Als ik uit mijn raam kijk zie ik de groene zone van het Westerpark vol liggen met meisjes in bikini en bezwete mannen in ontbloot bovenlijf. Een zomerse aflevering van Spidey’s web lijkt me daarom wel op zijn plaats.
Iedereen kent het Vrijheidsbeeld in New York wel, maar niet iedereen zal weten dat het een van Spidey’s favoriete plekken is om na te denken. Ook is het de plek waar hij en the Human Torch vaak afspreken.
In Web of Spider-Man #28 (1987) blijkt dat Peter de neiging heeft om zijn kleding wel eens achter te laten in het bovenste gedeelte van de Toorts en als hij deze op een avond komt ophalen, wordt deze net weggevoerd door een helikopter. Een slechte zaak: want behalve zijn kleding en identiteitsbewijs had Peter dit keer ook een kapotte webschieter achtergelaten. Een beetje slimme snuiter legt het verband tussen Parker en Spider-Man. De Toorts wordt verscheept naar Pasadena in Californië om te schitteren in een parade. Dus reist Peter daar naartoe om er een fotoreportage voor The Daily Bugle over te maken en meteen zijn kleding op te halen. Californië is natuurlijk de staat vol filmsterren en lange stranden langs de oceaan. Omdat hij toch nog niet bij de Toorts terecht kan, bezoekt Peter het strand en al zonnend valt hij in diepe slaap. Als hij vijf uur later wakker gemaakt wordt, is hij heel naar verbrand.
Zo rood als een kreeft en vol met lichamelijk ongemak trekt hij zijn Spidey-pak aan en gaat naar de Toorts. Iedere beweging die hij maakt doet zeer. Je begrijpt dat Peters humeur er niet beter op wordt als blijkt dat een verveeld rijkeluigroepje de Toorts probeert te stelen om aandacht te vragen voor de slechte bestaansomstandigheden van de avocadokwekers. Iedere beweging doet hem pijn en dat beïnvloedt zijn behendigheid aanzienlijk.
De snoodaards zien kans de Toorts op een truck te laden en weg te rijden. Spidey volgt hen op het dak van een van hun auto’s. Hershel, de leider van het stelletje ongeregeld, veroorzaakt een verkeersongeluk waardoor de Toorts losraakt, gelanceerd wordt en op de auto terechtkomt waarop Spidey zit – die het zware geval maar net kan ontwijken.
Als Spidey de Toorts inspecteert, komt de auto, die niet op de handrem is gezet, plotseling in beweging. Door het gewicht van de Toorts rijdt deze met volle vaart recht op een stadsbus af.
Met veel pijn en moeite weet Spidey een webnet te spannen over de straat waardoor de auto langzaam maar zeker snelheid verliest en een botsing voorkomen kan worden.
Uiteindelijk blijkt alle moeite voor niets te zijn: als Spidey zijn kleding uit de Toorts wil halen, blijkt dat dit niet de echte is. Zijn kleding zit er dus ook niet bij, want die zitten in de Toorts die gewoon voor restauratie zit te wachten in een loods in New York.
Natuurlijk is dit verhaal van Bob Layton vooral geschreven om de lachspieren te stimuleren. Het uitschakelen van de derderangs schurken zou normaliter geen probleem voor Spider-Man zijn. Ook hun motivatie om de toorts te stelen lijkt uit de lucht geplukt en dat is het ook: Hershel, de leider wil de toorts voor 7 miljoen aan een zakenman verkopen. Helemaal logisch is Laytons verhaal niet, want het is een raar idee dat Peter zijn burgerkleding in de Toorts zou achterlaten. Aangezien het Vrijheidsbeeld op Liberty Island staat en hij eerst de veerboot moet nemen om er te komen, is het helemaal niet logisch om zich daar om te kleden en zijn kleren achter te laten. Layton had daar iets beter over na kunnen denken. Het is overigens zijn tweede Spider-Man-verhaal waarin de mogelijke ontdekking van het Webhoofds geheime identiteit een rol speelt. (Zie: Het ware gezicht van Peter Parker?)
Wat kunnen we nu van dit Spider-Man avontuur leren? Altijd zonnebrand gebruiken als je in de zon gaat liggen, want doordat je het weet moet je met je verbande lijf een stelletje randdebielen tegenhouden die een monument willen stelen. En misschien kun je als spinnetje beter helemaal niet op het strand komen.
Web of Spider-Man #28 (1987)
Tekst: Bob Layton. Tekeningen: Steve Geiger. Inkt: Vince Colletta.