Penny Escher: I’m Penny, I’m Kay’s assistant.
Harold Crick: Oh, I’m Harold. Her main character.
Wat doe je als schrijver wanneer het hoofdpersonage van je literaire meesterwerk in de wording bij je aanklopt en vraagt of je hem alsjeblieft niet van kant wil maken? Klinkt dat raar? Wie de film Stranger Than Fiction gezien heeft, weet dat het nóg vreemder kan. Stranger Than Fiction is zo’n film die, als je niet oppast, een filmjehova van je maakt. Na het zien van deze flick had ik in ieder geval de neiging om iedereen die ook maar een beetje geïnteresseerd is in boeiende films te overtuigen deze te gaan zien. Maar in plaats van bij je aan te bellen schrijf ik dit stukje. Natuurlijk moet iedereen voor zichzelf weten wat hij wel of niet doet, maar hier zijn vier redenen waarom ik deze flick interessant vind.Daar gaat ie:
1. Will Ferrell is vooral bekend van de losers die hij speelt in komedies. Nu zet hij overtuigend een dramatische rol neer in een film die schommelt tussen drama en comedy. Harold Crick, een belastinginspecteur die geobsedeerd is met cijfers, blijkt een sympathiek personage te zijn, wiens lot ons allen aangaat. Iedere acteur die een belastinginspecteur weet neer te zetten als een sympathiek en liefdevol personage, verdient een fucking Oscar. Ferrell maakt van Crick een volwassen man met de onschuld van een jongetje die op vooravond van zijn dood, eindelijk leert hoe hij moet leven. 2. Ooit wel eens het gevoel gehad dat je leven als een slechte film verliep waarin jij de hoofdrol speelde? Schrijver Zach Helm werkte dit idee op ontspannen en ontroerende wijze uit. Het verhaal van Stranger Than Fiction is een lichte mind-fuckfilm, zoals Being John Malkovich (1999) en Adaptation (2002), geregisseerd door Spike Jonze en beide geschreven door Charlie Kaufman. Helms script speelt niet alleen op inventieve wijze met de regels van het fictie schrijven, het bevat ook menig gevatte dialoog. Zoals deze:
Penny Escher: [seeing Eiffel smoking a lot of cigarettes] You know there’s something called a nicotine patch.
Kay Eiffel: I don’t need a nicotine patch. I smoke cigarettes.
3. Helm zet met deze zwarte komedie enkele personages neer die ieder hun eigenaardigheden hebben. Professor Jules Hilbert (Dustin Hoffman) slurpt het ene kopje koffie na het andere op en weet terloops heel wat expositie uit te spuwen. Schrijfster Karen Eiffel (Emma Thompson) is een neurotische roker geobsedeerd met de dood. Niet zo gek dus dat alle helden uit haar romans aan het einde van het verhaal hun laatste adem uitblazen. Het zijn juist dit soort eigenaardigheden die maken dat je van de personages gaat houden. 4. Maggie Gyllenhaal speelt de lieflijke koekjesbakker Ana Pascal. Crick komt bij haar langs omdat ze belasting heeft ontdoken. Of nu ja, ze heeft een ruime twintig procent te weinig betaald. Precies het percentage wat de Amerikaanse regering uitgeeft aan zaken als oorlog en onderdrukking. Pascal is begaan met de wereld en weet deze een beetje zoeter te maken door zelfgemaakte koekjes te verkopen. Niet alleen het hart van Crick smelt als chocolade in de oven, ook het hart van deze filmkijker zwijmelt mee met Maggie. Fuck diabetes! Voor deze dame zou ik me ziek eten aan koekjes. Is er dan niets mis met deze film? Sommige critici zullen zeggen dat het jammer is dat een onconventioneel verhaal toch een wat voorspelbaar einde heeft. Of dat het verhaal een Charlie Kaufman rip off lijkt. Anderen zullen misschien zeggen dat het allemaal wel wat braaf is en er meer venijn in de mix had mogen zitten. Die mensen moeten maar naar het naargeestige Ober (2006) kijken. In deze waar-is-de-prozac?-film van Alex van Warmerdam wordt met hetzelfde thema gestoeid, al weet de regisseur geen maat te houden en vergeet hij het ingrediënt comedy in deze gitzwarte film te stoppen. Nee, geef mij maar Stranger Than Fiction. Deze film laat de hersenen op een aangename manier pruttelen… en ik heb gek genoeg enorme trek in chocoladekoekjes gekregen.Lees ook (of niet): Droomvenster.