De VPRO Gids is voor de strip- en animatieliefhebber altijd de moeite van het lezen waard geweest. Ik ken geen andere televisiegids die zo veel ruimte heeft voor het beeldverhaal. Tot mijn vreugde natuurlijk, want ik schrijf graag voor de Gids. Al een paar jaar besteden we aandacht aan het Holland Animation Film Festival. Tot dit jaar meestal door een kleine special in de gids op te nemen van twee artikelen: een interview met festivaldirecteur Gerben Schermer en een feature die focust op een bepaald thema uit het programma of een bijzondere film die er vertoond wordt.
Dit jaar pakken we echter uit met een heuse bijlage over het HAFF. In deze special staat onder meer een bijzonder interview met animator Gerrit van Dijk, afgenomen op de laatste dag van zijn leven. Een grappig interview met stripmaker René Windig over zijn programma rond Felix the Cat animaties en een boeiend interview met Lorenzo Mattotti die de grafische vormgeving verzorgde van Pinokkio van animatiefilmer Enzo d’Alò.
Zelf schreef ik voor de bijlage een interview met Gerben Schermer waarin we de belangrijke elementen van deze festivaleditie doornemen en pende ik een overzicht van alle featurefilms die op het HAFF te zien zijn. Een fijne klus, want zo kon ik al heel wat van de films tot me nemen.
Al met al een boeiende bijlage voor de strip- en animatieliefhebber zou ik zeggen. De bijlage zit bij VPRO Gids #11 en is ook vrij verkrijgbaar op het festival.
Woensdag interview ik voor de VPRO Gids de Vlaamse stripmaker Kim Duchateau, in de Nederlandse contreien vooral bekend van Esther Verkest. Het sexy stripfiguurtje wordt in Eppo gepubliceerd, maar zag het licht voor het eerst in P-Magazine. Ik wilde Kim wel eens uithoren over Esther, maar zal natuurlijk ook andere strips van hem ter spraken brengen. Zo maakt hij ook cartoons voor de Morgen, P-Magazine, Knack, de Standaard en ZO-magazine. Van die cartoons kwam vorig jaar de bundel Alles komt los uit.
Dit is een van mijn favoriete cartoons uit de bundel:
Het is een mooi voorbeeld van de sterke beeldgrappen die Duchateau maakt, waarbij hij tot clichés verworden beelden een grappige draai geeft.
Erg leuk zijn de vele verwijzingen naar het beeldverhaal en de grammatica van de strip. Bekende stripfiguren zijn het doelwit van spot. Hierbij heeft Kim vooral een voorkeur voor Disney-figuren, Smurfen en klassieke Vlaamse striphelden als Suske & Wiske.
In zijn overwegend absurdistische cartoons schroomt Kim er niet voor om grof en wrang uit de hoek te komen. Hij varieert dan ook graag op thema’s als kindermishandeling en huiselijk geweld. Ook sociale media als Facebook worden op de hak genomen (gelukkig! laten we dat verschijnsel vooral niet te serieus nemen.)
Soms maakt Kim zich schuldig aan wat flauwe woordgrapjes als een kip die jurylid is van een soort Idols en beweert ‘kippenvel’ te krijgen. Maar die zijn duidelijk in de minderheid.
Om even in Facebook-termen te blijven: Alles komt los, vind ik leuk. Kim. Alles komt los Uitgeverij Oogachtend, € 19,00 ISBN 9789077549759
Daarom Minneboo leest:
Maandelijks krijg ik van veel uitgeverijen stapels strips toegestuurd. Daar zit veel moois tussen, maar niet alles is geschikt voor de bladen en opdrachtgevers waar ik voor schrijf. Toch wil ik deze uitgaven onder de aandacht brengen. Daarom heb ik de rubriek Minneboo leest in het leven geroepen, om te laten zien hoe rijk en divers het medium strip kan zijn. De artikelen in deze rubriek zijn geen recensies (die teksten staan gepubliceerd in de bijhorende rubriek), maar kunnen thematisch zijn, een tekenstijl belichten of simpelweg een nieuwe uitgave kort aanstippen. Verwacht vooral veel recent verschenen strips, met zo nu en dan een album dat ik op dit moment lees en waar ik iets over kwijt wil.
Toch mooi dat op Valentijnsdag Rudi de Vries zijn liefde voor strips mocht tonen bij De Wereld Leert Door. November vorig jaar promoveerde De Vries op het onderwerp Nederlandse stripcultuur. In DWLD werd hij immer schnell in tien minuten geïnterviewd door Isolde.
Twee jaar geleden interviewde ik Matthijs van Nieuwkerk voor een interview op mijnvara.nl. Na het gesprek vroeg ik hem waarom er in De Wereld Draait Door nooit gesproken werd over strips. Goed, je had een paar jaar lang de cartoons van Fokke & Sukke, maar los daarvan kwam het beeldverhaal nooit ter sprake. Van Nieuwkerk zei dat strips lastig waren om te behandelen in DWDD. Kennelijk denkt men daar nu anders over, want donderdag 14 februari werd Rudi de Vries geïnterviewd in de spin-off van het programma. Tijdens het gesprek zijn er cartoons te zien van Michiel van de Pol, zoals deze prachtige prent:
De Vries heeft met zijn boek Comics and co-evolutions een doorwrochten studie afgeleverd. Hij bracht de ontwikkeling van Nederlandse stripuitgeverijen in kaart en beantwoordt daarin de vraag waarom de Nederlandse stripcultuur achterloopt op de Belgen en Fransen. Jammer dat ook in De Wereld Leert Doorhet tempo hoog gehouden wordt. In die 10 minuten werd niet een heel hoop duidelijk, maar wel wat. En strips op tv, daar word ik altijd blij van. Op die manier wordt een grote groep kijkers er weer eens aan herinnerd dat ze nog steeds bestaan die strips en de moeite van het lezen waard zijn.
Wordt vervolgd want…
Twee maanden geleden sprak ik met De Vries over zijn onderzoek voor de VPRO Gids. Dat stuk zal binnenkort in de Gids verschijnen, daarna zal ik op deze site een langere versie ervan publiceren.
Naast strips maakt Erik Varekamp ook illustraties. Hij werkt voor diverse kranten en tijdschriften, zoals het AD, Hard Gras en zo nu en dan illustreert hij de cover van de VPRO Gids.
De Duitse stripmaker Ralf König breekt met zijn strips een lans voor de acceptatie van homo’s.
Ralf König (Soest, Westfalen 1960) is een van de succesvolste stripmakers van Duitsland. In een paar snelle lijnen en een cartooneske stijl zet König zijn doorgaans kleine mannetjes met dikke, ronde neuzen op papier. Met humor, ironie en vlijmscherpe observaties gaat hij vooroordelen jegens homo’s te lijf.
König speelt op briljante wijze met clichés en gebruikt opgevoerde stereotypen om de lezer te confronteren met zijn eigen vooraannames. Het controversiële duo Konrad en Paul is het beste voorbeeld van hoe de stripmaker karikaturen gebruikt: terwijl Paul zijn libido botviert in darkrooms en sauna’s, luistert de introverte Konrad thuis naar klassieke muziek. Verder worden Königs relatiekomedies bevolkt door gespierde bouwvakkers met strakgespannen leren broeken en dikbesnorde queens met namen als Norbert en Walter. Ook een overbezorgde moeder die haar zoon het hemd van het lijf vraagt over zijn homoseksuele neigingen, duikt geregeld op.
In zijn strips behandelt König ook universele en filosofische thema’s zoals het neurotische leven in de stad en de invloed van religie op de maatschappij en als bron van homofobie. Zijn werk spreekt een breed, heterogeen publiek aan in binnen- en buitenland.
König kwam eind jaren zeventig uit de kast. Al snel publiceerde hij zijn eerste korte stripverhalen in underground striptijdschriften Zomix en Rosa Flieder. In de vroege jaren tachtig verwierven zijn Schwulcomix (wat letterlijk vertaald homostrip betekent) een cultstatus in de gay scene. Königs doorbraak bij het grote publiek kwam in 1987 toen een grote uitgeverij zijn boek Der bewegte Mann uitgaf, in 1994 succesvol verfilmd door Sönke Wortmann. Zijn eerste lange stripverhaal Kondom des Grauens, een parodie op het detective genre, werd ook verfilmd.
In de documentaire König des Comics: Ralf König portretteert regisseur Rosa von Praunheim (Holger Mischwitzky) de stripmaker als een bescheiden mensch, die tijdens lezingen op amusante wijze en met gekke stemmetjes uit eigen werk voorleest.
Voor Von Praunheim is het werk en leven van König een passende onderwerpkeuze: de regisseur is een van de initiators van de homobeweging in Duitsland. Veel van zijn documentaires, experimentele en fictiefilms gaan over homocultuur.
De documentaire König des Comics – Ralf König is zaterdag 2 februari te zien op Arte, 22:00-22:45. De film was vorig jaar te zien tijdens het But filmfestival te Breda.
Dit artikel is gepubliceerd in VPRO Gids #5 (2013).
Erik Varekamp maakt samen met Mick Peet de strip Agent Orange. Een satirische weergave van het levensverhaal van wijlen prins Bernhard zur Lippe-Biesterfeld. Ook wel bekend als de Duistere Prins der Nederlanden. Tenminste, bij mij dan. Inmiddels zijn er vijf delen in de reeks verschenen. Daarnaast maakt Varekamp illustraties voor verschillende opdrachtgevers, waaronder de VPRO Gids. Ik kwam hem dan ook tegen op de altijd gezellige kerstborrel van de Gids en we raakten aan de praat. Al snel was het plan geboren om eens bij hem op de studio langs te komen.
In deze Daily Webhead vertelt Varekamp over de achtergrond van Agent Orange en zijn nieuwe stripproject over Joseph Kennedy. Tevens krijgen we een uniek kijkje op zijn tekentafel, euh tekentablet.
De muziek in deze Daily Webhead Video is natuurlijk van Marco Raaphorst (maar dat had je vast al geraden!).
Erik Kriek tekende de cover van VPRO Gids #3 (2013) naar aanleiding van het programma Shot on Location. Hierin gaat dEUS-voorman Tom Barman op zoek naar de verhalen achter een eigentijdse filmklassieker op de locatie waar deze zich afspeelt en werd opgenomen.
Kriek heeft op ingenieuze wijze herkenbare elementen van de zes films die in het programma worden behandeld samengebracht: Gomorra, Trainspotting, Leaving Las Vegas, Das Leben der Anderen, Van God los en Bloody Sunday.
Shot on Location wordt zondags op Ned 2 uitgezonden tussen 18.50-19.20 uur. In aflevering 1 gaat Barman naar Napels waar de harde misdaadfilm Gomorra werd opgenomen. Check het op uitzendingvergist.nl.
Het blijft fascinerend: de locatie waar een film is opgenomen. Hele hordes toeristen reizen af naar de plek waar hun favoriete filmscène is opgenomen om zelf wellicht een stukje filmromantiek te ervaren.
Christopher Moloney houdt een blog bij dat volstaat met foto’s van filmlocaties. Maar het zijn geen gewone plaatjes, hij houdt een foto van de filmscene vast en schiet dat een plaatje van de locatie. Zo ziet dat eruit:
Floor de Goede maakte een semi-autobiografische striproman over het missen van je geliefde. Soms laat de stripmaker cruciale details buiten beeld, waardoor zaken voor interpretatie vatbaar blijven.
Floor de Goede (Amsterdam, 1980) heeft een zeer aansprekende, levendige tekenstijl: hij tekent cartooneske koppen, maar zijn personages gaan dieper dan een Kuifje of Donald Duck. Floors personages bestaan echt. In 2004 begon De Goede met zijn semi-autobiografische strip Flo op DoYouKnowFlo.nl: iedere dag een humoristisch strookje waarin zijn leven met vriend Bas centraal staat. De striproman Dansen op de vulkaan (de titel heeft niets met het liedje van de Dijk te maken) is het vervolg daarop. ‘Ik hoop natuurlijk dat mensen die de daily niet kennen ook dit boek gaan lezen, daarom wilde ik het verhaal zo toegankelijk mogelijk maken. Voor de mensen die mijn dagboekstrip volgen zie ik deze graphic novel als de grote film van de serie. Flo the Movie dus. Die vaste lezers weten al wat er in de strip is gebeurd en krijgen nu het grote verhaal van wat zich tussendoor heeft afgespeeld. Ik behandel namelijk drie heftige fasen in mijn relatie met Bas. Het boek gaat over gemis in een relatie en de verschillende stadia daarvan,’ vertelt de stripmaker in zijn huiskamer annex werkkamer in Amsterdam.
Relatieperikelen
In het eerste hoofdstuk reist Floor met journalist Sander naar de Eolische eilanden om een fotoreportage te maken en mist hij zijn vriend enorm, terwijl hij in het tweede hoofdstuk vertelt over hoe hij een paar jaar later verliefd raakt op een ander. In het derde stuk is hun relatie weer zo stabiel dat Flo de verleidingen van de New Yorkse gayscene kan weerstaan. Of toch niet? Soms laat de stripmaker cruciale details plagerig buiten beeld, waardoor zaken voor interpretatie vatbaar blijven.
Je speelt volgens mij graag met wat waargebeurd is en wat niet.
‘Dat klopt. Ik vertel dingen in het verhaal die niet iedereen al weet, dus laat ik het graag in het midden. Vooral de periode in het tweede hoofdstuk was een heel bedrukte periode, Bas en ik spraken toen niet veel uit. Voor mij was het fijn om dat er nu allemaal eens uit te gooien.’
Hoe was het voor Bas om terug te lezen?
‘Bij dit boek heb ik hem gevraagd of hij het echt oké vond om dit te doen. Voor hem was het tweede hoofdstuk heftig om te lezen, maar hij vond ook wel dat ik dit moest maken. Overigens heb ik veel dingen niet verteld, weggelaten en veranderd. En nee, ik ga niet zeggen wat er precies heeft plaatsgevonden.’
Je beeldt jezelf schattig af, maar je stripfiguurtje is wel een ongelooflijk chagrijnig mannetje. Ben je in het echt ook zo?
‘Ja. Ik ben heel erg negatief ingesteld, al wil ik dat helemaal niet zijn. Misschien is het een soort verdedigingsmechanisme van me. Ik bekijk de dingen altijd eerst van de zwarte kant en dan valt het uiteindelijk allemaal wel weer mee. Dat is beter dan me ergens op te verheugen en dat het dan tegen blijkt te vallen. Grappig: eerst was ik bang dat ik mijn reisgenoot Sander te naar zou afbeelden. Eigenlijk is mijn personage net zo erg, zo niet erger dan hij. In het begin denk je dat die Sander een verschrikkelijke figuur is, maar je gaat hem juist steeds beter snappen en sympathieker vinden dan Flo. Wat dat betreft heb ik dankzij dit boek veel over mezelf geleerd.’
Hoe zit dat met Bas? Je komt in dit boek niet zo heel veel over je vriend te weten.
‘Ik kan de stripwereld en mijn echte wereld eigenlijk niet meer van elkaar scheiden. Ik zeg altijd dat de stripflo een personage is, maar eigenlijk kan ik die niet meer los van mezelf zien. Ik kan in mijn ogen dus niet voor Bas spreken, of iets vanuit zijn oogpunt laten zien. Al probeer ik dat wel in de epiloog, waarin ik toon hoe Bas al die gebeurtenissen in het boek heeft ervaren. Dan maak ik meer een personage van hem.’
Werkt het genre van autobiografie niet te beperkend voor je op die manier?
‘Nee, vind ik niet. Ik maakte ook de strip Zusje van… voor Tina. In die strip zitten alleen verzonnen personages. Op een gegeven moment leer ik ze kennen. Die kennis werpt al grenzen op met wat ik met die personages wel en niet kan doen. En dat geldt net zo goed voor Flo, Bas en andere figuren.’
We kennen genoeg voorbeelden van relnichten uit de media. Jij laat in je strips homoseksuele relaties juist als iets vanzelfsprekends zien. Vind je dat je daarin een voorbeeldfunctie hebt?
‘Ik heb vaak gehoord dat men het emanciperend vind. Daarvoor doe ik het niet, maar ik vind het wel fijn dat men dat zo ziet. Mijn strips staan bijvoorbeeld ook in Stripped: The story of gay comics, een bloemlezing van strips over en voor homo’s. Toen ik die doorbladerde zag ik er alleen maar pornostrips in staan. Mannen met grote pikken, dat soort dingen. Daar schrok ik toen wel van. In eerste instantie dacht ik dat mijn werk daar helemaal niet in thuis hoorde. Maar toen bedacht ik me dat het juist wel goed was dat mijn strips daartussen staan, want ze vormen een sterk contrast met die andere strips en laten dus zien dat het zo ook kan.’
Dansen op de vulkaan (Oog & Blik/ De Bezige Bij) ligt reeds in de winkel.
Dit artikel is gepubliceerd in VPRO Gids #3 (2013).
Laatst zat ik samen met vriendinnetje de foto’s van Daily Webhead van het afgelopen jaar door te bladeren. Dat bewijst voor mij meteen het bestaansrecht van mijn fotoblog, want veel leuke voorvallen was ik alweer vergeten.
2012 zal niet de boeken ingaan als het gelukkigste jaar van mijn leven. Genoeg zwarte bladzijden waar ik niet meer aan herinnerd wil worden, maar daar ga ik de lezer van dit blog niet mee lastigvallen. Daarom een korte terugblik van de toffe momenten uit 2012.
Tijdens het bezoek heb ik een berg opnames gemaakt waar ik verschillende Daily Webhead-afleveringen van heb gemaakt, waaronder deze impressie van de kerkhoven van Edinburgh en deze vreemde snuiter.
Utrecht!
Omdat Hester en Wouter een maand Cuba onveilig gingen maken, vroegen ze me op hun huis en kat te passen. Ik heb altijd al in Utrecht willen wonen, dus dit was een uitgelezen kans om de stad uit te proberen. Een zeer fijne maand was het, ondanks het gejammer van de kat in kwestie.
Parijs De exposities over het werk van Tim Burton en Robert Crumb waren een bezoek aan Parijs zeker waard. Ik zal me niet snel vrijwillig aanmelden voor een vakantie aan de hoofdstad van Frankrijk, want vind het maar niks, maar voor het werk van beide heren mag je me altijd wakker maken. De shots van Parijs moet ik nog steeds een keer monteren tot een aflevering van Daily Webhead, maar de expo van Crumb is reeds gepubliceerd.
Verhuizing
Vanwege geluidsoverlast moesten Linda en ik een andere woning zoeken. Uiteindelijk hebben we die gevonden elders in Amsterdam. Nog steeds een gehorig huis, kennelijk heeft de stad weinig anders te bieden, maar geen vierjarig k*tkind meer dat de hele tijd boven je hoofd heen en weer loopt te rennen. Dat noem ik vooruitgang. O, en aardige buren trouwens.
In de twee maanden vakantie heb ik het Nederlandse landschap weer opnieuw leren waarderen. Da’s ook wat waard vind ik.
Interviews
Voor mijn werk als freelance journalist heb ik weer een paar mooie interviews mogen maken voor onder andere de VPRO Gids. Met plezier sprak ik met stripmakers, animatoren en andere creatieven over hun werk. Onder andere Barbara Stok, Charles Burns, Erik Kriek en Floor de Goede. Een leuke bonus was het geïmproviseerde interview met striplegende Martin Lodewijk die ik bij toeval aantrof bij uitgeverij L.
In de categorie persoonlijke interviews vond ik het erg leuk om mijn vader eens voor de camera te hebben. De warme reacties die ik via Twitter en Facebook kreeg op de video deden mijn hartje goed.
Columnist
Ook werd ik dit jaar vaste columnist van filmblad Schokkend Nieuws! Inmiddels zijn er twee verschenen en ben ik druk aan het nadenken over de volgende column. Een erg leuke klus voor een erg tof magazine. Ook gaf ik dit jaar weer een paar blogcolleges, en was ik gespreksleider voor onder andere het Van Gogh Museum.
Vriendschap
Verder koester ik de vriendschap die ik dit jaar heb ervaren met vrienden en blogvrienden door Nederland. Ik heb ontdekt dat sommige mensen altijd voor je klaarstaan wanneer de nood hoog is. Mijn dank daarvoor is groot.
Allen een magisch 2013 gewenst!
Dan wil ik deze terugblik graag afsluiten met woorden van een van de wijste mensen die mijn inziens ooit over de aarde heeft gewandeld:
Wat doe je als stripliefhebber op een druilerige zaterdagmorgen in Amsterdam? Dan bezoek je de stripwinkel. Vandaag was dat Lambiek in de Kerkstraat. Ik was benieuwd hoe het met de mannen ging en ik wilde meteen wat kerstcadeautjes inslaan. Terloops ontdekte ik dat stripjournalistiek zo zijn nut heeft.
In VPRO Gids #50 stond een artikel van mijn concullega Oliver Kerkdijk over Edgar P. Jacobs. Over zijn leven is zojuist een striproman verschenen, getiteld Het Jacobs teken, én er is een nieuw avontuur uit van Blake en Mortimer. Abel Schoenmaker, al jaren een vaste medewerker van Lambiek, vertelde me dat klanten sinds de publicatie van dat artikel specifiek naar deze uitgaven vragen.
Nu wil ik zo vaak en divers mogelijk het beeldverhaal onder de aandacht brengen. Mijn blog is daarin een handig stuk gereedschap omdat ik er recensies, besprekingen en video’s kan plaatsen. Soms behandel ik een strip door deze uitgebreid te recenseren, soms wordt het een Minneboo leest en zo nu en dan maak ik een video-interview met een stripmaker. Weet je gelijk wie er achter die mooigetekende pagina’s schuilgaat. En het is leuk om, in het geval van Lodewijk bijvoorbeeld, een stripmaker enthousiast over zijn werk te horen praten.
(Boris en ik hebben ook nog een Daily Webhead opgenomen over het schetsboek van Jim Woodring dat net is binnengekomen. Die komt over ruim een week online.)
Toch vraag ik me soms af of al die moeite wel zin heeft. Of een artikel over een strip, of een interview met een maker, de interesse van mensen in het medium vergroot. Zo’n opmerking als die van Abel bevestigt voor mij dat stripjournalistiek wel nut heeft. En hij niet alleen.
Meer media
Toen ik donderdag dr. Rudi de Vries interviewde over zijn promotieonderzoek over de Nederlandse stripcultuur, vertelde hij me dat de media de laatste jaren meer aandacht hebben voor het beeldverhaal. Een positieve ontwikkeling, want hoe meer mensen weten wat voor mooie albums er verschijnen, hoe meer ze geneigd zullen zijn die albums ook aan te schaffen. Voor zichzelf en voor anderen. Tenminste, dat hoop ik dan maar, want de sector is zeker gebaat bij hogere verkoopcijfers.
Mooie boeken Zelf heb ik daar vandaag mijn bescheiden steentje aan bijgedragen. De dagelijkse worsteling van Manu Larcenet heb ik bij Lambiek meegenomen. Dit album is recent verschenen in de reeks Oog & Blik Classics en zeer de moeite waard. Daarbij een deel van The Boys aangeschaft – een bijzondere stripreeks over het superheldengenre waar ik voor mijn verjaardag een eerste deel van Paul had gekregen. En Kid Eternity van schrijver Grant Morrison en tekenaar Duncan Fegredd. Ik ben sinds het fantastische boek Supergods in het bijzonder geïnteresseerd in het schrijfwerk van Morrison. (Die blogpost over een quote van hem eerder deze week komt dan ook niet zomaar uit de lucht vallen.)
En we hebben nog wat stripcadeautjes aangeschaft. Maar welke hou ik even voor me, want het moet wel een verrassing blijven natuurlijk.
De fans van Floor de Goede hebben er lang op moeten wachten, maar 4 januari ligt zijn eerste striproman in de winkels: Dansen op de vulkaan. Dat leek me een mooie gelegenheid om hem te interviewen voor de VPRO Gids. Na het gesprek namen we nog een vlog op waarin de sympathieke stripmaker enkele bladzijden uit zijn schetsboek laat zien.
Kijktip: Zet de video via het tandwieltje rechtsonder op HD (720p) en zet de player op schermvullend, dan kun je de dunne potloodlijnen van het schetsboek het beste zien.
Als Flo voor het eerst op reis is zonder zijn vriend Bas, is hij met niets anders bezig dan met de heimwee naar de ander en ziet hij al het moois om hem heen niet. Maar is er na zoveel jaar samen zijn nog wel afstand nodig om elkaar te missen? Dansen op de vulkaan is een semi-autobiografisch verhaal over de pijnlijke, maar herkenbare kanten van de liefde. We weten allemaal dat een lange relatie vele stadia kent; nog nooit eerder bracht iemand al die facetten van de liefde zo mooi in beeld als Floor de Goede.
Ook in zijn nieuwe bundel Beschaving zoekt sponsor neemt cartoonist Stefan Verwey actuele verschijnselen op de korrel. Vier tekeningen nader toegelicht.
In de bundel Beschaving zoekt sponsor beziet cartoonist Stefan Verwey met een ironische blik actuele verschijnselen als de economische crisis, social media en de bonuscultuur. Ook de bedreiging van het papieren boek door de e-reader, ondernemers en het leven van de bejaarde medemens in verzorgingstehuizen vormen vaak het uitgangspunt voor een tekening. ‘Het is niet zo dat ik bepaalde onderwerpen met meer plezier teken dan andere, het zijn vaak ook mijn eigen ervaringen waaruit ik put,’ vertelt Verwey.
Wekelijks maakt hij een literaire cartoon voor de Volkskrant en een politieke tekening voor De Gelderlander. We nemen samen met Verwey enkele typerende tekeningen uit de bundel door.
‘Deze prent stond in De Gelderlander en is een van mijn favoriete cartoons uit de bundel. Tijdens het debat over de missie naar Kunduz en de begroting voor 2013 had een politicus het over “over je eigen schaduw heen springen”. Ik erger me niet zo gauw, maar politici zijn meesters in clichés. Een paar weken lang wordt zo’n term door iedereen herhaald en dan is het voor mij interessant daar iets over te maken. De personages in de prent zijn niet per se politici. Ik ben ook niet echt een politiek tekenaar. Veel van mijn tekeningen hebben weliswaar met de actualiteit te maken, maar eigenlijk wil ik ze zo maken dat ze wel tien of vijftien jaar actueel blijven. Pas dan vind ik een tekening echt geslaagd. Dat uitgangspunt bepaalt tevens de keuze van wat ik teken.’
‘Het idee van over je eigen schaduw springen heeft iets magisch en het heeft ook met mijn jeugd te maken. Wanneer een kind zijn eigen schaduw ontdekt, gaat hij ermee spelen. Als kind rende ik altijd heel hard in de hoop om mijn eigen schaduw in te halen. En dat lukte natuurlijk, althans in mijn fantasie.’
‘Ik ben geen voetballer en ik hou niet van sport. Ik heb een grote hekel aan de wereldkampioenschappen omdat het een soort carnaval is. Waar je ook heen gaat, je kunt er niet aan ontkomen. Over deze tekening ben ik nog steeds heel tevreden. Ik heb meer cartoons over voetbal gemaakt, maar daar zitten visuele aanwijzingen in. In deze prent zitten helemaal geen voetbalsymbolen. Je ziet alleen lezende mensen, verder kun je het zelf invullen. Ik probeer mij grafisch zo goed mogelijk uit te drukken en met weinig middelen. Al het overbodige laat ik weg.’
‘Ergernissen zijn niet zo zeer een drijfveer voor mijn tekeningen. Die moet ik eerst opzij leggen voordat ik er iets mee kan. Anders krijg je van die gelijkhebberige tekeningen en dat is niet de moeite waard. Ik ben immers geen dominee. Ik teken toch vooral voor mezelf en hou geen rekening met de krantenlezer. Dat klinkt hautain maar dat is het niet. Je bent zelf de maatstaf en een x-aantal mensen zijn het met je eens, dus je voelt wel aan dat er een draagvlak is. Ik heb een mening zoals iedereen een mening heeft en die verwoord ik, en dan is het fantastisch dat mijn beeld door een paar honderdduizend mensen wordt bekeken.’
‘Veel mensen begrijpen deze cartoon niet, dus ik heb het idee dat ik de tekening iets duidelijker had moeten maken. Mensen willen alles zo regelen dat hen niets kan overkomen. Dat zie je ook in de Nederlandse regelgeving die onvoorstelbaar streng is. Als er iets ergs gebeurt, probeert men dit middels regelgeving in de toekomst te voorkomen.’
‘In de tekening valt de enige die zijn straatje schoon heeft, op zijn gat. Je kunt het lot niet ontlopen. Het overkomt mij ook vaak dat ik denk alles op orde te hebben en dan blijkt juist het tegendeel. Laatst was er een flinke storm en parkeerde ik mijn nieuwe auto bewust iets van mijn inrijlaantje af, weg van de grote bomen. Het zou immers zonde zijn als er een tak op viel. Een half uur later hoorde ik een harde klap: een tak van het kleine boompje waar ik de auto onder had gezet was bovenop de auto gevallen.’
‘Deze is eigenlijk heel wreed en tegelijkertijd ook humoristisch, al kan ik niet onder woorden brengen waarom deze tekening grappig is. Je verdedigt hier niet de pedofiel mee, maar iedereen kent wel de beelden waarop mensen in de voortuin staan van een pedofiel. Die situatie valt te begrijpen, maar je moet er wel mee uitkijken. Deze tekening mag dus geen realiteit worden. We hebben immers een rechtstelsel. Natuurlijk moet dat niet iets statisch zijn, maar onder invloed van het populisme wordt het recht steeds vaker opgerekt. Dat vind ik heel gevaarlijk.’
Stefan Verwey. Beschaving zoekt sponsor. Uitgeverij De Harmonie, ISBN: 9789076168487 Prijs: € 13,50