Wat ik ook zo’n typisch Decemberverschijnsel vind, is de krantenbezorger die met een papieren kerstwens bij je aanbelt en een fooi wilt voor zijn werk. Van de week stond hij bij mij voor de deur. Het was de eerste keer dat ik het gezicht zag van de Parool-bezorger.
Natuurlijk heb ik een abonnement op Het Parool: ik schrijf voor die krant en ik weet graag wat er in mijn stad speelt.
De bezorger laat eens per jaar niet zomaar zijn gezicht zien: het is de bedoeling hem of haar voor de moeite financieel te compenseren. Daar mag je natuurlijk je vraagtekens bijzetten bij deze traditie, maar dat deed ik gezien het winterweer van de afgelopen weken waarin de krant gewoon bezorgd werd, maar even niet.
Nu heb ik nooit cash in huis, dus moest ik eerst even zoeken naar wat verdwaalde euro’s. Die lieten zich moeilijk vinden, waardoor ik je bezorger slechts enkele muntjes kon geven.
Waarschijnlijk minder dan waar hij op gehoopt had, al zei hij dat het ‘geen probleem’ was. Daarna trok hij zijn bontkraagje omhoog en mompelde hij nog iets terwijl hij de trap af liep.
Toch is er vandaag nog steeds geen krant bezorgd…