Ellen ten Damme toert met haar band door de Nederlandse theaters met het programma ‘Durf jij?’. Ze componeerde muziek bij teksten van auteur en poëet Ilja Leonard Pfeijffer. Het is voor het eerst dat Ten Damme zingt in haar moerstaal. Hoe haar dat vergaat en hoe de samenwerking met Pfeijffer verloopt vertellen ze in onderstaande video.
Oplettende kijkers zal opvallen dat ze een klein gedeelte van dit interview al hebben gezien in de registratie van het Weerwoord festival.Voor de liefhebbers van het betere Hollandsche lied en voor de fans van Ellen en Ilja nu dus het hele gesprek. De rest kijkt maar niet.(Ook verschenen op EeuwigWeekend.nl.) Lees ook:
Tijdens een van mijn zaptochten langs YouTube stuitte ik op deze oude video waarin de onvoltroffen Wim de Bie een stripmaker persifleert.De fictieve striptekenaar Hubert Jegemans wordt door De Bie neergezet als een vies mannetje dat graag naakte vrouwen tekent, want ‘dan komen ze beter uit in de actie.’ Ook zijn debuutalbum De Witte Neger stuitte indertijd op veel kritiek. Het werk zou racistisch zijn. Dit zijn bekende thema’s voor wie de stripwereld een beetje volgt. Vorig jaar werd cartoonist Gregorius Nekschot immers nog gearresteerd omdat zijn werk discriminerend of zelfs haatzaaiend zou zijn. In de video merkt De Bie op dat hij met alles weg kan komen, want stripjes zijn voor kinderen. Als hij dezelfde verhalen als roman zou verkopen, dan zouden er pas echt problemen van komen. Tegenwoordig is het maken van strips dus niet meer zo veilig. Mike Diana kan daarover meepraten. Die is al meerdere keren in aanraking gekomen met de sterke arm van de wet (en de moralistische, fijngevoelige magistraten die deze sterke arm aansturen) omdat zijn werk obsceen zou zijn. Goed, het woord is aan Hubert Jegemans.
Donderdagavond 19 maart speelde Booker T. & The MG’s in de Melkweg te Amsterdam. De krasse knarren van de funk speelden het dak eraf. Booker T. & the MG’s is een instrumentale soulband, vooral populair in de zestiger en zeventiger jaren. Booker T. Jones, Steve Cropper , Lewie Steinberg en wijlen Al Jackson Jr. waren van oorsprong sessiemuzikanten voor het Stax platenlabel. Ze zijn te horen op meer dan 500 platen, waaronder albums van Otis Redding en Sam & Dave. In 1965 verliet Steinberg de band en kwam Donald ‘Duck’ Dunn erbij. Dunn en Cropper speelden later ook met The Blues Brothers samen, maar dat even terzijde. In de huidige opstelling speelt drummer Steve Potts mee. Hij is de neef van Al Jackson die in 1975 vermoord werd.
De bekendste hit van Booker T & The MG’s is het nummer ‘Melting Pot’, wat ze gisteravond natuurlijk trouw speelden. Een optreden dat met luid gejuich ontvangen werd in de zaal The Max. Ik was een van de gefortuneerden die het uitverkochte concert kon bijwonen. Leuk aan Booker T. & The M.G.’s is dat ze een heel divers publiek aantrekken: jong en oud stonden mee te swingen op de overbekende deuntjes die de band speelde. En ze hadden er zelf zichtbaar ook zin in. Krasse knarren die nog steeds strakke funk en soul in je lijf weten te pompen. Het applaus na het concert duurde dan ook ruim tien minuten. Nederlanders willen immers altijd meer, hoe goed of slecht de show ook was.
Maar
Booker T. en zijn MG’s
kwamen
niet
meer
het
podium
op.
Het was al een prima show geweest, waarom nog een toegift geven?Online vond ik een registratie van de hit ‘Green Unions’, gespeeld tijdens dit concert:
Hoe ik Booker T. ontdekte…
Ik hou erg van de muziek van Booker T. & The MG’s. Mijn liefde voor het hammondorgel is met deze band begonnen daar Booker T. Jones himself erop speelt. Stop alle synthesizers maar in je hol, als je soul uit een stel toetsen moet duwen, dan moet je op een hammondorgel spelen. Punt.
Vroeger had mijn vader een cassettetape waar ze op stonden. Of eigenlijk, een tape waarop in mijn ogen een groovy band op stond zonder dat ik wist wie het waren. (Dankzij de film Austin Powers, was het woord ‘groovy’ toen weer in de mode – weet je nog?) Ook The Shadows stonden op dat tapeje dat ergens in de jaren zeventig opgenomen moet zijn. Omdat ik dat bandje zo goed vond heb ik het ooit van hem gekregen. Toen ik op de kunstacademie zat draaide ik het wel eens. Ik word namelijk erg vrolijk van de instrumentale liedjes van Booker T. – een paar tracks van deze band en je hebt geen prozac meer nodig. Eén nummer trok mij in het bijzonder aan. Ik kreeg dankzij het nummer allerlei verhaalideeën (ik raak wel vaker geïnspireerd door muziek) en een ervan werkte ik uit tot een korte film – een detectiveverhaal dat De Schilder heette.Ik wilde het betreffende nummer graag in de film verwerken, maar had geen idee van wie het was. Ik had echter een cd-versie van het liedje nodig, want de tape klonk niet goed genoeg meer. Een maandenlange speurtocht volgde. Mijn vader wist niet meer welk tapeje ik bedoelde. Samen met mijn toenmalige buurman zocht ik zijn uitgebreide muziekcollectie, maar dat mocht niet baten. Als er toen YouTube had bestaan, was het een koud kunstje geweest om de band te achterhalen. Uiteindelijk bleek de oplossing dichterbij dan verwacht. Nog eens goed naar het cassettedoosje kijkend, bleek dat er tussen een stel doorgekraste namen in vage letters ‘The Shadows & Booker T.’ stond geschreven. Ik besloot dit spoor te volgen en liet in de platenzaak een verzamelalbum van Booker T. voor me draaien. En verdomd, het nummer, dat ‘Melting Pot‘ bleek te zijn, stond erop. Mysterie opgelost. Daar moest ik gisteravond even aandenken toen de vier muzikanten met zichtbaar veel plezier hun set deden.
Advocaat Nathan Sawaya vond het wel leuk om na een dag hard werken met zijn lego te spelen. Die hobby bracht hem inmiddels in vele plaatsen in de VS, waar zijn legosculpturen op veel bewonderaars kunnen rekenen. De New Yorkse kunstenaar wordt niet voor niets The Brick Artist genoemd.Sawaya maakt met zijn legoblokjes indrukwekkende sculpturen en enkele krachtige afbeeldingen die de verbeelding prikkelen. Zoals deze:Ik las over Sawaya op het New York blog van Pascal Theunissen waar ook onderstaande video van NBC New York stond. Een erg inspirerend verhaal: iemand die van zijn passie zijn werk weet te maken en op die manier zijn plek in de (kunst)wereld weet te vinden. Ga je oude lego maar van zolder halen dit weekend zou ik zeggen. Of nog beter: als het verhaal je aanstaat, bedenk wat goed bij jou past als uitingsvorm en ga ermee aan de slag. (Negeer bij het bekijken van de video de 15 seconden reclame alleen even. ’t Blijft Amerikaans hè.) Leuk blog trouwens, dat NY blog van Theunissen. Die schrijft al sinds 2007 over gebeurtenissen in The Big Apple.Lees ook:
Stel je voor dat de graphic novel Watchmen was bewerkt tot een zaterdagochtendcartoon… Een tenenkrommende gedachte wellicht, maar als parodie heel vermakelijk. Kijk maar:De cartoon werd gemaakt door de 21-jarige student Harry Partridge (aka Happy Harry).Met dank aan de Illustere Merel B. die me op deze video wees.
Ik heb er dit jaar weinig van meegekregen van het Boekenbal, maar goed, ik zat dan ook aan de andere kant van de grote plas me te vermaken in New York. Gelukkig zijn er genoeg videomakers en schrijvers die verslag doen van dat soort zaken.
Zoals onderstaande video-impressie van het Boekenbal dat 10 maart plaatsvond. De video is gemaakt door het vaste team van uitgeverij Nieuw Amsterdam.
Nog meer artikelen in het kader van de Boekenweek deze week op EeuwigWeekend.nl. De boekenweek duurt van 11 tot en met 21 maart. Ik zeg: Tjielp!
Was vorig jaar voor de meeste stripliefhebbers het jaar van The Dark Knight, dit jaar zou heel goed kunnen toebehoren aan de filmadaptatie van de graphic novel Watchmen. Op het web is de film die hier 5 maart in premiere gaat, alom aanwezig.(Lees de recensie van Watchmen hier.)
Het web Er is op dit moment geen ontkomen aan op het web: overal kom je blogposts, video’s en andere publicaties tegen vol teasers, spoilers en glimpen van de nieuwe film Watchmen. Aangezien ik dinsdag de film ga zien, besloot ik de graphic novel maar weer eens van de plank te halen. Natuurlijk ben ik niet de enige. Verre van dat. Zo schrijven Atom Freeman & Carr D’Angelo op CBR News na het herlezen van ieder hoofdstuk een blogje. Wil Wheaton (Wesley Crusher in Star Trek: The Next Generation en übernerd) las de strip meerdere keren, zag deze week de film al in een speciale screening en schreef een verslag en recensie.
En verder struikel je natuurlijk over Watchmen als je op YouTube gaat kijken. Daar vond ik een interessant interview met Alan Moore, de schrijver van de comic die zoals altijd niets wil weten van de stripverfilming. In dit fragment laten de videomakers Moore een stukje voorlezen. Bijna een cliché bij het interviewen van stripmakers. Een cliché dat zelden goed uitpakt. Ook nu heeft het iets knulligs als de grootmeester uit eigen werk voorleest. Kijk maar:
Dave Gibbons, de tekenaar van Watchmen, staat overigens een stuk positiever tegenover de hele adaptatie van regisseur Zack Snyder (een interview met Snyder vind je hier.) Verder zijn er behalve de trailers natuurlijk genoeg video’s op het web te vinden om je lekker te maken. Zoals dit nepjournaal, zogenaamd uit 1970, over Dr. Manhattan:
Ik ben als fan van superheldenstrips en de verfilmingen daarvan erg benieuwd naar Snyders interpretatie van de strip. Maar het herlezen valt mij enigszins zwaar. Watchmen is zo’n comic die je gelezen moet hebben omdat hij een mijlpaal is in de geschiedenis van de Amerikaanse strip. Dat maakt niet automatisch dat deze graphic novel plezierig lezen is. Moore heeft een complex verhaal geschreven dat uit meerdere lagen bestaat en ook nog eens zelfreflexief is. Het uitgangspunt van de strip – stel dat er in onze wereld echt superhelden zouden bestaan, hoe zou het hen dan vergaan? – was toen de strip in 1986 uitkwam baanbrekend boeiend en tegelijkertijd grotesk, want slaan al die in apenpakjes aangekleden goeddoeners niet een verschrikkelijk modderfiguur in een realistische omgeving?
Moore bepleit dan ook dat superhelden in onze wereld allesbehalve zuiver op de graad zouden zijn. Natuurlijk worden de sterkste helden ingelijfd door de Amerikaanse regering (hetzelfde zien we in The Dark Knight Returns van Frank Miller, waarin Superman niet meer is dan een goed getraind schoothondje van de Amerikaanse president die te pas maar vooral te onpas zijn tanden laat zien aan ‘vijanden’ van de vrijheid.) Natuurlijk zijn volwassen mensen die in een carnavalskostuum rondlopen niet helemaal lekker tussen hun oren. Een figuur als Rorschach is obsessief en beschouwt zijn missie als het hoogste goed. Persoonlijke verzorging of een privé-leven zijn dan niet belangrijk. En The Comedian kan alleen zijn taak als reallife Captain America uitvoeren door zich als een schoft te gedragen en nihilistisch in het leven te staan. Hoewel figuren als Nite Owl en Silk Spectre wat meer gestoeld zijn op klassieke jaren veertig helden, zijn de meeste superhelden uit Watchmen dus niet bepaald inspirerende voorbeelden voor de kinderen.De film
Het is niet mijn intentie om een uitvoerige analyse te geven van de strip. Het web staat immers vol met speudo-intellectuele analyses. (Op WatchmenComicMovie.com staat een lijst van analyses.) Hoewel die analyses vaak interessant leesvoer zijn, beperk ik me in mijn voorbereiding voor de viewing van dinsdag met het bekijken van enkele online video’s en het doorworstelen van de brontekst – de Watchmen graphic novel. Gefascineerd door iedere plotwending die Moore mij voorschotelt, me verbazend over de interessante plekken waarheen hij het superheldenconcept neemt, maar me tegelijkertijd ergerend aan de zwaarwichtigheid en de pretentie die in ieder stripkader, iedere dialoog en iedere verwijzing schuilgaat. Dit maakt Watchmen log en zorgt ervoor dat deze graphic novel zwaar op de maag ligt. Watchmen zal wat dat betreft nooit mijn favoriete strip worden. Ik hoop dat Snyder er een onderhoudende film van heeft weten te maken. De eerste berichten zijn gelukkig gunstig. En aan de diverse videofragmenten te zien, hebben Snyder & co gevoel voor spektakel en oog voor de vele details uit de strip:Lees ook de filmrecensie van Watchmen en:
Het was een uur of vier. Ik hoorde de vloer kraken en opende mijn ogen. Daar stond een vrouwfiguur, in een intens blauwe gloed, een bleke huid door het maanlicht.
Ze keek me aan. Haar hoofd licht gebogen, waardoor haar krullen rechts naar beneden hingen. Haar gelaat leek een beetje op dat van vriendin P, die ik al een paar jaar niet gezien had. Alsof ze een nachtje was blijven logeren omdat ze de laatste trein gemist had.
Ik keek nog eens goed. Haar gezicht veranderde en leek helemaal niet meer op dat van P. Ik kende haar niet.Ze rilde.’Heb je het koud?’ vroeg ik.
Ze knikte schuchter.
‘Zal ik een extra deken voor je pakken?’
Toen deed ik werkelijk mijn ogen open. Er stond niemand in de slaapkamer.
Boven mijn hoofd kraakten de voetstappen van de dolende buren.
Afgelopen weekend traden oude vrienden Paul Simon en Art Garfunkel weer eens samen op. Simon speelde ik het zojuist heropende Beacon Theatre in New York en kondigde na ongeveer negentig minuten Garfunkel op het podium aan. Samen brachten ze ‘The Sound of Silence’, ‘The Boxer’ en ‘Old Friends’.Het duo trad weer voor het eerst op sinds hun reünietoer uit 2004.
Ik was er niet bij, maar gelukkig zijn bestaat het publiek bij concerten allemaal uit amateur-filmers tegenwoordig. Een videoregistratie van het optreden is dus al snel op YouTube te vinden. Hoewel de geluids- en beeldkwaliteit ver onder maat zijn, werd ik toch geraakt toen ik onderstaand fragment zat te kijken.Het duo Simon & Garfunkel is wat mij betreft een harmonieuze stem uit het verleden die de positieve vibe die deels heerste in de jaren zestig representeert. Een tijd van verandering en hoop. Ook toen was ik er niet bij – ik ben zelf een product uit eind jaren zeventig – maar op de een of andere manier hebben de jaren zestig hun weerslag ook op mij gehad. Muziek uit die tijd kan ik erg waarderen en draai ik graag. Het gedachtengoed van verandering, de wens om vrede en het stoppen van nutteloze oorlogen, zijn tegenwoordig net zo relevant als toen.
The Graduate
Mijn eerste echte kennismaking met de muziek van het duo was met de film The Graduate uit 1967 waarvoor ze de soundtrack maakten. Deze film van Mike Nichols is een boeiende klassieker die gaat over het verzet tegen de oudere generatie. In The Graduate zien we hoe Benjamin Braddock (Dustin Hoffman) na zijn eindexamen in het zwarte gat valt na de studie. Na zijn afstuderen leeft Benjamin in een vacuüm van verveling: dagenlang dobbert hij rond op een luchtbed in het zwembad, zoals hij doelloos door het leven drijft. Benjamins toekomstplannen zijn vaag: ‘Ik wil dat mijn toekomst ánders is’, vertrouwt hij zijn vader tijdens zijn afstudeerfeestje toe. Ondertussen verleidt Mrs. Robinson (Anne Bancroft), de stuurloze Benjamin tot een verhouding.
Uiteindelijk wil Benjamin ontsnappen aan het verstikkende milieu van zijn ouders; hij gaat niet naar graduate school, zoals zijn vader wil, en hij kiest voor een toekomst met Elaine (Katharine Ross). Daarmee maakt hij een eind aan de affaire die hij heeft met Mrs. Robinson, haar moeder. Die leidt een ongelukkig leven sinds ze haar studie kunstgeschiedenis opgaf omdat ze zwanger werd.
Ambigu einde
De kinderen willen voor zichzelf een andere toekomst dan voor hun ouders, die vast zitten in een standaardleven en ongelukkig huwelijk – gedoemd om tot het einde der tijden samen te blijven. Het jonge stel wil een betere toekomst voor zichzelf. Elaine trouwt met een ander, een jongen die wél door haar ouders als ideale schoonzoon wordt beschouwd, maar kiest na de huwelijksvoltrekking alsnog voor Ben.Mike Nichols laat aan het einde van de film echter in het midden of dit Benjamin en Elaine gaat lukken. Wanneer Benjamin Elaine voor het huwelijksaltaar heeft weggeroofd, rijden ze weg in de bus, hun toekomst tegemoet. Het is echter de vraag of ze de valkuilen waarin hun ouders zijn gestapt kunnen vermijden. Als de spanning van het moment uit hun lijven is weggeëbd, zwijgen ze. Alsof ze elkaar niets meer te vertellen hebben. Het nummer The Sound of Silence onderstreept dit idee. Voor mij zijn Simon en Garfunkel de stemmen die bovenstaande rebelsheid vertolken. Ook nu ze ruim de leeftijd hebben van de ouders van Benjamin Braddock. Want, ook al komen onze dromen niet altijd uit, ze nastreven ervan zijn we aan onszelf verplicht. Het is die hoopvolle boodschap die ik terughoor als ik naar Simon & Garfunkel luister. Daarnaast klinkt het gewoon goed wat die twee samen maakten.
Maar daar genoeg over. Tijd om te luisteren (en te kijken) naar deze jeugdige oude knakkers.
Gisteravond zat ik met lief in De Balie om het korte filmprogramma aldaar te ervaren. Dit keer was het thema van KRT de liefde – hoe kan het ook anders, een dag voor Valentijnsdag. Een van de shorts die eruit sprong was SpringLove van Jaap Hermans.
SpringLove werd door Hermans gemaakt in het kader van het Straight 8 filmfestival: makers over de hele wereld maken daarvoor een 8mm-film. Voorwaarden zijn dat de film in de camera wordt gemonteerd en dat deze ongezien wordt opgestuurd. Alle shots moeten dus in de gewenste volgorde gedraaid worden, daar er achteraf geen montage mogelijk is. Een goede oefening in ouderwets film maken, waarbij alles minutieus uitgedacht moet worden. Het festival ontwikkelt de filmrol. Dit had tot gevolg dat de film van Hermans op Cannes werd vertoond zonder dat de filmmaker zijn product ooit had gezien. De tien beste films worden namelijk op het prestigieuze festival in Frankrijk vertoond.Het zijn zowel het concept als de uitvoering van SpringLove die deze korte film zo geslaagd maken. In tegenstelling tot veel van de andere liefdesshorts uit het programma in De Balie betrof het hier namelijk een origineel idee dat op een fijne manier is uitgevoerd.
Een andere film die opviel was de Franse film Home Team van Mirabelle Kirkland. Hierin krijgen een stel hopeloze mannen les van Pat hoe ze met hun vrouw om moeten gaan. Let wel: Pat komt uit de wereld waarin vrouwen als ondergeschikt worden gezien.
Korte films zijn vaak te lang
De rest van het programma was onderhoudend, maar niet echt opzienbarend. De film Zucht van Margien Rogaar, een NPS Kort over ontluikende liefde, was vooral mooi gedraaid. De ziekte waar de meeste korte films last van lijken te hebben is dat ze te lang duren, alsof de filmmakers geen frame van hun liefdeswerk durven af te snijden. Dat is jammer, want kort is vaak beter. Gelukkig duurt Springlove maar drie minuten. Langer kon ook niet, want dat is de lengte van een 8mm-filmrol.
Het is een bescheiden festival dat Duistere Openbaringen, afgelopen week gehouden op een versleten industrieterrein in Eindhoven. Toch was ik nieuwsgierig naar de kleine Nederhorrorproducties die daar vertoond werden. Na een dagje amateuristische meuk heb ik voorlopig mijn buikje vol, al zaten er ook een paar pareltjes tussen, zoals Zombeer en Taxandria. Hieronder de interessantste inzendingen van het festival op een rij. Volgens de organisatie richt filmfestival Duistere Openbaringen zich op Nederlandse en Vlaamse producties met een duister thema. Het merendeel van het programma van zaterdag 7 februari bevond zich in het horrorgenre. Kortom: veel psychopaten en enkele zombies die op death metal de buurtbewoners in mootjes hakken/opeten.
Tales from 13th Street
Bijzonder goed geproduceerd is de korte verhalenreeks Tales From 13th Street. Van de twee shorts die hiervan werden vertoond was Brother’s Keeper (regie: Martijn Smits) niet voor niets gekozen tot beste film van het festival. (Jan Doense – ook wel bekend als mr. Horror – was de voorzitter van deze jury, dus hij kan het weten.) In Brother’s Keeper vermoorden twee broers op rituele wijze vrouwen in naam van God – wie anders? Als een van de broers erachter komt dat hij al jaren misleid wordt vindt er een ware broedertwist plaats. Hieronder een fragment:
De films van 13th Street kennen goede productiewaarden, een strakke regie en een redelijk origineel script. Redelijk, want het is duidelijk dat de inspiratie komt van Tales from the Crypt en dat soort horrorreeksen. De specialeffects en make-up van deze producties zijn van bovengemiddelde kwaliteit. Daarmee vormen ze een schril contrast met het meer amateuristische aanbod in het filmprogramma van Duistere Openbaringen. Opvallend veel beginnende horrorfilmmakers snijden weg op het moment dat er eigenlijk een specialeffect nodig is. Hierdoor vindt veel ‘gore’ buiten het filmkader plaats. Natuurlijk speelt bij horror ook de kracht van de suggestie een grote rol; maar het is bij deze films evident dat het wegsnijden geen artistieke maar een noodzakelijke keuze is, ingegeven door onvermogen. Goede specialeffecten produceren vereist immers vakkennis die dikwijls ontbreekt.Zoniet bij Tales From 13th Street – al moet ik daar eerlijkheidshalve wel bij vermelden dat deze shorts door professionele makers geproduceerd zijn. Beide films waren al eerder te zien op het Nederlands Filmfestival en wonnen daar Shocking Shorts Awards. Wat dat betreft is Duistere Openbaringen ook een festival van herhaling: een deel van het filmprogramma was al elders op filmfestivals te zien. Dit heeft ook zijn voordelen, zoals in de vertoning van Taxandria.
Taxandria Zo was de film Taxandria – het officiële speelfilmdebuut van Mark Weistra – eerder dit jaar ook al op het IFFR te zien. Toen heb ik hem gemist, maar met Duistere Openbaringen kreeg ik een herkansing om dit intelligente, psychologische filmverhaal te aanschouwen.Taxandria draait om Wessel (Mark Sloof) die zijn zieke oma verzorgde tot het moment dat zij stierf. We volgen hem en zijn broers en zus in de dagen dat oma in het huis ligt opgebaard. Wessel is indirect schuldig aan de dood van zijn grootmoeder. Hij begeeft zich in het huis (we komen nooit buiten wat het claustrofobische effect versterkt) en dwaalt tegelijkertijd door het heden en het verleden, waardoor langzaam wordt ontvouwd wat er precies heeft plaatsgevonden en welke rol het meisje van de thuiszorg in dit drama heeft gespeeld.De ontstaansgeschiedenis van Taxandria is al even beeldend als de film zelf. Regisseur Weistra stond op het punt een horrorfilm in Polen te draaien toen Bridge Entertainment de financiering van de film introk. Omdat cast en crew het echter zo goed met elkaar konden vinden, besloten de regisseur en acteur Mark Sloof alsnog een productie te draaien. Ze schreven een synopsis, maar ontbeerden de tijd om een volledig script uit te schrijven. De scènes van Taxandria werden daarom voor het merendeel geïmproviseerd opgenomen. Het resultaat is een mooi gefotografeerde, ietwat claustrofobische film die tot het laatste frame blijft boeien. De doorgewinterde cast speelt heel naturel en geloofwaardig. Met onder meer Rifka Lodeizen, Steve Hooi en Sophie van Oers. Uiteindelijk werd Taxandria gemaakt voor een schamele 12.000 euro.
Man + Bier= Zombeer
De grappigste horrorshort van de dag was toch wel Zombeer van Barend de Voogd en Rob van der Velden. Als brouwmeester Herman in de ketel vol Mokums Blond valt, verandert hij in een zombie. Hetzelfde lot wacht iedereen die vanaf nu van het bier drinkt. En laat het nu net Koninginnedag zijn. De beelden aan het einde van de film van op holgeslagen zombies die zich tegoeddoen aan feestende Amsterdammers is kostelijk. Eindelijk eens een originele Koninginnedag. Laat het koekhappen maar zitten.
Zoals gezegd was het niveau van het merendeel van de vertoonde korte films niet hoog. Nu valt er natuurlijk een hoop tegenieten van slechte horrorproducties en te leren trouwens – een ware cursus ‘zo moet het dus niet’. Soms slaan wannabe filmmakers zodanig de plank mis dat hun producties een vertoning buiten de huiskamer niet waard zijn. Een ontdekking, als je het zo kunt noemen, is die van de Friese Ed Wood. Nou ja, na het zien van de twee video’s van Erik Zijlstra, doe je met deze vergelijking de slechtste Amerikaanse filmmaker aller tijden tekort. Het is te hopen dat deze aftereffectsknutselaar nooit meer een camera vasthoudt, want zijn veel te lange, pretentieuze, onzinnige video’s moeten uitzitten is pas ware horror.Dit relaas staat ook op EeuwigWeekend.nl.
De controversiële Franse schrijver en filmmaker Michel Houellebecq (1957) staat centraal in de documentaire Laatste woorden. Houellebecq is bekend van romans als Elementaire deeltjes en Mogelijkheid van een eiland. Deze laatste roman heeft hij recent verfilmd. Tijdens deze verfilming werd de documentaire gemaakt. Tijdens het Weerwoord festival sprak ik met Erik Lieshout en Arno Hagers die de documentaire over Houellebecq samen met Reinier van Brummelen maakten. Ze praten over hun passie voor het werk van de schrijver, over de doelstellingen van de film en vertellen hoe de samenwerking met Iggy Pop verliep. Pop, zelf ook fan van Houellebecq, schreef speciaal voor dit project nieuwe songs.Laatste woorden wordt vrijdag 13 februari uitgezonden om 22.50 uur op Ned 2. En nu we toch aan het aankondigen zijn: vrijdag wordt ook de film Elementaire deeltjes naar de roman van Houellebecq uitgezonden. Ned 2, 23.55-1.45 uur.Een video-interview voor de liefhebbers. Bekijk ook: