Zaterdag 26 mei host ik de Strip Talkshow op de Stripdagen Haarlem in de Philmarmonie. In deze vlog vertel ik iets over de stripmakers die ik daar ga spreken.
1. Gerben Valkema & Eric Hercules 13.00-13.20
De geestelijk vaders van Elsje.
2. Jeroen Steehouwer 13.20-13.40
Steehouwer zit meer dan dertig jaar in het vak en heeft zelf een boeiend overzichtswerk uitgegeven.
3. Aimée de Jongh 13.40-14.00 Een van de beste tekenaars van Nederland heeft zojuist een project afgerond met de Belgische scenarist Zidrou.
Het tweede uur is voor Guy Delisle, een van de hoofdgasten van het festival, van ongeveer 14.00 tot 14.50.
Oktober 1989 werd mijn eerste brief in een comic van Juniorpress gepubliceerd. Dat leidde uiteindelijk tot de oprichting van een superheldenclub.
Hoe dat allemaal precies gegaan is vertel ik in Mijn vriend Spider-Man, en in deze vlog toon ik de betreffende comic. Nog een goede ook, want Spektakukaire Spiderman #119 bevat een tof verhaal van David Michelinie en Todd McFarlane over Venom.
In Doorsnee vertelt de Belgische stripmaker Phaedra Derhore over haar eigen ervaringen met het ondergaan van een maagverkleining.
Derhore baseerde het verhaal op haar eigen ervaringen. Ze had last van overgewicht en de strip laat heel goed zien hoe mensen tegen haar als dikke vrouw aankijken en behandelen. Ook vertelt de stripmaakster hoe ze het leven na de verkleining ervaart. Het boek, uitgegeven door Oogachtend, was haar afstudeerproject.
Wat ik sterk vind aan dit soort beeldverhalen is dat ze op een toegankelijke manier kennis laten maken met een bijzondere situatie en tonen hoe mensen daarmee omgaan. Heel inspirerend om te lezen.
Op YouTube staan veel mooi gemaakte, goed gemonteerde en fascinerende video-essays. Maar die zijn niet altijd even goed te vinden in de oceaan van middelmatige content.
En het algoritme van de videogigant laat in dat opzicht nog veel te wensen over. Daarom was ik blij met een recente opdracht van Submarine Channel. Voor SubmarineChannel.com selecteerde ik vijf video-essayisten op YouTube die ik erg goed vind. Natuurlijk zijn er wel meer dan vijf goede video-essayisten, maar deze wilde ik graag onder de aandacht brengen omdat ze iedere keer weer nieuwe inspirerende essays over film en populaire cultuur publiceren.
Als jij je favoriete videomaker mist, schroom niet om onder dit stuk te reageren. Benieuwd naar welke YouTubers ik geselecteerd heb? Je vindt mijn top 5 hier.
Postief Een essayist die in het lijstje ontbreekt, maar zeker aandacht verdient, is het YouTube-kanaal FilmJoy. Vooral de essays onder de titel Movies With Mikey spreken mij aan. De toon van die essays is namelijk positief en het doel van dit kanaal is het uiten van liefde voor film. Dat spreekt mij erg aan.
Sowieso wil ik me als journalist en geek vooral richten op positieve zaken, dus de dingen die ik tof vind. Er zijn te veel YouTubers die alleen bezig zijn met dingen die ze stom vinden. Of die heel zure recensies maken. Alsof kritisch zijn betekent dat je altijd de zaken negatief moet benaderen. Ik heb bijvoorbeeld zoveel negatieve essays voorbij zien komen over The Last Jedi, dat het lijkt alsof niemand die film goed vindt En dat is natuurlijk onzin. Puur het algoritme van YouTube dat denkt dat ik dit leuk vind.
Het meest bizarre dat ik zag was een video van een uur waarin alleen maar action figures van het personage Rose Tico uit de verpakking worden gehaald. Dan ben je echt obsessief bezig met iets dat je haat. Over anti-fans gesproken…
Nee, geef mij maar de positieve essayisten zoals FilmJoy. We moeten mooie dingen in de wereld vieren en onze liefde daarvoor laten zien. Als je na het bekijken van deze essays niet superblij films gaat kijken, weet ik het ook niet meer.
Waarom FilmJoy niet in mijn lijstje voor Submarine Channel zit? Podcast-collega Thom Aalmoes wees me deze week op het bestaan van dit kanaal. Ik kende deze dus nog niet. Dat is ook mooi aan praten met mede-geeks: je ontdekt telkens weer wat tofs. Daar heb je geen algoritme voor nodig.
Onderweg naar Egmond aan Zee maakte ik deze foto in de trein:
Proberen een scherpe foto te maken met je iPhone in een snel rijdende trein is net zo lastig als soep eten met een vork, dus ook deze is aardig out of focus. Toch, er is schoonheid in beperking.
Als iedere boom een kans in het leven is, razen ze voorbij als je te snel wilt.
Linda en ik werden in Egmond aan Zee verwacht om in een Italiaans restaurant de vijftigste verjaardag van haar broer te vieren. Als ik een life-vlogger was geweest, had ik beelden ervan in mijn nieuwste aflevering opgenomen. Maar zo’n vlogger ben ik niet. Als ik video’s maak, kom ik zelden in beeld. Meestal hou ik de camera vast terwijl ik vragen stel, terwijl iemand anders in beeld is en antwoord geeft.
Ik heb overigens wel een paar vlogs gemaakt waarin ik direct in de camera spreek, zoals deze:
Misschien is het een vorm die ik vaker ga proberen. Toch vind ik het heel belangrijk dat de vorm van een video bepaald wordt door de inhoud. Ik wil dus de vorm kiezen die het beste het verhaal vertelt dat ik wil overbrengen.
Over life-vloggen gesproken: ik schrijf nu wel al weer een tijdje dagboekachtige blogposts. Dat is een vorm die beter bij me past. Ook hoef je dan niemand te filmen die zich daardoor geremd voelt. Je kunt gewoon vertellen over de gebeurtenissen. Ze eventueel mooier opschrijven dan ze waren. Of er geheel iets anders van maken.
Toen we van het etentje richting huis reden – mensen waren zo aardig om ons een lift met de auto te geven – langs plaatsen als Bakkum, vroeg ik me af of mensen überhaupt nog zitten te wachten op autobiografische blogposts. Misschien is dat verleden tijd.
Ik vind het leuk om ze te schrijven en dit blog te gebruiken als een soort van dagboek. Dat kunnen ook simpele posts zijn over wat ik aan het lezen ben, trouwens.
En wat te denken van stripnieuws? Zal ik weer persberichten doorplaatsen om jullie op de hoogte te houden? Of is een site als stripjournaal.com afdoende? Nu heb ik altijd al alleen het nieuws wat mij boeide vermeld of doorgeplaatst, maar tegenwoordig zijn er zoveel blogs die publiceren over strips. Dat dit soort nieuws vermelden me daarom overbodig lijkt.
Enquête
Maar als ik me daarin vergis, hoor ik het graag. Dus gooi ik het even in de groep:
Vlogs zijn er in alle soorten en maten. En dat geldt ook voor vloggers natuurlijk. Olav Beemer is met een stripvlog begonnen. En ik ontdekte een oudgediende op YouTube deze week.
Wanneer ik op de hometrainer zit, kijk ik ze vaak. Mijn voorkeur gaat uit naar essayachtige vlogs, zoals mooie video-essays over films. Maar ik kijk ook wel naar de praatvlogs van Kevin Smith. Omdat het Kevin Smith is en hij tof praat over geeky dingen.
Voorlezen
Een nieuwe trend die ik veel op YouTube zie, zijn vloggers die een artikel voorlezen en daar commentaar opgeven. Eigenlijk zijn dat podcasts met een stilstaand beeld. Daar is weinig video aan. Ik vermoed dat men op deze vorm is overstapt omdat je pas wat geld verdient met YouTube als je heel veel publiceert, bij voorkeur elke dag. Zo werkt het algoritme tegenwoordig.
WeeklyDose Olav Beemer, vertaler van onder andere RW Comics, is begin dit jaar een vlog begonnen. Eens per maand recenseert hij hierin comics, zoals de nieuwe reeks Strangers in Paradisein de eerste vlog.
Maar vertelt hij vooral heel interessant over het vertalen van strips. Over zijn tijd bij Juniorpress bijvoorbeeld, waar hij onder andere de Vergelders vertaalde. Daarbij geeft Olav ook handige tips en trucs.
Ik vind dat soort dingen echt smullen, omdat Olav zaken aankaart waar ik al jaren vragen over heb. Natuurlijk kan ik hem hierover ook een keer interviewen. Een idee dat op mijn to-do-lijstje komt.
Olav vernoemde zijn vlog WeeklyDose naar zijn site met dezelfde naam. Ook al zijn ze dus niet weekly, maar monthly, zoals de meeste comicseries.
Casey Neistat
Een vlogger die ik sinds een paar dagen koortsachtig en obsessief heb bekeken is Casey Neistat. Frank Meeuwsen schreef een aardige blogpost over de podcast Geeky Dingen. Terugbladerend stuitte ik op zijn post over deze video van Neistat:
Inspirerend nietwaar? Het algoritme van YouTube was bereid om mij nog veel meer vlogs van deze internetberoemdheid voor te schotelen. Neistat leeft van het vloggen en publiceerde zo’n anderhalfjaar lang dagelijks een nieuwe aflevering.
Hij construeert zijn verhaal met de klassieke drie-akte-structuur: opening, conflict, resolutie. Dat is slim, want zo maakt hij iedere dag een soort van samenhangende episode. Maar dat is niet de reden dat ik naar zijn video’s bleef kijken.
Ik weet namelijk niet of ik Casey zelf nu zo boeiend vind – een probleem dat ik met veel vloggers heb die vooral over zichzelf praten of alleen op chronologische wijze vertellen hoe hun dag verloopt. Ik kijk echter wel graag naar de mooie beelden die hij van New York maakt, een stad die mij tot de eeuwigheid zal blijven boeien. Op straat haalt hij wel eens bijzondere capriolen uit. Zoals die keer dat hij na zware sneeuwval door de stad ging snowboarden:
Daarbij komt hij vaak op plekken waar ik nieuwsgierig naar ben, zoals achter de schermen bij de Oscars. Ook heeft hij interessante ontmoetingen met andere vloggers zoals Peter McKinnon. Dat zijn als het ware team-ups tussen twee YouTube-grootheden.
Neistat maakt ook gebruik van veel camera’s en monteert alle beelden vlot in elkaar. Dat maakt zijn vlogs de moeite van het bestuderen waard.
Wat ik met al deze kennis en studie ga doen, weet ik nu nog niet. Ik zie mezelf niet 1,2,3 dagelijks een vlog opnemen, om maar iets te noemen. Maar er komt vast wel iets boeiends uit deze kijkuren. Daar ben ik van overtuigd.
Cabaretier en tekstschrijver Thijs van Domburg is een professionele geek. Hij houdt van comics en heeft een indrukwekkende verzameling action figures.
Daar was ik erg nieuwsgierig naar, dus vertelt hij in deze vlog over zijn verzameling. Zo begon het allemaal met zijn liefde voor de Teenage Mutant Ninja Turtles… Nou ja, we laten Thijs gewoon zelf aan het woord.
Naar aanleiding van de vlog had Thijs nog een kleine correctie: ‘Even gefactcheckt: de twee speelgoedlijnen waar de Transformers uit voort kwamen heetten Diaclone en Microman. Voor ik woedende nerds achter me aan krijg.’
Van de week zat ik gefascineerd en vol verbazing te kijken naar de Tegenlicht Documentaire Goudzoekers in YouTube-land.
Hierin werden enkele vloggers geportretteerd die dankzij het videoplatform beroemd zijn geworden en videomakers die heel graag die status willen bereiken. De nadruk bij de succesvolle makers lag vooral bij het proberen te scoren van zoveel mogelijk kijkers en abonnees, want dat levert ze allerlei deals op met grote merken en doet het geld binnenstromen.
Opmerkelijk in dat verhaal zijn voor mij twee dingen. Allereerst is het algoritme van YouTube zo ingesteld dat video’s langer dan tien minuten een voorkeursbehandeling krijgen. Lange video’s bieden namelijk meer kansen om reclames te plaatsen. En hoe meer kijkers, hoe meer geld.
Ten tweede viel me op dat je als vlogger eigenlijk elke dag moet uploaden om echt mee te kunnen dingen naar de hoofdprijs. Damn, ik zie mezelf niet iedere dag een video maken van mijn leven en die delen met duizenden of, in mijn geval, tientallen kijkers.
Waar moet je het in godsnaam elke dag over hebben?? En wie zit daar op te wachten?
Dat laatste vroeg ik me sowieso af toen ik hoorde dat de meeste video’s draaien om alledaagse vlogs van verder niet bijzondere mensen. En dan heb je nog vlogs zoals die van Jordi van den Bussche, aka Kwebbelkop die in zijn video’s toont dat hij een game aan het spelen is.
Eigenlijk wil ik hier niet op afgeven, want die video’s zijn duidelijk voor een ander publiek bedoeld dan ondergetekende. En iedereen moet maar gewoon kijken wat hij wil. Toch voelde dat streven naar roem en geld, wat in de documentaire dé motivatie leek van alle vloggers, zo verschrikkelijk leeg.
Vriend en blogcollega Frits Jonker wist dat gevoel heel goed te vatten in onderstaande tekst. Frits geeft hierin een visie van sociale media en de huidige stand van de wereld waarin ik me helaas goed kan vinden.
Enkele punten:
Sociale Dwang. Waarom zou je je de hele tijd over zaken moeten uitspreken op sociale media?
Grote bedrijven als Google, YouTube, Facebook, Apple zijn niet onze vrienden maar onze vijanden. ‘Ze zijn totaal, maar dan totaal niet geinteresseerd in mijn of uw welzijn of kwaliteit van leven. We worden gehersenspoeld, uitgekleed en misbruikt.’
Hier kom ik later nog wel op terug. Eerst maar eens de tekst van Frits lezen en laten bezinken.
Als ik lees wat je tegenwoordig allemaal moet doen om Instafamous te zijn, denk ik: geef mijn portie maar aan fikkie. Niet alleen kun je karrevrachten aan volgers en likes kopen om je account op te waarderen, ook zijn er speciale instagroepen of comment pods.
[W]ie niet wil kopen, zijn er alternatieven. Veel instagrammers zitten bij elkaar in zogenaamde instagroepen, of comment pods. Als ze een bericht plaatsen, gooien ze dat in die groepen, en gaat iedereen elkaars berichten liken en commenten. Het idee is dat het algoritme je beter oppakt als je in de eerste 20 tot 30 minuten veel interactie hebt.
In die groepen gelden soms strenge regels, zoals binnen 24 uur reageren met minstens drie woorden en mét een emoji. Houd je je niet aan die regels, dan vlieg je er zo uit. “Ik werd helemaal gek”, zegt Sophie May (116.000 volgers) die héél even in zo’n groep zat, maar er snel weer uitging. “Die meiden sturen om de 3 minuten een foto in, dat gaat de hele dag door.”
Lekker dan.
Droom
Misschien heb ik er ooit wel eens over gedroomd dat mijn blog mij roem en aanzien bracht. Dat ik via het web een bekende schrijver zou worden. Een blogger die overal werd uitgenodigd, gratis spullen kreeg opgestuurd en weet ik veel wat nog meer. O ja, en groepies natuurlijk.
(Aangezien ik een relatie heb, zou dat laatste niet erg gewaardeerd worden, vermoed ik.)
Of, praktisch: dat ik geld zou verdienen met mijn blog zonder mijn journalistieke integriteit in te moeten leveren omdat ik te commercieel zou worden en daarbij ook nog eens advertenties zou plaatsen.
Bloggen voor geld. Ha, op dit moment is het bijna niet eens mogelijk om rond te komen van de journalistiek!
Kortom, van die droom is weinig terechtgekomen. Op Instagram heb ik nu 523 volgers, op Twitter ruim 1200. Dat valt in het niet bij de beroemde instagrammers die in de reportages van Mashup aan het woord komen. Ik zie mezelf echter geen volgers en likes kopen. En zo’n comment pod lijkt me ook de hel.
Fake en te gelikt
Daarbij valt het me op dat die instameiden er zelfs voor de camera van de NOS uitzien alsof ze ieder moment hun rondje op de catwalk moeten maken.
Veel foto’s op Instagram zien er ook uit alsof ze uit een modecatalogus komen. Zwaar gestileerd, allemaal met dezelfde sfeer zodat ‘het merk’ duidelijk naar voren komt. Een van de instagrammers in de video’s klaagt ook dat het zoveel tijd kost om al die foto’s te photoshoppen. Daar wil ik niet op afgeven hoor, want mensen moeten doen waar ze zichzelf goed bij voelen. En als ze zo flink geld binnenhalen, more power to them.
Maar geef mij maar echt. Of zo echt mogelijk. Echt internet. Internet écht.
Bovendien wil ik gewoon bezig zijn met die paar dingen die mij boeien en niet met wat anderen eventueel zouden willen lezen of zien. Kortom, ik wil mijn eigen weg volgen. Of die weg nu in de marge zit of niet.
Geef mij maar gezellige geeks die covers delen van de comics die ze die week hebben gekocht, of omdat er die dag een specifiek thema is afgesproken. Geef mij maar foto’s van action figures, of, zoals nu eindelijk weer lekker kan: vallende herfstbladeren. Fanart, stripplaatjes die men tof vindt. Filmframes van je favoriete cinematografische hoogte- en dieptepunten. En foto vanuit een huis omdat de zon zo fijn ondergaat en de wereld warm kleurt. Zonder filter. Zonder photoshop. En zonder zes lagen make-up.
Ongetwijfeld zou ik meer volgers scoren als ik me op alle kanalen bij een specifiek thema zou houden. Als ik alleen zou bloggen over strips op mijn site, en als ik voor ieder thema een apart instagramaccount zou aanmaken. Dat vind ik echter te veel gedoe, maar het is wel iets waar ik meer rekening zou kunnen houden.
Aan de andere kant: ik ben superblij met het aantal mensen dat mijn posts leest, of dat naar mijn instafoto’s kijkt. Meer mag altijd, maar het is mij nooit om de kwantiteit te doen geweest. En daarbij heb ik echt genoeg lezers op mijn blog om door uitgeverijen als serieus medium gezien te worden. Ze sturen mij hun uitgaven op, vaker ongevraagd dan gevraagd.
Strips blijft nu eenmaal een niche-medium, en dat geldt voor veel films die ik mooi en boeiend vind ook. Toch, de mensen die van strips houden, weten mijn werk online goed te vinden en vaak te waarderen.
Meer kan deze journalist zich dus niet wensen…
Nou ja, behalve meer betaalde opdrachten over de onderwerpen waar ik graag over schrijf. Toch maar eens wat make-up op doen dan en guitig in de camera kijken?
Van de week was ik op bezoek bij Peter van Dongen om hem te interviewen voor de VPRO gids.
In november komt namelijk Familieziekuit, Peters bewerking van het gelijknamige boek van Adriaan van Dis.
Na het gesprek haalde ik mijn camera uit de tas en liet de stripmaker enkele pagina’s zien van het nieuwe Blake & Mortimer-album waaraan hij samen met Teun Berserik werkt. Ze tekenen allebei de helft van het verhaal ‘De Vallei der Onsterfelijken’ dat door Yves Sente geschreven is. Het is het eerste deel van een verhaal dat twee albums zal beslaan. De nieuwe Blake & Mortimer komt in het voorjaar van 2018 uit.
Ik vind het fantastisch om te zien hoe gedetailleerd Peters potloodtekeningen zijn.
En nu we het toch (weer) over Kriek hebben: hij maakte ook de cover voor de nieuwste Schokkend Nieuws, met niemand minder dan Stephen King in de hoofdrol. Nu ben ik een fan van deze schrijver en ik vond de special echt smullen.
De aanleiding voor het extra dikke nummer: schrijver Stephen King wordt op 21 september zeventig jaar! Schokkend Nieuws eert de vader van o.a. Carrie, Christine, Cujo en It met een dikke special. Julius Koetsier reisde speciaal naar Los Angeles om een interview te doen met de castleden van de nieuwe It (vanaf 6 september in de bioscoop). Roel Haanen heeft een interview met de man die vele King-verhalen verfilmde; Mick Garris regisseerde onder meer The Stand en de televisieversie van The Shining. De Nederlandse horrorschrijver Martijn Adelmund (Max Havelaar met Zombies) vertelt in een speciaal voor SN geschreven essay welke tien dingen hij leerde van Stephen King. Uiteraard wordt er ook uitgebreid gekeken naar de vele verfilmingen van de verhalen van Stephen King.