Ook geeks moeten de was doen. Bij ieder geeky T-shirt dat ik heb, hoort een bijzonder verhaal of anecdote. In deze vlog neem ik de vers gewassen T-shirts op de waslijn door.
Hier is de link naar mijn vlog over de Robert Crumb expositie in Parijs.
Hier is de link naar mijn vlog over de Robert Crumb expositie in Parijs.
‘Moet je kijken,’ zegt Remco Vlaanderen enthousiast terwijl hij zijn tablet vasthoudt. ‘Dit is Upgrade Soul van Ezra Claytan Daniels en Erik Loyer. Een stripverhaal over een bejaard stel dat meedoet aan een uniek verjongingsexperiment, dat natuurlijk volledig misgaat. Het is een van de mooiste voorbeelden van wat motion comics kunnen zijn. Je bekijkt de strip op je tablet, en als je die beweegt, krijg je een 3D-effect in de tekeningen. Als je op het scherm tikt verschijnen de plaatjes heel dynamisch en vloeiend in beeld. De muziek bepaalt in sterke mate de sfeer, volgt ook nog eens het tempo van de lezer en past zich daarop aan. Dit is dus echt een fundamenteel verschil met hoe een papieren strip werkt.’
Vlaanderen is sinds 2005 werkzaam als producent en redacteur bij Submarine Channel: een internationaal distributie- en productieplatform voor innovatieve digitale mediaproducties waarin nieuwe manieren van vertellen worden onderzocht, zoals interactieve documentaires en motion comics. Submarine organiseert Motion Comics: The Beginnings, de tentoonstelling op de Stripdagen die zich richt op de toekomst van het beeldverhaal.
Vlaanderen is een van de samenstellers en al jaren een ambassadeur van het medium: ‘We willen niet zo zeer een historisch overzicht geven, maar mensen kennis laten maken met het medium en laten zien dat het een heel spannende, nieuwe manier is van strips maken en lezen. Motion comics hebben doorgaans een slechte reputatie. Dat komt omdat veel mensen alleen de inferieure versies kennen die door grote Amerikaanse uitgeverijen gemaakt worden. Die blijven dicht bij de oorspronkelijke papieren uitgaven. Illustraties van superhelden worden in deze producties vaak houterig geanimeerd en acteurs spreken de stemmen van de personages in. Over dat soort motion comics gaat de tentoonstelling dus niet. Je kunt namelijk veel interessantere dingen doen dan alleen wat elementen uit de strip animeren. Door gebruik te maken van muziek, tekst, en door te spelen met tijd, ontwikkelen de makers eigenlijk een soort van nieuwe visuele taal die anders is dan die van de papieren strip maar daar wel op voortborduurt.’
Paranoia
Hoe dat eruit kan zien demonstreert Modern Polaxis van de Australische striptekenaar en interactive designer Stu Campbell, die onder de naam Sutu publiceert. In deze strip houdt tijdreiziger Modern Polaxis een dagboek bij over zijn avonturen. Wie echter met een speciale app het stripboek bekijkt, ziet niet alleen de statische strippagina’s tot leven komen via animaties, ook wordt een extra verhaallaag onthuld waarin Polaxis al zijn paranoïde ideeën in heeft verstopt.
Sutu is een van de pioniers op het gebied van motion comics. Zijn strip These Memories Won’t Last is dit jaar genomineerd voor een Eisner Award, de Oscars van de stripwereld. Het is een prachtig, kort verhaal over zijn grootvader die aan de ziekte van Alzheimer lijdt. Als de lezer te lang bij een beeld blijft hangen, vervaagt dit langzaam. Een mooie visuele metafoor voor geheugenverlies. De stripplaatjes en teksten zitten aan elkaar vast via een rode draad die tegen de scrollrichting in beweegt. Je leest de strip dus alsof je verticaal langs een levenslijn beweegt. ‘De opbouw lijkt simpel maar is daardoor supereffectief. Sutu zet techniek altijd in ten dienste van het verhaal,’ zegt Vlaanderen.
Wat maakt volgens Vlaanderen motion comics beter dan gewone strips?
‘Natuurlijk is het ene medium niet beter dan het andere, maar als je strips maakt die op een scherm gelezen moeten worden dan is het gek als je alleen een statische strip zou maken. Je werkt immers met een multimediaal platform. De elementen die je toevoegt mogen geen decoratie zijn, maar moeten echt essentieel zijn en het verhaal ondersteunen. De meest ideale motion comic zou niet meer goed werken als je een gebruikt element weg zou halen. Als je bijvoorbeeld het geluid weghaalt zou je dat echt moeten missen.’ Een mooi voorbeeld van de meerwaarde van audio bij een strip is The Land of the Magic Flute, Fons Schiedons vrije bewerking van Mozarts Die Zauberflöte. Tijdens het lezen zijn soms fragmenten van Mozarts opera te horen die achtergrondinformatie geven over de personages.
Originelen
Motion Comics: The Beginnings is een aangepaste voortzetting van de tentoonstelling die eerst op het Zwitserse stripfestival Fumetto te zien was. ‘We hebben vooral de originele pagina’s en andere fysieke werken overgenomen. We laten onder andere een meterslange, originele panoramatekening zien van de futuristische stad waar de strip NAWLZ zich afspeelt. Van Upgrade Soul hebben we originele potloodtekeningen. Van een aantal projecten hebben we een poster gemaakt waarop het maakproces stap voor stap wordt uitgelegd en we vertonen een videoprogramma met interviews met de makers en making of-reportages die een kijkje achter de schermen geven. We hebben zelf de digitale motion comics geselecteerd die zijn te zien op iPads. Dat zijn allemaal projecten van onafhankelijke makers die ambitieus of experimenteel zijn en met het medium iets vernieuwends doen. We laten overigens geen vage experimenten zien, alle projecten zijn voor een breed publiek toegankelijk.’
Over wat precies de eerste motion comic is, zijn de meningen verdeeld. Eind jaren tachtig waren er al games waarin elementen uit strips werden gebruikt. In 1996 begon Marvel Comics samen met America Online met het uitgeven van zogenaamde CyberComics, waarin ook muziek, animatie en interactie belangrijke elementen waren. Door de komst van internet begonnen stripmakers in de jaren negentig online digitale strips te publiceren. Deze webcomics bevatten soms ook geluid en vaak vereisten ze actieve participatie van de lezer: namelijk het klikken met muis of toetsenbord om nieuwe stripplaatjes te doen verschijnen of bladzijden om te slaan. In sommige strips krijgt de lezer zelfs de mogelijkheid om tussen verschillende verhaallijnen te kiezen.
‘Daar denken mensen vaak als eerste aan als je het over interactieve strips hebt. Zelf hou ik daar als lezer niet zo van tenzij er op een interessante manier geëxperimenteerd wordt met manieren van vertellen, zoals Meanwhile van Jason Shiga. Dat verhaal is een doolhof. Vanaf het beginpunt kun je uit bijna honderd routes kiezen. Van Meanwhile vertonen we de schitterende manshoge concepttekening die de basis vormde voor het interactieve werk.’
Met de komst van tablets en smartphones kan iedereen overal digitale strips lezen en lijkt voor motion comics de tijd rijp om een grote sprong te maken. Vlaanderen: ‘Voorheen moest je als maker zelf kunnen programmeren of samenwerken met een programmeur. Nu verschijnen er allerlei softwarepakketten waar je zelf motion comics mee kunt maken. Het medium is volop in ontwikkeling. Er zijn bijvoorbeeld experimenten met virtual reality comics. Hoe je het beeldverhaal opnieuw kunt uitvinden, binnen een nieuw medium als virtual reality, vind ik heel spannend. Een papieren strip heeft een afgebakende vorm waarvan iedereen de grammatica wel kent. Bij motion comics is de vorm nog lang niet uitgekristalliseerd en omdat je met multimedia werkt kun je duizenden kanten op.’
Motion Comics: The Beginnings vindt plaats in het ABC Architectuurcentrum van 3 juni t/m 24 juli.
Adres: Groot Heiligland 47
2011 EP HAARLEM
Dit artikel is gepubliceerd in VPRO Gids #23 (2016).
De Silvester Strip Debuutprijs wordt uitgereikt aan de tekenaar van het beste Nederlandstalige stripdebuut van de afgelopen twee jaar. De jury heeft met meerderheid van stemmen beslist dat deze dit jaar dus gaat naar Ben Gijsemans voor zijn boek Hubert (Uitgeverij Oogachtend). Aan deze Debuutprijs is een bedrag van 1.000 euro gekoppeld. De eerste druk van Hubert is reeds uitverkocht. De tweede druk verschijnt binnenkort.
Uit het juryrapport
‘In Hubert van Ben Gijsemans gebeurt bijna niets en daardoor juist ontzettend veel. Een steelse blik opzij, het aandachtig bestuderen van een schilderij, het voorzichtig bespieden van het buurmeisje: daar waar andere tekenaars veel meer tekst of drama in hun tekeningen nodig hebben speelt Gijsemans het klaar om met bijna niets een complete binnenwereld bloot te leggen. en dat in een stijl die het midden houdt tussen Chris ware, Winsor McCay en Olivier Schrauwen.’‘Ben Gijsemans beschikt over een uitzonderlijk tekentalent, een zeer verfijnd gevoel voor ritmiek, voor het overbrengen van emoties in tijd, in sequenties. Het is een ode aan het beeldverhaal zelf, het is een ode aan de liefde, aan de eenzaamheid, het is een ode aan de kunst. Het is een ode aan het leven. Hubert is een debuut uit duizenden, het belooft zo veel voor de toekomst van Gijsemans.’
Een eervolle vermelding van de jury gaat uit naar het boek Woekeraar van Pieter Coudyzer (uitgeverij Xtra).
De jury van Silvester
Michiel van de Pol (stripmaker, wiens nieuwe graphic novel Spotters onlangs verscheen bij uitgeverij Scratch), Dimitri van Amerongen (verkoper stripboekwinkel Silvester Haarlem), Wout Jut (recensent voor Eppo Stripblad) en Ward Wijndelts (schrijver/journalist voor Mindshakes.com). De jury gaat onder leiding van Patrice van der Linden (eindredacteur uitgeverij Silvester). Met dank aan alle uitgevers die de boeken ter beoordeling beschikbaar hebben gesteld.
Winnaar van de Comik Web Award 2016 is Jasper Rietman met zijn TRI/P. Zijn prachtige woordeloze strips zijn van wereldklasse. Tweede en een gedeelde derde plaats gingen respectievelijk naar het fantasyverhaal Spindrift van Elsa Kroese, de luchtige strips van Emma Ringeldingen en het striponderzoek To Be A Comic van Maikel Verkoelen. De jury is onder de indruk van de originaliteit, het hoge niveau en de productiviteit van alle genomineerden.
De Comik Web Award
Comik.nl is het platform voor iedereen die strips op het web wil lezen en/of maken. Het Nederlands taalgebied is weliswaar klein maar ook hier worden steeds meer uitstekende webcomics gemaakt. Met de uitreiking van de Comik Web Award willen we dit talent extra aanmoedigen en onder de aandacht brengen.
Op de tentoonstelling in de Philharmonie is de shortlist van nominaties voor de Comik Web Award 2016 te bewonderen.
De afgelopen maanden zijn ruim dertig webcomics genomineerd voor de Comik Web Award. Hieruit hebben we een shortlist samengesteld van achttien nominaties. De jury, een panel van twintig comicliefhebbers heeft de winnaar gekozen uit deze shortlist.
Uit het juryrapport
1e plaats: TRI/P
De “stille” tekeningen van Jasper Rietman blinken uit in concept binnen het zeer klassieke stramien van 3 kaders. Het zijn prachtige stripjes, met vreemde situaties en slimme gebruikmaking van het medium. De tekenstijl is herkenbaar en vormvast, het kleurgebruik is fijn. Het is superspeels en surrealistisch werk en prachtig vormgegeven. Het zijn intrigerende verhaaltjes waar je over na moet denken. Mooi dat de verhalen de ruimte scheppen om er ook je eigen verhaal bij te bedenken. Rietman onderzoekt de grenzen van de strip. Hoe meer je ervan ziet, hoe mooier het wordt. Echte juweeltjes zitten ertussen. Potentieel een wereldhit. http://tripcomics.tumblr.com2e plaats: Spindrift
Een mooi vervolgverhaal in fantasy genre. Sprookjesachtig en tegelijkertijd duister. Prachtig art work, gave setting. De interactie met de goden is goed gedaan, directer en persoonlijker dan de meeste fantasy maar wel geloofwaardig. Beeld en tekst vullen elkaar aan. Spannende verhalen met meerdere verhaallijnen door elkaar. Veel verschillend perspectief in beeld. Fantasy in zeer fraaie stijl en vormgeving. Goede composities en gezichtsuitdrukkingen, subtiele overlappingen. Verhaal met meerdere lijnen door elkaar. Oogsnoep. Tof dat het met de computer is gemaakt. http://spindrift-comic.comGedeelde 3e plaats: Ringeldingen
Emma Ringelding weet goed hoe ze uit alledaagse herkenbare situaties grapjes kan destilleren. De uitvoering van de tekeningen, de tekst en het verhaal is mooi evenwichtig, met veel humor en zelfspot. De strips zijn technisch erg goed verteld en voelen, ondanks dat het over dankbare thema’s gaat, fris en nieuw. Leuk dat ze in haar strip inspeelt op de reacties in de comments. Bijvoorbeeld de discussie over hoe wc papier hoort te hangen. Zoals een komediant op zijn publiek reageert doet Ringelding dat via Facebook op haar bezoekers. Knap! De onderwerpen zijn makkelijk te relateren. Leuk zijn ook de referenties naar bekende films en series.Tekeningen zijn ogenschijnlijk simpel maar to the point met een speelse luchtige clou. https://www.facebook.com/Ringeldingen/Gedeelde 3e plaats: To Be A Comic
Deze serie van Maikel Verkoelen gaat over hoe het is om in een strip te leven. Het is een gelaagd verhaal waar steeds een stap bijkomt, met steeds meer introspectie. Het gaat over strips zelf. Een moeilijk onderwerp, zeer innovatief en ambitieus. Van hoog niveau en grafisch sterk. Zowel tekentechnisch, als wat betreft de manier waarop hij gebruik maakt van de ruimte op het scherm. Het is een erg leuk concept, weliswaar niet helemaal nieuw, maar het biedt veel mogelijkheden. Die kunnen nog wat meer worden uitgediept, hoewel het gevaar op de loer ligt dat het een gimmick wordt. https://tapastic.com/series/TO-BE-A-COMIC
De uitreiking was vrijdag tijdens de openingsceremonie van Stripdagen Haarlem. De Comik Web Award is een aanmoedigingsprijs voor tekentalent op het web. Vroeger heette de prijs de Clickie, kort voor de Clickburg Award. Maar goed, dat was in de tijd dat de meeste webcomic-makers ook gewoon een blog hadden waar ze publiceerden. Nu zie je steeds meer dat men Facebook een prima publicatieplek vindt.
De tweede prijs ging naar Jasper Rietman en de derde naar een strip genaamd Superblokkie en de strip 9 tot 5. Organisator van de prijs is Marjan de Vries van de site Comik.nl waar jonge stripmakers hun waar publiceren.
Daarom is het overzichtsprentje het stripplaatje van deze week, het laat mooi zien hoe het figuurtje Flo in het afgelopen decennium veranderd is.
Ben overigens benieuwd hoe lang die baard blijft staan, maar dat terzijde.
In juni zal eindelijk het zesde album van Flo verschijnen bij uitgeverij Strip2000. Ik lees zijn grappige autobiografische strips al jaren met veel plezier en heb daar ook na tien jaar nog geen genoeg van. Aan Flo’s eigen schrijven te lezen hij gelukkig ook niet. Omdat ik een fan van de strip ben was ik blij dat ik Floor vorig jaar kon interviewen voor de VPRO Gids.
Na het interview draaide we dit videotje:
In 2011 kreeg Flo Mike Starink over de vloer voor een gesprek in het programma Margreet Dolman begrijpt ’t:
Van harte gefeliciteerd, Flo!
In februari en maart 2012 presenteert TENT een omvangrijke solotentoonstelling van de Rotterdamse kunstenaar Han Hoogerbrugge. La Grande Fête des Voyeurs is het eerste overzicht van zijn werk.
Nu kom ik niet graag in Rotterdam, maar de overzichtstentoonstelling van Hoogerbrugge is een goede reden om toch naar de Maasstad af te reizen. Ik volg zijn werk al een paar jaar, sinds ik hem uitgebreid sprak voor de VPRO Gids. Later spraken we elkaar nog voor Het Parool over zijn webproject Pro Stress 2.0, waar hij dagelijks een webcomic publiceert.
Al bijna vijftien jaar tekent Hoogerbrugge zijn alter ego, een einzelgänger in zwart pak die met zwarte humor de wereld om zich heen beziet. Ik moet vaak erg om zijn comics lachen. In 2011 draaide Hoogerbrugge’s vermakelijke, korte animatiefilm Overlast als voorfilm in de bioscoop. De film was onderdeel van het programma Ultrakort. In hetzelfde jaar was zijn animatie Quatrosopus te zien in het Deens paviljoen op de Biënnale van Venetië. De animatiegame FLX is onlangs verworven door Stedelijk Museum Amsterdam.
Grensoverschrijdend
Hoogerbrugge is uitgegroeid tot een prominent voorbeeld van een hedendaagse crossmediale kunstenaarspraktijk, waarin de grenzen tussen virtueel en reëel, tussen droom en nachtmerrie, tussen high en low art, niet bestaan. Met grote regelmaat zijn de tekeningen en animaties van Hoogerbrugge te zien op festivals, popconcerten, in kranten en magazines, maar ook in musea, expositieruimtes en galeries.
In La Grande Fête des Voyeurs transformeert TENT tot het universum van kunstenaar. Diaprojecties, tekeningen, videomonitoren en projecties tonen werk van de afgelopen vijftien jaar, van het pioniersstadium waarin Hoogerbrugge met eenvoudige computerprogrammatuur bewegende animaties maakte, tot de verfijnde computertechniek die het publiek in beweging brengt om de Hoogerbrugge-games te spelen.
Twistgesprek
Momenteel werkt Hoogerbrugge aan een nieuwe video-installatie waarin de verschillende personages uit zijn comics met elkaar in een visueel twistgesprek worden gebracht. De video-installatie gaat op de opening van de tentoonstelling in première.
TENT is een platform voor 100% hedendaagse kunst dat zijn wortels heeft in Rotterdam. TENT richt zich via haar uiteenlopende programmering op relevante ontwikkelingen binnen de hedendaagse kunst, waarbij er speciale aandacht is voor actuele thematiek. Sinds 2008 programmeert TENT solotentoonstellingen van beeldbepalende Rotterdamse kunstenaars, gericht op het bekendmaken van het werk aan een breder publiek. TENT presenteerde solotentoonstellingen van Wendelien van Oldenborgh, Katarina Zdjelar en Lara Almarcegui.
TENT
Witte de Withstraat 50
3012 BR Rotterdam
Zelf lees ik strips nog het liefste ouderwets van papier, maar de iPad rukt op. De strip Afzetters, over taxichaffeurs, is nu te lezen via een app.
Afzetters, toch een toepasselijke titel voor een strip over de Amsterdamse taxiwereld, is het geesteskindje van stripmaker Alex Wesselink (De Fret) en Pasqual Merton. De strip werd in 2006 elke dag als webcomic gepubliceerd en stond een tijdje in stripblad Myx, voordat Silvester ermee ophield.
Wesselink heeft speciaal voor de iPad een nieuw lang verhaal gemaakt genaamd Jacco! De strip gaat over de rampzalige stage van een nieuwe chauffeur binnen een Amsterdams taxibedrijf. In de strip wordt het imago van de taxiwereld op de hak genomen en worden clichés over deze branche niet geschuwd.
Alex Wesselink heeft de app Afzetters zelf ontwikkeld. De volledig Nederlandstalige app biedt de mogelijkheid om te bladeren in het verhaal door te swipen of te tappen, en in te zoomen op details en tekst. De app bevat daarnaast meer informatie over de serie en de auteur. Als extra zijn schetsen uit het schetsboek toegevoegd. De app Afzetters is voor €1,59 te koop in de iTunes App Store.
En zo ziet de app er ongeveer uit:
Webcomics waren ooit booming. Tegenwoordig zijn er een stuk minder en nu heeft stripmaker/webdesigner D!o van der Veen ook aangekondigd te gaan stoppen met zijn strip John & John.
In een persbericht laat D!o het volgende weten:
Na bijna 10 jaar corrumperen van jeugdige stipliefhebbers heeft tekenaar d!o besloten dat het wel mooi is geweest met John & John. De reden die d!o geeft om te stoppen is dat de formule op begint te raken en hij het ‘Garfield-effect’ wil voorkomen. Er zijn wel plannen om met iets anders terug te komen, maar wat het is en of de oude fans er blij mee zullen zijn is nog onbekend.
Tegelijkertijd kondigt hij in het bericht een speciale actie aan:
Wel wil d!o niet stoppen zonder speciale actie en daarom heeft hij een wedstrijd uitgeschreven waarmee fans zijn Lowlands-ticket kunnen winnen.
Misschien is het een goede publiciteitsstunt om aandacht te genereren voor boekje John & John part 2. (Met grappenmakers als D!o weet je het nooit.) In de video waarin hij zijn actie uitlegt zegt hij al dat hij in ieder geval voor nu stopt met John & John.
Via een mailtje laat hij ook weten dat hij serieus met het duo stopt in de huidige vorm. Wellicht dat ze als merk nog blijven bestaan, maar daar is de sympathieke stripmaker nog niet uit.
Nou ja, tien jaar lang foute seksgrappen bedenken is dan ook een hele tijd. De bron zal wel een beetje opraken.
Ik vind zijn actie leuk genoeg om hier even te vermelden. Ik ben benieuwd naar waar hij mee gaat komen. Ik heb geregeld moeten lachen om John & John.
Meer weten over John & John? (Voormalig) stripjournalist Jeroen Mirck schreef in 2005 een recensie over deze webcomic voor Clickburg – toen daar nog actief op geblogd werd.
Aimée de Jongh is één van de grote beloftes van de nieuwe generatie Nederlandse stripmakers. Vooral bekend van haar dagboekstrips en manga tekenstijl, begint ze binnenkort aan haar eerste striproman.
‘Mensen denken bij strips vaak meteen aan de Donald Duck. Nou, strips kunnen ook over serieuze onderwerpen gaan als ziektes en relatieproblemen. En dat hoeft zich allemaal niet in Duckstad af te spelen,’ zegt Aimée de Jongh, die behalve humorstrips ook beeldverhalen met serieuze onderwerpen maakt.
De Jongh (1988) geldt als een van de grote beloftes van de nieuwe generatie Nederlandse stripmakers. Ze heeft de grammatica van het medium goed in de vingers. Ze blinkt uit als visuele verteller. Ze zet haar personages trefzeker maar met schijnbaar weinig moeite op papier en laat ze overtuigend acteren.
Webcomic
Al zes jaar maakt ze als professional illustraties en strips. Haar carrière begon op het web. In de tijd dat webcomics nog een hype waren, verwierf De Jongh bekendheid door wekelijks online een dagboekstrip te publiceren. Ze begon hier vooral mee om bekender te worden in de stripwereld. ‘Ik zag het als promotiemiddel. Stripmaker Floor de Goede was toen al twee jaar bezig met zijn dagboekstrip en trok veel bezoekers. Dat wilde ik ook en zo werkte het ook, want al snel had mijn site veel lezers.’ De aandacht leidde in 2006 tot de publicatie van haar eerste boekje bij uitgeverij Bee Dee en meerdere publicaties in manga bundels.
Het verwerken van autobiografische elementen ziet de Jongh als therapeutisch: ‘Sommige mensen gaan naar de psycholoog om over hun problemen te praten, misschien verwerk ik ze wel door strips over ze te maken. Niet dat ik zoveel problemen heb hoor, maar toen mijn vriendje het uitmaakte ben ik veel strips gaan maken. Dat werkte supergoed.’
Bovennatuurlijk
Los van de dagboekstrips maakt De Jongh ook graag cartoons en verhalen met onverwachte wendingen, soms met een bovennatuurlijk tintje. Veel van haar strips zijn melancholisch: ze gaan over verloren liefdes, of een geliefde die haar belofte niet waarmaakt. ‘Ik ben van nature melancholiek. Tja, ik ben een vrouw hè,’ zegt de stripmaakster met een glimlach. Toch is het haar ook ernst: ‘Ik probeer met strips moeilijke onderwerpen aan mensen op te dringen en deze iets meer normaal te maken. Ik vind het bijvoorbeeld raar dat mensen het nooit over de dood hebben. Ze vinden het onderwerp zwartgallig, terwijl het iets alledaags is. Er gaan iedere dag mensen dood, dus wat is daar zwartgallig aan?’
In het laatste nummer van literair stripblad Eisner staat een kort verhaal over opkomende popmuzikant Paul Nova. Nova lijkt alleen succes te kunnen hebben als hij op andere muziekanten lijkt. Hij verzet zich hiertegen en weigert nog te spelen totdat de wereld beseft dat ze zijn muziek mist. De Jongh wordt nog vaak geassocieerd met de herkenbare manga-stijl (Japanse strips) waarmee ze bekend werd.’Met Paul Nova wilde ik iets zeggen over hoe ik me van manga probeer los te maken. De meeste opdrachtgevers benaderen me ook omdat ze iemand zoeken die mangastijl kan tekenen. Het levert veel opdrachten op, maar ik kan in veel meer stijlen tekenen. Dat wil ik ook graag laten zien,’ vertelt De Jongh die geregeld stripworkshops geeft in mangatekenen en ook wel eens als expert op dit onderwerp geïnterviewd wordt.
‘Ik ben opgegroeid met Kuifje en Robbedoes, die zijn eigenlijk heel stijf als je ze met Japanse strips vergelijkt. Manga is veel filmischer, dynamischer en dat leest als een trein. De strips zijn heel dik, maar je hebt ze in een kwartiertje uit.’
Striproman
Behalve het korte verhaal in Eisner, werd er recent ook werk van haar in Pulpman gepubliceerd. In eigen beheer bracht ze een serie cartoons uit waarin ze de draak steekt met Jezus en tussendoor maakte ze cartoons en illustraties voor het bedrijfsleven. Binnenkort hoopt ze haar studie animatie aan de Willem de Kooning Academie af te ronden. Daarna gaat ze eindelijk aan de slag met haar eerste striproman. ‘Die zal gaan over een groep mensen die zeker denkt te weten dat de wereld over tien dagen zal vergaan. Ze gaan niet meer naar hun werk, geven al hun geld uit, velen plegen zelfmoord. En wat als blijkt dat de wereld niet vergaat? Omdat mensen hun verantwoordelijkheid niet meer nemen, vergaat de wereld eigenlijk ook. Maar ja, ik kan over twee weken net zo goed een beter idee krijgen.’
Dit artikel stond in Het Parool van zaterdag 12 maart.
David Lynch, Quentin Tarantino, Bob Ross en Han Hoogerbrugge zelf spelen de hoofdrol Pro Stress 2.0, de webcomic waarin de stripmaker en beeldend kunstenaar Hoogerbrugge op eigenzinnige wijze zijn visie met de wereld deelt. Zijn werk uit het eerste jaar is recent gebundeld.
Wie is Han Hoogerbrugge?
Mediakunstenaar Han Hoogerbrugge (Rotterdam, 1963) is één van de pioniers van internetanimatie. Hij studeerde van 1983 tot 1988 Schilderen aan de Academie van Beeldende Kunsten Rotterdam (nu Willem de Kooning Academie). In eerste instantie maakte hij na zijn studie vooral strips en illustraties. Door enkele uitspraken van Francisco van Jole in een televisie-interview, raakte Hoogerbrugge geïntrigeerd door het internet, dat toen nog in de kinderschoenen stond.
In 1998 begon hij op de site Modern Living/Neurotica te experimenteren met korte gifanimaties, getekend in de strakke klare lijn-stijl, zijn handelsmerk. In de animaties krijgt Hoogerbrugges evenbeeld te maken met de kleine zaken van het dagelijks leven en onderzoekt de animator zijn obsessies, neuroses en emoties. Kenmerkend voor de animaties is een onverwachte, absurdistische wending. Hoogerbrugge laat ook veelvuldig dezelfde elementen, figuren en patronen in zijn werk terugkomen. In het project Nails (2002-2006) lieten verbeterde technieken toe dat de verhaaltjes en animaties complexer werden. In het non-lineaire, crossmediale verhaal Hotel doet Dr. Doglin onderzoek naar ‘freak accidents’ en laat hij menig proefpersoon verdwijnen.
Hoogerbrugge werkt ook in opdracht als animator en illustrator, voor onder andere de Volkskrant, Vrij Nederland, Bright en bedrijven. Daarnaast regisseert hij videoclips. Onlangs opende de expositie La Grande Fête #2 in Galerie Le Cabinet in Parijs.
Han Hoogerbrugge begon twee jaar geleden met het project Pro Stress 2.0, een website waarop hij dagelijks een strip publiceert. In drie plaatjes aanschouwt de tekenaar, op eigen wijze, de wereld. De vorm is eenvoudig: een personage, vanaf de middel afgebeeld tegen een witte achtergrond, spreekt de lezer toe. Vaak gebruikt de tekenaar in de drie plaatjes dezelfde afbeelding, soms met kleine variaties. Zoals in eerder werk is Hoogerbrugge zelf een belangrijk personage in de reeks. Ook bekende koppen als David Lynch, Quentin Tarantino, Nick Cave, Dr. Phil, Bob Ross en Ross van de sitcom Friends komen geregeld voor. De afleveringen van het eerste jaar Pro Stress 2.0 zijn nu als album uitgegeven.
Waarom bent u in september 2008 met Pro Stress 2.0 begonnen?
‘Ik wilde weer iets maken op regelmatige basis. Voor de serie Modern Living maakte ik elke twee weken een animatie. Dat ritme vond ik erg prettig. Met Pro Stress wilde ik eigenlijk een krantenstrip op het internet maken, daarom heb ik het stramien van drie plaatjes aangehouden. De werkdagen zijn voor de strips, net als in de krant. In het weekend publiceerde ik tot voorkort een serie aquarellen onder de naam La Grande Fête.’
Zou u de strip ook graag in een krant willen zien?
‘Ja, heel graag.’
Welke krant zou dat moeten zijn?
‘Lachend: Het Parool. Dat is volgens mij een van de weinige kranten in Nederland die nog een strippagina hebben.’
Hoe maakt u een aflevering?
‘Het laatste halfjaar tot een jaar kijk ik vooral naar het nieuws voor inspiratie. Ik zoek dingen die op dit moment gebeuren. ’s Ochtends om half acht begin ik met het checken van internationale nieuwssites zoals CNN en de Huffington Post, om een onderwerp te vinden voor een aflevering. Het gaat me niet om grote gebeurtenissen zoals de oorlog in Irak of de olieramp van BP. Ik zoek naar persoonlijke dingen, zaken die een mens an sich aangaan. Iemand die aapjes een vliegtuig in smokkelt door ze om z’n middel te binden, bijvoorbeeld. Daarnaast zijn er Pro Stress-strips die niets met actualiteit te maken hebben. Die maak ik apart en zijn los inzetbaar.’
Kost het tekenen u veel tijd?
‘Ik ben heel lui, dus over het algemeen gebruik ik tekeningen die ik al heb. Die afbeeldingen van Tarantino en Lynch gebruik ik altijd. Tekeningen van mezelf haal ik uit een database. Ik zoek naar de expressies die bij het verhaal passen. Soms pas ik een oog of mondhoek aan. Wanneer ik een personage niet in de goede houding heb, teken ik hem opnieuw of zet ik een hoofd op een ander lichaam.’
Behalve uw evenbeeld kent de strip een rijke cast aan internationale beroemdheden.
‘Ik gebruik steeds meer beroemdheden in de strip. Ik ben ooit begonnen met filmregisseurs Quentin Tarantino en David Lynch. Die bespreken op maandag het afgelopen weekend. Ik kwam op dit idee omdat Lynch op zijn site altijd in een video het weerbericht geeft. Hij doet dat heel ongedwongen, maar het is vrij saai, want in LA is het vrijwel altijd hetzelfde weer. Op vrijdagen wenst hij de kijkers een prettig weekend. Daardoor vroeg ik me af wat hij in het weekend doet. In de strip wilde ik hem tegen iemand laten praten, dus heb Lynch tegenover een andere regisseur gezet die ik waardeer.’
Heeft een van hen wel eens gereageerd op uw strip?
‘Ik weet niet of ze het weten dat ze in mijn strip voorkomen, maar ze hebben er in ieder geval nog nooit op gereageerd. Ik ben wel van plan ermee door te gaan tot één van hen een reactie geeft.’
Dus al duurt het nog tien jaar voordat u iets hoort…
‘Elke maandag blijven Tarantino en Lynch het weekend bespreken. In ieder geval tot ik een keer een berichtje heb gehad.’ (lacht)
Recent liet u ook de paus een grap maken.
‘Ik gebruik altijd mensen omdat ze een bepaalde betekenis hebben. Ze staan voor iets en dat maakt het makkelijker om een wending aan een grap of verhaal te geven. Als ik de paus iets laat zeggen, komt dat heel anders over dan wanneer ik het zeg.’
Uw grappen zijn soms visueel, ironisch, soms pervers, flauw of blijven in het midden hangen. Hoe zou u de humor in de strip typeren?
‘Ik probeer niet echt een grap te maken zoals in bijvoorbeeld Sigmund (van Peter de Wit, red.) Daarin staan conventionele grappen. Bij mij hoeft het niet echt altijd een grap te zijn. Pro Stress is niet alleen voor de lach, maar mag ook stof tot nadenken geven. Bij Jiskefet waren soms ook van die vreemde filmpjes te zien die niet grappig zijn, maar die wel een soort boodschap overbrengen. De grap zit daar heel erg in de verte.’
Is het niet ironisch dat één van de Nederlandse pioniers van het internet zijn webcomic in albumvorm uitgeeft?
‘Pionier van het internet is wat andere mensen ervan maken. Voor bepaalde ideeën bleek het web een perfect medium te zijn, maar voor een strip blijft een boek gewoon heerlijk. De strips zijn vaak een vervolg op elkaar. Dat werkt in het boek prettiger dan online. Eerlijk gezegd vind ik het boek leuker dan de site.’
Het boek begint met een citaat van Hans Selye, de Canadees-Oostenrijkse arts en endocrinoloog die het wetenschappelijk concept van stress introduceerde: ‘Stress is the spice of life.’ Kunt u dat toelichten?
‘Stress wordt vaak gezien als iets negatiefs, maar voor mij heeft het ook een positieve klank. Het heeft te maken met een soort opgewondenheid die ik heel prettig vind. Pro Stress staat voor Professional Stress. De spanning die een artiest ervaart voordat hij opmoet, houdt hem scherp. Moeilijkheden en tegenslag kunnen ook een stimulans zijn. Daardoor haal je dingen uit jezelf die je er niet uit zou halen wanneer je volledig ontspannen bent. Filmmaker Orson Welles zei zoiets als: ‘Zwitserland heeft altijd vrede gekend en Italië is een land met een historie vol oorlog en heel veel moeilijkheden. Italië heeft Da Vinci, Michelangelo, de Renaissance en een geweldige keuken. Zwitserland heeft de koekoeksklok en chocolade.’
De serie aquarellen La Grande Fête bestaat grotendeels uit portretten van gezichten waar iets mee aan de hand is. Het zijn vaak verontrustende beelden, zoals een Ronald McDonald die gehurkt een arm zit te eten en met een betrapte blik naar de toeschouwer kijkt en een mens die met open gesperde mond schreeuwt van de pijn omdat zijn ogen zijn dichtgenaaid met paarse garen. Wat wilt u hiermee uitdrukken?
‘La Grande Fête gaat voornamelijk over decadentie, het laatste grote feest zoals in de film La grande bouffe. Een deel van de serie gaat over geweld ten opzichte van het gelaat. Mensen die in elkaar zijn geslagen, boksers of mensen die net een plastische chirurgische operatie hebben ondergaan, hebben allemaal een beschadigd gezicht, maar iedere keer is dat opgezette gelaat door iets anders veroorzaakt. Ik vind het moeilijk om precies uit te leggen waarom ik dingen doe en wat ik daarmee wil zeggen. Het is voor mij net zo goed een zoektocht als voor iemand die naar mijn werk kijkt. Het gaat mij om een gevoel dat ik wil overbrengen. Waarschijnlijk werk ik daarom altijd in series, want het zit niet in één animatie of strip. Je moet meerdere van die strips lezen om er dat gevoel bij te krijgen.’
Han Hoogerbrugge: Pro Stress
Bis publishers
ISBN: 978-90-6369-234-6
Dit artikel stond woensdag 29 september in Het Parool.
In Werk in Uitvoering schetst stripmaker Martijn van Santen een wereld waar mens en dier door elkaar leven en waar de laatste soort het hoogste woord voert. De personages debatteren onderling heel wat af over carrièrekansen, risico’s nemen en over coherent samenleven.
Hoewel de gehele cast vol eenden, honden, pinguïns, dinosauriërs (!) en krokodillen zich kenmerkt door rake typeringen en originaliteit, steelt vooral het bijdehante Eitje de show. De scène waarin Eitje het met succes opneemt tegen een enorm rund, mag als een van de hilarische hoogtepunten uit deze strip worden beschouwd.
Van Santen verweeft de dagelijkse werkzaamheden van drie groepen met elkaar: een reclameteam probeert een onmogelijk product aan de man te brengen terwijl hun baas vecht met zijn innerlijke demonen en een webcomic-tekenaar het opneemt tegen een discriminerende middenstander.
Van Santen tekent aangename prenten met een fijne lijnvoering, al overheerst de tekst soms te veel over het beeld.
Werk in uitvoering is een improvisatie-experiment, een webcomic die als feuilleton verscheen op de site stortbak.net. De stripmaker publiceerde een pagina zodra die af was, meestal drie per week. De strip dateert alweer uit 2007 en de vele knipoogjes naar het verschijnsel webcomics zijn wat achterhaald: de grote belofte die het medium indertijd leek te bieden is tot nog toe niet waargemaakt. Overigens won Van Santen met zijn comic indertijd een Clickie, de prijs voor webcomics die dit jaar weer uitgereikt zal worden op de Stripdagen Haarlem.
Los van de webcomicverwijzingen is Werk in uitvoering een interessant en gelaagd verhaal, dat ondanks de geïmproviseerde ontstaansgeschiedenis goed in elkaar steekt. Eind vorig jaar kwam de strip in eigen beheer uit: een veelbelovend albumdebuut.
Martijn van Santen – Werk in uitvoering
(Uitgeverij Stortbak)
€ 14,95
Deze recensie stond in Zone 5300#89.
De jonge Nederlandse tekenares Liz Greenfield won afgelopen zomer de Clickie voor haar verhalende webcomic Stuff Sucks. Ze trekt er een internationaal publiek mee en studeert zelf inmiddels ook over de grens: in Manchester. Een interview.Liz is 18 jaar oud. Ze reist de hele wereld over om haar comic te promoten en andere striptekenaars te ontmoeten. Ze volgt de opleiding Animatie aan de Willem de Kooning Academie in Rotterdam. Bij een eerste ontmoeting vallen haar ontwapenende uitstraling en wilde rode krullen meteen op. Haar passie voor strips, muziek en vreemde personages vindt zijn weg in Stuff Sucks.
Daniel, het hoofdpersonage uit Stuff Sucks (‘a comic about life, love & rock’) heeft het niet makkelijk. Hij zit nogal onder de plak bij zijn moeder en zijn vriendin Nicole. Hij zegt zelfs z’n baan in de platenzaak op om te werken voor het bedrijf van zijn aanstaande schoonvader. Totdat oplichtster Zemi ten tonele verschijnt. Op het moment dat Daniel Nicole ten huwelijk wil vragen, doet Zemi zich voor als zijn nieuwe vlam. Dan beginnen de problemen pas echt. Stuff Sucks is met veel subtiele humor geschreven en lijkt een kruising tussen romantische komedie en de film High Fidelity (Stephen Frears, 2000), met een snufje (tiener)soap. De humor en cartooneske tekenstijl vormen de grootste aantrekkingskracht van de luchtige comic.De eerste vraag die opkomt is waarom Liz voor een man als hoofdpersoon heeft gekozen. ‘Ik had eigenlijk heel veel moeite met het tekenen van mannen. Mijn vorige webstrip, Weirdism, ging over drie meisjes met een overeenkomstige lichaamsbouw en karakter. Mannen had ik bijna nog nooit getekend. Het leek me een leuke uitdaging – vooral om te tekenen. Het leek me ook leuk om in een mannenhoofd te duiken. Ik moet zeggen dat vanuit een man schrijven niet zo heel erg moeilijk is. Ik weet natuurlijk niet of ik het heel goed heb gedaan, maar ik heb meer begrip voor hoe mannen denken dan voor hoe vrouwen denken. Ik heb ook veel meer mannelijke vrienden dan vrouwen, dus ik hoor meer over hun kant van het verhaal. Met vrouwen kom ik zelf ook wel in de knoop. Ook al ben ik zelf een vrouw, echt snappen doe ik ze toch niet,’ vertelt Liz met een brede grijns.Stuff Sucks?
‘Ik dacht eerst veel aan woordspelingen voor de naam van de site. Ik vond het erg grappig om iets met ‘malicious’ te doen, maar bedacht me dat niemand dat woord zou onthouden. Ik zocht naar iets dat plat genoeg is om te onthouden. Toen dacht ik “Stuff Sucks.” Het roept meteen een gevoel op. En het is lekker vaag. Ik kan er alle kanten mee op; het geeft me alle vrijheid.’‘Inspiratie komt bij mij op een heel indirecte manier. Meestal muziek, films en de dingen die ik lees. Vaak strips van vrienden – je moet elkaar blijven inspireren. Een film als Matchstick Men met Nicholas Cage heeft me op ideeën gebracht. Ik heb altijd een fascinatie gehad met con artists. Dat zijn bijzonder snuggere types die iedereen te slim af zijn. Ook al zijn ze moreel gezien verkeerd bezig, ik heb toch een zwak voor players op het gebied van geld. Het personage Zemi is daar direct door beïnvloed.’
Geen potlood
Liz levert een strippagina per week af die nog even snel op zaterdag of zondagochtend getekend wordt. De rest van de week zit ze tot de late uurtjes op de animatieafdeling van de Willem de Kooning Academie, of stoom af te blazen in de sportschool. Ook is ze regelmatig te vinden in haar favoriete bars. ‘De uurtjes dat ik een beetje helder ben, werk ik aan mijn strip…’ lacht ze.‘Ik teken altijd digitaal. Ik gebruik tablets en teken via het beeldscherm. Soms maak ik een kladversie met potlood. Ik teken dan een thumbnail, een kleine schets. Deze teken ik dan opnieuw in Flash of Photoshop. Daarna voeg ik de tekst erin – ik heb met mijn handschrift een eigen font gemaakt. Als laatste vul ik de vlakken en achtergronden in. Dat duurt tegenwoordig niet zo lang meer, want ik heb overal shortcuts voor. Over een pagina doe ik in totaal drie uur. Schrijven doe ik meestal apart, dat kost me zo’n twintig minuten.’ Na het tekenwerk uploadt ze de strip naar de site. ‘Overigens vind ik met potlood tekenen soms wel lekker. Gewoon om in te tekenen. Dat is op de academie weer begonnen. Ik had toen drie jaar niet meer met een potlood getekend. Het was wel weer even wennen. Geen “Control-Z” als het mislukt’.
Eigenzinnig
In haar werk is ze een perfectionist. Het komt voor dat ze oude pagina’s opnieuw tekent en weer op de website zet. Wie de strips in volgorde leest, kan de evolutie die haar tekenstijl heeft ondergaan duidelijk aflezen. ‘Ik ben begonnen met heel goedkope pennen. Ik wilde express slordig en schetsmatig tekenen als reactie op al het gelikte werk dat met computers gemaakt wordt. Lekker tegendraads. Dat viel echter niet in de smaak en is tot mijn teleurstelling geen succes geworden. Uiteindelijk ben ik toch weer overgegaan op digitaal tekenen.’In haar strips is een duidelijke voorkeur – maar vooral afkeur – voor bepaalde cultuurelementen te vinden. Ze rekent af met zangeres Enya, de bands Maroon 5 en Death Cab For Cutie (waarvoor ze overigens veel hate-mail kreeg). ‘Ik doe het wel in een derde persoonsvorm, soms komt het commentaar voort uit het karakter van de personages. Aan sommige populaire dingen erger ik me echter kapot. Aan bands die echt overgewaardeerd worden bijvoorbeeld. Af en toe neem ik ook artiesten die ik zelf heel leuk vind op de hak, gewoon omdat ik vind dat ze overgewaardeerd worden. Artiesten waarvan ik vind dat ze nog niet genoeg aandacht krijgen, probeer ik wel onder de aandacht te brengen. Maar zodra ze dan Ahoy Rotterdam vol krijgen, dan heb ik weer zoiets van “Oké, volgende”.Opmerkelijk genoeg wordt de site onderhouden door de lezers van Liz. De database, opmaak en hosting, ze heeft er geen omkijken naar. ‘Ik heb al die mensen nog nooit ontmoet, we hebben alleen contact via het internet. Mensen zoeken contact met me en bieden zelf hun hulp aan. Ik ben daar echt heel blij mee. Ik hoef de strip alleen nog maar te tekenen.’Feedback
Scott McCloud, de stripgoeroe die in zijn boek Reinventing Comics een pleidooi houdt voor het publiceren van online comics, heeft ze één keer ontmoet. Net als McCloud gelooft Liz in de grote voordelen van webcomics: het beeldscherm als een oneindig canvas waarop alles mogelijk is; strips zijn niet gebonden aan de maat van het papier en comics online zetten is ook een stuk goedkoper dan je eigen strips in boekvorm uitbrengen. Het grootste voordeel is het directe contact tussen maker en lezers. ‘Het is gewoon leuk om over de hele wereld lezers te hebben. Ik krijg brieven toegestuurd uit Polen, Zuid-Afrika en Amerika. Het is leuk om te lezen hoe het verhaal aanslaat bij mensen die op een heel andere plek wonen. Dat vind ik er echt heel spannend aan.’Met de hoeveelheid bezoekers die haar site trekt, houdt ze zich niet zo bezig. Liz schatte het dit voorjaar nog op zo’n tweeduizend per dag wereldwijd. En dat is een hoop voor een strip die eens per week geüpdatet wordt. ‘Opvallend is dat veel van de bezoekers geïnteresseerd zijn in muziek. Mensen die in bandjes spelen of op een andere manier bezig zijn met muziek. Stuff Sucks biedt een kijkje in die subcultuur en dat spreekt mensen kennelijk aan. De lezers komen dan ook meestal niet op stripbeurzen.’
Liz overigens wel. Ze reist stad en land af om haar werk te promoten en in contact te komen met andere stripmakers. ‘Dat zijn heel positieve ervaringen. Ik ontmoet stripmakers waar ik naar opkijk. Ook ontmoet ik lezers en krijg zo feedback die je anders niet krijgt. Dingen die je niet makkelijk in een e-mail zet. In de Verenigde Staten kwam een Cubaanse jongen naar me toe, al-rappend over mijn stripverhaal. Hij had alle gebeurtenissen erin verwerkt. Ik stond echt versteld.’Tournee
Afgelopen zomer was ze op tournee op stripbeurzen in de VS. Dat betekende elf dagen lang tekenen, signeren en lachen op een beurs, in drie verschillende staten. ‘Ik word steeds vaker door Amerikaanse stripbeurzen gesponsord om als stripmaker Europa/Nederland te representeren, omdat zij het internationale exotisch vinden en ik daar vrij bekend sta als iemand die snel op een vliegtuig springt. Overigens verkoop ik in de VS meer dan hier.’ Vaak financiert Liz haar reizen door het verkopen van haar werk in drukvorm.De webcomic-scene in Nederland loopt – niet verbazingwekkend overigens – achter op de Verenigde Staten, waar de comic al veel langer serieus genomen wordt. Liz was in 2003 in de Comicon van San Diego waar ze jonge stripmaaksters ontmoette. Deze werken nu allemaal aan grote projecten voor grote uitgevers. In Nederland zijn er nu ook eindelijk vrouwelijke striptekenaars te vinden met een eigen stem en stijl. Opvallend is dat ze ook allemaal jong zijn, zo’n 17-18 jaar. Veel stripmaaksters lieten zich inspireren door Manga: Japanse strips die in allerlei genres uitgegeven worden en vaak een opvallende visuele stijl hebben.Liz ziet wel een toekomst in haar strips. ‘Ik denk dat ik in de toekomst zeker animatie zal gaan doen. Maar ik zie mezelf niet dertien uur per dag tekenen met een bloedende hand. Strips spreken me uiteindelijk toch meer aan. Ik hoop daarin verder te gaan. Het is wel een grote droom, maar als ik zou mogen kiezen, zou ik zeker voor de strips gaan!’
Dit artikel is recentelijk verschenen op de website Comicbase.