Categorieën
Strips

Apocalyps in Meppel: Bart Nijstad over Muggen

In Muggen van striptekenaar Bart Nijstad krijgt het alledaagse een bovennatuurlijke wending. Een typisch Hollands stadje wordt decor van het Laatste oordeel.

Bart Nijstad. Zelfportret.
Bart Nijstad. Zelfportret.

Muggen, het albumdebuut van Bart Nijstad (1979), kwam opmerkelijk genoeg eerst in Polen uit. In 2012 won hij de pitch op stripfestival Ligatura te Poznań. Als hoofdprijs werd een jaar later zijn strip gepubliceerd. Daarna duurde het een tijd voordat hij een Nederlandse uitgeverij had gevonden. ‘Misschien is het boek te experimenteel voor de Nederlandse markt en durfden de uitgevers het risico niet te nemen. Die brengen liever boeken uit waar een grote vraag naar is. Maar het kan ook dat ze het gewoon een stuk stront vonden,’ vertelt de stripmaker die ook schilderijen en videokunst maakt.

Angstmedia
‘Met Muggen wilde ik een moderne versie van het laatste oordeel maken in stripvorm. Dat had verschillende redenen. We worden door de media constant bang gemaakt met berichten over de opwarming van de aarde en weeralarmen. Daarbij heb ik altijd een fascinatie gehad met de schilderijen van de Vlaamse primitieven en met de rampenfilm. Het concept van die films interesseert me: je hebt een aantal sympathieke personages en je hoopt dat ze de ramp overleven. Mijn eerste plan voor het boek was om dit om te draaien. Ik wilde onsympathieke personages waarvan je blij bent dat ze het niet overleven. Dat mislukte, want de onsympathieke personages bleken uiteindelijk de leukste te zijn.’

De stad is wat de personages met elkaar verbindt en die baseerde Nijstad losjes op zijn geboortestad Meppel. Voor het verhaal putte hij deels uit eigen ervaring. In Muggen maken we kennis met verschillende bewoners uit het gelijknamige stadje, waaronder de middelbare scholier Wildo die geobsedeerd is door geslachtsorganen en tijdens de les dagdroomt over zijn lerares. ‘Die fantasie had ik vroeger ook. Wanneer ik een mooie lerares had, lag ik ’s avonds in mijn bed te fantaseren dat ik in een hol onder de grond woonde, met daarin een keukentje en een teeveetje, terwijl bovengronds mijn lerares lag te zonnen. Ik vroeg haar of ze mee wilde komen naar mijn hol. Een verlangen naar geborgenheid en gezelligheid. Heel Freudiaans, of niet?’ lacht Nijstad.

nijstad_muggen_1Aliens
De onheilspellende sfeer in Muggen doet denken aan strips van Charles Burns en de films van David Lynch. Net als zijn voorbeelden geeft Nijstad graag aan het alledaagse een bovennatuurlijke draai en voegt aan herkenbare omgevingen surrealistische elementen toe. De gehandicapte vrouw Feikje fungeert als schakel tussen de gewone wereld en het bovennatuurlijke. ‘Zij is deels gebaseerd op Ans Hoornweg, een spiritueel genezer die claimt dat ze bezocht wordt door buitenaardse wezens. Ze maakt poppen van die wezens en beschreef hun cultuur in een boek. Feikjes bezoek aan de spiritueel genezer is weer gebaseerd op mijn eigen jeugd. Ik kwam daar voor mijn astma en moest aan een kistje draaien waar geluid uit kwam. Op de een of andere manier hielp dat wel.’

muggen_coverFeikje maakt in trance kleipoppen van eindtijdwezens die tot leven komen en de Apocalyps ontketenen. Muggen gaat tegen de vlakte. Straten vol rijtjeshuizen worden verpletterd door de wezens die het puin opzuigen om het later weer uit te spuwen. Alleen Wildo en zijn vriendinnetje lijken de ramp te overleven. ‘Gaandeweg leek het me leuk om het cirkeltje rond te maken en van Openbaringen terug te gaan naar ongeveer het begin van de Bijbel, met Adam en Eva.’

Dualisme
Het dualisme tussen het gewone en bovennatuurlijke verbeeldt Nijstad door tekenwerk met gefotografeerde elementen te combineren. ‘Ik heb de kleipoppetjes en de kostuums van de eindwezens gefotografeerd. Evenals de kostuums van de eindtijdwezens, die ik samen met Suzanne Kollen maakte. Ik wilde alle metafysische elementen in een ander medium maken en omdat ik vaak mezelf fotografeer in de houdingen die ik nodig heb, lag de keuze voor dat medium voor de hand.’

Bart Nijstad. Muggen.
Uitgeverij Xtra.

Dit interview is gepubliceerd in VPRO Gids #35 (2014).

Categorieën
Strips

De allerlaatste tijger: Familiegeschiedenis hartverwarmend verstript

In De allerlaatste tijger vertelt Michaël Olbrechts de geschiedenis van zijn overgrootmoeder op Java. Hij won er de Silvester Strips Debuutprijs mee.

In de zomer van 1996 vertelt vader Filip tijdens een autorit naar Nederland aan zijn kinderen de levensgeschiedenis van hun overgrootmoeder Anneke naar wie ze op weg zijn. Omaatje, toen inmiddels 97 jaar oud, groeide begin twintigste eeuw op Java op, als een van tien kinderen van een koffieplantagehouder. Stripmaker Michaël Olbrechts (Genk, 1987), een van de aandachtig luisterende kinderen op de achterbank, gebruikte deze familiegeschiedenis als inspiratie voor zijn debuut De allerlaatste tijger. Het album won terecht tijdens de Stripdagen Haarlem de Silvester Strips Debuutprijs 2014 (eerder de VPRO Debuutprijs, daarna Comic House Debuutprijs). Het is een toegankelijk getekend, hartverwarmend verhaal waarin Olbrechts op vakkundige wijze zijn eigen jeugdherinnering van de autorit afwisselt met belangrijke gebeurtenissen uit het verleden van zijn familie. En passant vertelt hij ook nog het een en ander over de oplopende spanningen tussen de inlanders en kolonialisten in voormalig Nederlands-Indië.

De stripauteur (tweede van links) als kind op de achterbank.
De stripauteur (tweede van links) als kind op de achterbank.

Met het album studeerde Olbrechts af aan de hogeschool Sint-Lukas in Brussel. Het komt wel vaker voor dat een afstudeerproject wordt uitgegeven. Uitgever Johan Stuyck van Oogachtend is tevens hoofddocent aan Sint-Lukas. ‘Ik wist dat hij geregeld een student kiest om diens werk te publiceren. Ik zag dat als mijn kans en heb daarom zo veel werk in mijn eindproject gestoken. Ik wilde Johan overtuigen door een omvangrijk boek te maken dat uitgeefbaar zou zijn,’ vertelt de Vlaamse stripmaker die een jaar had om aan de ruim 80-pagina’s tellende striproman te werken.
‘Qua onderwerp kregen we carte blanche. De geschiedenis van mijn voorouders kwam redelijk snel in mij op, want het is een interessant verhaal waar ikzelf meer over wilde weten.’

Kruidenvrouwtje

Omaatje in jonge jaren.
Omaatje in jonge jaren.

Wat waren de grootste moeilijkheden waar Olbrechts mee te maken kreeg? ‘Ik moest mij goed documenteren. Een groot deel speelt zich af in Indonesië en het geheel speelt zich af in het verleden, dus het was goed opletten geen fouten te maken. Ten tweede moest ik het verhaal toegankelijk voor een groter publiek maken. Het moet immers ook interessant zijn voor lezers die geen band hebben met mijn familieleden.’

‘Ik ben in de familiearchieven gedoken. Gelukkig had mijn vader eind jaren zeventig, toen hij op de middelbare school zat, een interview afgenomen met mijn Omaatje. Daarin ondervraagt hij haar over haar jeugd in Nederlands-Indië. Uit dat cassettebandje heb ik veel informatie gehaald. Veel kapstokken in mijn verhaal zijn aspecten die in dat interview aan bod komen.’

‘Op familiefeesten had ik wel eens gehoord de moeder van Omaatje iets wist van kruiden en dergelijke, maar tijdens mijn research bleek dat ze in de kolonie echt een autoriteit op het gebied van kruidengeneeskunde was. Haar kruidenboek was in veel huishoudens te vinden. Een interessante vondst, want dit wijst erop dat het een krachtige vrouw was, in die periode in de geschiedenis was dat niet zo gebruikelijk.’

Schlemiel
allerlaatstetijger_cover‘Familieleden reageerden zeer positief op het boek. Degenen die wel van de familiegeschiedenis op de hoogte waren zien natuurlijk wel welke details ik heb aangepast. Dat waren altijd bewuste keuzes om het verhaal voor iedereen boeiend te maken. Over sommige personages had ik bijna geen informatie dus die heb ik naar eigen goeddunken ingevuld. Van de vader van Omaatje wist ik bijvoorbeeld alleen dat hij een koffieteler was. Ik heb er een beetje een schlemiel van gemaakt die niet in staat is met zijn kinderen te communiceren en die door zijn vrienden wordt uitgelachen omdat zijn vrouw zo ondernemend is.’

Michaël Olbrechts. De allerlaatste tijger
Uitgeverij Oogachtend

Dit interview is in VPRO Gids #34 (2014) gepubliceerd.

Categorieën
Juniorpress Strips

Dredd spreekt

De afgelopen tijd was ik druk met een interview met de Britse stripauteur Pat Mills, die tijdens de Stripdagen Haarlem aanwezig zal zijn.

Mills heeft er een handje van om in zijn strips duidelijk zijn visie op de wereld naar voren te laten komen – wat zijn werk extra boeiend maakt, naast het feit dat het onderhoudend leesvoer is. In dit fragment uit Judge Dredd: The Cursed Earth laat Mills de futuristische rechter/smeris Dredd commentaar leveren op de staat van de wereld en in het bijzonder de potentiële uitkomst van de Koude Oorlog die toen nog niet opgewarmd was. Dit verhaal verscheen namelijk in 1978 in 2000 AD.

dredd-geeftcommentaarGraag wilde ik deze afbeelding van Mike McMahon bij mijn artikel plaatsen omdat het een mooi voorbeeld is van Mills manier van vertellen. De digitale versie die ik had was echter van een te inferieure kwaliteit om af te kunnen drukken. Gelukkig bood vriend Matt Baaij uitkomst. Matt heeft namelijk enkele Nederlandse uitgaven van Juniorpress van Dredd, waaronder dit verhaal. De vertaling van de tekst was echter te mager en veel minder krachtig dan de oorspronkelijke versie. Dus bood photoshop uitkomst: ik mailde Matt het Engelstalige plaatje en hij plaatste de tekst in zijn hoge resolutie scan.

Papier
Wat het plaatje voor mij extra bijzonder maakt is dat je de textuur van het papier duidelijk kunt zien. Ook hou ik erg van de oude druktechniek waarbij kleuren nog gemaakt worden door een raster te gebruiken oftewel puntjes af te drukken. Ik ben een grote fan hoe tegenwoordig strips worden geprint en het ruime kleurenpalet dat makers tot hun beschikking hebben, maar mijn nostalgische hartje gaat sneller kloppen bij het zien van dit soort ouderwets werk. Wat dat betreft zal ik ook altijd papier boven digitaal kiezen.

Anway, dit is dus het stripplaatje van de week.

Categorieën
Strips Video

10 jaar Flo!

10_jaar_flo

2 april was het exact 10 jaar geleden dat Floor de Goede met zijn webcomic Do You Know Flo? begon en zijn dagelijkse beslommeringen in stripvorm uitte.

Daarom is het overzichtsprentje het stripplaatje van deze week, het laat mooi zien hoe het figuurtje Flo in het afgelopen decennium veranderd is.

Ben overigens benieuwd hoe lang die baard blijft staan, maar dat terzijde.

In juni zal eindelijk het zesde album van Flo verschijnen bij uitgeverij Strip2000. Ik lees zijn grappige autobiografische strips al jaren met veel plezier en heb daar ook na tien jaar nog geen genoeg van. Aan Flo’s eigen schrijven te lezen hij gelukkig ook niet. Omdat ik een fan van de strip ben was ik blij dat ik Floor vorig jaar kon interviewen voor de VPRO Gids.

Na het interview draaide we dit videotje:

In 2011 kreeg Flo Mike Starink over de vloer voor een gesprek in het programma Margreet Dolman begrijpt ’t:

Van harte gefeliciteerd, Flo!

Categorieën
Strips

Serge Baeken over Sugar, familie, tekendrift en porno

De veelzijdige grafisch kunstenaar Serge Baeken toont in het stripalbum Sugar het leven van alledag door de ogen van de kat. ‘Mijn katten zijn goede vrienden.’

Zelfportret.
Zelfportret.

Serge Baeken (Turnhout, 1967) is productief en veelzijdig: zijn illustraties verrijken Vlaamse kranten en tijdschriften, hij tekent portretten, soft tattoos en maakt muurschilderingen, stripverhalen en erotische illustraties. Met Sugar: leven als kat, toont hij het leven van alledag vanuit het perspectief van zijn katten, met een hoofdrol voor de kater Suske. Het grafisch oogstrelende en vernuftige stripalbum is een hoogtepunt uit zijn oeuvre en werd door de pers goed ontvangen. Baeken: ‘Van lezers krijg ik vooral deze reactie: “Wij hebben ook een kat en ze heet zo en ze heeft deze kleur.”‘ (lacht).
We praten met het Vlaamse tekenbeest over de rol van familie in zijn werk, zijn tekendrift en fascinatie met porno.

Familie
‘De Baekens zijn familiemensen. Mijn vader is een echte pater familias en mijn broers en zus hebben dat familiegevoel ook heel sterk. Een van de strips waar ik nu mee bezig ben is Het Verdriet van Turnhout, naar een roman van mijn vader.
Mijn jongere broer Vitalski (schrijver, dichter, stand-upcomedian, red.) is in het Antwerpse en daarbuiten bekender dan ik, maar we zijn geen rivalen. In tegendeel, we werken vaak samen aan projecten, inspireren elkaar en gebruiken mekaar als kritisch klankbord.
‘Veel van mijn werk is autobiografisch omdat ik als tekenaar ruimte wil maken voor noodzakelijke vertellingen: verhalen die ik echt kwijt wil en die een weerslag zijn van de dingen die ik meemaak. Ook als ik fictie maak, put ik uit persoonlijke ervaringen. Het grote voordeel daarvan is dat je veel authenticiteit kan verwerken in je pagina’s, want alle details zijn specifiek in plaats van algemeen of clichématig. Doordat mijn verhalen autobiografisch zijn speelt mijn familie daarin ook vaak een rol.

‘In mijn eerste boek The No Stories (2005) heb ik mijn gezin afgebeeld maar was ik vergeten een plaats te geven aan onze kat Suske. Daar voelde ik me schuldig over. Met Sugar wilde ik dat goedmaken en meteen de kans aangrijpen om de andere katten die we hebben gehad een plaatsje te geven in het boek.
‘Met de katten van anderen heb ik niet zo veel, maar met mijn eigen katten heb ik een sterke band. Het zijn goede vrienden van me, ze zijn gelijkwaardige partners in het gezin. Je komt meer thuis als er een kat op je zit te wachten. Het huis is gevuld, zonder voelt het leeg.
‘Suske, die ik in het boek Sugar heb genoemd, was een heel apart beest. Als kitten was hij heel wild en speels en klauterde tegen het behang en de gordijnen op. Mijn grootmoeder durfde niet meer langs te komen sinds we die kat hadden. Langzaamaan ontwikkelde Suske zich tot een heel intelligent en communicatief dier. In het boek zie je dat mijn dochter hem werkelijk als een grote broer beschouwt. Ze heeft een keer op school gezegd dat ze een broer had. Daar waren ze heel verbaasd over tot ze zijn foto liet zien en bleek dat ze de kat bedoelde. Ha!Ha!’

Tekendrift
baeken5050_web‘Per jaar maak ik ongeveer 800 tekeningen en daarvan worden er zo’n vierhonderd geselecteerd voor dikke verzamelbundels uitgegeven door Xtra. Ik voel me het meest samenvallen met mezelf als ik aan het tekenen ben. Dan ontmoet ik mijn noodlot en heb ik het gevoel dat mijn bestaan compleet is. Dikwijls ben ik met meerdere projecten tegelijk bezig. Ik hanteer in mijn werk de “Bruce Lee Move”: de vijand die het dichtst bij is, moet je proberen te raken. Dat is bij mij deadlineafhankelijk. Ik heb de laatste tijd nogal wat opdrachten voor de Vlaamse kranten. Andere projecten schuiven daardoor naar achteren en blijven een tijd op de plank liggen. Dat komt ook omdat nieuwe ideeën soms afleiden van waar ik mee bezig ben. Wanneer je inspiratie en energie hebt voor een specifiek project moet je ermee aan de slag. Wanneer dat moment voorbij is heeft het geen zin om je te forceren: je moet als kunstenaar het geduld hebben om te wachten tot de muze voor dat specifieke project terugkomt.

Sugar heb ik een paar jaar geleden getekend in de etalage van stripwinkel Bries, die nu niet meer bestaat. Ik was over het verhaal en de toonzetting tevreden, maar vond dat ik grafisch beter kon, dus heb ik jaren later elk prentje apart hertekend op een grotere schaal. Heel veel mensen zien Sugar als een boek over katten, maar ik zie het meer als een vormelijk experiment. Iedere pagina bestaat uit 24 even grote vierkante kaders en binnen dat stramien geef ik telkens een ander antwoord op de vraag hoe je in een beeldverhaal met tijd kunt spelen. Soms is ieder plaatje een specifieke momentopname, dan bestrijkt het beeld weer meerdere platen.’

Sugar_29_NL

Porno
spread2In Sugar heb ik de liefdesscènes zo mild mogelijk gemaakt, want het moest een familievriendelijk album worden. Erotiek en pornografie spelen echter vaak een grote rol in mijn werk. Ik vind porno een heel boeiend thema. Het rare aan onze maatschappij is dat we allemaal seksuele dieren zijn die erop uit zijn om zoveel mogelijk buitenissige seks te hebben, maar dat die behoefte tegelijkertijd zoveel mogelijk wordt afgeschermd, bedekt en verborgen. Vreemd dat iets wat iedereen wil, zo verboden is, niet? Toen ik jong was voelde ik me schuldig dat ik porno keek en dat ik er blijkbaar veel honger naar had. Toen hoorde ik ergens zeggen dat het uiteindelijke doel van pornografie is dat je helemaal van je stuk gebracht wordt. Dat je even buiten je normale, morele raster kunt treden. Die rake opmerking heeft het innerlijke conflict voor me opgelost.

sugar-serge-baeken‘De beste porno laat dingen zien waar je zelf nog niet aan had gedacht. Ik wil daarom zaken tekenen die ik interessant vind, zelf nog niet heb zien gebeuren of dingen, waarvan ik weet dat ze zeldzaam zijn, op een eigen manier in beeld te brengen. Het geheim van een goede pornotekening is dat deze moet opwinden. Er is bijvoorbeeld heel veel erotische kunst die ik wel mooi vind, maar die mij op seksueel vlak weinig doet. Wat mijn eigen werk betreft maak ik liever iets dat zowel mooi is als opwindt. Het is wel zo dat als je zelf iets tekent, dit niet op dezelfde manier of evenveel opwindt als het werk van anderen. Je blijft toch altijd heel kritisch op je eigen tekeningen. Je wordt afgeleid door zaken als lijndikte, lijnvoering en compositie. Ik denk dat er maar weinig tekenaars zijn die masturberen op hun eigen werk, behalve Piet Mondriaan.

‘Overigens weet mijn grootmoeder niets van het erotische werk dat ik maak. Wat haar betreft teken ik alleen maar poezenboeken.’

Serge Baeken. Sugar. Leven als kat. (Blloan)

Dit artikel is in VPRO Gids #12 (2014) gepubliceerd. Hoewel ik Serge al een paar keer heb gesproken, vooral voor video-interviews, wilde ik hem al jaren eens interviewen voor de Gids en met de uitgave van Sugar hadden we een mooie aanleiding.

Categorieën
Film

Asphalt Watches: Trippen door Canada

Het is weer tijd voor het Holland Animation Film Festival in Utrecht. Net als vorig jaar ben ik een van de journalisten die over het festival schreef in een speciale bijlage van de VPRO Gids. Behalve een overzicht met de features, schreef ik een stuk over de korte filmprogramma’s en over het geanimeerde gesprek met Noam Chomsky van filmmaker Michel Gondry. Het leukste om te doen was het interview met de Canadese filmmaker/kunstenaar/componist Shayne Ehman en dat kan je hieronder lezen:

In Asphalt Watches verwerkten Shayne Ehman en Seth Scriver hun zonderlinge ervaringen als lifters. In de fascinerende roadtrip komt een stoet aan excentrieke creaturen voorbij. ‘Alles is waargebeurd.’

In de zomer van 2000 liften de Canadese filmmakers en kunstenaars Shayne Ehman en Seth Scriver acht dagen door Canada en reisden van Chilliwack naar Toronto. Over hun avonturen maakten ze de animatiefilm Asphalt Watches, waarin een stoet aan vreemde creaturen in één fascinerende, psychedelische trip aan de kijker voorbijtrekt.

Santa training
De twee lifters Skeleton Head en Bucktooth Cloud, een soort van doorschijnende sneeuwpop met verfomfaaide hoed en bijpassende paraplu, ontmoeten onder meer een vuilgebekte moeder en haar peuter, een nette jongeman met een mes in zijn buik die vriendelijk vraagt of iemand hem een lift naar het ziekenhuis kan geven, en een bedreigende, groezelige oude vent met witte baard, die claimt de Kerstman te zijn en wiens auto vol ligt met bakjes van de fastfoodketen Wendy’s. Bij het afscheid moeten de twee lifters beloven hem volgend jaar weer op dezelfde plek op te wachten voor ‘intensieve Santa training’. ‘De rit met Santa was waarschijnlijk het onveiligste wat we hebben meegemaakt,’ vertelt Ehman (Athabasca, 1974) tijdens een telefoongesprek vanuit zijn huis in Thunder Bay. ‘Die ontmoeting hebben we uiteraard overleefd. Ook gevaarlijk was de rit met de drie headbangers die onder invloed waren van alcohol en drugs. Kort nadat ze ons hadden afgezet zijn ze omgekomen in een zwaar ongeluk. Als we iets langer mee hadden gereden, waren we zeker dood geweest. Het verbaasde me hoe emotioneel en therapeutisch het was om die herinnering te animeren en de gore gedetailleerd weer te geven.’

Evil Santa parade.
Evil Santa parade.

Het lijkt wel of het duo slechts door excentriekelingen werd opgepikt, maar dat ziet de filmmaker toch anders: ‘Iedereen die we tegenkwamen was wel normaal hoor, maar wel een beetje uniek op zijn manier, als je begrijpt wat ik bedoel.’

Hamburgers
Ehman en Scriver maken kunst in verschillende disciplines, van strips en schilderijen tot poëzie en muziek. Tijdens de reis hielden ze een schetsboek bij met de bedoeling er later strips of een zine (zelf uitgegeven boekje met een kleine oplage) over te maken, maar het verhaal dat ze wilden vertellen bleek te groot om in een zine tot zijn recht te komen. Aangezien beide vrienden ook aan het experimenteren waren met animatie, leek een film de juiste keuze om hun ervaringen in te verwerken. ‘We vertellen over onze reis op chronologische volgorde. In dat opzicht is Asphalt Watches bijna een documentaire, want alles is waargebeurd. Wel gebruiken we metaforen en abstracte elementen die we tijdens het animeren intuïtief hebben toegepast. De film is daardoor behoorlijk cryptisch. Dat is deels omdat we Asphalt Watches voor onszelf en onze vrienden hebben gemaakt. We hadden nooit voorzien dat hij bijvoorbeeld ook in Nederland en India zou draaien.’

In de animatie komen hamburgers en enorme uit de grond stekende rietjes waaruit olie lekt, veelvuldig voor. ‘Dat zijn inderdaad duidelijke symbolen. De hamburgers staan voor overleven en honger, en natuurlijk gewoon voor hamburgers, want langs de snelweg kom je vooral fastfood tegen. Sommigen zien er een symbool van verlangen in. Dat mogen ze zelf bepalen. Mensen begrijpen wel dat de frisdrankrietjes met olie een kritische noot zijn op hoe de natuur vernietigd en vervuild wordt door het materialisme en wegwerpproducten. Het gebruik van dat soort symbolen heeft iets helends, want door erop te wijzen beseft men weer dat we hier iets aan kunnen doen.’

Asphalt_Watches

Geen South Park
Tijdens het Toronto International Film Festival vorig jaar won Asphalt Watches de prijs voor beste debuut. De enigszins eenvoudige stijl doet denken aan de animatieserie South Park en primitieve games, maar dat was niet wat de filmmakers beoogden. ‘Ik heb in mijn leven nog nooit een hele aflevering van South Park gezien,’ bekent Shayne. ‘De stijl komt voort uit het animatieprogramma Flash dat we gebruikten. We hebben de film chronologisch gemaakt, waardoor je onze ontwikkeling als animatoren erin terugziet. Aan het begin van de film zijn de personages minder expressief en zijn de tekeningen minder gedetailleerd dan aan het eind. Bij het tekenen probeerden we een directe vertaling van onze herinneringen te maken. Als ik een tekening wil maken die mijn gevoel of herinnering uitdrukt, dan blijf ik als het ware naar het lege papier staren totdat de lijnen zichtbaar worden en beginnen te gloeien, zodat ik ze alleen nog maar over hoef te trekken.’

Neil Young
Wie goed oplet, kan genieten van de vele gevatte tekst- en woordgrappen die Asphalt Watches rijk is. Verder duiken er in de achtergrond personages op van bevriende grafische kunstenaars en animatoren als Keith Jones, Owen Plummer en Amy Lockhart. Ook Neil Young heeft een cameo. ‘In eerste instantie wilden we met de trein reizen. Toen we in Chilliwack aankwamen zagen we een gast met een mondharmonica die op Neil Young leek. ‘There’s no way in hell you’re hopping outta here, boys’ zei hij en hij wees naar het station dat recent was afgebrand. Toen we met de film bezig waren herinnerden we hem als Neil Young dus zo hebben we hem ook geanimeerd.’

Het HAFF vindt plaats van 19 t/m 23 maart.

Categorieën
Daily Webhead Strips Video

Vlog: Over cord cutters gesproken….

loisel_le_fourreux4
De nieuwe weekly vlog. Dit keer over cord cutters, oftewel mensen die hun kabeltelevisie vaarwel zeggen, een leuk onverwachts postkaartje en het eerste, onverwachte optreden van the Incredible Hulk in de serie the Fantastic Four.

Lees het artikel over Cord cutters op vpro.nl. En check hier het werk van Calliope den Ouden, aka Inktspatten.

Categorieën
Minneboo leest Strips

Minneboo leest: Peter Pan

Officieel schrijfwerk moet even wachten: mijn deadline voor de HAFF bijlage van de VPRO gids is pas aanstaande vrijdag, dus een dagje bijkomen kan geen kwaad. Een beetje grieperig vandaag dus zit ik thuis rustig in Peter Pan van Régis Loisel te lezen.

PeterPan_flying_web
Deze prachtige en duistere prequel tekende de Fransman van 1991 tot 2005, en de zesdelige reeks is vorig jaar integraal in het Engels verschenen bij uitgeverij Soaring Penguin Press. Voor het eerst trouwens. Gek dat het zo lang geduurd heeft voordat er een Engelse vertaling kwam, want het is een intrigerend verhaal en prachtig getekend. Loisel staat bekend als fantasytekenaar en tekent gedetailleerde platen die je lang kunt bestuderen.

Ik lees de bundel om deze te recenseren voor de site van The American Book Center, waar ik wel vaker strips voor bespreek, dus ben ik niet helemaal verschoond van werk vandaag. Ik moet je bekennen dat ik nooit J. Matthew Barries (1860-1937) originele boek Peter and Wendy heb gelezen, al heb ik wel Peter Pan in Kensington Gardens ooit doorgenomen. Deze novelle is samengesteld uit enkele hoofdstukken die oorspronkelijk in het boek The Little White Bird stonden en waarin het personage Peter Pan voor het eerst opduikt.

Uiteraard ken ik de Disney animatiefilm uit 1953 en de film Hook van Steven Spielberg uit 1991. Die vond ik indertijd wel tof, maar het is jaren geleden dat ik Hook voor het laatst zag. Heb toen in het bijzonder genoten van Dustin Hoffmans optreden als Captain Hook. Van de Disneyfilm kan ik me bijna niets meer herinneren.

Het idee van Peter Pan, het kind dat nooit volwassen wil worden, heb ik altijd intrigerend gevonden. Ik ben nu 36, toch een volwassen leeftijd, maar ik heb niet het gevoel dat ik echt tot de wereld der volwassenen ben toegetreden. Goed, ik betaal mijn belastingen en heb net als iedereen te maken met veel bullshit die bij het bewonen van deze wereld komt kijken, maar de fascinaties uit mijn jeugd heb ik nooit in de steek gelaten. Ik schrijf en spreek nog steeds over strips en het liefste over Spider-Man. Dat deed ik als kind al en daar ga ik waarschijnlijk altijd mee door.

tinkerbellHet meest interessant aan Pan vind ik echter dat hij kan vliegen. Wie wil dat nu niet immers? Een kleine sprong in de lucht en je vliegt naar waar je maar wilt. Nooit meer zitten in een overvolle, vertraagde trein of urendurende file. Het is wel een tijdje geleden dat ik droomde dat ik kon vliegen, maar het is een fantasie die geregeld in mijn onderbewuste opduikt. Gek dat je je in zo’n droom nooit afvraagt hoe het mogelijk is dat je opeens kan vliegen. Er komt in ieder geval geen feeënstof bij kijken zoals in het verhaal van Peter Pan. Ook nog nooit een Tinker Bell gezien trouwens, maar als ze zo sexy is als Loisel haar tekent, mag ze gerust eens ’s nachts op het raam kloppen. Niet dat Peter iets heeft met seksualiteit. Sterker nog, in het verhaal van Loisel vindt Peter volwassenen maar vies omdat ze seks hebben en heeft hij een diepgewortelde haat tegen vrouwen. Dat hebben de kleine wonderlijk vliegende held en ik in ieder geval niet met elkaar gemeen. Hm, misschien ben ik toch meer geaard in de wereld van volwassenen dan ik dacht. Nou ja, in bepaalde opzichten dan.

Categorieën
Daily Webhead Media Video

Vlog: Over ongecoördineerd media-aanbod gesproken

vpro_sjaal

De VPRO moet van bestuursorganisatie NPO stoppen met het maken van ‘ongecoördineerd media-aanbod’. Daarmee geeft de NPO aan nog steeds in 1950 te leven en niet te beseffen dat internet een volwaardig uitzendplatform is, net als televisie en radio.

In deze vlog reageer ik op dit artikel uit VPRO gids #5, van mijn collega’s Elja Looijestijn en Jonathan Maas, dat natuurlijk ook gewoon online te lezen is. Ik kijk bijna geen televisieprogramma’s meer, maar als ik kijk is dat meestal een programma van de VPRO, zoals Boeken of de fantastische serie Black Mirror. Nu de VPRO zo onder vuur ligt, des te meer reden om lid van deze omroep te worden. Ook ik ben dus Pro VPRO. Jij ook?

Categorieën
Media

De beste cover roept vragen op

De winnaar van de VPRO gids coverontwerpwedstrijd is een prachtige illustratie van Roel Seidell die vragen oproept:

cover_seidell_roel

Ieder jaar vraagt de redactie van de VPRO gids aan de lezers om een cover te ontwerpen voor de eerste gids van het jaar. Dit keer was het thema ‘doe het zelf’. Hoofdredacteur Hugo Blom, met Angelique Viester en Beate Wegloop de jury, licht toe: ‘Uiteindelijk zagen we het meest in de Pinokkio van Roel Seidell. Want wat is hier aan de hand? Is Gepetto even weggelopen en besluit het houten ventje het werk zelf af te maken? Of zijn we al verder heen in het verhaal? Waarom is zijn neus zo lang en probeert hij die met beitel en hamer in te korten? Is Pinokkio de verbeelding van de hedendaagse bankier die zichzelf probeert bij te snijden en in te perken? U merkt, we sloegen volledig op hol, altijd een goed teken. Naar deze intrigerende cover willen we wel een week kijken.’

Intrigerende beelden roepen vragen op. En dat is met Seidells illustratie het geval. Daarnaast is het ook nog eens een heel mooi beeld.

Benieuwd naar de andere inzendingen? Die kun je hier zien.

Overigens vind ik het een mooi thema: Doe het zelf. Of in het geval van de telkens falende overheid: ga  maar naar huis politici en ambtenaren (en natuurlijk zonder wachtgeld), we doen het zelf wel weer. Burgers nemen steeds meer het heft in eigen handen. We beginnen steeds meer zelf dingen te organiseren. Zoals een wijkblog beginnen om buurtdemocratie uit te dragen. Zelf weer aan de slag gaan en je niet afhankelijk opstellen van die zogenaamde officiële instanties lijkt me een goed uitgangspunt voor 2014.

Categorieën
Strips

Pieter van Oudheusden: ‘Ik deed altijd dingen die me leuk leken’

Scenarist en vertaler Pieter van Oudheusden heeft het Nederlandse beeldverhaal verrijkt met mooie, poëtische verhalen. Hij overleed in november, 56 jaar oud, aan de gevolgen van een hersentumor.

Pieter van Oudheusden; Bron: De eenhoorn.be
Pieter van Oudheusden; Bron: De eenhoorn.be

‘Iedereen leeft in zijn eigen fictie en gebruikt die om het leven dragelijk te maken. Schrijven is voor mij een vlucht voor de dingen die je niet kunt beheersen en die zijn er natuurlijk in ieder mensenleven. Je kunt hoog en laag springen, maar op een gegeven moment ben je echt het haasje. In de tussentijd hou je het leven dragelijk door elkaar verhalen te vertellen,’ aldus Pieter van Oudheusden toen ik hem in 2010 interviewde naar aanleiding van De wraak van Bakamé, een vuistdikke striproman geïnspireerd op Afrikaanse volksverhalen die hij samen met tekenaar Jeroen Janssen maakte.

September 2012 werd bij Van Oudheusden een hersentumor gevonden. Vrijwel meteen werd hij geopereerd en bestraald. Die behandelingen en de grote invloed die de tumor had op zijn functioneren en persoonlijkheid werden vastgelegd in de documentaire Ik van Jona Honer, bekroond met de VPRO-documentaireprijs voor beste eindexamenfilm. In Ik wordt Van Oudheusden belicht als anonieme patiënt, over de mens en zijn carrière komt de kijker niets te weten. Dat zetten we nu even recht.

Van Oudheusden (Puttershoek, 1957 – Rotterdam, 2013) was schrijver, vertaler, journalist en fotograaf. Hij schreef boeken over onder andere Rotterdam: De Hef, biografie van een spoorbrug (1984) en De Mensch Deelder (1986) en kinderboeken als Ik verveel me nooit! (2002) en Een grote plons (2002). In dienst van Studio Peter de Raaf vertaalde hij naar eigen zeggen zo’n veertig tot vijftig strips en populair wetenschappelijke kinderboeken per jaar. Als scenarist werkte hij samen met een scala Nederlandse en Vlaamse striptekenaars. ‘Van alle dingen die ik doe, ligt schrijven mij het beste, want dat is de meest directe manier waarop ik dingen op papier kan zetten,’ vertelde Van Oudheusden september dit jaar in zijn huis te Rotterdam. ‘Omdat ik mijn geld verdiende als vertaler heb ik dat schrijven er altijd met plezier bij gedaan en was het ook niet erg dat je daar niets voor kreeg. Daarom heb ik altijd de dingen gedaan die mij leuk leken. Toen ik opeens bij de kinderboeken voor ieder ditje of datje geld kreeg, besefte ik wat we al die jaren gemist hadden.’

Cover illustratie De wraak van Bakamé door Jeroen Janssen.
Cover illustratie De wraak van Bakamé door Jeroen Janssen.

Schubert
Met de Vlaamse stripmaker Jeroen Janssen maakte hij meerdere albums waaronder de fantasierijke biografische striproman over Schubert die volgend jaar april moet uitkomen. Van Oudheusden dacht de boekpresentatie niet meer mee te maken, want inmiddels was bekend dat de tumor terug was en gestaag groeide. Tijdens het gesprek had Pieter moeite zich dingen te herinneren, ook was het soms zoeken naar woorden.

Met het einde in zicht was het moment om achterom te kijken aangebroken. ‘Ik keek altijd alleen vooruit als ik aan het schrijven was, met het idee dat wat er nog geschreven gaat worden belangrijk is, niet wat je al geschreven hebt. Daarmee hou je jezelf ongelooflijk voor de gek, vind ik. Nu ben ik gedwongen om terug te kijken en niet te letten op wat ik binnenkort verlies, maar om te zien wat ik allemaal gedaan heb. Nu besef ik pas dat ik erg veel heb geschreven. Als ik naar dat werk kijk zijn er altijd dingen die me meevallen. Bij nader inzien word ik dus door mijn eigen verhalen blij verrast.’

Melancholie
Van Oudheusdens verhalen bevatten vaak een melancholieke ondertoon. Die komt duidelijk naar voren in de reeks korte strips Liefde & Verraad die hij samen met Fred Marschall in de jaren tachtig voor het stripblad Titanic maakte en het album Een nachtegaal in de stad (1999). In deze verhalen leidt de liefde vooral tot teleurstellingen. ‘Er zit inderdaad relatief veel melancholie in mijn verhalen. Het enige wat ik daarvoor ter verklaring heb is dat dit blijkbaar de manier is waarop ik tegen het bestaan aankijk. Eigenlijk is dat wel gek, want het houdt geen verband met mijn dagelijkse realiteit. Ik ben bijvoorbeeld al 35 jaar met dezelfde vrouw, dus waarom ik per se de verhalen vertel over slecht aflopende liefdesrelaties snap ik zelf ook niet goed.’

In het korte verhaal Comeback (2002), getekend door Kim Duchateau en gepubliceerd in Zone 5300, duikt een oude vrouw in het zwembad. Ze zwemt steeds dieper, onderwijl wordt ze langzaamaan jonger. Zich vasthoudend aan een manta komt ze bij een grot terecht waar ze steeds verder in zwemt. Vervolgens wordt ze als baby herboren. Het verhaal is een mooi voorbeeld van Pieters filosofische inslag en hang naar surrealistische en magische vertellingen.

‘Dit verhaal vertelt over een handeling die tegenstrijdig en toch ook hetzelfde is. Oud en jong; doodgaan en opnieuw geboren worden. Beter kan ik het niet uitleggen. Ik zat te worstelen met het idee dat de tijd ingehaald moest worden. In de trein van Antwerpen naar Gent kwam een erg zwangere mevrouw binnenlopen. Dat was de sleutel die ik nodig had om het verhaal af te schrijven.’ Met reïncarnatie heeft Comeback niets te maken, daar geloofde Van Oudheusden niet in: ‘Het staat voor mij vast dat er na het leven niets meer is. Dat is een grote troost, mag ik wel zeggen, want dan hoef je je daar in ieder geval geen zorgen over te maken,’ zei hij lachend. ‘Ik weet nog dat Bernlef vlak na mijn operatie overleed. Die was 75 geworden. Ik dacht toen: Of je nu nog twee of twintig jaar te gaan hebt, zoveel stelt het niet voor. Die tijd is zo voorbij.’

'Comeback'.
‘Comeback’.

comeback_vanoudheusden2

Eigenheid
Als scenarist en redacteur heeft Van Oudheusden aan verschillende striptijdschriften gewerkt, zoals Titanic, Stripschrift en Zone 5300. Hij schreef recensies en sprak met veel stripmakers en kunstenaars: ‘Het interview met schrijver A. Moonen is me het beste bijgebleven. Alles aan die man was merkwaardig. Hij had overal groot commentaar op. Ik weet nog dat hij allerlei problemen had met zijn flat en de eigenaren en… Sorry, hier laat mijn geheugen me even in de steek.’

In 2010 vertelde Pieter dat hij eigenheid het belangrijkste bij het schrijven vindt. ‘Fransen hebben het mooie woord vécu: ervaren, aan de lijve ondervonden. Je moet altijd je eigen werkelijkheid je scenario intrekken. Niet afgaan op dingen die anderen gezien hebben, maar dingen die je zelf gezien hebt. Toen ik Joost Swarte jaren geleden interviewde zei hij dat als iets kwaliteit heeft het altijd komt bovendrijven. Als je altijd je eigen ding blijft doen, komen mensen naar je toe om wat jij kunt. Als je andermans kunstje nadoet, dan zullen ze nooit naar jou toekomen maar naar die ander gaan.’

Wie zijn werk leest, weet dat Van Oudheusden die raad ter harte heeft genomen. 11 november overleed Pieter aan de gevolgen van zijn hersentumor.

Filmlab: Ik
zondag 1 December, Nederland 2, 01:00 -01:30

Dit interview is gepubliceerd in VPRO Gids #48 (2013).

Categorieën
Boeken Strips

Stripmaker Ben Katchor bij Boeken

handdrying_katchorEerder deze week besteedde ik aandacht aan het boek Hand-Drying in America and other stories van de Amerikaanse stripmaker Ben Katchor, en dat was geen toeval. Katchor trad namelijk op tijdens het Crossing Border festival in Den Haag. Bijzonder: Wim Brands interviewde hem voor zijn programma Boeken.

Nu weet ik dat Brands een grote fan is van Katchor, dus het zal hem veel plezier hebben gedaan om deze interessante stripmaker eens aan zijn tafel te hebben gehad.

Want interessant is het werk van Katchor zeker. Nu kan ik daar wederom een essay over vol schrijven, maar het is wellicht beter om het interview gewoon te bekijken. Eerst komt Joost Zwagerman nog in de uitzending aan het woord trouwens, want van hem kwam een tweedelige bundeling uit van zijn essays over Amerikaanse kunst & cultuur. Ook erg boeiend.

Boeken is op dit moment een van mijn favoriete programma’s op televisie en een van de weinige uitzendingen die ik geregeld terugkijk op Uitzendingvergist.nl. Ik kijk namelijk al meer dan een jaar geen televisie meer en dat bevalt me best. Geen zapsessies meer, geen verloren uurtjes zombiestaren naar hersenloze televisie. Alleen nog heel gericht kijken via het web, dus ik kijk veel minder, maar zie en lees daarom des te meer.

Het is de schijnbare eenvoud van Boeken die me zo aanspreekt. Brands heeft iedere week schrijver of schrijvers aan zijn tafel en voert daar een boeiend gesprek mee. Dankzij het interview weet je altijd in grote lijnen waar het boek overgaat en of het iets voor je is. Door Boeken heb ik al veel nieuwe, interessante schrijvers ontdekt. Het programma is het bewijs dat je met een simpele opzet, heel kijkwaardige en geestverruimende televisie kunt maken.

Ter inleiding van het gesprek met Katchor schreef Brands een stuk over de tekenaar in de VPRO Gids deze week.