Categorieën
Boeken Spidey's web Strips

Gunfactor

Als debuterend auteur ben je voor de in- en verkoop van je boek afhankelijk van onder andere de gunfactor.

Ik ben geen BN’er, dus mijn boek zal niet snel in de verkoop top-10 komen. Daarmee vallen winkels als AKO en Bruna vaak al af, want die verkopen voornamelijk top-10 boeken en bestsellers.

Peter de Kock leest Mijn vriend Spider-Man.

Nu ga ik er zelf op uit om bij boekwinkels te kijken of mijn boek daar al ligt. Zojuist was ik nog bij de Dolfijn op de Haarlemmerdijk. Daar lag Mijn vriend Spider-Man nog niet, maar toen ik de verkoper vertelde over het boek, een exemplaar liet zien en vertelde dat ik in de buurt woon, wild hij graag de titel bestellen. Als het er van de week ligt, maak ik uiteraard even een foto zoals ik altijd doe als ik mijn boek tegenkom.

Boekverkopers vinden het sympathiek als je persoonlijk bij ze langsgaat. Tenminste, dat is mijn ervaring tot nu toe. Omdat er zo veel titels uitkomen, weten sommige boekinkopers helemaal niet van het bestaan van Mijn vriend Spider-Man af, dus kan het geen kwaad om ze op het boek te wijzen. Daarom riep ik vorige week ook mensen op om vooral het boek fysiek in de boekwinkel te bestellen, als ze toch al van plan waren om het te kopen.

Andere mensen helpen door over het lezen van Mijn vriend Spider-Man op sociale media te praten. Dat helpt ook vast en zeker om de bekendheid van het boek te vergroten. Als ik die posts tegenkom, word ik daar erg blij van. Hartverwarmend vind ik dat soort aandacht.

Fancultuurexpert Linda Duits heb ik voor het boek geïnterviewd, en daarom ben ik heel benieuwd wat zij van het boek vindt. Daarom was ik extra blij met haar tweet.

Willem De Graeve, co-directeur van het Stripmuseum in Brussel, was er gelukkig ook over te spreken:

Vriend Peter de Kock kocht twee exemplaren en gaf er eentje weg aan Marvel-fan Alex die toevallig net als Peter in Oosterhout woont.

Alex en Mijn vriend Spider-Man. Foto: Peter de Kock.

Stripvlogger Marcel Haster stuurde me gisteren een foto van het boek dat bij Stripwinkel Sjors te Dordrecht in de etalage staat. Da’s ook fijn, want stripliefhebbers zijn een deel van de doelgroep. Ze zullen zich zeker gaan herkennen in het verhaal.

Stripwinkel Sjors. Foto: Marcel Haster.
Spider-Man en Black Cat door Minck Oosterveer.

Mijn uitgeverij, SubQ, heeft iedere stripwinkel in Nederland een exemplaar van het boek en een persbericht gestuurd. Of de stripwinkeliers massaal hebben ingekocht weet ik niet, maar ik vind het fijn dat de mensen van Sjors dat wel hebben gedaan.

Het is alweer een tijd geleden dat ik bij ze op bezoek was. Dat was in 2010 voor het laatst volgens mij, toen ik stripmaker Minck Oosterveer (1961-2011) interviewde. De eigenaren van Sjors waren zo aardig om ons in hun woonkamer te laten zitten, zodat we rustig konden praten. Het was de eerste keer dat ik Oosterveer interviewde. Later sprak ik hem via de telefoon nog eens omdat hij Spider-Man ging tekenen voor Marvel. Na het gesprek zat Minck buiten te signeren. Het was die middag boekenmarkt in Dordrecht.

Van de stripwinkel maakte ik nog deze foto van hun kelderverdieping:

Schokkend Nieuws
Overigens ben ik zelf ook door een aantal mensen geïnterviewd over het boek. Binnenkort staat er een interview in de Boekenkrant over Mijn vriend Spider-Man. Vorige week zat ik in de podcast van Schokkend Nieuws. Dat was erg leuk om te doen voor een keer.

Voor het nieuwste nummer van Schokkend Nieuws interviewde Hedwig van Driel mij een paar weken geleden. Dat was een erg fijn gesprek. Na het interview hebben Hedwig en ik nog gezellig aan de koffie gezeten om even lekker te geeken.

Michael en Hedwig.
Categorieën
Minneboo leest Strips

Expositie Asterix en de Belgen

Van het prachtige stripalbum Asterix en de Belgen is nu een tentoonstelling in het Stripmuseum in Brussel.

Nieuwsgierig nam ik laatst een kijkje, want Asterix is een van mijn favoriete stripfiguren. Het zijn albums die je telkens opnieuw kunt lezen vanwege de scherpe grappen van van scenarist René Goscinny (1926 – 1977) en de prachtige illustraties van Albert Uderzo (1927).

Bange Romeinen heten ons welkom.

Aan het begin van de tentoonstelling worden we dan ook terecht aan beide heren voorgesteld. Goscinny stierf helaas al op 51-jarige leeftijd. Een van de grootste stripscenaristen van de Europese strip stierf in mijn geboortejaar. Ik hou van de humoristische tekeningen van Uderzo, die zijn hand niet omdraaide om rake karikaturen van bestaande personen op papier te zetten.

André Coscinny.

Even terzijde: veel van mijn striphelden beginnen echt op leeftijd te raken. Uderzo is 90 jaar oud en met pensioen, Stan Lee is 94, ook John Romita Sr. is inmiddels 87. Zijn zoon, mijn favoriete Spider-Man-tekenaar is al 60. Bijna net zo oud als mijn vader. Enkele andere helden zijn al reeds overleden, behalve Coscinny bijvoorbeeld ook André Franquin, die in 1997 stierf. Dat maakt mij niet alleen duidelijk dat veel van de stripmakers die ik bewonder niet hedendaags zijn. En dat we binnenkort afscheid van hen moeten gaan nemen.

Er zijn overigens wel stripmakers van nu die ik bewonder, maar daarover een andere keer meer.

Spelelementen
De tentoonstelling richt zich dus op één album van de reeks Asterix. Asterix en de Belgen verscheen oorspronkelijk in 1979. Het is het laatste album waar Goscinny aan meewerkte.

De expositie bevat enkele actieve onderdelen. Zo kun je op een bewegend plateau gaan staan om met je voeten een rubber balletje te manoeuvreren tussen de personages van de strip. Ook is er een groot bord waarop je de personages en hun vaste props bij elkaar moet raden. Druk tegelijk de knoppen in bij het personage en de prop. Als je het juist hebt, gaat er een groen lampje branden. Het Stripmuseum heeft dus een expositie willen maken die gezinsvriendelijk is.

Zoals ik al schreef in eerdere verslagen, is het Stripmuseum in Brussel geen stoffig instituut waarin je alleen originele pagina’s aan de muur kunt bewonderen. De tentoonstellingen worden op een ludieke wijze en sfeervol vormgegeven. Vaak zit er ook een interactief element in. Dit keer ligt dus meer de nadruk op het spelelement, zonder dat het geheel een circus wordt. Toen ik door de expositie liep, was er een schoolklas aanwezig. De leerlingen waren lekker in de weer met de spelelementen.

Herdrukken
Er zijn ook mooie zwart-wit pagina’s uit de strip te zien voor de liefhebbers van Uderzo’s illustraties. Dit zijn geen originelen maar facsimiles. Willem de Graeve, codirecteur en hoofd communicatie, vertelde me dat het te kostbaar zou zijn geweest om de originelen op te hangen. Die worden namelijk voor het grootste deel bewaard in de Bibliothèque Nationale de France.

Je zou origineel en facsimile eigenlijk naast elkaar moeten leggen om het zeker te weten, maar als het er niet bij had gestaan dat het hier fotografische herdrukken betreft, had ik het verschil niet gezien. Natuurlijk hebben originele tekeningen en strippagina’s een soort van aura vanwege hun uniekheid, maar voor de inhoud van de expositie maakt het eigenlijk niet uit dat de platen geen originelen zijn. Je kunt nog steeds het vakmanschap bestuderen zonder dat de originele platen kunnen verkleuren of tijdens vervoer gevaar lopen.

Parodie
Coscinny zei in 1976: ‘Ik parodieer graag. Ik beschrijf de dingen zoals ze zijn, maar met een lichte kwinkslag, waardoor ze grappig worden. Die kwinkslagen zijn de bouwstenen van wat stap voor stap een parodie wordt.’ In de reeks Asterix worden culturele stereotypen op een humoristische wijze uitvergroot. Waar de dappere Galliërs ook komen. Dat maakt de reeks juist zo aantrekkelijk, omdat we om onszelf en anderen kunnen lachen.

In de tentoonstelling komt goed naar voren hoe de stripauteurs jongleren met een handvol Belgische symbolen, die soms meer aan de mythologie dan aan de realiteit zijn ontleend. Toch maken ze niemand belachelijk, maar is het album eerder een ode aan België en een teken van vriendschap.

Rare jongens die… euh, laat maar. Een cameo van een bekend stripduo.

Belgische helden
In het album Asterix en de Belgen komen meerdere Belgische helden en beroemdheden voorbij. De bode die de naburige stammen pijlsnel waarschuwt, is een karikatuur van Eddy Merckx, de legendarische wielerkampioen uit het Brusselse, vijf keer winnaar van de Ronde van Frankrijk. Als koerier geeft hij blijk van een uitzonderlijke snelheid. Nicotine, de vrouw van stamhoofd Vandendomme, is een karikatuur van de Belgische actrice en zangeres Annie Cordy, die eind de jaren 1970 bijzonder populair was in Frankrijk.

De Belgische zanger Jacques Brel (1929-1978), die zijn liefde voor België bezong in onder meer Bruxelles of Marieke, komt in het album aan bod met enkele woorden uit zijn beroemdste lied, Mijn Vlakke Land. Uiteraard wordt in de expostie aandacht besteed aan deze beroemdheden en verteld wie ze zijn. Niet iedereen zal ze immers nog kunnen herinneren, vooral de jonge bezoekers niet. Die hebben hun eigen contemporaine helden. En natuurlijk ontbreekt er geen knipoogje naar Manneken pis.

De tentoonstelling Asterix en de Belgen is samengesteld door Mélanie Andrieu en bevat teksten van Andrieu en Jean Auquier. De expositie niet al te groot, maar was dan ook eigenlijk een soort tussendoortje. Een opstap naar de grotere expositie over de Belgische strip die in het najaar te zien zal zijn. Van Asterix kun je genieten tot en met 3 september 2017.

Categorieën
Mike's notities Strips

Avonturen in Brussel

Vrijdag en zaterdag was ik in Brussel voor mijn werk. Ik bezocht vier exposities, interviewde de Deense stripmaker Halfdan Pisket en sprak tussendoor met veel mensen.

Vandaag voel ik me dan ook nog behoorlijk gaar. Dit soort persreisjes zijn echt heel intensief, maar ze geven ook het gevoel alsof je een avontuurlijk leven leidt. En dat is leuk natuurlijk. Vooral omdat ik de afgelopen maanden vooral thuis achter mijn bureau doorbracht. En dan is Brussel een behoorlijke cultuurschok, want je hoort er allerlei talen op straat. En vooral veel talen die ik niet versta, zoals Frans.

De exposities waren allemaal interessant. Peyo: A Retrospective, geeft een mooi overzicht van de carrière van de geestelijk vader van de Smurfen. Samen met enkele collega’s uit binnen- en buitenland was ik vrijdagmiddag in de Hoeve van het kasteel van Terhulpen, dat even buiten Brussel ligt, om de expositie te bezichtigen.

Even ervoor werden we geïntroduceerd in de wereld van de kunstenaar Jean-Michel Folon.

’s Avonds dronk ik een drankje met Willem De Graeve, met wie ik altijd probeer af te spreken wanneer ik in Brussel ben. Het was leuk Willem weer te zien en goed om te horen dat mensen het Stripmuseum, waar hij mededirecteur van is en hoofd pr, weer weten te vinden. Na de aanslagen van moslimextremisten in Parijs en Brussel waren er logischerwijs minder toeristen bereid om Brussel en het stripmuseum te bezoeken.

Later die avond at ik een gourmet burger in restaurant Gourmet Burgers, en sprak ik nog met twee aardige Belgische gasten over wat zij van Brussel vonden. In mijn hotelkamer keek ik naar Luther, maar eigenlijk word ik nooit blij van deze serie omdat ie zo’n naargeestig wereldbeeld toont.

Zaterdag sprak ik een uur met Halfdan Pisket in het Plaza Hotel. Een interessante conversatie die ik vanaf morgen zal uitwerken voor de VPRO gids. We spraken vooral over de trilogie die hij over het leven van zijn vader maakte, over wat het betekent om Turkse wortels te hebben in Denemarken en het maken van strips. Pisket was in Brussel namens het literaire Passa Porta Festival, dat tweejaarlijks plaatsvindt. Pisket zou een stripverslag van het festival maken.

Halfdan Pisket. Foto: Michael Minneboo

Daarna toog ik naar het Stripmuseum om de expositie over Coverkunst te bekijken en die over stripmaker Gipi.

Na afloop dronk ik koffie met Rachid, mijn gastheer die middag. Hij spreekt vloeiend Frans en Arabisch, en een beetje Nederlands en Engels. We spraken dus in drie verschillende talen met elkaar. Omdat we welwillend naar elkaar waren, lukte het ook nog om elkaar te begrijpen. Ik vond dat een boeiend gesprek omdat we het veel over zijn geloof hebben gehad. Ik wilde bijvoorbeeld weten hoe hij nu weet waar Mekka zich bevindt als hij moet bidden, maar daar is dus gewoon een app voor die de richting aangeeft. Rachid vertelde me ook dat veel moslims het erg moeilijk hebben met het feit dat de extremisten aanslagen plegen uit naam van de islam. Eigenlijk zijn ze dus net zo goed slachtoffer van deze aanslagen, omdat mensen hen vaak ervoor aankijken.

Stripmuseum Brussel

Ik realiseerde me door dit gesprek dat ik in Nederland bijna nooit met moslims praat en verdomd weinig over hun geloof weet. Nu vermoed ik dat dit voor veel Nederlanders geldt, wat deels het effect verklaard van de angstcampagne die Geert Wilders al jaren voert. We moeten meer met elkaar rond de tafel zitten, volgens mij wordt de wereld daar beter van.

Nu moet ik wel zeggen dat ik als atheïst moeite heb met het geloof in het algemeen, maar voor mij is het waarschijnlijk net zo moeilijk voor te stellen dat mensen een god in hun leven ervaren, als het voor hen is om zich voor te stellen dat ik dat niet ervaar.

Mooi werk van Gipi.

Als laatste zocht ik nog even stripmaker Judith Vaninstendael op die in Beursschouwburg voor het Passa Porta Festival zat te tekenen. Mensen mochten haar een vraag stellen, die zij dan probeerde te beantwoorden met een tekening. Toen ik erbij stond, vroeg een studente of Vanistendael problemen had in de stripwereld omdat ze een vrouw was. Dat klopte wel, vond Judith. Vrouwen worden anders behandeld dan mannen. Op de achterflap van een boek waar ze samen met een man aan werkte, liet de uitgever namelijk zetten dat Judith drie kinderen had, terwijl over de vijf kinderen van de man geen woord werd geroerd. Vrouwen worden dus anders bekeken en natuurlijk niet alleen in de wereld van de strip.

‘Je kunt de vraag ook omdraaien,’ opperde ik. ‘Heb je wel eens voordeel gehad van het feit dat je vrouw bent?’
‘Dat komt vaker voor, zei Judith. Omdat er minder vrouwen zijn die strips maken dan mannen wordt ze vaker uitgenodigd voor festivals bijvoorbeeld.

Beursplein

Ik kom binnenkort nog uitgebreid terug op de exposities, want daar valt een hoop over te vertellen en te laten zien. Wat een bezoek bij Brussel altijd bij mij aanwakkert is het gevoel dat we allemaal wereldburgers zijn. We moeten het allemaal doen op deze kleine planeet en we moeten het allemaal met elkaar doen. Van welke cultuur je komt en welke taal je spreekt, doet er niet zo heel veel toe, zolang je maar bereid bent tot dialoog. Dat inzicht krijg ik eigenlijk vaak alleen als ik op reis ben, en niet als ik de wereld aanschouw vanuit thuis, via sociale media of oude media.

Categorieën
Strips

60 jaar Guust Flater

Guust Flater, een van mijn favoriete stripfiguren, is afgelopen dinsdag 60 jaar oud geworden.

Op 28 februari 1957 verscheen het eerste verhaal Guust in Spirou. Een paar jaar geleden wijdde ik een aflevering van de rubriek Stripplaatjes onder de loep aan Guust en zijn geestelijk vader Franquin.

De carrière van Gaston Lagaffe (‘gaffe’ betekent ‘flater’ in het Frans) in het tijdschrift Spirou (de Franse versie van Robbedoes) begon bescheiden. Opeens dook hij in 1957 zwijgend in de redactionele pagina’s van het tijdschrift op. Wekenlang verscheen slechts één tekening van hem, omringd met tientallen blauwe voetstappen die willekeurig op de pagina’s waren afgedrukt. In eerste instantie was Guust in het leven geroepen om Spirou op te leuken: hij schopte de layout van het blad in de war door argeloos door plaatjes en tekst heen te lopen.
Al snel kreeg hij zijn eigen strip waarin Guust de post moet sorteren van een fictieve redactie die erg veel op de redactie van het stripblad lijkt. Vooral met zijn bizarre uitvindingen en experimenten weet hij veel chaos te veroorzaken.

Naar aanleiding van Guusts verjaardag is er een speciaal album uitgekomen met daarin de zestig beste gags.

Willem De Graeve, codirecteur en hoofd communicatie van het Belgisch stripmuseum, werd geïnterviewd door Bruzz.be over Guust. De video embedden lukt helaas niet goed, check daarom de korte video hier. Guust is ook een van Willems favoriete stripfiguren.

Aimée de Jongh maakte deze aantrekkelijke hommage:

Tot slot: twee jaar geleden was ik bij Gerben Valkema en toen schudde hij ook zo een Guust uit zijn mouw, eh, potlood:

Categorieën
Strips

Coverkunst in Stripmuseum Brussel

Een goede cover maken valt nog niet mee en is een kunst op zich. Over die kunst is nu een interactieve tentoonstelling in het Stripmuseum Brussel gecureerd door Valérie Constant.

Constant is persattaché voor verschillende stripuitgeverijen (onder meer Casterman) en stripprojecten.

Elke striplezer herkent het gevoel: op een dag word je getroffen door die ene cover die volledig de lading dekt, dat ene beeld dat de inhoud van de strip perfect weergeeft, dé omslag die je nooit meer loslaat, een beeld voor het leven. Zulke krachtige covers zijn vaak het gevolg van een moeilijke evenwichtsoefening tussen de wensen van de auteur, de uitgever, de art-director en de marketingmanager. Want moet je nu in de eerste plaats de aandacht van de potentiële koper trekken of wil je toch vooral recht doen aan het stripverhaal als kunstvorm en focussen op het verhalende aspect van de beelden? Auteurs en uitgevers staan vrijwel dagelijks voor dit dilemma.

coverkunst-expoVolgens Marc Legendre bezit een goede cover de volgende eigenschappen:

1. Een heel duidelijk leesbaar lettertype
2. Een ijzersterke compositie: hoewel alle elementen belangrijk zijn, vormen ze
een harmonieus geheel.
3. Voldoende geheimzinnig

Duidelijke taal, waar ik het volledig mee eens ben. Ook vind ik dat een cover genoeg van de inhoud moet weergeven en dus de lading van het album moet dekken. Je moet een aardig idee krijgen wat je in huis haalt zonder dat een cover alles hoeft prijs te geven natuurlijk.

Ik vind covers uitermate fascinerend. We zeggen altijd: ‘never judge a book by its cover’ maar net zoals bij mensen beoordelen we boeken en strips in eerste instantie op hun uiterlijk. Als dat er boeiend uitziet, zijn we wellicht bereid om kennis te maken.

Foto: Daniel-Fouss.
Foto: Daniel-Fouss.

Op dit moment heb ik de tentoonstelling Coverkunst nog niet kunnen zien, maar ik ben er wel zijdelings bij betrokken. In de expositie komen ook makers en stripexperts aan het woord. Tijdens de Stripdagen Haarlem interviewde Willem De Graeve mij kort over mijn favoriete cover en waar volgens mij een goede cover aan moet voldoen. De cover die ik voor de korte video heb uitgekozen is van een Spider-Man-comic, maar welke vertel ik later, want dat is leuk genoeg om een aparte blogpost aan te besteden.

Foto: Daniel-Fouss.
Foto: Daniel-Fouss.

Coverzorgen
Op dit moment ben ik toevallig zelf heel druk met de cover van mijn boek Mijn vriend Spider-Man. Moker Ontwerp is bezig met het ontwerpen ervan en er liggen twee voorstellen op mijn bureau waar ik uit kan kiezen. Het is een erg lastige keuze omdat beide voorstellen zo goed zijn.

De expositie Coverkunst is te zien tot 28 mei 2017.

BELGISCH STRIPCENTRUM
Zandstraat 20
1000 Brussel
België

Categorieën
Strips

Succesvolle opening motion comics expo

Motion comics: The Beginnings, de eerste Nederlandse tentoonstelling over motion comics, werd zaterdag 4 juni geopend tijdens de Stripdagen Haarlem.

Motion comics zijn digitale, interactieve stripverhalen die verrijkt zijn met animatie, muziek en geluidseffecten. De tentoonstelling focust op experimentele projecten van onafhankelijke makers die de graag de grenzen van het medium op zoeken en vernieuwende manieren van vertellen uitproberen. De tentoonstelling geeft een goed beeld van wat er allemaal met het medium mogelijk is en hoe de potentiële toekomst van het beeldverhaal eruit ziet.

Panel uit: Bottom of Ninth die ook in de expositie te zien is.
Panel uit: Bottom of Ninth die ook in de expositie te zien is.

De liefhebber van strips komt goed aan zijn trekken, want alle projecten vertellen vooral boeiende verhalen, waarbij ieder element in dienst staat van het zo goed mogelijk vertellen van dat verhaal.

Gabriel Verheggen aan het woord.
Gabriel Verheggen aan het woord.

Motion comics: The beginnings is te zien in het ABC Architectuurcentrum in Haarlem en is onderdeel van de Stripdagen.

Ondanks het zonnige en warme weer werd de opening goed bezocht. Gabriel Verheggen, de directeur van het ABC Architectuurcentrum Haarlem, hield een toespraak en ook de Australische stripmaker Sutu vertelde het een en ander over de strips die hij maakt. Van hem zijn onder andere de prachtige projecten NAWLZ en Modern Polaxis in de expositie opgenomen.

200 meter
Erg indrukwekkend vind ik de originele tekeningen van NAWLZ die in de expo te zien zijn. De tekening is een kleine tien meter lang, en Sutu vertelde me dat de strip in totaal zo’n 200 meter lang is!

Sutu geeft vrijdag 10 juni een presentatie over zijn werk, ook zal Gustavo Garcia over zijn motion comic-project Ascent From Akeron vertellen.  Dit weekend geeft Sutu een workshop voor motion comics op Instagram.

Fumetto
Ook Jana Jakoubek, de artistiek leider van stripfestival Fumetto was aanwezig. Fumetto is een charmant en interessant stripfestival in Zwitserland dat zich met name bezighoudt met ‘artistieke’ strips en nieuwe ontwikkelingen in de wereld van het beeldverhaal. Motion comics horen daar dus goed bij. (Dit jaar was Joost Swarte artist in residence op het festival.)

De expositie was dus eerst te zien in Fumetto. Remco Vlaanderen van Submarine Channel heeft aan de originelen van die expositie als basis gebruikt en nieuwe motion comic projecten toegevoegd. In een eerder interview vertelde hij daar meer over.

motion-comics-expo-toeschouwer

Andere bekende gezichten uit de stripwereld waren onder andere Tonio van Vugt – de artistiek directeur van de Stripdagen mocht natuurlijk niet op deze opening ontbreken.
Marcel Haster, beter bekend als de Stripvlogger, was in het ABC om een reportage te draaien. Hij stelde Sutu ook een paar interessante vragen. Het was leuk om Marcel eens van dichtbij in actie te zien. Hij publiceert al een tijdje enthousiaste recensies op zijn eigen YouTube-kanaal.

Sutu geïnterviewd door de Stripvlogger.
Sutu geïnterviewd door de Stripvlogger.

Covers
Ook was Willem De Graeve van het Stripmuseum in Brussel aanwezig. Met hem heb ik voor de opening nog even gezellig koffiegedronken en bijgepraat. Het Stripmuseum heeft vanaf september een heel leuke expositie over stripcovers. Willem heeft mij daar ook voor gevraagd en die middag hebben we een kort video-item opgenomen over mijn favoriete cover. Welke dat is verklap ik nog even niet, maar zal binnenkort wel bekend worden gemaakt.

Na de officële plechtigheden was het tijd voor een drankje in de tuin van het Architectuurcentrum. De tentoonstelling is nog tot en met 24 juli te zien, dus genoeg tijd om eens naar Haarlem af te reizen.

banner-expo-02

Categorieën
Strips

Persprijs Brussel gewonnen

Vrijdagmiddag 29 januari werd in Brasserie van Baerle bekend gemaakt dat mijn artikel Striperfgoed de persprijs Brussel heeft gewonnen. Hans van Loozenoord won de Persprijs  Wallonië voor Met de motor naar het slagveld.

michael-minneboo-persprijs-
Minneboo met zijn raket. Foto: Linda Delis.

Het bureau voor Toerisme België voor Wallonië & Brussel geeft sinds 1991 jaarlijks persprijzen aan journalisten en/of programmamakers voor hun toeristische publicaties over België. Voor de publicaties reikt de jury een Persprijs Wallonië en een Persprijs Brussel uit.

Vrijdag las juryvoorzitter Lou Lichtenberg het juryrapport voor:

Michael Minneboo staat in zijn verhaal stil bij het 25-jarig jubileum van het Belgisch Stripcentrum. Dit succesvolle museum waakt over het striperfgoed van België, maar heeft hiervoor eigenlijk te weinig middelen, zo blijkt uit interviews met betrokkenen. Het verwerven van nieuwe stukken en de nieuwe klimaatruimte voor de noodzakelijke opslag is dan ook een uitdaging voor het museum. Het helder en pakkend geschreven artikel geeft hiervan een positief kritisch beeld en is daarmee bijzonder informatief. De lezer krijgt zin om dit kwalitatieve museum in striphoofdstad Brussel te gaan bezoeken.

Nou vond ik het al erg leuk dat een artikel van mij een keer genomineerd is voor een prijs, maar nu ik hem dan ook werkelijk gewonnen heb vind ik het extra leuk natuurlijk. Zeker omdat de prijs in de vorm van een wel heel bekende stripraket komt. Iets wat overigens niet alleen dit jaar het geval is. De persprijzen hebben zien er al een paar jaar uit als de raket uit Kuifje. Niet zo gek natuurlijk met stripstad Brussel.

Voor zover ik weet is dit de eerste keer dat een artikel over het beeldverhaal een dergelijke prijs in de wacht sleept. Meestal worden bijzondere reisverhalen met deze prijzen gehonoreerd. Het was daarom extra leuk dat Willem De Graeve, de codirecteur en hoofd communicatie van het Stripmuseum Brussel, bij de lunch aanwezig was. Het interview met Willem maakt een belangrijk deel uit van het artikel dat ik over het stripmuseum schreef. Het stond een tijd geleden in de VPRO gids.

Sowieso vond ik de reacties op Facebook toen ik bekend maakte dat ik voor de Persprijs Brussel genomineerd was, hartverwarmend. Veel likes en felicitaties. Dat gaf een warm gevoel en maakte duidelijk dat mensen mijn werk lezen en waarderen. Dus voor iedereen die leuk reageerde deze week: hartstikke bedankt!

Categorieën
Mike's notities Strips

Genomineerd voor Persprijs Brussel

Elk jaar reikt Toerisme België voor Wallonië & Brussel de Persprijzen Wallonië en Brussel uit en dit jaar is een van mijn stukken genomineerd. Het gaat om het artikel dat ik naar aanleiding van het 25-jarig bestaan van het Belgisch Stripmuseum schreef.

Minneboo in gesprek met Hec Leemans (rechts). Foto copyright Daniel Fouss.
Minneboo in gesprek met Hec Leemans (rechts). Foto copyright Daniel Fouss.

In het artikel interview ik onder andere Willem De Graeve, de codirecteur en hoofd communicatie van het museum. Maar ook spreek ik met stripmakers Hec Leemans en Pieter de Poortere. Het belangrijkste thema dat we bespreken is striperfgoed en de moeilijkheden bij het bewaren daarvan. Het is een reportage waar ik met plezier op terugkijk, niet in de laatste plaats omdat het me herinnert aan een leuk weekend in Brussel.

Toerisme België voor Wallonië & Brussel geeft sinds 1991 jaarlijks persprijzen aan journalisten en/of programmamakers voor hun toeristische publicaties over België. Voor de publicaties reikt de jury een Persprijs Wallonië en een Persprijs Brussel uit. De nominaties voor de Persprijzen Wallonië & Brussel 2015 in alfabetische volgorde zijn:

Nominaties Persprijs Wallonië
Lex van den Bosch, ‘3 gangen trekking door de Oostkantons’ in Hike & Trekking
Hans van Loozenoord, ‘Met de motor naar het slagveld’ in Moto73
Harri Theirlynck, ‘Van Gogh tot Google’ in Reiz& magazine

Nominaties Persprijs Brussel
Hans Avontuur, ‘Brussel: oh la la en olijk’ in Reiz& magazine
Kim van Dam, ‘Brussel bruist als nooit tevoren’ in Spoor
Michael Minneboo, ‘Striperfgoed’ in VPRO gids

Vrijdag 29 januari hoor ik tijdens een speciale lunch of ik de prijs heb gewonnen of niet. Sowieso vind ik het erg leuk om eens genomineerd te zijn voor een van mijn artikelen. Daar ben ik dus al erg blij mee.

Categorieën
Strips

Belgisch stripmuseum ontvangt bekend Chinees stripfiguur

Foto: Daniel Fouss © Belgisch stripcentrum.
Foto: Daniel Fouss © Belgisch stripcentrum.

In het Belgisch stripmuseum werd woensdag 18 november het standbeeld van Sanmao ingehuldigd. Sanmao is een van de beroemdste stripfiguren van China.

Sanmao werd in 1935 gecreëerd door Zhang Leping (1910 – 1992). In het Chinees betekent Sanmao ‘drie haren’. Daarom heeft het figuurtje ook drie uitstekende haren op zijn hoofd. Ze staan symbool voor ondervoeding door armoede. Sanmao leeft dan ook in armoede. De strips zijn gevuld met dood, bloedvergieten en misère. Leping kwam op het idee van Sanmao doordat hij dagelijks zwerfkinderen tegenkwam. De tekstloze strip sprak tot de verbeelding van de Chinezen. Sanmao’s avonturen werden verwerkt tot films, tekenfilms en tv-reeksen.

Naar aanleiding van de 90e verjaardag van deze beroemde stripheld kreeg het Belgisch stripmuseum een standbeeld geschonken dat woensdag door Qu Xing, de Chinese ambassadeur in België, werd onthuld.

Foto: Daniel Fouss
Foto: Daniel Fouss

Het Stripmuseum is erg vereerd met deze schenking en zal het standbeeld een permanent plaats geven. Het bronzen standbeeld, dat speciaal voor Brussel in China werd gemaakt, zal zeker in de smaak vallen bij de vele Chinese toeristen die het museum bezoeken. In 2014 was deze groep al goed voor 3,6 % van het totale aantal bezoekers. Deze stijgende tendens kan onder meer worden verklaard door de proactieve actie van het Stripmuseum naar het Chinese publiek toe. Zo zijn alle teksten van de permanente tentoonstellingen van het museum in het Chinees vertaald.

Bovendien zal het Stripmuseum, naar aanleiding van deze inhuldiging, ook officieel aankondigen dat het van plan is om in de komende twee jaar een grote tentoonstelling te organiseren over het Chinese stripverhaal. Ter voorbereiding hiervan reisden twee medewerkers van het museum naar China om er te gaan onderzoeken welke strips echt door de Chinezen worden gelezen. De tentoonstelling wil een combinatie zijn van de Chinese verteltraditie gekoppeld aan de eigentijdse beeldcreatie. Het is in deze geest dat de medewerkers van het Stripmuseum achtereenvolgens Peking, Guangzhou en Hongkong hebben bezocht, waar ze een hele reeks auteurs, uitgevers, stripverenigingen, enz. hebben ontmoet. In Guangzhou namen ze deel aan het internationale stripfestival waarmee het Brusselse museum al jarenlang uitstekende relaties onderhoudt.

Categorieën
Mike's notities Strips

Stripavonturen in Brussel 2

Na de opening van de expositie Mes années 80 van de Taiwanese stripmaker Sean Chuang, liep ik richting mijn hotel. Het kostte me moeite om de juiste weg te vinden: wat dat betreft sporen Brussel en ik niet goed met elkaar.

Ik loop geregeld de verkeerde kant op en raak snel verdwaald in de kleine schuine straatjes die tussen de grote avenues lopen.
brussel_kathedraal
brussel_kathedraal_02 Onderweg kwam ik weinig eetbaars tegen. Ja, ik zag wel restaurants waar je voor 42 euro een maaltijd kon nuttigen, maar aangezien ik alleen was, hoopte ik meer op een snelle hamburger. Eenmaal in het hotel kon de receptioniste me wel vertellen waar ik een McDonald’s of iets dergelijks kon vinden. Dat pad leidde echter naar een wijk waar ik mezelf even in klein Afrika waande. Veel zwarte mensen op straat die allemaal Frans spraken. Sommige dames stonden op de straathoek rond te hangen en dat was niet omdat ze rookpauze hadden. Ik voelde me werkelijk een stranger in een strange land.

Sowieso bekruipt mij dat gevoel in Brussel. Dat komt omdat de meeste mensen daar keihard Frans tegen je blijven spreken, ook als je laat merken dat je Nederlander bent. In het hotel waar ik logeerde sprak het personeel ook alleen maar Frans. De mededelingen op de bordjes waren in het Frans en het Engels. Niet erg communicatief voor de hoofdstad van België, een land waar officieel Nederlands en Frans wordt gesproken. Aangezien ik op de middelbare school vier jaar lang oorlog had met mijn Franse lerares, is het niet een taal die ik goed beheers. Een enorme handicap in Brussel dus. Gelukkig spreek ik een aardig woordje Engels. Op een gegeven moment heb ik het ook maar opgegeven en benaderde ik iedereen maar meteen in het Engels.

Uiteindelijk vond ik een Pizza Hut met daarnaast een McDonald’s. Aangezien Pizza Hut rond deze tijd geen slices meer aanbood, toch maar een cheeseburger en frietjes bij McDonald’s besteld. Dat eten is echter gevaarlijker voor je gezondheid dan als toerist laat in de avond in deze wijk rondlopen. Maar goed, je moet wat als je maag knort.

De volgende dag ging ik vol goede moed richting het Belgisch Stripmuseum. Uiteraard liep ik om, maar daardoor vond ik onderweg dit kunstig bloot:

naakt-beeld-brussel
Eenmaal in het stripmuseum aangekomen, voelde ik me meteen een stuk beter. Hoewel het druk was – de Fransen hadden een week vakantie en kwamen massaal een bezoekje brengen – heerste er een rustige sfeer in het gebouw. Vanaf een van de bovenste verdiepingen andere bezoekers observeren heeft iets meditatiefs.

stripmuseum-brussel-doorkijIk vond de expositie over scenarist Jean van Hamme interessant: het geeft een goed overzicht van alle strips die hij heeft geschreven en wat biografische achtergrond. Ik wist niet dat Van Hamme zoveel gereisd had altijd. Hij haalt zijn inspiratie dus uit alle uithoeken van de wereld.

van-hamme-rosinski-stripmusWel jammer dat er geen voorbeelden van zijn scenario’s in de expositie hangen. Nou ja, er zaten gelukkig wel voorbeelden van scenario’s in het boek dat Van Hamme over zijn leven schreef en dat ter inzage open ligt. Niet dat ik Frans kan lezen, maar toch vond ik het leuk om de layout van zijn scriptpagina’s te kunnen bestuderen. Verder waren er veel originele platen van de strips die hij heeft geschreven, zoals De Chninkel, Thorgal, XIII, Largo Winch en Een avontuur zonder helden.
chinkel-stripmuseum

Soda. Illustratie: Bruno Gazzotti.
Soda. Illustratie: Bruno Gazzotti.

In de stripwinkel die onderdeel van het museum uit maakt, kocht een album van de reeks Soda om onderweg naar huis te lezen. Jaren geleden las ik wel eens een deel van deze serie, en ik had behoefte eens lekker nostalgisch een stripalbum open te slaan. Het viel me op dat er relatief weinig Nederlandstalige albums te koop zijn, maar dat lichtte Willem De Graeve toe, toen ik met hem lunchte. De Graeve is codirecteur en hoofd communicatie van het Belgisch stripmuseum. Hij vertelde me dat 47% van de bezoekers uit Fransen bestaat. Er komen slechts 4% Nederlanders naar het museum. Het is dus niet zo gek dat collectie in de winkel voor ongeveer 75% uit Franstalige strips bestaat. Ik zag trouwens ook nog wat Engelstalige uitgaven staan.

Vorig jaar heb ik De Graeve nog uitvoerig geïnterviewd toen het museum zijn vijfentwintigjarige bestaan vierde. Ook nu was het weer een fijn en gezellig gesprek – al liep dit keer mijn audioapparaatje natuurlijk niet mee. Het eten in brasserie is trouwens erg lekker en een groot contrast met de McDonald’s hamburger van de avond ervoor. Die middag zou Willem vliegen naar Tsjechië om later deze week op een stripfestival te spreken over de Belgische strip. Dat onderwerp is bij hem in goede handen, want Willems kennis over het beeldverhaal is groot.

Lucky_luke-stripmuseumOnderweg naar buiten liep ik nog even langs het beeld van Lucky Luke, nog altijd een van mijn favoriete stripfiguren. Het beeld is een recente aanwinst van het Belgisch Stripmuseum. Buiten liep ik zelfverzekerd richting het station, om er na een paar straten achter te komen dat ik wederom de verkeerde kant op liep. Toch maar snel een metro gepakt om op tijd de Thalys te halen. Terwijl we Brussel uitschoten, zat ik alweer met mijn neus in het eerste Soda album: Een engel gaat heen.

Categorieën
Strips

Jonge stripmakers ontmoeten uitgevers in het Belgisch Stripmuseum

Gisteravond kreeg ik een berichtje in mijn mailbox waar ik als stripjournalist blij van wordt. In het Stripmuseum te Brussel werd woensdag 11 maart de workshop Jong Talent gehouden. 90 striptekenaars en 20 uitgevers kregen de kans elkaar te ontmoeten.

(©Daniel Fouss/Stripmuseum)
(©Daniel Fouss/Stripmuseum)

Woensdag 11 maart organiseerde het Stripmuseum voor de tweede keer een workshop jong talent. Negentig debuterende auteurs kregen er de kans om hun werk te laten zien aan verschillende stripuitgevers. Zowel Nederlandstalige uitgeverijen (Standaard Uitgeverij, Ballon Media, Oogachtend, enz.) als Franstalige (Dargaud, Le Lombard, Dupuis, enz.) stuurden hun vertegenwoordiger naar het Stripmuseum. Voor vele jonge stripauteurs was dit een unieke kans om een eerste contract in de wacht te slepen of bestaand werk te laten vertalen.

Zo legde Aimée de Jongh vorig jaar op de eerste editie van de workshop contact met mensen van Uitgeverij Dargaud. Het resultaat is dat haar bekroonde grafische roman De terugkeer van de wespendief binnenkort in het Frans zal verschijnen.

Willem De Graeve, directeur van het Stripmuseum, noemde ook deze tweede editie erg succesvol. ‘Zowel de deelnemende auteurs als de uitgevers waren erg tevreden over hun deelname. Het valt dan ook te verwachten dat heel wat jong striptalent binnenkort voor het eerst gepubliceerd zal worden.’

Johan Stuyck (Uitgeverij Oogachtend) merkte het volgende op in een vlogje:

Steven de Rie reageerde in een post op Facebook over de middag: ‘Vandaag mocht ik namens het stripgilde ‘oom wim adviseert’ spelen in het stripmuseum. Samen met Tom Metdepenningen. (En omringd door de “echte” uitgeverijen natuurlijk.) Wow, veel mooie dingen mogen zien. De toekomst van de strip ziet er rooskleurig uit als het aan de volgende generatie ligt, zoveel is duidelijk!’

Het lijkt me een puik plan als in Nederland ook zoiets georganiseerd wordt in het stripmuseum Groningen of tijdens de Stripdagen Haarlem.

De Graeve schoot de vlogjes. De foto is gemaakt door Daniel Fouss.

Categorieën
Strips

25 jaar Belgisch Stripmuseum: Waken over striperfgoed

Het Belgisch Stripmuseum bestaat 25 jaar. Het succesvolle museum waakt over het striperfgoed van België, maar heeft hiervoor eigenlijk te weinig middelen.

Willem De Graeve. Foto: Daniel Fouss
Willem De Graeve. Foto: Daniel Fouss

‘Zoals Obelix in de ketel met toverdrank viel, ben ik als kind in de ketel van het stripverhaal gevallen. Zoals veel Belgen zat ik als kleuter al met mijn neus in de stripcollectie van mijn ouders, dat waren vooral albums van Suske & Wiske. Toen ik eindelijk had leren lezen waren zij erg opgelucht, want ik vroeg altijd wat er in de tekstballonnetjes stond,’ vertelt Willem De Graeve, codirecteur en hoofd communicatie van het Belgisch stripmuseum in de Brasserie van het instituut. Begin oktober zit hij er kwiek bij op de ochtend na de door internationale pers bezochte persconferentie en het grote feest van de 25ste verjaardag van het Stripmuseum.

Wie het art nouveau-gebouw binnenstapt, krijgt ook het gevoel in de ketel van het beeldverhaal te vallen. In de centrale hal begroeten beelden van Asterix, Robbedoes en andere stripfiguren de bezoekers. Naast de marmeren trap staat de bekende raket uit Kuifje en aan de andere kant een Deux Cheveaux met daarop de Marsupilami van Franquin op de motorkap getekend. Vanaf de eerste verdieping kan men uiteenlopende tentoonstellingen met originele pagina’s en tekeningen bekijken. Het museum gaat met zijn tijd mee, want sinds kort is het deels virtueel via Google Street View te bezichtigen.

Foto: Daniel Fouss.
Foto: Daniel Fouss.

Bij de oprichting in 1989 kreeg het museum een tweeledige taak: allereerst het promoten van het stripverhaal in de breedste zin des woords. Bij deze missie hoort ook het bewaren en conserveren van het striperfgoed. ‘We willen laten zien dat stripverhalen bij de cultuur horen en dat België daar een belangrijke rol in speelt. We hebben ons doel bereikt als een familie die weinig opheeft met de strip, na een bezoek naar buiten gaat met het idee dat het toch knap is wat er gemaakt wordt en besluit eens een album open te slaan.’ Ten tweede moet het gebouw, het enige overgebleven textielwarenhuis ontworpen door architect Victor Horta, in ere gehouden worden. De taken van het museum zijn hetzelfde gebleven, maar de stripwereld is in een kwart eeuw wel veranderd. Vroeger kwamen er 500 albums per jaar uit, nu 5000. De Graeve: ‘Toen waren de Franse strips vooral een voortzetting van wat er vroeger gebeurde, Nederlandstalige strips waren voornamelijk familiestrips. Tegenwoordig is de strip als film, alle genres en stijlen zijn vertegenwoordigd.’

Stripmuren
Met per jaar vier tijdelijke en vijf vaste tentoonstellingen, plus zeven exposities rondom een nieuw album, trok het museum in 2013 zo’n 200.000 bezoekers. Hiervan komt 80% uit het buitenland, uit Nederland komt slechts 3,8%. ‘Ik denk niet dat de Nederlanders gebrek aan stripliefde hebben, want Suske & Wiske zijn populairder in Nederland dan hier en jullie hebben grote stripauteurs. Veel Nederlanders denken bij Brussel aan het Europees parlement, dat het een saaie kantoorstad is waar alleen Frans wordt gesproken.’ In Brussel leefden en werkten de grote spelers van het Franco-Belgische beeldverhaal. De stad toont deze stripgeschiedenis met onder meer het Stripmuseum, het Marc Sleen Museum, vijftig stripmuren en beelden van personages in het straatbeeld.

De nieuwste stripmuur in Brussel is van Robbedoes.
De nieuwste stripmuur in Brussel is van Robbedoes.

Het museum probeert de twee typen bezoekers, toeristen en stripkenners, zo goed mogelijk te bedienen. De nieuwe permanente expositie De kunst van het stripverhaal geeft middels originele pagina’s, schetsen en fragmenten uit scenario’s een mooi overzicht van iedere fase van het maakproces. Dat verhaal zal voor de kenners geen nieuws zijn, maar die kunnen weer genieten van een originele tekening van Willy Vandersteen of van jong talent Kristof Spaey. Videobeelden van stripmakers aan het werk verlevendigen de expositie die een goed voorbeeld is van hoe je striperfgoed voor het publiek toegankelijk kunt maken.

Striperfgoed bedreigd
Waar in Turnhout het Vlaams documentatiecentrum van de strip fungeert als studiecentrum met een grote collectie secundaire literatuur, is in België het Stripmuseum de belangrijkste speler wat het bewaren en conserven van striperfgoed betreft. Het museum bewaart zo’n 8.000 platen en illustraties, scenario’s en verwante zaken. De conservatieruimtes worden op een constante temperatuur gehouden, zijn beveiligd en slechts voor enkelen toegankelijk. De meeste stukken zijn in bruikleen. ‘Voor ons is al het materiaal waardevol, maar we zijn genoodzaakt aan de auteurs of erfgenamen een selectie te vragen. De auteur laten we zelf kiezen want die kent zijn eigen werk het beste. Het voordeel van bruikleen is dat een auteur na vijf jaar een nieuwe reeks of striproman heeft, en het oudere werk voor nieuw materiaal kan ruilen. Zo hebben we altijd topstukken.’

Het museum wil van iedere grote auteur een representatieve selectie hebben zodat deze voor de volgende generaties bewaard blijft, maar het bewaren van het erfgoed wordt door verschillende factoren bemoeilijkt. Door gebrek aan financiële middelen zette de organisatie de werving van nieuwe stukken op een laag pitje. Jammer, want veel belangrijke stripauteurs zijn op dit moment oud of net overleden. Dus nu is het moment om te verzamelen. Het museum haalt zijn inkomsten vooral binnen via kaartverkoop en speciale evenementen. De overheid is goed voor slechts acht procent: ‘Bij ons in België is alles gesplitst in Vlaams en Franstalig. Als we ervoor zouden kiezen om alleen Vlaamse strips te tonen, dan zouden we van de Vlaamse regering veel geld kunnen krijgen. Maar omdat wij Franstalige, Vlaamse en buitenlandse strips willen tonen, is dat lastig, want nu zou de Franstalige regering kunnen zeggen: “Als we jullie geld geven, gaan jullie daar ook de Vlaamse strip mee promoten. Dat kan toch niet!”

Inmiddels is door alle tekeningen de klimaatkluis bijna vol. Ook moeten er nieuwe lokalen gehuurd worden om de groeiende stripcollectie en verwante boeken in op te slaan. Daarvoor ontbreekt ook het geld. Alle stukken die tijdelijk worden tentoongesteld, worden in gescand. Daar heeft het kleine team de handen al aan vol.

Belasting

Foto: Daniel Fouss
Foto: Daniel Fouss

Recent kreeg het museum het gehele oeuvre van strippionier George van Raemdonck (28 augustus 1888 – 28 januari 1966) in bruikleen van de nabestaanden. Van Raemdonck was de tekenaar van de klassieke en destijds populaire strip De wereldreis van Bulletje en Bonestaak. Met 8.000 stuks verdubbelt dit oeuvre de totale collectie van het museum, dat deze grote hoeveelheid nu eigenlijk niet aankan.
Daarnaast is de markt een bedreiging voor het striperfgoed: tegenwoordig kunnen originelen veel geld waard zijn. Stripmakers verkopen ze aan particuliere verzamelaars en galeries, vaak om dalende omzetcijfers te compenseren. Het werk raakt daardoor verspreid. Dit bemoeilijkt het maken van overzichtstentoonstellingen.

De belastingdienst is een andere potentiële bedreiging van het striperfgoed want die ziet in het waardevolle oeuvre van overleden stripmakers een mooie inkomstenbron middels erfrecht. Om te voorkomen dat zijn nabestaande een hoge belasting moeten betalen, besloot de bekende stripmaker François Schuiten er recent voor om zijn oeuvre te schenken aan onder andere de Koning Boudewijnstichting en de Bibliothèque Nationale de France. Hij passeerde het Stripmuseum. Een stap die De Graeve ook verbaast: ‘Dat was een vreemde beslissing, want de Koning Boudewijnstichting heeft geen kennis op het vlak van conservatie. Ik hoop dus voor Schuiten dat zijn originele platen niet ergens in een kartonnen doos staan opgeslagen.’ Aan het informatietijdschrift Stripgids vertelde Schuiten dat het Stripmuseum niet de middelen heeft om haar ambities van een nationaal centrum waar te maken: ‘Je hoeft maar binnen te stappen om te weten wat ik bedoel: het gebouw is stilaan aan het afbrokkelen, de collectie wordt niet uitgebreid en is al die tijd hetzelfde gebleven, en dan spreek ik me nog niet uit over de kwaliteit van hetgeen je er ziet!’

De Greave beantwoordt deze kritiek: ‘Schuiten was erg betrokken bij de stichting van het Stripmuseum en zijn beeld ervan is gebaseerd op de beginjaren. Er waren veel minder bezoekers, financiële problemen en kennis van het conserveren ontbrak. We hebben geprobeerd hem de huidige situatie duidelijk te maken, maar hij bleef erbij dat hij geen vertrouwen in ons had.’

Enorm archief

Minneboo in gesprek met Hec Leemans (rechts). Foto copyright Daniel Fouss.
Minneboo in gesprek met Hec Leemans (rechts). Foto copyright Daniel Fouss.

Hec Leemans (1950), stripmaker van onder andere de reeks Bakelandt en FC de Kampioenen en aanwezig tijdens de persconferentie, maakt zich niet zo druk over erfrechten: ‘Wat is de waarde van een archief of van een originele pagina? Als je een keer een plaat verkoopt voor 5000 euro dan is dat prima, maar als de belastingdienst op basis daarvan de waarde van je archief gaat bepalen, klopt dat niet.’ Samen met zijn vrouw houdt hij zijn aanzienlijke archief bij. ‘Ik heb gelukkig een groot atelier, met grote kasten waar ik dat allemaal kwijt kan. Het is niet uitgesloten dat ik dat over een aantal jaar een deel van afsta aan het Stripmuseum.’

Zijn jongere collega Pieter de Poortere (1976) is naar eigen zeggen nogal slordig wat zijn originelen betreft: ‘Ik bewaar alles in grote dozen. Af en toe moet ik daar dan een tekening uit zien terug te vinden en dan gooi ik het materiaal eruit. Die tekeningen zijn dus opgerold of gekreukt. Overigens verkoop ik originele platen niet graag, want voor de volledigheid wil ik alles zelf houden.’ Die volledigheid wordt bedreigd door het feit dat De Poortere veel digitaal werkt. Die bestanden blijken vaak maar tijdelijk houdbaar.

Het auditorium van het Stripmuseum werd recent vernoemd naar de stripmaker en ingericht als woonkamer van zijn personage Boerke dat dit jaar 15 jaar is geworden. ‘Een hele eer. Ik vrees dat ik stilaan striperfgoed aan het worden ben,’ zegt hij met een glimlach.

Pieter De Poortere in zijn auditorium. Foto: Daniel Fouss.
Pieter De Poortere in zijn auditorium. Foto: Daniel Fouss.

Akkoord
Op de vraag of dat striperfgoed over honderd jaar nog bestaat is De Graeve licht positief gestemd. Het Stripmuseum is klaar om deze taak uit te voeren, mits er geld komt. ‘Dat kan de overheid zijn of een mecenas. De nieuwe Vlaamse minister van Cultuur bezocht ons recent en die viel bijna achterover van de beperkte middelen waarmee wij ons werk doen. Wij hopen op het cultureel akkoord tussen het Vlaamse en Franstalige gemeenschap. Er zijn immers dingen die Belgisch zijn en daarvoor moet er samengewerkt worden. Het Stripmuseum is daar eigenlijk de perfecte illustratie van, want wij tonen beide.’

www.stripmuseum.be
Zandstraat 20, Brussel
Alle dagen geopend (behalve op maandag) van 10 tot 18 uur.

Dit artikel is geschreven voor en gepubliceerd in VPRO Gids #46 (2014). De making of kun je hier lezen.