Categorieën
Mike's notities Strips

Avonturen in Brussel

Vrijdag en zaterdag was ik in Brussel voor mijn werk. Ik bezocht vier exposities, interviewde de Deense stripmaker Halfdan Pisket en sprak tussendoor met veel mensen.

Vandaag voel ik me dan ook nog behoorlijk gaar. Dit soort persreisjes zijn echt heel intensief, maar ze geven ook het gevoel alsof je een avontuurlijk leven leidt. En dat is leuk natuurlijk. Vooral omdat ik de afgelopen maanden vooral thuis achter mijn bureau doorbracht. En dan is Brussel een behoorlijke cultuurschok, want je hoort er allerlei talen op straat. En vooral veel talen die ik niet versta, zoals Frans.

De exposities waren allemaal interessant. Peyo: A Retrospective, geeft een mooi overzicht van de carrière van de geestelijk vader van de Smurfen. Samen met enkele collega’s uit binnen- en buitenland was ik vrijdagmiddag in de Hoeve van het kasteel van Terhulpen, dat even buiten Brussel ligt, om de expositie te bezichtigen.

Even ervoor werden we geïntroduceerd in de wereld van de kunstenaar Jean-Michel Folon.

’s Avonds dronk ik een drankje met Willem De Graeve, met wie ik altijd probeer af te spreken wanneer ik in Brussel ben. Het was leuk Willem weer te zien en goed om te horen dat mensen het Stripmuseum, waar hij mededirecteur van is en hoofd pr, weer weten te vinden. Na de aanslagen van moslimextremisten in Parijs en Brussel waren er logischerwijs minder toeristen bereid om Brussel en het stripmuseum te bezoeken.

Later die avond at ik een gourmet burger in restaurant Gourmet Burgers, en sprak ik nog met twee aardige Belgische gasten over wat zij van Brussel vonden. In mijn hotelkamer keek ik naar Luther, maar eigenlijk word ik nooit blij van deze serie omdat ie zo’n naargeestig wereldbeeld toont.

Zaterdag sprak ik een uur met Halfdan Pisket in het Plaza Hotel. Een interessante conversatie die ik vanaf morgen zal uitwerken voor de VPRO gids. We spraken vooral over de trilogie die hij over het leven van zijn vader maakte, over wat het betekent om Turkse wortels te hebben in Denemarken en het maken van strips. Pisket was in Brussel namens het literaire Passa Porta Festival, dat tweejaarlijks plaatsvindt. Pisket zou een stripverslag van het festival maken.

Halfdan Pisket. Foto: Michael Minneboo

Daarna toog ik naar het Stripmuseum om de expositie over Coverkunst te bekijken en die over stripmaker Gipi.

Na afloop dronk ik koffie met Rachid, mijn gastheer die middag. Hij spreekt vloeiend Frans en Arabisch, en een beetje Nederlands en Engels. We spraken dus in drie verschillende talen met elkaar. Omdat we welwillend naar elkaar waren, lukte het ook nog om elkaar te begrijpen. Ik vond dat een boeiend gesprek omdat we het veel over zijn geloof hebben gehad. Ik wilde bijvoorbeeld weten hoe hij nu weet waar Mekka zich bevindt als hij moet bidden, maar daar is dus gewoon een app voor die de richting aangeeft. Rachid vertelde me ook dat veel moslims het erg moeilijk hebben met het feit dat de extremisten aanslagen plegen uit naam van de islam. Eigenlijk zijn ze dus net zo goed slachtoffer van deze aanslagen, omdat mensen hen vaak ervoor aankijken.

Stripmuseum Brussel

Ik realiseerde me door dit gesprek dat ik in Nederland bijna nooit met moslims praat en verdomd weinig over hun geloof weet. Nu vermoed ik dat dit voor veel Nederlanders geldt, wat deels het effect verklaard van de angstcampagne die Geert Wilders al jaren voert. We moeten meer met elkaar rond de tafel zitten, volgens mij wordt de wereld daar beter van.

Nu moet ik wel zeggen dat ik als atheïst moeite heb met het geloof in het algemeen, maar voor mij is het waarschijnlijk net zo moeilijk voor te stellen dat mensen een god in hun leven ervaren, als het voor hen is om zich voor te stellen dat ik dat niet ervaar.

Mooi werk van Gipi.

Als laatste zocht ik nog even stripmaker Judith Vaninstendael op die in Beursschouwburg voor het Passa Porta Festival zat te tekenen. Mensen mochten haar een vraag stellen, die zij dan probeerde te beantwoorden met een tekening. Toen ik erbij stond, vroeg een studente of Vanistendael problemen had in de stripwereld omdat ze een vrouw was. Dat klopte wel, vond Judith. Vrouwen worden anders behandeld dan mannen. Op de achterflap van een boek waar ze samen met een man aan werkte, liet de uitgever namelijk zetten dat Judith drie kinderen had, terwijl over de vijf kinderen van de man geen woord werd geroerd. Vrouwen worden dus anders bekeken en natuurlijk niet alleen in de wereld van de strip.

‘Je kunt de vraag ook omdraaien,’ opperde ik. ‘Heb je wel eens voordeel gehad van het feit dat je vrouw bent?’
‘Dat komt vaker voor, zei Judith. Omdat er minder vrouwen zijn die strips maken dan mannen wordt ze vaker uitgenodigd voor festivals bijvoorbeeld.

Beursplein

Ik kom binnenkort nog uitgebreid terug op de exposities, want daar valt een hoop over te vertellen en te laten zien. Wat een bezoek bij Brussel altijd bij mij aanwakkert is het gevoel dat we allemaal wereldburgers zijn. We moeten het allemaal doen op deze kleine planeet en we moeten het allemaal met elkaar doen. Van welke cultuur je komt en welke taal je spreekt, doet er niet zo heel veel toe, zolang je maar bereid bent tot dialoog. Dat inzicht krijg ik eigenlijk vaak alleen als ik op reis ben, en niet als ik de wereld aanschouw vanuit thuis, via sociale media of oude media.

Categorieën
Film

Fantastic Fashion op Imagine

Tijdens het Imagine filmfestival dit jaar staan kostuums en design in de fantastische film centraal.

En dat is een mooi thema, waar je alle kanten mee op kunt. In een breed en gevarieerd themaprogramma richt Imagine de blik op de rol van kostuums en stilering bij het creëren van de fantastische illusie. Naast een uitgebreid filmprogramma is er een groot randprogramma met gasten uit binnen- en buitenland.

Zo is Lindy Hemming (1948), kostuumontwerper van onder andere de Batman-trilogie van Christopher Nolan en de Wonder Woman-film die 1 juli uitkomt, eregast. (Lees hier een interessant artikel over haar werk.)

James Bond
De uit Wales afkomstige kostuumontwerpster studeerde af aan de Royal Academy of Dramatic Art. Zij begon haar carrière als kostuumontwerpster bij Britse regisseurs als Mike Leigh en Stephen Frears. In 2000 ontving zij een Oscar voor Topsy-Turvy. Zij maakte de kostuums voor de James Bond-films Goldeneye, Tomorrow Never Dies, Die Another Day en Casino Royale.

Hemming zal een openbare masterclass geven. Hierin zal zij aan de hand van werktekeningen en veel ander materiaal vertellen over haar werk en de manier waarop haar ontwerpen het fantastische karakter van de films mede hebben gevormd. In de openbare ruimte van EYE wordt een selectie van haar ontwerpschetsen en ander werkmateriaal gedurende het hele festival tentoongesteld.

Wonder Woman in de tv-serie uit de seventies.

Wonder Woman
Over Wonder Woman gesproken: de Canadese historicus, auteur en blogger Tim Hanley publiceerde uitgebreid over Wonder Woman en vertelt in zijn lezing over de veelbewogen geschiedenis van deze superheldin.

Er is verder nog een symposium over mode en een filmprogramma dat thematisch met fashion te maken heeft. Voor het laatste nieuws en updates verwijs ik je graag door naar de site van Imagine.

Superheldenkostuums
Vandaag ben ik vanwege het themaprogramma op Imagine druk bezig geweest met het schrijven van een achtergrondartikel over superheldenkostuums voor de VPRO gids. Het stuk begint al aardig vorm te krijgen. Er valt ook heel veel over dit onderwerp te vertellen, maar ik heb slechts 900 woorden. Om het artikel leesbaar te houden moet ik me dus beperken tot de zaken die ik het relevantst vind.

Imagine Film Festival
12 – 22 april 2017
EYE, Amsterdam
www.imaginefilmfestival.nl

Categorieën
Bloggen Strips

ShowCase: In the Pines

In ShowCase aflevering #2915 vertelt Frits Jonker over het handletteren van In the Pines.

showcase-kriekMocht je je afvragen waarom ik de laatste tijd zoveel aandacht besteed aan het blog van Frits, dan kan ik je daar een simpel antwoord op geven. Allereerst vind ik Frits’ papieren en digitale blogs zo tof, dat ik vind dat zoveel mogelijk mensen van ze op de hoogte gebracht moeten worden. De papieren strookjes publiceert Frits niet online, dus wie ze wil ontvangen zal met de blogger zelf contact moeten opnemen. Ten tweede is dit een mooi verhaal dat in het verlegde ligt van mijn interview met Jonker dat recent in de VPRO Gids is gepubliceerd. Wordt de stripwereld weer eens wakker en gaan uitgevers Frits weer massaal inhuren om het beeldverhaal te letteren? Ik kan het alleen maar hopen.

Tot slot kan het werk van Kriek niet vaak genoeg onder de aandacht gebracht worden. (En nee, dat voelt niet als een verplichting zoals ander stripgerelateerd blogwerk wel voelt.)

Uiteraard heb ik toestemming van Frits om zijn werk hier ook te publiceren. We zijn nog meer samenwerking van plan voor de nabije toekomst, maar daarover later meer.

Categorieën
Film Strips

Krieks Brimstone

Erik Kriek maakte een prachtige omslagillustratie voor de VPRO Gids met als thema de horrorwestern Brimstone.

We zien op de illustratie hoofdrolspelers en tegenstanders Guy Pearce en Dakota Fanning. Natuurlijk maakte Kriek vorig jaar In the Pines en ik hoop van harte dat hij in de toekomst eens een lekkere western-strip maakt met alles erop en eraan.

brimstone erik kriek cover

In het kort:
Brimstone is an epic thriller set in the old west. A triumphant tale of powerful womanhood and resistance against a violent past that refuses to fade.

Liz (Dakota Fanning) is a mute young woman who lives together with her husband and two children. She is a midwife and communicates through sign language, sometimes assisted by her daughter. Her relationship with her 14 year old son could be better, but otherwise Liz’s life seems pretty good.

When the new reverend (Guy Pearce) climbs the pulpit in church, Liz freezes. She immediately knows she and her family are in danger.

In four chapters we see not only how the reverend tries to take everything Liz loves away from her, but also how her life has unfolded in the past.

Brimstone is a genre-bending film that draws inspiration from the American Southern Gothic genre, but also has a strong foothold in Dutch religious culture.

Wederom een film over hoe een misselijk mannetje dat het gelijk van God/Allah aan zijn kant denkt te hebben en het leven van anderen en met name vrouwen zuur maakt. Geen lichte kost dus, maar helaas wel nog steeds zeer actueel.

Brimstone werd geregisseerd en geschreven door Martin Koolhoven. Al jaren was het zijn diepe wens deze western te maken en nu draait zijn film dus in de bioscoop.
Eigenlijk zou ik vanavond naar een speciale voorstelling van deze film gaan met na afloop een Q&A met de regisseur.

Een of ander virus houdt me echter al een paar dagen aan huis gekluisterd en zorgt ervoor dat mijn lijf aanvoelt alsof mijn botten van beton zijn gemaakt. Dit ziek-zijn maakt het herschrijven van mijn boek er ook niet makkelijker op. Alles staat op een lager pitje. Brimstone moet dus even wachten…

Categorieën
Minneboo leest Strips

Sutu’s fascinerende stripexperimenten

De stripverhalen van motion comics-pionier Sutu verkennen de mogelijkheden van het medium en zijn eigen fascinaties. ‘De gereedschappen die technologie ons biedt en hoe die zich gaan ontwikkelen vind ik heel boeiend.’

De Australische stripmaker en interactive designer Sutu (pseudoniem van de in 1981 geboren Stuart Campbell) is een van de pioniers op het gebied van motion comics: digitale stripverhalen die verrijkt zijn met animatie, muziek en geluidseffecten.

Sutu tijdens een workshop.
Sutu (midden) tijdens een workshop.

Sutu maakt futuristische verhalen over hoe digitale communicatie er in de toekomst uit kan zien. Ook bewerkte hij traditionele verhalen van Aboriginals tot interactieve beeldverhalen en creëerde hij samen met inheemse kinderen een ruimteavontuur dat zich afspeelt in de Australische rimboe. Een getalenteerde tekenhand, geluidseffecten, animaties, muziek en vooral een interactieve component vormen de basiselementen waarmee Sutu zijn digitale stripverhalen vormgeeft. ‘Dat je al die elementen kunt combineren om één ervaring te creëren, vind ik de kracht van het medium,’ zegt Sutu.

NAWLZ. Origineel.
NAWLZ. Origineel.

Kenmerkend aan zijn strips is dat de technische middelen altijd in dienst staan van het verhaal en nooit alleen maar aanwezig zijn als gimmick. Het beste voorbeeld hiervan is Modern Polaxis. Een dagboek van een tijdreiziger dat als fysiek stripboek is uitgebracht. Wie zijn tablet of telefoon boven het boek houdt en via een speciale augmented reality app leest, ziet de strippagina’s door animaties tot leven komen. Pas dan wordt het paranoïde wereldbeeld van de hoofdpersoon zichtbaar.

‘Waar je als maker van motion comics voor moet oppassen is dat mensen moeten uitzoeken hoe ze je verhaal precies dienen te lezen. Het ontwerp moet intuïtief te volgen zijn. Soms draven makers door wat interactiviteit betreft, waardoor lezers het verhaal niet goed meer kunnen volgen, gefrustreerd raken en hun interesse verliezen.’

Futuristisch
In juni was Sutu in het ABC Architectuurcentrum Haarlem om tijdens de expositie Motion Comics: The Beginnings een workshop te geven over hoe je digitale comics voor Instagram kunt maken. Terwijl de cursisten druk bezig zijn, schuift Sutu aan in de keuken om over NAWLZ te praten: een psychedelisch en interactief cyberpunkverhaal dat de vervagende grens tussen realiteit en het virtuele onderzoekt. De titel verwijst naar stad Nawlz, een echo van de futuristische metropolis zoals we die kennen uit films als Blade Runner. Dankzij breinimplantaten is de digitale wereld via een soort telepathie toegankelijk, waardoor werkelijkheid en het virtuele nog moeilijk van elkaar te onderscheiden zijn. Het is Sutu’s toekomstbeeld van hoe het internet zich zou kunnen ontwikkelen.

nawlz-sutu
Nawlz.

In het verhaal volgen we cyber-graffiti kunstenaar Harley Chambers die zijn hallucinatie over de hele stad probeert te verspreiden. ‘Chambers vraagt zich af waar creativiteit vandaan komt, waar ideeën geboren worden en hoe je die vanuit je bewustzijn en fantasie kan communiceren in de fysieke wereld. De frustraties die bij zijn werk komen kijken zijn een commentaar op de uitdagingen waar ik als maker mee te maken heb. Ik vind de gereedschappen die technologie ons biedt en hoe die zich gaan ontwikkelen heel boeiend.’

Street art
De fijne, dunne lijnen van Sutu’s tekenstijl, zijn gedetailleerde, futuristische decors en zijn toekomstvisie, doen denken aan het werk van Moebius en Katsuhiro Otomo’s manga Akira. ‘De strips van deze makers zijn mijn bijbels en grootste invloeden.’ Verder haalt de stripmaker inspiratie uit zijn omgeving en persoonlijke fascinaties. Terwijl hij werkt, reist hij zo’n beetje de hele wereld rond.

Nawlz.
Nawlz.

‘Ik reageer altijd veel op de omgeving waarin ik me bevind. NAWLZ maakte ik toen ik in steden woonde en vaak Tokyo bezocht. Ik reageerde positief op de urbane omgeving. Het tekenwerk voor die strip is verwant aan de street art waar ik toen actief bij betrokken was. Toen ik daarna verhuisde naar de Australische woestijn, begon ik illustraties te maken van buitenaardse landschappen en zaten er ook meditatieve momenten in de verhalen. Ik hou van de relatie tussen personages en de omgeving die ze tot hun beschikking hebben. Daarnaast heb ik altijd interesse gehad in toekomstverhalen, sciencefiction, en de esthetische kanten van dat genre. Nadenken over hoe een telefoon er in de toekomst uitziet bijvoorbeeld. Al wil ik mezelf niet vastleggen aan een specifiek genre. Daarom heb ik These Memories Won’t Last gemaakt: ik wilde uitvinden of ik ook een persoonlijk verhaal kan vertellen.’

Alzheimer
these_memories_sutuThese Memories Won’t Last
, de strip die dit jaar genomineerd was voor een Eisner Award, is een mooi voorbeeld van het sociaal engagement in Sutu’s werk. De interactieve strip draait om een grootvader die lijdt aan de ziekte van Alzheimer.

‘Dat verhaal gaat over mijn opa die zich door zijn geestesziekte niet meer kon herinneren wat er twee minuten geleden was gebeurd, maar wel opeens dingen van 80 jaar geleden. Omdat hij op intellectueel niveau altijd erg bij was, vond ik het moeilijk om te zien hoe de ziekte de controle over zijn geest had overgenomen. Gedurende psychotische aanvallen vertelde hij me allerlei verhalen. Ik realiseerde me dat we een belangrijke bron aan het verliezen waren: iemand die op de vlucht voor de Tweede Wereldoorlog asiel had aangevraagd in Australië en dus een belangrijk verhaal over immigratie te vertellen had. Een actueel thema dat ons laat reflecteren op onze eigen identiteit: waar we vandaan komen en wie we eigenlijk zijn als tweede, derde generatie kolonisten. Als ik met zo’n stripverhaal de lezer wat historische context kan geven, dan worden mensen zich hopelijk beter bewust van hoe ze tegen hedendaagse vluchtelingen aankijken, zodat ze hen met meer respect behandelen.’

These Memories Won't Last.
These Memories Won’t Last.

Inmiddels is Sutu’s opa overleden. ‘Ik heb de strip wel aan hem laten zien, maar toen was hij al te ver heen om deze nog te kunnen begrijpen.’

www.sutueatsflies.com
Meer over motion comics lees je op de site Screendiver.com.

Bij wijze van grote uitzondering een foto van mij terwijl ik Sutu interview. Just because I can. Dank aan Geert van de Wetering en Submarine Channel.
Bij wijze van hoge uitzondering een foto van mij terwijl ik Sutu interview. Just because I can. Dank aan Geert van de Wetering en Submarine Channel.

Dit interview is gepubliceerd in VPRO Gids #35 (2016).

Categorieën
Strips

Motion comics expositie: Strips in beweging

Met de expositie Motion Comics: The beginnings wordt er tijdens de Stripdagen Haarlem gekeken naar de toekomst van het beeldverhaal. Remco Vlaanderen, producent/redacteur bij Submarine Channel: ‘Het medium is volop in ontwikkeling.’

banner-expo-02‘Moet je kijken,’ zegt Remco Vlaanderen enthousiast terwijl hij zijn tablet vasthoudt. ‘Dit is Upgrade Soul van Ezra Claytan Daniels en Erik Loyer. Een stripverhaal over een bejaard stel dat meedoet aan een uniek verjongingsexperiment, dat natuurlijk volledig misgaat. Het is een van de mooiste voorbeelden van wat motion comics kunnen zijn. Je bekijkt de strip op je tablet, en als je die beweegt, krijg je een 3D-effect in de tekeningen. Als je op het scherm tikt verschijnen de plaatjes heel dynamisch en vloeiend in beeld. De muziek bepaalt in sterke mate de sfeer, volgt ook nog eens het tempo van de lezer en past zich daarop aan. Dit is dus echt een fundamenteel verschil met hoe een papieren strip werkt.’

Remco Vlaanderen. Illustratie: Gustavo Garcia.
Remco Vlaanderen. Illustratie: Gustavo Garcia.

Vlaanderen is sinds 2005 werkzaam als producent en redacteur bij Submarine Channel: een internationaal distributie- en productieplatform voor innovatieve digitale mediaproducties waarin nieuwe manieren van vertellen worden onderzocht, zoals interactieve documentaires en motion comics. Submarine organiseert Motion Comics: The Beginnings, de tentoonstelling op de Stripdagen die zich richt op de toekomst van het beeldverhaal.

The Art of Pho.
The Art of Pho.
The Art of Pho.
The Art of Pho.

Vlaanderen is een van de samenstellers en al jaren een ambassadeur van het medium: ‘We willen niet zo zeer een historisch overzicht geven, maar mensen kennis laten maken met het medium en laten zien dat het een heel spannende, nieuwe manier is van strips maken en lezen. Motion comics hebben doorgaans een slechte reputatie. Dat komt omdat veel mensen alleen de inferieure versies kennen die door grote Amerikaanse uitgeverijen gemaakt worden. Die blijven dicht bij de oorspronkelijke papieren uitgaven. Illustraties van superhelden worden in deze producties vaak houterig geanimeerd en acteurs spreken de stemmen van de personages in. Over dat soort motion comics gaat de tentoonstelling dus niet. Je kunt namelijk veel interessantere dingen doen dan alleen wat elementen uit de strip animeren. Door gebruik te maken van muziek, tekst, en door te spelen met tijd, ontwikkelen de makers eigenlijk een soort van nieuwe visuele taal die anders is dan die van de papieren strip maar daar wel op voortborduurt.’

Paranoia
Hoe dat eruit kan zien demonstreert Modern Polaxis van de Australische striptekenaar en interactive designer Stu Campbell, die onder de naam Sutu publiceert. In deze strip houdt tijdreiziger Modern Polaxis een dagboek bij over zijn avonturen. Wie echter met een speciale app het stripboek bekijkt, ziet niet alleen de statische strippagina’s tot leven komen via animaties, ook wordt een extra verhaallaag onthuld waarin Polaxis al zijn paranoïde ideeën in heeft verstopt.

Sutu is een van de pioniers op het gebied van motion comics. Zijn strip These Memories Won’t Last is dit jaar genomineerd voor een Eisner Award, de Oscars van de stripwereld. Het is een prachtig, kort verhaal over zijn grootvader die aan de ziekte van Alzheimer lijdt. Als de lezer te lang bij een beeld blijft hangen, vervaagt dit langzaam. Een mooie visuele metafoor voor geheugenverlies. De stripplaatjes en teksten zitten aan elkaar vast via een rode draad die tegen de scrollrichting in beweegt. Je leest de strip dus alsof je verticaal langs een levenslijn beweegt. ‘De opbouw lijkt simpel maar is daardoor supereffectief. Sutu zet techniek altijd in ten dienste van het verhaal,’ zegt Vlaanderen.

these_memories_sutu
Wat maakt volgens Vlaanderen motion comics beter dan gewone strips?
‘Natuurlijk is het ene medium niet beter dan het andere, maar als je strips maakt die op een scherm gelezen moeten worden dan is het gek als je alleen een statische strip zou maken. Je werkt immers met een multimediaal platform. De elementen die je toevoegt mogen geen decoratie zijn, maar moeten echt essentieel zijn en het verhaal ondersteunen. De meest ideale motion comic zou niet meer goed werken als je een gebruikt element weg zou halen. Als je bijvoorbeeld het geluid weghaalt zou je dat echt moeten missen.’ Een mooi voorbeeld van de meerwaarde van audio bij een strip is The Land of the Magic Flute, Fons Schiedons vrije bewerking van Mozarts Die Zauberflöte. Tijdens het lezen zijn soms fragmenten van Mozarts opera te horen die achtergrondinformatie geven over de personages.

The Land of the Magic Flute.
The Land of the Magic Flute.
The Land of the Magic Flute.
The Land of the Magic Flute.

Originelen
Motion Comics: The Beginnings is een aangepaste voortzetting van de tentoonstelling die eerst op het Zwitserse stripfestival Fumetto te zien was. ‘We hebben vooral de originele pagina’s en andere fysieke werken overgenomen. We laten onder andere een meterslange, originele panoramatekening zien van de futuristische stad waar de strip NAWLZ zich afspeelt. Van Upgrade Soul hebben we originele potloodtekeningen. Van een aantal projecten hebben we een poster gemaakt waarop het maakproces stap voor stap wordt uitgelegd en we vertonen een videoprogramma met interviews met de makers en making of-reportages die een kijkje achter de schermen geven. We hebben zelf de digitale motion comics geselecteerd die zijn te zien op iPads. Dat zijn allemaal projecten van onafhankelijke makers die ambitieus of experimenteel zijn en met het medium iets vernieuwends doen. We laten overigens geen vage experimenten zien, alle projecten zijn voor een breed publiek toegankelijk.’

Rechts een originele tekening voor Upgrade Soul.
Rechts een originele tekening voor Upgrade Soul.
Upgrade Soul.
Upgrade Soul.

Over wat precies de eerste motion comic is, zijn de meningen verdeeld. Eind jaren tachtig waren er al games waarin elementen uit strips werden gebruikt. In 1996 begon Marvel Comics samen met America Online met het uitgeven van zogenaamde CyberComics, waarin ook muziek, animatie en interactie belangrijke elementen waren. Door de komst van internet begonnen stripmakers in de jaren negentig online digitale strips te publiceren. Deze webcomics bevatten soms ook geluid en vaak vereisten ze actieve participatie van de lezer: namelijk het klikken met muis of toetsenbord om nieuwe stripplaatjes te doen verschijnen of bladzijden om te slaan. In sommige strips krijgt de lezer zelfs de mogelijkheid om tussen verschillende verhaallijnen te kiezen.

‘Daar denken mensen vaak als eerste aan als je het over interactieve strips hebt. Zelf hou ik daar als lezer niet zo van tenzij er op een interessante manier geëxperimenteerd wordt met manieren van vertellen, zoals Meanwhile van Jason Shiga. Dat verhaal is een doolhof. Vanaf het beginpunt kun je uit bijna honderd routes kiezen. Van Meanwhile vertonen we de schitterende manshoge concepttekening die de basis vormde voor het interactieve werk.’

Het originele ontwerp van Meanwhile. Een prachtig doolhof.
Het originele ontwerp van Meanwhile. Een prachtig doolhof.

Met de komst van tablets en smartphones kan iedereen overal digitale strips lezen en lijkt voor motion comics de tijd rijp om een grote sprong te maken. Vlaanderen: ‘Voorheen moest je als maker zelf kunnen programmeren of samenwerken met een programmeur. Nu verschijnen er allerlei softwarepakketten waar je zelf motion comics mee kunt maken. Het medium is volop in ontwikkeling. Er zijn bijvoorbeeld experimenten met virtual reality comics. Hoe je het beeldverhaal opnieuw kunt uitvinden, binnen een nieuw medium als virtual reality, vind ik heel spannend. Een papieren strip heeft een afgebakende vorm waarvan iedereen de grammatica wel kent. Bij motion comics is de vorm nog lang niet uitgekristalliseerd en omdat je met multimedia werkt kun je duizenden kanten op.’

Motion Comics: The Beginnings vindt plaats in het ABC Architectuurcentrum van 3 juni t/m 24 juli.
Adres: Groot Heiligland 47
2011 EP HAARLEM

Dit artikel is gepubliceerd in VPRO Gids #23 (2016).

Categorieën
Strips

Tonio van Vugt: ‘Strip is te lang een geïsoleerd medium geweest’

Tonio van Vugt is de nieuwe artistiek directeur van de Stripdagen Haarlem en volgt Joost Pollmann op die in 2014 na twintig jaar afscheid nam. Omdat het festival dit weekend begint, is het een mooi moment Van Vugt eens nader te ondervragen.

Tonio van Vugt. Foto: Natasja van Loon.
Tonio van Vugt. Foto: Natasja van Loon.

Laten we met een Klokhuis-vraag beginnen: Wat is nu precies de taakomschrijving van een artistiek directeur van een stripfestival? Wat doe je eigenlijk?
‘Haha, nou dat wil je niet weten! Soms zit ik antwoorden te geven op punten en komma’s, maar mijn voornaamste taak is zorgen voor de inhoudelijke gravitas van het festival. Ik moet er voor zorgen dat een hoofdthema voldoende inspiratie biedt zodat andere projecten daarop in kunnen haken. Zoals het thema Underground in beeld dat ook de smaak bepaalt voor andere exposities, zoals het ¡Viva Pontiac!-project in Nieuwe Vide. Uit een hoofdthema komt dus van alles voort: exposities, lezingen en debatten.’

‘Bij mijn baan komt ook aardig wat politiek kijken en je charmante zelf zijn om mensen enthousiast te krijgen voor je ideeën. Het is fijn dat ik dit jaar het Teylers museum weer bij de Stripdagen heb weten te krijgen. Dat is een belangrijke slag. Soms speelt daar de factor geluk een belangrijke rol in. In Teylers zit nu namelijk iemand die heel enthousiast is over strips, en die heeft er ook een hoop energie in gestoken om de samenwerking tot stand te brengen. Als zo’n iemand er niet zit, loop je tegen een muur op. Ook fotogalerie De Gang heb ik bij het festival kunnen betrekken. Kortom, het is heel veel praten. Heel veel mensen leren kennen, Haarlem leren kennen…’

Mark Smeets. De triomf van het tekenen in het Teylers Museum.
Mark Smeets. De triomf van het tekenen in het Teylers Museum.

Hoe word je artistiek directeur van een stripfestival?
‘Dat gebeurt zodra de vorige directeur opstapt en ze een nieuwe directeur nodig hebben. (lacht). Die vorige directeur, Joost Pollmann, vertelde aan mensen in de stripwereld dat 2014 zijn laatste editie zou worden. Het was mijn vriendin Natasja die me erop wees dat ik wellicht ook een goede kandidaat zou zijn voor de functie. Ik heb eerst gecheckt of er niet al een kroonprins klaarstond, maar toen dat niet het geval was heb ik net als de rest gesolliciteerd.’

Waarom is de keus op jou gevallen, denk je?
‘Ik denk dat mijn redacteurschap van Zone 5300, het feit dat ik een groot netwerk in de stripwereld heb en zelf ook tekenaar ben geweest en dat perspectief dus meeneem, een rol heeft gespeeld in waarom ze voor mij hebben gekozen. En nu moet ik nog maar bewijzen dat ik de schoenen van Joost ook kan vullen.’

Stripdagen-Haarlem-2016Ik zou nieuwe schoenen kopen, want anders zit Joost zonder… Maar ik neem aan dat je bij zo’n sollicitatie een soort plan moet voorleggen.
‘Ik moest inderdaad een presentatie houden en heb daarin mijn visie op de Stripdagen Haarlem ontvouwd. Die was overigens niet zo spectaculair anders dan wat er daarvoor kwam. De Stripdagen zijn immers al een geweldig festival. Een van de dingen die ik toen voorstelde was de expositie De schilder getekend. Toen ik eenmaal was aangenomen hebben zakelijk directeur Thamara van Rijn en ik besloten dat het festival wel tien dagen zou kunnen duren omdat er genoeg te doen is en we de mensen de tijd willen geven om zoveel mogelijk exposities te bezoeken. Ook is toen het programma rond Pontiac de underground-strip tot stand gekomen.’

Wat zijn accentverschillen wat betreft je visie ten opzichte van je voorganger?
‘Ik heb ideeën om meer crossover te laten plaatsvinden, strip is te lang een geïsoleerd medium geweest. Haarlem was altijd al meer gericht op crossover tussen disciplines, zoals het feest in het Patronaat. Maar ik wil dat nog meer benadrukken. Dat doen we bijvoorbeeld met de nieuwe fototentoonstelling van Gert Jan Pos die de afgelopen jaren portretten maakte stripmakers. Dit past mooi in het thema van strips en is toch een ander medium. We hebben ook een paar theatervoorstellingen in de Toneelschuur, waaronder The King and Me van Ger Apeldoorn. We vieren natuurlijk het 75-jaige bestaan van Tom Poes met een expo, want dat is historisch belangrijk. En met de expositie over motion comics kijken we naar de toekomst van de strip. Submarine Channel kwam met dat idee en dat klonk meteen geweldig. Niet dat Joost dat soort expo’s niet had overigens…’

banner-expo-02‘De Stripdagen Haarlem bestaan immers al twaalf edities. Het is voor mij een beetje alsof ik het pak van een ander aantrek en dat pak moet nog wel lekker gaan zitten.
Het is wel zo dat de Stripdagen Haarlem een veelkoppig monster is, waarin al veel gebeurt. Voor sommige ideeën die ik heb is deze editie nog geen ruimte, dus ik voorspel dat ik in 2018 mijn ambities volledig waar kan gaan maken. Dit jaar heb ik gewoon ook veel tijd nodig gehad om de Stripdagen en Haarlem te leren kennen.’

Wat zou in 2018 nog zichtbaar moeten worden wat we nu nog niet zien?
‘Nou ja, we wilden bijvoorbeeld een groot podium doen op de markt om jou daar stripmakers te laten interviewen. Maar we hebben eigenlijk iemand extra in het team nodig die dat soort dingen coördineert. We hebben op dit moment maar een kleine organisatie. We willen ook meer samenwerken met andere festivals. Bevrijdingspop in Haarlem zou een partner kunnen zijn, maar ook buitenlandse festivals. Daar zit zeker nog potentiële groei in. En tegen die tijd mag de organisatie ook wel iets groter zijn.’

Jean-Claude Mézières.
Jean-Claude Mézières.

Gelukkig hebben we toch een Strip Talkshow kunnen regelen op zondag!

Het festival is nu tien dagen. De hoofdreden is natuurlijk omdat er zoveel te doen is, zoals je net al zei. Maar was er nog een andere reden voor deze verlenging?
‘Inderdaad. Het volle programma is de voornaamste reden en daarnaast scheppen die extra dagen ook de mogelijkheid om er meer dingen bij te doen. Zoals vijf dagen theaterprogrammering in de Toneelschuur. Er gebeuren zelfs al een aantal dingen voordat de Stripdagen officieel van start gaan, zoals de première van de documentaire over Theo van den Boogaard. Eigenlijk duurt het festival nu dus al bijna twee weken.’

Theo van den Boogaard.
Theo van den Boogaard.

Het speerpunt van de programmering ligt in de twee weekenden. Hoe wil je doordeweeks de aandacht van de bezoekers vasthouden?
‘We hebben doordeweeks lezingen, film- en theatervoorstellingen en er zullen nog enkele debatten worden georganiseerd. We hebben een pop-upstore waar we mensen kunnen ontvangen en waar ze met vragen terecht kunnen. Eigenlijk is maandag de enige echte rustige dag omdat een aantal tentoonstellingen dan gesloten zijn. Mensen kunnen vanaf dit jaar via de website hun eigen programma samenstellen. Dus stel dat je op woensdag naar Haarlem komt, dan kun je heel makkelijk zien wat je die dag allemaal kunt doen en zien en zo een menu voor jezelf creëren.’

Merel Barends exposeert ook in Museum Het Dolhuys!
Merel Barends exposeert ook in Museum Het Dolhuys!

Je hebt tussendoor al aardig wat programma-onderdelen genoemd. Noem eens twee dingen die mensen absoluut niet mogen missen deze editie.
‘Ten eerste de twee hoofdexposities, maar ik noem graag de tentoonstelling in de Vishal over de Underground in Nederland, van de jaren zestig tot nu. Hiervan is Peter Pontiac het focuspunt. Dat mag je echt niet missen! En natuurlijk het slotfeest op de tweede zaterdag in de Toneelschuur ook niet. Edmond Baudoin geeft een uniek tekenvoorstelling met een danseres. Ook treden onder andere The Unborn Brothers en Spinshots op. Daar komen nog wel een paar namen bij, maar dit is in ieder geval al bekend.’

Een, in verhouding, zeer korte versie van dit interview is ook gepubliceerd in VPRO Gids #23 (2016).

Categorieën
Minneboo leest Strips

Joe Hill over de sleutel tot goede horror

Met de horror-fantasy Locke & Key maakten Joe Hill en Gabriel Rodriguez een van de beste stripseries van de afgelopen tien jaar. ‘Effectieve horror is gebaseerd op empathie.’

‘Als kind had ik een abonnement op Fangoria omdat ik wilde lezen over horrorfilms en wilde weten hoe Tom Savini, Rob Bottin en Stan Winston die gore en bloederige special effects maakten,’ legt de Amerikaanse auteur Joe Hill (1972) uit als ik naar zijn fascinatie met horror vraag. Begin maart was hij een van de gasten op de Dutch Comic Con, een geslaagd festijn voor liefhebbers van comics, cultfilms, horror en sciencefiction.

Joe Hill. Foto © Shane Leonard. Met dank aan Uigeverij Luitingh-Sijthoff.
Joe Hill. Foto © Shane Leonard. Met dank aan Uigeverij Luitingh-Sijthoff.

Waarschijnlijk zit de liefde voor horror bij Hill ook in het bloed. Dat hij een zoon is van de beroemde schrijver Stephen King hield Hill aan het begin van zijn carrière angstvallig geheim: hij wilde dat het werk op eigen kracht gepubliceerd werd en niet vanwege zijn achternaam. Daarom nam Joseph Hillstrom King de pennaam Joe Hill aan.

Locke & Key
Inmiddels publiceerde de gelauwerde Hill enkele horrorromans en korte verhalen en maakte naam als schrijver van comics. Samen met de Chileense tekenaar Gabriel Rodriguez creëerde hij een van de beste Amerikaanse stripseries van de afgelopen tien jaar. Locke & Key draait om drie kinderen en hun moeder. Na de gewelddadige moord op hun vader verhuist het gezin Locke naar het huis van hun voorouders in het plaatsje Lovecraft, Massachuchetts. In huis liggen sleutels met speciale krachten die magische deuren openen. ‘Een van de sleutels is de Anywhere Key. Het lijkt me fantastisch om die te kunnen gebruiken. Je kunt daarmee overal ogenblikkelijk naar toe reizen dus dat bespaart behoorlijk op reiskosten,’ zegt Hill met een glimlach. ‘Daarbij lijkt deze sleutel het minste kwaad te kunnen. Die andere sleutels kunnen misbruikt worden.’

Locke-and-Key-demonDe familie Locke krijgt te maken met een kwaadwillend wezen genaamd Dodge. Dat deze in de echoput gevangen zit heeft alles te maken met het verleden van hun vader. Locke & Key biedt driedimensionale personages in een geloofwaardige omgeving waar magie en extreem geweld een belangrijke plek innemen.

Investering
locke_key_coverJoe Hill: ‘Effectieve horror is gebaseerd op empathie: die voel je als iemand waar je om geeft wordt blootgesteld aan buitenproportioneel gevaar. Empathie kun je alleen maar voelen voor personages die je als echt of volledig ervaart. Hier slaan veel horrorfilms, -verhalen en -strips de plank mis, daarin ontbreken namelijk unieke personages die het waard zijn om je emotioneel in te investeren. Ik vind dat personages bij wijze van spreken van de pagina af moeten springen. Ze moeten iets mysterieus hebben, iets onbekends, zodat je je afvraagt waarom ze zijn zoals ze zijn. Die vragen zijn de moeite van het onderzoeken waard en geven de lezer iets menselijks om vast te grijpen. Dat heb je nodig om ze later te kunnen laten schrikken.’

Het kwaad in Hills verhalen heeft vaak een menselijk gezicht: Dodge deinst niet terug voor een moord om zijn doel te bereiken, maar staat onder invloed van zieldemonen uit een andere dimensie. ‘Dodge wordt gegijzeld door een wezen met een grenzeloze zucht naar macht. Het is belangrijk te onthouden dat iedere schurk eigenlijk denkt dat hij de held is. De meeste mensen handelen immers niet met slechte bedoelingen, maar doen vaak verschrikkelijke dingen uit liefde, of uit een verlangen om hun eigen leven of dat van hun naasten te verbeteren.’

Levendig
Rodriguez tekent in een gedetailleerde en semi-realistische stijl. Hij laat de personages overtuigend acteren. De natuurlijk klinkende dialogen van Hill maken de personages af. ‘Vroeger was ik heel slecht in dialogen. Met mijn toenmalige vrouw zat ik eens in de auto en ze had kritiek op een van mijn verhalen. “De plot is log en de dialogen zijn echt vreselijk! Niemand praat zo,” zei ze. Dat vond ik niet leuk om te horen, maar later realiseerde ik dat ze een stukje belangrijke informatie had gegeven. Toen begon ik elke dag met een warming-up waarin ik alleen dialogen schrijf. Ik laat mijn personages praten; waarover maakt niet uit. Hoe meer ik dat deed, hoe leuker ik het vond. Tegenwoordig is dialoog schrijven mijn favoriete onderdeel van het schrijven.’

Magie
In Locke & Key spelen kinderen en tieners de hoofdrol. Ook wordt magie als vanzelfsprekend gepresenteerd. Hill: ‘Als je een fantastisch element in je verhaal introduceert is het nuttig dit op dezelfde manier te doen als met elementen uit het echte leven. Magie moet niet opvallen, het moet net zo overtuigend voelen als de rest.’

Locke-and-Key-bijl
Fox liet in 2011 een pilot maken, maar bestelde uiteindelijk de televisieserie niet. ‘De pilot is goed gemaakt en ziet eruit als een vroege film van Steven Spielberg. Uiteindelijk vond Fox de film waarschijnlijk te eng voor een groot publiek. We proberen een nieuwe tv-serie op te zetten met een geheel nieuwe pilot. Dit voorjaar ga ik met het scenario aan de slag.’

Inmiddels zijn er bij IDW Publishing zes bundelingen verschenen van Locke & Key en daarmee is het verhaal over de familie Locke afgerond. Op dit moment is Hill bezig met een nieuwe reeks verhalen. ‘Deze gaan over een familie die aan het begin van de twintigste eeuw in Key House woonden. Ik heb daar net een script van af. Hopelijk komt de bundel volgend jaar uit.’

Joe Hills nieuwe roman The Fireman verschijnt in mei bij William Morrow and company.

Dit interview is geschreven voor en gepubliceerd in VPRO Gids #19 (2016).

Categorieën
Bloggen

Op je honderdste gaan bloggen

Dit berichtje kwam ik in VPRO gids #7 (2016) tegen:

100ste bloggenHoe tof is dat? Op je honderdste nog eens gaan bloggen zoals Dagny Carlsson! En waarom ook niet?

Wat ik zo grappig aan dit bericht vind is dat je dus nooit te oud bent om aan iets nieuws te beginnen. Ook lijkt het mij erg interessant om zo’n blog te lezen om op die manier een beeld te krijgen van hoe het leven van een hoogbejaarde er eigenlijk uit ziet. Goed, het is maar de ervaring van een vrouw, en bovendien ook nog een zeer actieve bejaarde, maar je moet ergens beginnen.

Dat is immers het mooie aan bloggen: dat je iemand beter leert kennen en kennis maakt met nieuwe belevingswerelden.

Hoe persoonlijk en hoe vaak?
Blogs die een persoonlijk tintje hebben zijn wat mij betreft het interessantst om te lezen. Toch twijfel ik zelf nog wel eens aan wat ik wel en niet wil delen met de wereld. Ik blog over strips, film en mediaverschijnselen, maar probeer dat altijd vanuit een persoonlijke invalshoek te doen. Toch vraag ik me de laatste dagen weer eens af of ik niet ook gewoon een leuke foto moet plaatsen van een fijn moment en of ik korte invallen weer zal noteren en publiceren. De frequentie van mijn blog ligt tegenwoordig redelijk laag – een drietal, viertal keer per week publiceer ik wat. Dat is minder dan een jaar geleden bijvoorbeeld. In ieder geval zijn dat vooral stukken die mijn profiel van (strip)journalist passen.

Soms zit er aan te denken om meer stripmateriaal te plaatsen, een beetje zoals op Tumblr gebeurt, maar dan wel met iets meer tekst en uitleg dan alleen maar een afbeelding plaatsen voor de afbeelding. Maar dan denk ik weer aan de grote hoeveelheid die we collectief dagelijks online knallen en de vele egodocumenten die het web al telt, en besluit ik het toch maar weer niet te doen.

Eeuwig twijfelen, dat is voor mij ook bloggen.

Categorieën
Minneboo leest Strips

In the Pines: Krieks moordlustige verhalen

Tekenaar Erik Kriek bewerkte vijf murder ballads tot pakkende en duistere stripverhalen: ‘De donkere kant van de mens fascineert mij.’

‘In the pines, in the pines, where the sun never shines and we shiver when the cold wind blows.’ Met dit citaat uit de Amerikaanse folksong ‘In the Pines’ begint de gelijknamige striproman van Erik Kriek (Amsterdam, 1966). ‘Deze eerste strofe uit het nummer vat eigenlijk het hele boek samen. Het nummer zit verder niet in het boek trouwens, maar we hebben het wel op de bijgevoegde cd gezet,’ vertelt de stripmaker en illustrator in zijn Amsterdamse atelier. Nadat hij een paar jaar geleden op eigenzinnige wijze vijf verhalen van H.P. Lovecraft verbeeldde, dompelde Kriek zijn penseel nu in de inktzwarte wereld van de murder ballad: een subgenre van de traditionele ballade waarin een moord centraal staat. Vaak ontloopt de dader zijn lot niet en wordt hij geplaagd door zijn geweten.

In-the-Pines-cover

Puur
‘Wat ik zo mooi vindt aan country and folk is dat het compacte verhaaltjes zijn met een kop en een staart. Ze zijn ook melodramatisch; ik hou ervan als het er lekker dik bovenop ligt. Ook de ambachtelijke sound vind ik heel mooi. Het gaat om instrumentbeheersing en mooie samenzang zonder effectbejag. Ik heb deze vijf songs zonder specifieke reden gekozen, al ben ik een ontzettende liefhebber van Gillian Welch. Haar nummer ‘Caleb Meyer’ was de aanleiding voor dit boek. Ik heb ook het nummer ‘Where the Wild Roses Grow’ van Nick Cave opgenomen. Niet dat ik echt een fan van Cave ben, maar omdat iedereen die ik over dit project vertelde meteen aan zijn album Murder Ballads moest denken.’

De strip gebaseerd op ‘Where the Wild Roses Grow’ laat goed zien dat Kriek de songs als basis gebruikte om zijn eigen verhaal te vertellen. Het zijn geen brave verstrippingen. ‘De meeste traditionele murder ballads vertellen eigenlijk allemaal hetzelfde: jongen vermoordt meisje uit wraak of uit “als ik niet met je kan zijn, dan maar helemaal niemand”. Allemaal vrij misogyn, dus als je niet varieert wordt het een saai boek. Die ballades zijn dermate schetsmatig dat je er eigenlijk alle kanten mee op kunt. Cave baseerde zijn tekst op een ander nummer genaamd ‘The Willow Garden’, een klassieke murder ballad waarin weer een meisje wordt dood getimmerd door haar psychopathische vriendje. Daarom heb ik de rollen omgedraaid. Ze doet alsof ze weerloos en slachtoffer is maar dat is ze in feite helemaal niet. Ze is een wilde roos, een ontembare bitch die in de bende van haar vader zat. Zij heeft alle touwtjes in handen en daarom eindigt het verhaal ook anders dan het liedje van Cave. Het is daarom ook het favoriete verhaal van mijn vriendin. Wat mij namelijk in fictie opvalt en irriteert is dat er zo weinig goede vrouwenrollen zijn. Het zijn altijd stereotypes.’

In-the-Pines-p2-NL

Moraal
‘De duistere kant van de mens trekt mij aan omdat die zo ver van me afstaat. Ik ben zelf erg positief en optimistisch, en ik denk dat die donkere kant mij daardoor fascineert. Daarbij is het heel saai om verhalen te lezen waarin mensen gelukkig zijn, terwijl als iemand iets heel ergs overkomt, je je meteen afvraagt hoe je zelf in die situatie zou reageren. Met deze murder ballads wilde ik ook laten zien dat een moord of een gewelddadige gebeurtenis iedereen raakt. Er is geen goed of kwaad, ook voor de daders heb je wellicht sympathie terwijl het eigenlijk abjecte figuren zijn. Net als in die ballads wordt in mijn strips gewoon verteld wat er is gebeurd, maar je mag zelf bedenken wat je daarvan vindt. Ik neem geen moreel standpunt in.’

Finland

Erik Kriek.
Erik Kriek.

Als een rode draad in het boek vliegen zwarte raven rond, de boodschappers van de dood. Ook heeft het woud een centrale plek, een verwijzing naar de zomers uit Krieks jeugd, toen hij zijn familie in Finland bezocht. ‘De natuur in het oosten van de Verenigde Staten lijkt ook veel op die van Scandinavië.’

Het is opvallend hoe Kriek wederom verhalen heeft gekozen die zich in het verleden afspelen, met name de negentiende eeuw: ‘Oude kostuums, oude huisjes, paard en wagen, dat soort historische dingen vind ik leuk en dankbaar om te tekenen. Het is deels ook romantiek, het roept een barokke en gothic achtige sfeer op. Aan het tekenen van een verhaal dat zich afspeelt in een vinexwijk in Almere zou ik geen lol beleven,’ zegt hij met een glimlach.

in-the-pines-boshut

Strips en muziek vormen een interessant huwelijk. Op de bijgevoegde cd zijn de murder ballads uit de striproman opgenomen, uitgevoerd door de Blue Grass Boogiemen. Kriek zingt op drie tracks mee en speelt in zijn vrije tijd ook in een band. ‘Ik vind het heel leuk om mijn vrienden te zien. Ouwehoeren in de kroeg vind ik ook gezellig, maar samen iets doen vind ik het allerleukste. Vandaar de band. Overigens ken ik eigenlijk geen enkele striptekenaar die niet iets met muziek te maken heeft. Als ze al niet in een band zitten, weten ze ontzettend veel van muziek. Strips maken is een solitair bestaan en muziek is je vriend als je uren aan het tekenen bent. Leren tekenen verhoudt zich ook wel een beetje met het leren van een instrument. Dat is ook iets dat je door de jaren heen in je eentje perfectioneert.’

Erik Kriek. In the Pines: 5 Murder Ballads
(Nawoord: Jan Donkers) Scratch Books

Dit interview is geschreven voor en gepubliceerd in de VPRO Gids #9 (2016).

Categorieën
Strips

Persprijs Brussel gewonnen

Vrijdagmiddag 29 januari werd in Brasserie van Baerle bekend gemaakt dat mijn artikel Striperfgoed de persprijs Brussel heeft gewonnen. Hans van Loozenoord won de Persprijs  Wallonië voor Met de motor naar het slagveld.

michael-minneboo-persprijs-
Minneboo met zijn raket. Foto: Linda Delis.

Het bureau voor Toerisme België voor Wallonië & Brussel geeft sinds 1991 jaarlijks persprijzen aan journalisten en/of programmamakers voor hun toeristische publicaties over België. Voor de publicaties reikt de jury een Persprijs Wallonië en een Persprijs Brussel uit.

Vrijdag las juryvoorzitter Lou Lichtenberg het juryrapport voor:

Michael Minneboo staat in zijn verhaal stil bij het 25-jarig jubileum van het Belgisch Stripcentrum. Dit succesvolle museum waakt over het striperfgoed van België, maar heeft hiervoor eigenlijk te weinig middelen, zo blijkt uit interviews met betrokkenen. Het verwerven van nieuwe stukken en de nieuwe klimaatruimte voor de noodzakelijke opslag is dan ook een uitdaging voor het museum. Het helder en pakkend geschreven artikel geeft hiervan een positief kritisch beeld en is daarmee bijzonder informatief. De lezer krijgt zin om dit kwalitatieve museum in striphoofdstad Brussel te gaan bezoeken.

Nou vond ik het al erg leuk dat een artikel van mij een keer genomineerd is voor een prijs, maar nu ik hem dan ook werkelijk gewonnen heb vind ik het extra leuk natuurlijk. Zeker omdat de prijs in de vorm van een wel heel bekende stripraket komt. Iets wat overigens niet alleen dit jaar het geval is. De persprijzen hebben zien er al een paar jaar uit als de raket uit Kuifje. Niet zo gek natuurlijk met stripstad Brussel.

Voor zover ik weet is dit de eerste keer dat een artikel over het beeldverhaal een dergelijke prijs in de wacht sleept. Meestal worden bijzondere reisverhalen met deze prijzen gehonoreerd. Het was daarom extra leuk dat Willem De Graeve, de codirecteur en hoofd communicatie van het Stripmuseum Brussel, bij de lunch aanwezig was. Het interview met Willem maakt een belangrijk deel uit van het artikel dat ik over het stripmuseum schreef. Het stond een tijd geleden in de VPRO gids.

Sowieso vond ik de reacties op Facebook toen ik bekend maakte dat ik voor de Persprijs Brussel genomineerd was, hartverwarmend. Veel likes en felicitaties. Dat gaf een warm gevoel en maakte duidelijk dat mensen mijn werk lezen en waarderen. Dus voor iedereen die leuk reageerde deze week: hartstikke bedankt!

Categorieën
Mike's notities Strips

Genomineerd voor Persprijs Brussel

Elk jaar reikt Toerisme België voor Wallonië & Brussel de Persprijzen Wallonië en Brussel uit en dit jaar is een van mijn stukken genomineerd. Het gaat om het artikel dat ik naar aanleiding van het 25-jarig bestaan van het Belgisch Stripmuseum schreef.

Minneboo in gesprek met Hec Leemans (rechts). Foto copyright Daniel Fouss.
Minneboo in gesprek met Hec Leemans (rechts). Foto copyright Daniel Fouss.

In het artikel interview ik onder andere Willem De Graeve, de codirecteur en hoofd communicatie van het museum. Maar ook spreek ik met stripmakers Hec Leemans en Pieter de Poortere. Het belangrijkste thema dat we bespreken is striperfgoed en de moeilijkheden bij het bewaren daarvan. Het is een reportage waar ik met plezier op terugkijk, niet in de laatste plaats omdat het me herinnert aan een leuk weekend in Brussel.

Toerisme België voor Wallonië & Brussel geeft sinds 1991 jaarlijks persprijzen aan journalisten en/of programmamakers voor hun toeristische publicaties over België. Voor de publicaties reikt de jury een Persprijs Wallonië en een Persprijs Brussel uit. De nominaties voor de Persprijzen Wallonië & Brussel 2015 in alfabetische volgorde zijn:

Nominaties Persprijs Wallonië
Lex van den Bosch, ‘3 gangen trekking door de Oostkantons’ in Hike & Trekking
Hans van Loozenoord, ‘Met de motor naar het slagveld’ in Moto73
Harri Theirlynck, ‘Van Gogh tot Google’ in Reiz& magazine

Nominaties Persprijs Brussel
Hans Avontuur, ‘Brussel: oh la la en olijk’ in Reiz& magazine
Kim van Dam, ‘Brussel bruist als nooit tevoren’ in Spoor
Michael Minneboo, ‘Striperfgoed’ in VPRO gids

Vrijdag 29 januari hoor ik tijdens een speciale lunch of ik de prijs heb gewonnen of niet. Sowieso vind ik het erg leuk om eens genomineerd te zijn voor een van mijn artikelen. Daar ben ik dus al erg blij mee.