Tag: Willy Linthout
Jan van Doornspeek wint Plastieken Plunk 2015
De Plastieken Plunk is gewonnen door Jan van Doornspeek. De jury achtte zijn De wachtkamer het beste korte stripverhaal van het afgelopen jaar.
Hoe ik dat weet? Ik zat samen met Joris Vermassen en voorzitter Willy Linthout in de jury dit jaar. In een restaurant in Gent kwamen we afgelopen zaterdagavond samen om tijdens het diner te vergaderen over de acht strips op de shortlijst. Ik vond het erg leuk om Linthout eens te ontmoeten, alweer 33 jaar is hij de schrijver en tekenaar van de Urbanus-strip. Ook maakte hij meer persoonlijke strips zoals Het jaar van de olifant en Wat wij moeten weten. Vermassen had ik al eens eerder ontmoet en geïnterviewd over zijn graphic novel Het zotte geweld, dus dat was een aangenaam weerzien.
We hebben voor De wachtkamer gekozen omdat Van Doornspeek in een paar bladzijden een echt personage neerzet en hij de psychologische toestand van dit personage op een interessante wijze visualiseert. Het verhaal eindigt bovendien met een aardige en onverwachte twist. Er waren nog een paar andere boeiende strips bij de shortlist van acht trouwens. Al viel het ons op dat sommige verhalen wat stuurloos aanvoelden en bij sommige het visuele aspect wat achter bleef. Dat waren enkele zake die tijdens het diner ter sprake kwamen.
De publieksprijs werd gewonnen door Floris de Smedt. Hij stuurde een aflevering in van de strip Kapitein Ansjovis die eerder in Spirou is afgedrukt. Ook deze kon ons trouwens bekoren. Journalist Wouter Adriaensen schreef er een artikel over op de site van Stripgids en sprak kort met de winnaars.
De winnaars werden bekend gemaakt in café Het Onverwacht Geluk, waar we nog gezellig enige pintjes achterover sloegen op de winnaars en de strips. Van Doornspeek krijgt als hoofdprijs een geboetseerde Plunk – gemaakt door Luc Cromheecke himself en 250 euro prijzengeld. De publieksprijs bestaat uit 50 euro en een eervolle vermelding.
Dit is de shortlist Plastieken Plunk 2015
De organisatie van de Plastieken Plunk, de jaarlijkse prijs voor het beste korte stripverhaal van het afgelopen jaar, heeft de shortlist bekendgemaakt:
Eindelijk zijn ze bekend: de acht finalisten die de annalen van de geschiedenis zullen ingaan als de titanen die het aandurfden mee te dingen naar de Plastieken Plunk 2015. Zwetend en bevend betreden zij het strijdtoneel. Hun namen weerklinken als een bazuinstoot in een nonnenklooster:
- Coralie Laudelout met De Poppenfabriek
- Jeroen Janssen en Hilde Baelen met Het onwaarschijnlijke maar waargebeurde verhaal van de Rwandees die meedeed aan de Afrikaanse Expeditie van Ché Guevara
- Floris De Smedt met Kapitein Ansjovis – Het Spookhuis
- Wasco met Reis naar de maan
- Nina Van Denbempt met Runbeast & Lola in Technoland
- Jan van Doorsnpeek met Wachtkamer
- Cecilia Valagussa met Raas Van Gaverestraat
- Valentine Gallardo met It’s not about Cheese
Wat merken wij op aan de inzendingen dit jaar? Dat er minder waren dan anders, slechts 48 strips bereikten ons. Dat ligt uiteraard aan het feit dat de kleine vissen begrepen hebben dat het menens is, De Plastieken Plunk is er voor de giganten onder ons. We merken dat er steeds meer vrouwen van het tegenovergestelde andere geslacht meedoen en dat vinden we meer dan puik. Tevens valt op dat er vier verschillende nationaliteiten op de shortlist staan, waarschijnlijk door de versoepeling van onze taalregels. We merken ook dat de stripmakers onder ons eindelijk doorhebben dat de Plastieken Plunk niet discrimineert op basis van genre. Dit jaar hebben we non-fictie, autobio, journalistiek, avonturenstrips, filosofie, humor en nog van dat. En we merken ook dat er voor het eerst een finalist de regels goed gelezen heeft en de jury heeft trachten omkopen met Italiaanse salami. (Njam, njam Coralie!)
En nu is het aan de lezers en de fans en grootmoemoe en nonkel Jef om te stemmen voor de publieksprijs. Die is 50 euro waard. Stemmen kan op onze splinternieuwe site:
http://www.plastiekenplunk.be
En dat tot 4 december middernacht want op 5 december komen wij allen samen in Café Het Onverwacht Geluk in de Burgstraat 58 te Gent om gratis drank te drinken en de winnaar van De Plastieken Plunk 2015 te overdonderen met lofbetuigingen.
Dit nieuws betekent dat juryleden Willy Linthout, Joris Vermassen en ondergetekende op 5 december gaan eten om de winnaar uit te kiezen. Ik ben erg benieuwd hoe die avond zal verlopen.
Deadline Plastieken Plunk is 1 november
In samenwerking met Pulp Deluxe organiseert De Vlaamse Onafhankelijke Stripgilde dit jaar voor de achtste keer de uitreiking van De Plastieken Plunk. Dat is een jaarlijkse prijs voor de beste Nederlandstalige of tekstloze kortstrip. Insturen kan nog tot 1 november.
Ik besteed ieder jaar graag aandacht aan deze stripprijs omdat het korte stripverhaal ook gekoesterd en gevierd moet worden. Dit jaar ben ik ook nog eens gestrikt als een van de juryleden, dus dan kan een dergelijk berichtje als deze natuurlijk helemaal niet meer achterwege blijven. Samen met Willy Linthout en Joris Vermassen mag ik over de inzendingen die de shortlist halen oordelen.
Uit de inzendingen kiezen de organisators een shortlist van acht stripverhalen. Die verschijnen in de tweede helft van oktober op de site van de Plastieken Plunk. Vervolgens kunnen het verzamelde internet en alle familieleden stemmen voor de publieksprijs. De gelukkige winnaar daarvan krijgt vijftig euro’s.
Op 5 december komt de jury samen die uit de acht genomineerden een eindwinnaar kiest. Op diezelfde avond wordt de winnaar in café Het Onverwacht Geluk te Gent bekendgemaakt. De eindwinnaar wint 250 euro.
Waar je strip precies aan moet voldoen, kun je in dit reglement lezen.
Aanmelden kan hier.
Spokenuur van Thijs Desmet was vorig jaar de winnaar trouwens.
En wie nog steeds niet weet wie die Plunk eigenlijk is – foei! – kan hier terecht. Mooi hè, dat internet?
Halloween Baby van Steven de Rie
Een pop-artschilderij van Steven de Rie, met daarop een vrolijke Halloween Baby:
De Rie plaatste deze afbeelding op Facebook naar aanleiding van de 5 Day Art Challenge waarin kunstenaar en illustratoren elkaar uitnodigen om vijf dagen lang oud werk te publiceren op hun tijdlijn. In de jaren negentig maakte De Rie een tijdje pop-artschilderijen waarin baby’s een prominente rol spelen.
De Rie legt uit: ‘Dit was het eerste schilderij met zo’n baby, en het heeft als titel It Rained on My Birthday – 31st Oct 1968 en dat is eigenlijk ook de uitleg: ik ben ’s nachts geboren op Halloween in Amsterdam. Mijn moeder vertelde over die nacht altijd dat het “pijpestelen regende”. Al die feitjes heb ik verbeeld in deze prent. Het schilderij hangt nog altijd in mijn slaapkamer, een vrolijk begin van de dag. Het figuurtje beviel zowel mezelf als potentiële opdrachtgevers, zodat er later nog wat “baby-prenten” bij gekomen zijn.’
Voor mij is het schilderij dubbelpret. Hoewel niet geboren op Halloween, is het wel mijn favoriete feestdag. En van baby’s krijg ik vaak koude rillingen, dus eigenlijk is het schilderij dubbel horror voor mij.
De Rie is tegenwoordig werkzaam in de studio van Willy Linthout en werkt mee aan de Urbanus-strip. Zo nu en dan laat hij zijn superheld De Stille Getuige nog wel eens optreden in een eigen project. Op een andere dag van de Art Challenge toonde Steven zijn superheldenteam De Veteranen. Stiekem hoop ik nog steeds dat Steven ons op een nieuw verhaal met deze helden zal trakteren.
Ik moest toch beslist eens een Urbanus-album openslaan, vertelde een vriend mij laatst. Urbanus is de komiek uit België waar ik sinds de film Koko Flanel uit 1990 niet meer om heb gelachen. ‘Beter een vogel in de hand als geen hand!’ riep Urbanus daarin uit. Toch maar een deel van De avonturen van Urbanus opengeslagen.
In Het verbeterde testament krijgt de jonge Urbanus het aan de stok met niemand minder dan God zelf. Wanneer Urbanus tijdens de godsdienstles de gebeurtenissen uit het Oude Testament te veel betwijfelt, verschijnt een chagrijnige God in de klas om de komiek en zijn klasgenoten een lesje te leren. Hij veroordeelt alle bewoners van het plaatsje Tollenbeek tot het herbeleven van de schepping en creëert een tweede aarde uit een plastic aardbol op een puntenslijper. Daar spelen Urbanus en zijn familie de rollen van belangrijke personages uit het oude testament, maar het zal de lezer niet verbazen dat deze versie van het eerste boek van de bijbel heel anders verloopt. Ontregelende humor, maar bovenal ongein en platte grappen kenmerken het universum van Urbanus, of die zich nu in het paradijs bevindt of elders.
De stripreeks bestaat al sinds 1983. De eerste twee albums schreef en tekende Willy Linthout in zijn eentje, daarna schreef hij de verhalen samen met Urbanus. Het verbeterde testament is alweer het 151ste deel. Kennelijk lusten de Vlamingen de stripavonturen van Urbanus wel.
Op zich biedt Het verbeterde testament een leuk uitgangspunt: de God uit het Oude Testament is immers een wraakzuchtige zuurpruim en die mag wat mij betreft best eens op zijn nummer worden gezet. Toch is het soort humor van Linthout en Urbanus (zie afbeelding rechts) niet de mijne. Veel grappen overstijgen het niveau van de seksgrap niet.
Soms komt het duo wel gevat uit de hoek: wanneer Urbanus en co. aan de schepping ontspannen door met een ruimteschip in de vorm van een kip weg te vliegen, worden ze achterna gezeten door God op een vliegende scooter die roept: ‘Halt! Stop! In naam der schepping!’
Het ietwat eenvoudige tekenwerk van Linthout past in principe prima bij de kolderieke verhaaltjes en dit stripgenre. Het totaalpakketje is echter niet wat ik graag lees en ik zal dus niet snel weer een album van Urbanus oppakken. Misschien komt dat door het cultuurverschil tussen Vlaamse humor en de Nederlandse.
Willy Linthout en Urbans. De avonturen van Urbanus #151.
Standaard Uitgeverij.
ISBN 9789002249679 € 5,95
De hele maand september exposeert illustrator en stripmaker Erik Wielaert in Galerie Lambiek. Sprookjesachtig werk waarin het bovennatuurlijke een centrale plaats heeft.
In Galerie Lambiek, Kerkstraat 132, hangt deze maand het grafische werk van Erik Wielaert (Amersfoort, 1957): beeldend kunstenaar, illustrator en stripmaker. In de verzameling schilderijen, illustraties en originele strippagina’s komt een duidelijke voorkeur voor sprookjes en het bovennatuurlijke naar voren. Wielaerts wereld zit vol elfjes, duivels, vampiers en andere monsters, schuilend in de schaduwen van de alledaagse wereld tot het moment dat ze zich onverwachts kenbaar maken aan nietsvermoedende voorbijgangers.
‘Dit soort figuren vind ik fijn om te tekenen. Het komt vanzelf uit mijn pen als ik ga schetsen,’ vertelt Wielaert. ‘Van kinds been af heb ik al een fascinatie met het bizarre, bovennatuurlijke en het fantastische. Het bovennatuurlijke is een terrein dat wetenschappelijk moeilijk bewijsbaar is, het behoort niet tot de tastbare realiteit. Juist daarom is het een domein waar je je verbeelding op los kunt laten.’
Wielaerts grafische werk, dat qua stijl ergens zit tussen karikatuur en realisme, is bont en rijk aan details. Je kunt er als toeschouwer flink in ronddwalen. ‘Ik hoor vaak van mensen dat ze bij herhaald kijken steeds meer dingen erin zien.’
Mr. TV
Wielaert studeerde in 1982 af aan de Kunstacademie in Groningen, richting vrije grafiek en schilderkunst. Hij verdient zijn geld voornamelijk als illustrator. Hij ontwerpt posters en illustreert educatieve boeken voor uitgevers als Meulenhof en Malmberg. Ook is hij een van de stripmakers die bijdragen heeft geleverd aan Mr. TV, het boek van tv-regisseur Bert van der Veer over leven in de televisiewereld dat in september uitkomt.
‘Het stripachtige, het karikaturale is altijd aanwezig geweest in mijn tekenwerk. Vanaf eind jaren tachtig zijn strips een belangrijke rol gaan spelen doordat ik opnieuw kennis met het beeldverhaal maakte. Stripmakers als Moebius, Milo Manara en Charles Burns inspireerden mij om zelf strips te gaan maken. Alle drie hebben ze een unieke tekenstijl. In het bizarre universum van Burns lijkt ook onder een alledaagse werkelijkheid van alles schuil te gaan.’
Schaduwkant
In Wielaerts strips komt de mensheid niet altijd positief naar voren en het loopt vaak slecht af met zijn personages. In Waanklanken leidt een groepje jonge straatmuzikanten toehoorders af zodat hun zakken gerold kunnen worden, in Kommer & Kwel wordt een man belaagd door een steeds groter wordende groep zwervers. ‘Akelige dingen gebeuren nu eenmaal. De mens heeft een heel donkere zijde. Je hoeft het Journaal maar aan te zetten en je weet er alles van. Maar dat betekent niet dat mijn mensbeeld per definitie zwart of somber is. Je zoekt als stripmaker ook naar een bepaald spanningselement: verhalen waar niets in gebeurt of die alleen maar goed aflopen, zijn niet boeiend. Er zitten wat horrorachtige en fantastische elementen in, maar mijn werk is niet hard of zwaar. Het bevat altijd wel humor of relativering.’
Smallpress
Wielaerts stripverhalen zijn verschenen in stripbladen als Zone 5300, Incognito en het Groningse Gr’nn dat dit jaar vijftien jaar bestaat en waar hij een van de drijvende krachten van is. Los van enkele albums voor de Belgische Standaard Uitgeverij en de verhalenbundel Nacht & Ontij bij uitgeverij Sherpa, zijn de strips van Wielaert vooral in het smallpress circuit gepubliceerd. De stripmaker is nog vrij onbekend bij het grote publiek. ‘In smallpress ben je in feite vrij om je lekker uit te leven. Je hoeft je niet op de markt te richten, en kunt je eigen ding doen.’
Het smallpresswerk bleef niet onopgemerkt en samen met Willy Linthout mocht Wielaert voor Standaard de driedelige reeks Het laatste station maken, over een verzuurde politieagent die geconfronteerd wordt met een seriemoordenaar. De serie werd niet het gehoopte succes. Linthout is de bedenker en tekenaar van de, in Vlaanderen, succesvolle strip rondom grappenmaker Urbanus. Andere koek dan Het laatste station dat qua aard en stijl niet was toegesneden op een groot publiek, aldus Wielaert.
‘Als het een langere reeks was geworden, had die strip misschien langzamerhand een plaats had kunnen verwerven. Maar uitgeverijen zijn niet geneigd om snel in nieuwe reeksen te investeren. Na een paar albums moet iets echt geld opleveren anders stopt men ermee. Ik ben blij dat we het drieluik wel hebben kunnen afronden. Als ik ze bij mij in de kast zie staan tussen allerlei andere stripboeken, dan ben ik daar toch trots op.’
De expositie van Erik Wielaert is onderdeel van het Striptember festival dat dit jaar voor het eerst wordt gehouden: de hele maand zijn er diverse festiviteiten rondom het beeldverhaal in Amsterdam.
Dit artikel is gepubliceerd in Het Parool van 3 september.
Erik Wielaert exposeert in Galerie Lambiek
Even een kort nieuwtje dat ik graag onder de aandacht breng. Tot mijn vreugde exposeert Erik Wielaert namelijk in Galerie Lambiek.
De expositie zal bestaan uit vrij werk, illustraties, originele strippagina’s, schetsen en gesigneerde prenten. Wielaert is beeldend kunstenaar, illustrator en stripmaker en publiceert sinds 1996 in verschillende smallpress uitgaven, zoals Incognito. Zijn werk staat ook geregeld in Zone 5300. Hij is één van de stuwende krachten achter het Gronings striptijdschrift Gr’nn, dat dit jaar zijn 15de verjaardag viert. (Zie voor meer informatie over Gr’nn dit artikel op de site Stripster.nl.)
Samen met Willy Linthout maakte hij voor uitgeverij Standaard de driedelige serie Het Laatste Station. In 2006 verscheen bij uitgeverij Sherpa een bundel van zijn hand onder de titel Nacht en Ontij. In deze bundel toont de tekenaar een voorkeur voor magische verhalen, mysterieuze figuren en buitenaardse wezens. Niet zo gek wellicht: in een interview met 8Weekly Magazine vertelde Wielaert dat hij zijn inspiratie haalt uit het werk van Moebius, Mike Mignola en Trondheim.
Ik zie Eriks tekenwerk graag en kom zeker de expositie bezoeken.
Op donderdag 1 september, vanaf 17.00 vindt de opening plaats van de expositie. Uiteraard zal de kunstenaar zelf aanwezig zijn.
De expositie van Erik Wielaert is onderdeel van het Striptember festival – het eerste stripfestival van Amsterdam. Zie hier het volledige programma.
Lambiek: Kerkstraat 132 – 1017 GP Amsterdam
Brecht Evens genomineerd voor Eisner Award
De Vlaamse stripmaker Brecht Evens is genomineerd voor een Eisner award. Met The wrong Place, de Engelse vertaling van Ergens waar je niet wil zijn, maakt Evens kans in de categorie ‘Best painter/multimedia artist (interior art)’.
De winnaars worden in juli op het Comic-Con International in San Diego bekendgemaakt.
Eerder viel de stripmaker al in de prijzen voor Ergens waar je niet wilt zijn.
Op het stripfestival van Angoulême won het boek de Prix de l’Audace, een onderscheiding voor een beeldverhaal waar veel lef en experiment in steekt. In eigen land won Evens eerder de Vlaams-Nederlandse Willy Vandersteenprijs. Van deze graphic novel verschijnt binnenkort overigens een derde druk.
Evens is niet de eerste Vlaamse stripmaker die genomineerd is voor een Eisner. Vorig jaar werd Willy Linthout genomineerd in twee categorieën voor Jaren van de olifant. Ook Eric Heuvel was toen genomineerd voor de Engelse versie van De Ontdekking. Beide stripmakers wonnen toen de prijs niet.
De Eisner Awards zijn de Oscars onder de stripprijzen, vernoemd naar de Amerikaanse stripmaker Will Eisner (1917-2005). Net als de Oscar omvatten de Eisners te veel categorieën en worden ze jaarlijks uitgereikt. Zie hier de lijst van alle nominaties dit jaar.
Jaren van de olifant 2: De Leveling
Ondanks het feit dat de titel Jaren van de olifant 2 luidt, is De Leveling geen direct vervolg op het album waar Willy Linthout twee Eisner Award-nominaties voor kreeg. De Leveling is een op zichzelf staand stripalbum met hetzelfde personage in de hoofdrol, namelijk Karel Germonprez.
In de twee verhalen waar De Leveling uit bestaat ontmoet Germonprez verpleegster Florentine die hij nog van vroeger kent. Het gehandicapte dochtertje van Florentine is gestorven. Ze heeft net als Germonprez, wiens zoon in de vorige strip zelfmoord heeft gepleegd, veel verdriet te verwerken. Florentine kan zich er dan ook niet toebrengen om de rolstoel van haar dochtertje weg te doen. Daarvan afscheid nemen betekent voor haar accepteren dat Roosje er niet meer is.
Semi-autobiografisch
Het eerste deel van Jaren van de olifant was semi-autobiografisch. De Vlaamse Linthout verloor net als de hoofdpersoon een zoon aan zelfmoord. ‘De gebeurtenissen in Jaren van de olifant zijn weliswaar verzonnen, maar de gevoelens zijn echt,’ vertelde de stripmaker in een interview met ZozoLala. Interessant gegeven van de strip was dat Linthout deze in zijn bekende Urbanus-stijl tekende. Niet een stijl die je direct associeert met zware onderwerpen als zelfmoord en het omgaan met verdriet, hoewel het in het genre van autobiografische strip niet ongebruikelijk is om in een niet-realistische stijl te tekenen. Gerard Leever tekent bijvoorbeeld zijn Gleevers Dagboek ook in een mainstream stijl.
Onafgemaakt
Net als het eerste deel is deze strip niet geïnkt. Toen had Linthout daar een duidelijke reden voor: ‘Sams leven was niet af, dus is de strip over hem dat ook niet.’ Kennelijk is die werkwijze hem bevallen of wenst Linthout de eenheid tussen de verschillende delen te bewaren. Het ongeïnkte tekenwerk maakt tevens in een oogopslag duidelijk dat dit album weer heel anders is dan zijn Urbanus-strips. Maar een artieske of inhoudelijke reden kan ik er niet voor verzinnen.
De groezelige potloodtekeningen bewijzen het verhaal echter geen dienst en hadden naar mijn smaak beter strak geïnkt kunnen worden. Dat past beter bij de friovole tekenstijl die an sich prima aansluit bij de plot, want hoewel het verhaal op het eerste gehoor ernstig klinkt, lardeert de tekenaar de vertelling met humoristische overdrijving. Als Flo’s dochtertje vlak na de bevalling niet blijkt te reageren op haar omgeving en geen geluid maakt, wordt ze aangesloten op onomatopeeënmachine die haar de juiste dosis geluidseffecten toedient. Zo bevat de strip nog meer grappige vondsten die je van de maker van de Urbanus-strips kunt verwachten.
Willy Linthout – Jaren van de olifant 2: De leveling
Catullus, €11.95
ISBN: 9789078753353
*** (3 vd 5)
Deze recensie is ook op het stripblog van Zone 5300 gepubliceerd.
Deze week zijn de nominaties voor de Eisner Award, de belangrijkste internationale prijs in stripland, bekend gemaakt. Twee albums van Nederlandse origine zijn genomineerd.
De Vlaamse stripmaker Willy Linthout is met zijn striproman Jaren van de Olifant in twee categorieën genomineerd voor een Eisner Award. Zowel in de categorie ‘Beste buitenlandse werk’ en ‘Beste auteur non-fictie’ staat Years of the Elephant op de shortlist. De Graphic Novel vertelt het verhaal van Karel Germonprez die worstelt met zijn gevoelens na de zelfdoding van zijn zoon. Willy Linthout verwierf vooral bekendheid met zijn reeks Urbanus. Jaren van de Olifant is een autobiografische striproman, getekend in potlood.
Eric Heuvel is met de educatieve strip A Family Secret (in 2003 als De ontdekking uitgebracht door de Anne Frank Stichting) genomineerd in de categorie ‘Beste publicatie voor tieners’.
Tot zover de berichtgeving vanuit trots Nederlandstalig oogpunt. Andere interessante genomineerden zijn Robert Crumb met The book of Genesis in verschillende categorieën, waaronder ‘Beste nieuwe album’ en ‘Beste tekenaar’. Asterios Polyp van David Mazzucchelli is ook genomineerd voor ‘Beste nieuwe album’ en andere categorieën. Een opmerkelijke nominatie is de middelmatige anthologie Bob Dylan revisited, die vorig jaar in het Nederlands uitkwam bij Silvester.
Hier kun je de rest van de nominaties lezen.
De Eisner Awards zijn de Oscars onder de stripprijzen, vernoemd naar de Amerikaanse stripmaker Will Eisner (1917-2005). Net als de Oscar omvatten de Eisners te veel categorieën en worden ze jaarlijks uitgereikt.