In Hollywoodfilms zie je vier typen starters op de arbeidsmarkt.
Ze verschillen veel van elkaar, maar één ding hebben ze gemeen:
ze koesteren allemaal de Amerikaanse Droom.The Graduate, The Secret of My Success, The Firm, Wall Street, Reality Bites en Shattered Glass.
Ideale, heilige, valse en verdwaalde starters
Een pizza en een blikje fris is alles wat de jonge Brantley Foster zich kan veroorloven. Gezeten voor dit schamele avondmaal, in zijn minuscule kamer, staart hij naar zijn retourticket voor Kansas. Zijn ouders stonden erop dat hij dat zou kopen voor als hij geen baan in New York zou kunnen krijgen. Keer op keer is hij bij sollicitaties afgewezen. Zal hij het ticket gebruiken? Of blijft hij in zichzelf geloven en is er toch nog hoop op een carrière in The Big Apple?Veel starters zullen zich herkennen in Brantley Foster uit de speelfilm The Secret of My Success (Herbert Ross, 1987). Starters hebben veel met elkaar gemeen: ze zijn op zoek naar de juiste baan en eigenlijk ook naar zichzelf. Het leven vlak na de studie biedt, zo lijkt het, eindeloos veel mogelijkheden en hindernissen. Dat maakt het dankbaar materiaal voor films.Ook al zijn Hollywoodfilms over starters sterk gedramatiseerd en worden maatschappelijke kwesties erin versimpeld, ze laten herkenbare situaties zien. Cinema werkt in dit opzicht als een ‘moreel laboratorium’, zegt Wim Staat, universitair docent film en visuele cultuur aan de Universiteit van Amsterdam. ‘In dat concept, bedacht door Stanley Cavell, heeft het filmpersonage een bijna onoplosbaar probleem of een dilemma. Er is een aantal manieren om hierop te reageren. Het publiek kan zich identificeren met de hoofdpersoon en het herkent de sociale rol die hij vervult. Wanneer bijvoorbeeld een huisvader in een gezinsauto een kind aanrijdt, kun je je als toeschouwer in die situatie verplaatsen en afwegen of je hetzelfde zou handelen als de hoofdpersoon.’De Ideale Starter
Is ambitieus, gelooft in zichzelf en maakt carrière op eigen merites. Hij leeft de Amerikaanse Droom.In de komedie The Secret of My Success hoopt Brantley Foster (Michael J. Fox), opgegroeid op een boerderij in Kansas, na zijn studie carrière te maken in New York. ‘Ik wil een berg geld verdienen en een betekenisvolle relatie met een mooie vrouw’, zegt hij tegen zijn moeder.Tijdens een reeks sollicitaties blijkt dat Brantley te weinig werkervaring heeft. Een klassieke starterssituatie: zolang je niet kunt werken, kun je geen ervaring opdoen, maar zonder ervaring kom je niet aan de bak. Brantley moet het aanpakken op de ouderwetse manier: onderaan beginnen en langzaam opklimmen. Na aandringen geeft zijn oom Howard Prescott (Richard Jordan) hem een baan in de postkamer van zijn bedrijf.Brantley neemt de identiteit aan van een niet-bestaande werknemer op kantoor en leert al doende de multinational vanbinnen en -buiten kennen. Niet alleen weet hij de zaak samen met zijn tante (Margaret Whitton) over te nemen en te redden van een vijandige overname, ook verovert hij het meisje van zijn dromen (Helen Slater).Brantley is de Ideale Starter: hij wil alles op eigen kracht doen. Dankzij zijn talent en gewiekstheid staat hij binnen enkele weken (!) aan de top van een grote internationale coöperatie. Zijn tante stelt hem weliswaar tijdens een tuinfeest voor aan de juiste zakenmannen, het is echter nog steeds aan hemzelf om deze investeerders te overtuigen van zijn plannen. Brantley bewijst dat in Amerika het geld voor het oprapen ligt, als je maar je best doet en het slim aanpakt.Succesverhalen
De verbeelding van de starter in Hollywoodfilms is direct verbonden met het Amerikaanse ideaal. ‘Het gaat vaak om succesverhalen’, zegt Staat. ‘Ideologie is onvermijdelijk. Volgens het ideaal van de Amerikaanse droom - life, liberty and the pursuit of happiness - bieden de VS je de kans de persoon te zijn die je wilt zijn.’De Ideale Starter bewijst dat het idee van meritocratie werkt: iemands sociaal-economische positie wordt bepaald door zijn of haar talenten en verdiensten. Dus heeft iedereen dezelfde kansen. Staat: ‘Wie niet succesvol is, heeft dat aan zichzelf te wijten. Het ligt niet aan de Amerikaanse maatschappij.’Doet wat betreft ambitie niet onder voor de Ideale Starter. Zijn wereld is echter niet vrolijk en onbezorgd. Om de top te bereiken moet hij weliswaar slachtoffers maken, maar de Heilige Starter laat zich niet corrumperen en verloochent zijn idealen niet.In The Firm (Sydney Pollack, 1993) is Mitch McDeere (Tom Cruise) het schoolvoorbeeld van de Heilige Starter. Hij studeert cum laude af aan Harvard, hij loopt stage bij een gerenommeerde rechter, en bovendien heeft hij een bijbaan, in de horeca. Logisch dat alle advocatenkantoren op hem azen. Ze bieden hem hoge salarissen en goede secundaire arbeidsvoorwaarden.Het verhaal van Mitch is het klassieke ‘rags to riches’-scenario: hij groeide op in een trailerpark, trouwde met een rijke vrouw (Jeanne Tripplehorn) en heeft de ambitie om rijk te worden als fiscaaljurist. Daartoe neemt hij een baan aan bij een advocatenkantoor in Memphis.Helaas is deze baan minder perfect dan hij lijkt: de firma wast geld wit voor de maffia en houdt werknemers in een ijzeren greep - ontslag betekent de dood. Mitch weet zich van de firma en de maffia te verlossen door de wet tot op de letter te volgen. De firma factureert namelijk systematisch meer dan de gewerkte uren aan haar klanten en dat is een misdrijf. Uiteindelijk heeft Mitch de wet herontdekt en is zijn huwelijk gered. Samen met zijn vrouw begint hij een idyllisch klein advocatenkantoor.Net als Mitch McDeere kan beursmakelaar Bud Fox (Charlie Sheen) de verleidingen van een snelle carrièrestap uiteindelijk weerstaan. In Wall Street (Oliver Stone, 1987) krijgt Bud, afkomstig uit de arbeidersklasse, de kans te werken voor belangrijke handelaar Gordon Gekko (Michael Douglas), maar die blijkt handel te drijven met voorkennis. Uiteindelijk besluit Bud Gekko aan te geven, hoewel die hem rijk en machtig had kunnen maken. Evenals Mitch McDeere in The Firm heeft Bud geleerd dat normen en waarden belangrijker zijn dan een snelle carrière.De Valse Starter
Tegenpool van de Heilige Starter. Net zo ambitieus als de andere starters, maar in tegenstelling tot hen is de Valse Starter bereid alles te doen om de top te halen.In Shattered Glass (Billy Ray, 2003) is Stephen Glass (Hayden Christensen) een jonge veelbelovende redacteur bij het opinieweekblad The New Republic. Hij speelt de extreem aardige collega - altijd klaar met een tip of een kopje koffie - en stelt zich bescheiden op. Naast zijn drukke baan als journalist werkt hij tot in de kleine uurtjes aan zijn rechtenstudie, want zijn ouders willen dat hij iets heeft om op terug te vallen.Wanneer Glass levendig vertelt over zijn belevenissen, hangt iedereen aan zijn lippen. Zijn verhalen zijn te mooi om waar te zijn – letterlijk: hij loopt tegen de lamp en 27 van de 41 artikelen die hij schreef, blijken gedeeltelijk of volledig verzonnen te zijn. Shattered Glass is gebaseerd op ware feiten: Stephen Glass heeft werkelijk The New Republic bedrogen.En hij is niet de enige in zijn soort. De jonge journalist Jayson Blair lichtte vier jaar lang The New York Times op met valse citaten, plagiaat en zelfbedachte scènes. Deze beginnende journalisten zijn voorbeelden van de Valse Starter: ze overschrijden normen en ethische grenzen, iets wat de Heilige Starter juist niet doet.De Verdwaalde Starter
Leeft in het zwarte gat na de studie. Hij weet niet precies wat hij wil. Hij zoekt naar een passende baan én naar zijn plek in de maatschappij.De pientere Lelaina Pierce (Winona Ryder) komt nergens aan de slag. Ze is overgekwalificeerd of heeft te weinig ervaring. Nadat Lelaina voor de zoveelste sollicitatie in haar vakgebied, de media, is afgewezen, staat ze in de lift omlaag: een visuele metafoor voor het feit dat ze haar carrièreverwachtingen naar beneden moet bijstellen.Ze mag zich dan te goed voelen voor werk bij de kledingketen Gap, waar haar vriendin Vickie (Janeane Garofalo) bedrijfsleider is, het lukt haar zelfs niet een baan in een fastfoodketen te bemachtigen. Lelaina en haar vrienden zijn allemaal op zoek naar hun plek in het leven. Ze weten wat ze niet willen, maar ze hebben geen goed alternatief.Reality Bites (Ben Stiller, 1994) vertelt het verhaal van generatie X, de twintigers die zich afzetten tegen de maatschappij van de babyboomers. Zoals Lelaina in haar afstudeerrede zegt: ‘Ze vragen zich af waarom we niet geïnteresseerd zijn in de tegencultuur die ze hebben gecreëerd, terwijl ze hun revolutie zelf hebben opgegeven voor een paar gympen.’ Maar als je de geldende waarden van de maatschappij de rug toekeert, wat dan? Daar heeft ze niet direct een antwoord op.Lelaina praat over mooie idealen en je afzetten tegen de consumptiemaatschappij, maar de huur moet toch ook worden betaald. Dat is het moment dat de realiteit ‘bijt’.Deze keuze tussen idealisme en conformisme komt terug in de relaties met de twee mannen in haar leven. Kiest ze voor Troy (Ethan Hawke), de filosofische nietsnut vol idealistisch geneuzel? Of gaat ze voor de commerciële Michael (Ben Stiller), de onderdirecteur programmering van In Your Face TV die Lelaina’s integere documentaire over haar vrienden laat verknippen tot een komische MTV-achtige trailer?Uiteindelijk kiest Lelaina voor haar idealen en voor Troy. Maar de kans is groot dat beiden zich zullen conformeren aan de heersende (commerciële) norm. Wie verder wil komen in de maatschappij moet immers het spel meespelen volgens de regels.Het zwarte gat
In The Graduate (Mike Nichols, 1967) worstelen Benjamin en zijn vriendin Elaine met dezelfde dilemma’s. Net als Reality Bites gaat deze film over het zwarte gat na de studie en het verzet tegen de oudere generatie. Na zijn afstuderen leeft Benjamin (Dustin Hoffman) in een vacuüm van verveling: dagenlang dobbert hij rond op een luchtbed in het zwembad, zoals hij doelloos door het leven drijft. Benjamins toekomstplannen zijn vaag: ‘Ik wil dat mijn toekomst ánders is’, vertrouwt hij zijn vader tijdens zijn afstudeerfeestje toe.Uiteindelijk wil hij ontsnappen aan het verstikkende milieu van zijn ouders; hij gaat niet naar graduate school, zoals zijn vader wil, en hij kiest voor een toekomst met Elaine (Katharine Ross). Daarmee maakt hij een eind aan de affaire die hij heeft met haar moeder, Mrs. Robinson (Anne Bancroft). Die leidt een ongelukkig leven sinds ze haar studie kunstgeschiedenis opgaf omdat ze zwanger werd.De twee starters willen een betere toekomst voor zichzelf. Elaine trouwt met een ander, een jongen die wél door haar ouders als ideale schoonzoon wordt beschouwd, maar kiest na de huwelijksvoltrekking alsnog voor Ben.En toch. Wanneer Ben en Elaine opgelucht hun toekomst tegemoet rijden, is het de vraag of zij de valkuilen kunnen vermijden waarin hun ouders zijn gestapt. De stilte in de bus is ambigue: hebben ze elkaar na de rebellie nog wel iets te vertellen? Weten ze waar ze naartoe gaan? Ook Verdwaalde Starter Lelaine uit Reality Bites, enkele generaties later, heeft daar het antwoord nog niet op gevonden.Dit artikel is ook gepubliceerd in Intermediair#10 (2007) en op de site van Intermediair.
Tag: Werk
Tijdmanagement
Soms moet je gewoon even weg uit de gekte van alledag en je bezighouden met zaken die écht belangrijk zijn. Vorige week had ik een extra lang weekend. Er moesten atv-dagen opgemaakt worden, dus meteen maar de vrij- en maandag geconfisqueerd. Even een paar dagen niet aan het werk op de redactie – een gewenste rust. In het tijdperk waarin tijdmanagement op nummer één staat omdat iedereen het alsmaar druk heeft, is het goed tijd in te plannen voor zaken die belangrijk zijn. In mijn geval betekent dat afspreken met vrienden, foute horrorfilms kijken, mijn cd-collectie aanvullen en opzoek gaan naar een paar interessante strips. All in a nerd’s work.Wie fulltime-en-een-beetje werkt loopt grote kans niet aan zichzelf toe te komen. (Ik hoef denk ik niemand uit te leggen dat weekends meestal opgaan aan boodschappen doen, sociale verplichtingen en huishoudelijke zaken.) Toen ik op zondagochtend heerlijk onderuitgezakt twee, door Kevin Smith geschreven, comics zat te lezen, met het vooruitzicht dat het nieuwe boek over Tim Burton ook nog lag te lonken en er drie nieuwe cd’s van The Doors geluisterd moesten worden, voelde ik een gelukzalige vrede over me heen vallen. Het was namelijk lang geleden dat ik echt tijd nam om dingen te lezen. Goed, ik forens elke dag en maak van de gelegenheid gebruik om medereizigers te negeren door in iets leesbaars te duiken (lang leve De Pers en dikke romans), dus in principe maak ik genoeg leeskilometers. Maar gewoon thuiszitten met een fijne kop koffie, goed leesvoer en eens diep in de materie verdwijnen, is een genot waarvan ik het bestaan bijna was vergeten.
Column: Nestdrang
Is de drang om je te settelen onvermijdelijk of is er nog hoop?Gisteren liep ik onverhoeds een huwelijksreceptie binnen. Deze werd in mijn stamkroeg gehouden – het bruidspaar is vaste klant, vandaar. Ik stond bij de bar mijn biertje te drinken en het viel me op dat iedereen extreem netjes gekleed was voor de vrijdag. Het was geen kerst, dus er moest iets anders aan de hand zijn. Toen er ‘hulde voor het bruidspaar’ geroepen werd, viel het kwartje. Ik was op dat moment officieel een party-crasher, want hoewel ik de bruid oppervlakkig kende, zou ik mezelf geen vriend noch kennis van haar willen noemen. Ik besloot mijn biertje op te drinken en het tafereel zo snel mogelijk te verlaten. (Maar niet zonder het stel even gefeliciteerd te hebben – ik ben immers netjes opgevoed.)Eigenlijk had het me niet mogen verbazen, deze onverwachte huwelijksreceptie. Love is in the air. Toen ik laatst om half acht ‘s ochtends mijn huis verliet om gezellig te forensen, hoorde ik al enkele vogeltjes vrolijk kwetteren. Dat het bijna nul graden was, kon deze gevederde vrienden kennelijk niet deren. Men was al aan het nesten geslagen of in ieder geval opzoek naar een nestpartner. (Wellicht was deze vervroegde lentekriebel een bijeffect van het broeikaseffect?)Maar niet alleen de vogeltjes hebben last van hun hormonen en een verhoogde vruchtbaarheidsspiegel. Op mijn werk is vorige week een collega bevallen. Deze week werd een andere collega vader en een derde collega verdween van toneel om van haar zwangerschapsverlof te genieten. En toen ik gistermorgen een oude schoolvriendin in de trein tegenkwam, kon ik het idee dat ze er anders uitzag niet van me afschudden. Wat bleek, ook zij was in blijde verwachting.Nu is het op mijn leeftijd – bijna dertig – logisch dat er in mijn vriendenkring steeds meer mensen gesetteld zijn en aan gezinsuitbreiding doen. Gelukkig nog niet allemaal, anders zou ik nergens meer veilig over de vloer kunnen zonder te struikelen over baby’s, peuters of speelgoed.Waar komt die zucht om te settelen toch vandaan? Het zal voor een deel biologisch bepaald zijn: op een gegeven moment krijgen mensen voortplantingsdrang. Ook kom er een bepaalde leeftijd dat alle wilde haren zijn afgeschut – of afgedekt met een laagje kleurspoeling – en dat je de behoefte krijgt je volwassen te gaan gedragen. Een vaste baan, vaste vriendin, een huis, en eventueel kinderen.Nu heb ik sinds drie maanden een vaste baan na een tijd gefreelancet te hebben. Een vast inkomen, vaste tijden waarop ik werk, een vaste werkplek. Mijn onregelmatige leven is aangepast aan het ritme van de 38-urige werkweek. Zou dat de eerste stap van het settelen zijn? Is hetgeen ik jarenlang vermijd heb, uiteindelijk toch afwendbaar? Of is dit de enige aanpassing die ik zal maken om enigszins mee te doen aan het beeld dat er van mensen verwacht wordt? De komende tijd zullen we het zien…
BTW
Vandaag sluit ik de ramen, ook de voordeur gaat op slot. Mijn telefoon staat uit. Ik wil niet gestoord worden. Ik zet rustig een cd’tje op en maak me geestelijk gereed voor de ergste taak die een freelancer kan overkomen: de administratie.
Ieder kwartaal hetzelfde verhaal: alle facturen checken, uitgaven controleren en dan aan de belastingdienst doorgeven hoeveel BTW ze van me gaan ontvangen.
Waarom dit niet gewoon een keer per jaar kan mag Joost weten. Maar ja, iedere keer als ik de belastingdienst bel, is Joost net lunchen. Schurk, van mijn BTW zeker!
Net als ieder weldenkend mens hou ik niet zo van administratie. Rekenen was nooit mijn sterkste punt op school, maar dit simpele optel en deel werk zou in principe geen probleem mogen zijn. Maar ik heb gewoon geen zin om aan de slag te gaan. In wezen ben je gewoon in dienst van de belastingdienst bezig en je krijgt er niets voor. (Ik krijg BTW betaald van opdrachtgevers, en mag dat doodleuk doorgeven aan Gerrit Zalm & Co.) Leuker kunnen ze het niet maken wordt gezegd… nee, daar hebben ze gelijk in. Hoewel, schaf dit geneuzel gewoon af. Zeker weten dat het leuker wordt. Het leven is te kort voor dit soort ongein. Als je alle uren die je aan je administratie besteedt zou optellen, kun met gemak heel lang op vakantie volgens mij. (Met de BTW als vakantiegeld.) Alles wordt in dit land geregistreerd teneinde de grootste papierverzameling ooit te creëren. Tenminste, zo voelt het af en toe. En dan moet je alles ook nog eens vijf jaar bewaren, ‘voor het geval dát.’
Voor het geval wat? Voor het geval ik gecontroleerd ga worden? (Kost nog meer tijd.) Voor het geval Bin Laden de westerse wereld binnenvalt? Voor het geval dat Al Gore toch gelijk heeft en we binnenkort onder water staan?
Ik snap best dat je belasting moet betalen – al voelt het soms wel alsof je alleen nog maar voor de belastingdienst aan de slag bent. Gezondheidszorg, onderwijs, stedenbouw, dijkonderhoud, ouderenzorg… allemaal ‘goede doelen’. Maar dan zie ik ze stuntelen in de Tweede Kamer, of Balkenende op televisie… of dan hoor ik over een peperduur gevechtsvliegtuig dat zonodig aangeschaft moet worden (voor het geval dát) en dan heb ik al helemaal geen zin meer om de administratie te doen. Nou ja, nog even en dan heb ik ’t weer gehad voor dit kwartaal. Maar als cadeau geef ik mezelf een week lang vrij van NOVA, het Journaal en Eén vandaag. Heb me nu wel weer genoeg opgewonden over Onzinnige Zaken. Tijd dat ik weer wat ga schrijven om nieuw BTW te genereren.
Drijfveer
Laatst had ik een sollicitatiegesprek. Tijdens dit gesprek werd ik overvallen door een typische sollicitatievraag. Zo’n vraag waarmee ze proberen in te schatten wat voor persoonlijkheid je hebt. ‘Wat is je drijfveer in het leven?’ Die had ik moeten zien aankomen. Puf, goede vraag dacht ik. Wat is mijn drijfveer eigenlijk? Natuurlijk had ik moeten antwoorden dat ik erg veel ambitie had en veel wilde bereiken in het leven. Maar was dat wel zo?Ik ben niet echt een carrièremens. Op dit moment freelance ik met veel plezier. Werken op projectbasis en meerdere klussen tegelijk doen – daar word ik vrolijk van. Er zijn natuurlijk altijd magazines waar ik nog graag voor wil schrijven. In dat opzicht kun je wel van ambitie spreken. Toch denk ik bij het woord ambitie meer aan die jongens op de beurs die bezweet en schreeuwend aandelen of obligaties kopen. Of aan advocaten, investeerders en beleggers. Of lijstrekkers en kamerleden. Maar niet zo zeer aan mezelf. Daarvoor fladder ik nog te veel. Werken aan een carrière zou betekenen dat ik volledig volwassen zou moeten worden en daarvoor voel ik me nog te jong. In plaats van het correcte antwoord te geven, dat mijn ambitie en compatibiliteit met het bedrijfsleven zou aantonen, zei ik heel simpel dat mijn drijfveer voornamelijk lol is.
‘Lol is mijn drijfveer. Je kunt je druk maken over van alles in het leven; je kunt bang zijn voor wat je hierna staat te gebeuren, maar of er nu een wel of niet iets is na dit leven maakt eigenlijk niet uit. Het gaat er wat mij betreft om dat we in het leven zoveel mogelijk plezier beleven.’
De dag erna stond ik in de plaatselijke cd-winkel. Terwijl ik de dvd van Chasing Amy afrekende, begon de jonge verkoper spontaan zijn levensfilosofie uit te leggen. Hij vond dat we ons vooral niet zo druk moesten maken, want het leven was al kort genoeg. ‘Mensen die iedere dag een carrière najagen, en geen tijd meer hebben voor hun gezin of vriendin… nee, da’s niets voor mij,’ zei de jongen. ‘We moeten vooral lol hebben in het leven!’
Ik was het wel met hem eens. Ons leven kent in principe twee schaarse goederen: tijd en liefde. Hoewel het tweede goed haar eigen column afdwingt (en in haar complexiteit samenhangt met compassie, het goede doen en een heleboel andere zaken), sluit het eerste goed aan bij de Levensfilosofie van de Lol. Door die filosofie als leidraad te nemen, kun je, op het moment dat je je laatste adem uitblaast, in ieder geval met een glimlach op je leven terugkijken.
Hm, kennelijk had ik met bovenstaande antwoord toch een deel van mijn persoonlijkheid prijsgegeven.
In ieder geval had ik in de cd-verkoper alvast een medestander gevonden.