst is een bekend cliché.) We zien de wereld waarin de mensheid leeft, vooral in dagscènes waarin warme kleuren overheersen. Een simpele, doch effectieve manier om het contrast tussen beide volken aan te geven.
Extra’s
Voor de liefhebbers bevat de dvd een making of van bijna twee uur. Saillant detail: de hoofdfilm duurt slechts 96 minuten. Ook een aangename aanvulling is de korte film The Big Picture, van dezelfde regisseurs. Hierin ziet een meisje via het beeldscherm van haar televisie, hoe haar leven eruit had gezien als ze wel op de eetuitnodiging van de buurman was ingegaan. Iedere keer als ze naar het volgende kanaal zapt, ziet ze een nieuw moment van haar toekomst. Een bijzonder concept met een verrassende afloop.
Een groot minpuntje aan de dvd is het feit dat je bij iedere kijkbeurt eerst alle trailers moet doorskippen omdat je niet meteen naar het hoofdmenu kan doorklikken. Daar moeten ze bij Dutch Film Works toch eens iets aan doen.
Daybreakers, USA 2009.
Regie: Michael Spierig, Peter Spierig
Met: Ethan Hawke, Willem Dafoe, Isabel Lucas en Sam Neill.
Nu op DVD: DFW.
Deze recensie is ook op het filmblog van Zone 5300 gepubliceerd.
Film A-Z: L
Het is vrijdag en dus tijd voor mijn tweewekelijkse Film A-Z. We zijn inmiddels bij de letter L beland.
Lethal Weapon (Richard Donner, 1987)
Ik zat er eerst nog even te twijfelen of ik Lethal Weapon op de lijst moest zetten. Dat heeft alles te maken met het feit dat ik in de afgelopen jaren anders ben aan gaan kijken tegen Mel Gibson. In de Lethal Weapon-reeks speelt hij de agent met het korte lontje Martin Riggs die op ieder moment tot een geflipte actie in staat is. Erg amusant die rare sprongen die Riggs maakt. Toch bekruipt me de laatste jaren het gevoel dat Gibson misschien niet echt acteerde: hij heeft een paar rare uitspraken gedaan en The Passion of the Christ noem ik geen gezond kijkvoer. Was het je trouwens al opgevallen dat Mel in bijna al zijn films wel een keer gemarteld wordt?
Maar dat even terzijde. Ik heb indertijd erg genoten van de Lethal Weapon quatrologie, waarin stevige actie en heerlijk mannenhumor hand in hand van het scherm afknallen. Indertijd was ik ook gecharmeerd van de soundtrack gecomponeerd door Michael Kamen en Eric Clapton. Je mag me wakker maken voor een deeltje uit de reeks. Doch niet te laat, want net als Mel heb ik mijn schoonheidsslaapjes nodig.
Let the Right One In (Tomas Alfredson, 2008)
Let the Right One In is een prachtige vampierenfilm, die heel subtiel gedraaid is en een mooi en ontroerend verhaal over een eenzame twaalfjarige jongen die gepest wordt op school. Hij sluit vriendschap met zijn nieuwe buurmeisje, dat hem bekent bloed te moeten drinken om in leven te blijven.
De film won eerder zowel de jury- als de publieksprijs op het 25e Imagine: Amsterdam Fantastic Film Festival. De jury stelde toen dat de Zweedse productie “het horrorgenre ver, ver ontsteeg en laat zien dat elke pispaaltje een vampier als vriendin zou moeten hebben”. Deze film werd terecht als beste buitenlandse film van 2009 gekozen door de Nederlandse filmpers.
Lost Highway (David Lynch, 1997)
In een film A-Z mag bij de letter L cineast David Lynch natuurlijk niet ongenoemd blijven. Ik ben een groot liefhebber van zijn werk, al geef ik graag toe dat ik zijn films ook niet altijd snap. Gelukkig zijn er bij de verhalen van Lynch altijd meerdere verklaringen mogelijk. Lost Highway vind ik nog steeds een van de meest verontrustende films die ik ooit zag.
Lynch kan als geen ander het alledaagse zo in beeld brengen, dat je al koude rillingen over je rug voelt gaan als hij een druppelende kraan laat zien. De complexiteit van de verhalen maakt dat je de films vaker kunt zien, om bij iedere kijkervaring nieuwe dingen te ontdekken of reeds bekende details in een ander licht te plaatsen. De cinema van Lynch is daarom eindeloos fascinerend. Zijn televisieserie Twin Peaks was dat ook, getuige de reeks artikelen die ik daar een tijd geleden over schreef.
Lost in translation (Sofia Coppola, 2003)
Ik wil niet te veel over deze film zeggen, want deze moet je gewoon gaan zien. Een prachtige rol van Bill Murray die Bob Harris speelt, een Amerikaanse acteur op zijn retour die een paar dagen in Tokio verblijft om een commercial op te nemen. Hij ontmoet Charlotte (Scarlett Johansson in haar meest ontwapenende rol ooit) in de bar van het hotel. Charlotte voelt zich net als hij verloren in een stad waar alles vreemd lijkt te zijn. Haar man is een werkverslaafde fotograaf die ze zelden ziet. De twee Amerikanen zijn op elkaar aangewezen en er ontstaat een verrassende vriendschap.
Regisseur Sofia Coppola houdt afstand tot Tokio en benadert de wereldstad vanuit de ogen van haar personages. Vol verwondering en vragen dwalen die door de metropool, soms dromend, soms verdwaald, maar nooit echt alleen omdat ze elkaar hebben leren kennen. Of zoiets. Nou ja, ik heb al te veel gezegd. Ga maar gewoon kijken.
De volgende film A-Z is er over twee weken, op 2 juli.
Film A-Z: I
Na een pauze van een paar weken gaan we weer vrolijk verder met mijn Film ABC. Vanaf vandaag wel elke twee weken. De volgende aflevering kun je dus 21 mei verwachten. Meer eerst vandaag mijn favoriete films die beginnen met de letter i.
I am Not There (Todd Haynes, 2007)
Todd Haynes liet vijf acteurs en een actrice kruipen in de huid van Dylan en ieder beeldt een ander facet van hem uit. Het elfjarige zwarte jongetje Marcus Carl Franklin staat voor de Woody Guthrie-Dylan. Christian – Batman – Bale speelt de folksinger Dylan uit het begin van de jaren zestig in Greenwich Village en de Dylan die zich later bekeert tot het christendom. Ben Whishaw – die voortdurend de camera toespreekt in korte intermezzo’s – is Dylan als poëet, geïnspireerd door Arthur Rimbaud. Richard Gere speelt Dylan als Billy The Kid, een ondergedoken misdadiger die de rest van de wereld heeft laten denken dat hij dood is. Heath Ledger speelt zijn een-na-laatste rol als de acteur die Dylan vertolkt in een biopic.
Maar de meest gelijkende Dylan van het stel is Cate Blanchett. Zij zet de Dylan neer die we kennen uit de documentaire Don’t Look Back. I Am Not There is een mooi filmisch experiment vol met verwijzingen naar multimediale afspiegelingen van het imago van Dylan. Een cinematografische mozaïek. Een aanrader voor de Dylan-liefhebber en voor de fan van interessante films.
Imagine: John Lennon (Andrew Solt, 1988)
Een van de mooiste documentaires die ik zag over een popartiest. Natuurlijk was Lennon meer dan alleen een zanger en liedjesschrijver. Hij was ook politiek actief. Met slogans als ‘Give peace a chance’ en ‘War is over (If you want it)’ was hij een twitteraar avant la lettre.
In Imagine wordt een beeld geschetst van deze veelzijdige man. In een scène zien we zijn barmhartige kant als hij het gesprek aan gaat met een zwervende jongen die voor zijn huis bivakkeert. Een ware gelovige in de woorden van Lennon en McCartney die de muziek van de Beatles haast als gospel ervaart. Lennon probeert hem uit te leggen dat hij gewoon een liedjesmaker is en dat zijn songs over zijn eigen leven gaan. Daarna nodigt hij de jongen uit aan tafel.
In een andere scène zien we de duistere kant van Lennon: ongeduldig snauwt hij een technicus af in de studio omdat deze niet het juiste deel van de song weet te vinden waarvan Lennon en producent Phil Spector de achtergrondkoortjes proberen in te zingen. Ironisch dat hij kwaad wordt bij een nummer waarin Lennon zijn liefde voor Yoko bezingt.
In Bruges (Martin McDonagh, 2008)
In Bruges draait om twee huurmoordenaars die na een fout gelopen klus in Dublin van hun baas moeten onderduiken in Brugge te België. Daar brengen ze de dagen door met sightseeing. Terwijl Ray (Collin Farrell) niet eens dood aangetroffen zou willen worden in deze Middeleeuwse toeristenval, geniet de oudere Ken (Brendan Gleeson) met volle teugen van de historische panden en grachtjes. Rays bokkige humeur klaart echter op als hij een date weet te versieren met de aantrekkelijke Chloe (Clemence Poesy). Hij ontmoet haar op de filmset van een pretentieuze surrealistische flick waarin een lilliputter (Jordan Prentice) de hoofdrol speelt.
In Bruges is theatraal in opzet en uitvoering – in de climax van het verhaal komen de verschillende levenspaden en plotlijntjes mooi samen. Brugge wordt schilderachtig neergezet en vormt een karakter op zichzelf. De gevarieerde cast van onder andere Ieren, Engelsen, Fransen en Hollanders is voortreffelijk. Colin Farrell leunt in zijn performance erg op zijn wenkbrauwen, maar speelt des ondanks zijn beste rol sinds Phone Booth (Joel Schumacher, 2002). Door Farrells vertolking is huurmoordenaar Ray sympathiek, grappig en heeft hij bijna iets onschuldigs.
Interview with the Vampire (Neil Jordan, 1994)
Ik hou van vampierfilms. Dracula en varianten: ik krijg er nooit genoeg van. Deze film vind ik dan ook een zeer aardige vampierfilm. Het verhaal komt van de boeken van Anne Rice, waarvan Interview with the Vampire in 1976 de eerste was in de reeks The Vampire Chronicles. Tom Cruise speelt met stijl de rol van de uiterst verdorven, maar charismatische vampier Lestat die Louis, gespeeld door Brad Pitt, in een vampier verandert en veroordeelt tot een verdoemd bestaan. Hoewel Tom Cruise in deze film duidelijk toont dat hij toch echt kan acteren, is Kirsten Dunst de ster in deze film. Ze wordt als jong meisje door Louis in een vampier veranderd en speelt de rol van bloeddorstig kind met verve. Ze was toen slechts 11 jaar.
De film van Neil Jordan is heel andere koek dan die flauwe tienerversies van de ondoden die we tegenwoordig krijgen voorgeschoteld. Films als Twilight en tv-series als Vampire Diaries kunnen mij niet bekoren.
Iron Man (Jon Favreau, 2008)
Iron Man is een vermakelijke film met spektakel, maar vooral veel humor. Een mooi bewijs dat het leven van een superheld niet vol met kommer, kwel en hartzeer hoeft te zitten. Dit komt wellicht omdat de held in kwestie dit keer geen zoekende tiener is of een getraumatiseerde miljonair, maar een succesvolle zakenman die ontdekt dat hij een verplichting heeft aan de wereld om zijn kennis van techniek ten goede in te zetten.
Het kloppende hart van de film is acteur Robert Downey Jr. – een prachtige acteur die Tony Stark op een lichtvoetige, nonchalante manier gestalte geeft, maar de eigenzinnige playboy/uitvinder tegelijkertijd een nuchterheid meegeeft en daarmee geloofwaardigheid mee. Over Iron Man 2 die recent uitkwam ben ik een stuk minder te spreken.
De volgende Film A-Z is dus op vrijdag 21 mei. Voel je vrij om in de comments je eigen favoriete i-films te noemen en te vertellen waarom je die films zo goed vindt.