De liefde van mensen voor een bepaald strippersonage gaat soms ver, al levert dat anderen weer fijn leesvoer op. Zoals het blog van ene Robert die zichzelf heeft voorgenomen om de 500+ comics over Daredevil te lezen en over ieder deeltje te bloggen. Een echt waagstukje als je het mij vraagt.
Daredevil is een van de superhelden bedacht door Stan Lee (met medewerking van stripmaker Bill Everett). In het Marvel Universum is deze durfal een vreemde eend in de bijt: een blinde superheld wiens overige zintuigen extra versterkt zijn nadat hij een onbekende radioactieve lading over zich heen kreeg. Matt Murdock is overdag advocaat en ’s avonds vecht hij tegen de misdaad als de vigilante Daredevil. Tenminste, zo is het ooit begonnen. In de bijna vijftig jaar na zijn debuut heeft Murdock van alles meegemaakt.
Wil je precies weten wat? Dan is het blog van Robert de aangewezen plek om kennis te maken met ieder avontuur van deze held. In ieder geval tot nummer 338 dat hij als laatste beschreven heeft. Deze gedreven blogger heeft er dus nog heel wat te gaan.
Dit persbericht kwam van de week bij me binnen. De titel intrigeerde me. (Dat geldt lang niet voor alle persberichten, maar dat geheel terzijde.)
Bodhitv.nl, de jongerensite van de Boeddhistische Omroep toont vanaf zondagavond 27 mei het werk van striptekenaars en illustratoren die zich lieten inspireren door de boeddhistische kant van Toonder.
Dit jaar is het honderd jaar geleden dat de grote verhalenverteller en belangrijke Nederlandse stripmaker Marten Toonder werd geboren.
De BOS zendt op zondagavond 27 mei een portret van hem uit: Toonders denkraam. In hoeverre haalde Toonder zijn inspiratie uit de I Tjing en het boeddhisme, de astrologie en de werken van Gustav Jung?
Bodhitv.nl, de jongerensite van de BOS, vroeg daarom striptekenaars en illustratoren die affiniteit hebben met het boeddhisme zich laten inspireren door de boeddhistische kant van Toonder. Bekijk het grappige, ontroerende en mooie werk diezelfde zondagavond 27 mei op Bodhitv.nl.
Op het web:
De boeddha in Toonder verstript
vanaf zondagavond 27 mei te zien op bodhitv
Een beetje summier persbericht eigenlijk. Ik had graag gelezen welke stripmakers er bijvoorbeeld allemaal aan het project hebben meegedaan. Ook had ik graag wat meer over Toonders denkraam gelezen. Gelukkig is er op de site van BOS meer informatie te vinden over de documentaire:
Een portret door verhalenverteller door journalist en programmamaker Hans Polak. Toonder leek in verschillende werelden te leven: de praktische en de magische. In hoeverre haalde hij zijn inspiratie uit de I Tjing en het boeddhisme, de astrologie en de werken van Gustav Jung?
Een zestal vertellers onder wie zoon Eiso Toonder, Toonders leerling Dick Matena, zijn biograaf Wim Hazeu en uitgever Hans Matla schetsen het meerkantige karakter van de schepper van figuren als Tom Poes, Wammes Waggel, professor Sickbock en Bulle Bas. Toonder is door sommigen een visionair genoemd. In ieder geval had hij een grote invloed op de taal, letterkunde en het op volwassenen gerichte beeldverhaal.
Striptekenaars in actie. Ik kijk graag als een tekenaar aan het werk is. Toch kun je niet de hele tijd over hun schouder meekijken, dat zou op een gegeven moment irritant worden. En als je te lang in het atelier rondhangt sta je voordat je het weet koffie te zetten en koekjes uit te delen. De beste plek om een stripmaker aan het werk te zien is tijdens een stripbeurs, als je held een krabbel zet in het album dat je net hebt aangeschaft. Maar het kan ook anders, als er een video gemaakt wordt van een tekensessie bijvoorbeeld.
Stripmakers moeten ondernemen
Recent werd kreeg ik een stel vragen voorgeschoteld door Santiago Martin voor StripSter. Een van die vragen ging over het zelfstandig ondernemerschap van stripmakers. Ik vind dat je je als stripmaker als een ondernemer moet opstellen. Een belangrijk element daarvan is je werk onder de aandacht brengen. Dat houdt in dat je in ieder geval een website hebt waar mensen je kunnen vinden en waar je wat van je werk laat zien.
Het kan ook geen kwaad om dit met een video te doen zoals Albo. Goed, een muziekje bij de beelden was wellicht leuk geweest, van Solomon Burke bijvoorbeeld, en nog beter: Albo aan het woord. Aangezien de video bij de expositie bedoeld is, zit er wellicht bewust geen muziekje onder. Bovendien spreken de beelden ook weer voor zichzelf. Soms is het prima om alleen te kijken en te zwijgen en de stripmaker zijn werk te laten doen.
Vandaag heb ik me verdiept in de kieswijzer van omroepkiezer.nl, gewoon om eens te zien welke publieke omroep bij me past. Het idee achter de wijzer is omdat de publieke omroep van belastinggeld wordt betaald, je net als bij de Tweede Kamerverkiezingen je stem kan laten horen. ‘Gewoon, door lid te worden’. Want: de omroep met de meeste leden, krijgt de meeste zendtijd van Den Haag. Wie niet weet van welke partij, euh, omroep hij lid moet worden, kan de kieswijzer doen. Dat leek me wel eens grappig om te doen.
In de omroepkieswijzer krijg je vragen voorgeschoteld als: Het is goed als de publieke omroep tegen heilige huisjes schopt, ik kijk graag naar een quiz of spelshow op televisie, en ik kijk vooral televisie om op de hoogte te blijven van wat er gebeurt in de wereld. Een vraag die daar diametraal tegenover staat, en duidelijk door een pvv’er bedacht had kunnen zijn is: Met Nederlands belastinggeld moeten alleen programma’s gemaakt worden over Nederland. Evenals: Nederland 1, 2 en 3 moeten altijd politiek neutraal zijn in plaats van politiek gekleurd. Hoewel, dat zou Maxime Verhagen ook gezegd kunnen hebben, die houdt ook niet van kritische vragen.
Er zitten ook typische EO-kwesties tussen als: Publieke omroepen moeten duidelijke normen en waarden uitdragen. En deze: Er mag worden gevloekt in televisieprogramma’s.
Goed, alles braaf ingevuld, blijkt dat ik het beste zou passen bij Powned. Op de tweede plaatst staat Max en op de derde WNL. Dat lijkt me stug, naar die omroepen kijk ik het minste. Op de vierde plaats staat de NTR: daar kan ik wat mee. Ik kijk het meeste naar de NTR en de VPRO, maar die omroep, waar ik nota bene voor schrijf, komt pas op de negende plaats.
Diepe zucht, het is met de omroepwijzer dus niet veel anders dan met de kieswijzer: natte vingerwerk en een waste of time. Je krijgt een uitslag die voor je gevoel helemaal niet bij je past, dus stem je gewoon weer op de partij waar je al jaren op stemt. Of kwam er bij jou wel een passende conclusie uit voort?
Het internet, ondanks alle zuurpruimen die er hun kleinzielige meninkjes verkondigen, blijf ik er dol op! Vooral bloggen. Wat is het toch heerlijk om een gedachte op te schrijven en deze meteen met de wereld te kunnen delen. Of om een foto of een video te schieten om deze vervolgens meteen online te kunnen publiceren.
Ik ben dol op de vrijheid die deze vorm van publiceren me biedt. Het is mijn digitale speeltuin. Neem bijvoorbeeld Daily Webhead, mijn visuele dagboek waar ik iedere dag een foto op publiceer. Tenminste, daar is het mee begonnen, om momenten vast te leggen die ik niet wil vergeten. Simpelweg fotograferen met mijn telefoon.
Al snel wilde ik ook dingen laten zien die ik tegenkom en mooi vind. Street art, bijvoorbeeld of een opvallend schilderij aan de muur van het restaurant waar ik zit te eten.
Geen televisie
Daarna bedacht ik me dat ik me helemaal niet tot statisch beeld hoefde te beperken. Waarom niet af en toe een video op dat blog zetten? En waarom moest die video eigenlijk een afgerond geheel vormen? Waarom moeten webvideo’s überhaupt gemaakt worden alsof het op televisie moet worden uitgezonden? Je kunt een afgeronde reportage maken, maar je video kan net zo goed één shot zijn, een momentopname. Een levende herinnering.
En zo maar door. Beperkingen die ik mezelf eerst oplegde, vervagen in de loop van de tijd. Als ik nu een stripplaatje wil plaatsen van een strip die ik las en recenseerde, dan doe ik dat. Alles kan. De redactie voer ik immers zelf. En als ik morgen besluit dat het mooi is geweest, dan stop ik ermee. Het moet geen verplichting worden. Die heb ik immers al genoeg.
Als YouTube er tijdens mijn studiejaren op de HKU al had bestaan, had mijn leven er wellicht anders uitgezien. Toen werden mijn videoproducties maar door een handjevol ogen gezien, tegenwoordig is er een potentieel miljoenenpubliek. (Potentieel welteverstaan, want de meeste video’s worden maar een paar honderd keer bekeken, maar toch…) En dat werkt twee kanten op, want de poel van informatie lijkt oneindig: ik zie, lees, ontdek, en verbaas me over zoveel dingen dat mijn hoofd er soms van duizelt. Maar wat een verrijking.
Inspiratie
Recent gaf Karin Ramaker aan dat mijn fotoblog haar inspireerde tot de #PHOT: een vrije foto-opdracht op dinsdag. Ze stuurde me recent een paar vragen over mijn fotoblog en publiceerde die op haar site. Grappig dat een van mijn projecten haar inspireerde, want vaak kom ik weer op ideeën door haar blog. Elkaar inspireren, dat is misschien wel de grootste kracht van het bloggen.
Zojuist zat ik voor de lol mijn fotodagboek vanaf het begin door te bladeren. Veel herinneringen kwamen weer terug. Het viel me op dat ik in het begin veel meer dan nu frames van films plaatste die ik gekeken had. Eigenlijk best leuk. Een fotodagboek kan immers van alles zijn, ook een verzameling van de films die je kijkt. Ik denk dat ik dat ook weer ga oppakken. Verwacht dus meer filmbeelden binnenkort.
Cinema is bij uitstek het medium waarin de doden weer tot leven komen. In films zijn overleden acteurs immers weer in hun volle glorie te zien. Om over de vele zombiefilms nog maar te zwijgen. (Wat dat betreft is het een zegen dat smell-o-vision nooit echt is aangeslagen.) De verbeelding van doden in cinema, een mooi thema voor een mash-up.
Menno Kooistra maakt al een tijdje speciale video mash-ups voor CinemaTV, het online filmmagazine van de VPRO. Dit keer combineerde hij 22 filmfragmenten waarin dode mensen rondwaren. Een erg vermakelijke montage met enkele leuke verrassingen.
Zo nu en dan krijg ik een mailtje van een stripmaker die meldt dat hij met een speciaal project bezig is of dat er een nieuw album van hem uitkomt. Heel fijn vind ik dat, want wie weet kan ik iets met dat nieuws.
Als stripjournalist probeer ik zoveel mogelijk op de hoogte te blijven wat er speelt op stripgebied in binnen- en buitenland. Ik spreek veel met stripmakers, uitgevers, publiciteitsmensen en stripverkopers. Daarnaast lees ik veel online: blogs en websites, Twitter en Facebook. Ook neem ik catalogi door. Ik ben altijd op zoek naar leuke en interessante onderwerpen om over te schrijven.
Geregeld word ik door publiciteitsmensen geattendeerd op zaken. En soms dus ook door stripmakers zelf en dat is erg fijn. Als stripmaker ben je immers ook zelfstandig ondernemer en daar hoort nu eenmaal promotie van je werk bij. Er gebeurt namelijk erg veel in de stripwereld en ik mis ook wel eens wat. Daarbij kan het geen kwaad om jouw nieuws eens extra onder de aandacht te brengen. Het liefste op een gerichte manier en op verschillende manieren.
Het is naïef om te denken dat als je social media inzet, mensen het wel zien. Je kunt wel herhaaldelijk over je nieuwtje twitteren en het op je blog zetten, maar dat is nog geen garantie dat mensen het ook opmerken.
Nee, er is online zo veel te lezen en te volgen, dat je bericht snel verborgen raakt tussen de rest. Het is beter om daarnaast een ouderwets persbericht te sturen. Het liefste ruim van tevoren en daarna nog eens vlak voor het nieuwsfeit gaat plaatsvinden. Een informeel, vriendelijk mailtje kan ook.
Ik schrijf voor verschillende media: het web, kranten en tijdschriften. Ik schrijf geregeld voor de VPRO Gids, Het Parool, NRC, Stripgids, Zone 5300 en Eppo. Sommige media vereisen dat er ruim van tevoren gepland wordt. Hoe eerder ik iets weet, hoe beter het is te plannen.
Dus beste stripmaker, mocht je een nieuwtje hebben, laat het weten via het reactieformulier op de site.
Een mailtje is niet meteen garantie dat ik er iets mee kan. Dat is afhankelijk van de interesse van mijn opdrachtgevers en de beschikbare ruimte in het blad. Maar het kan zeker geen kwaad. En als ik het interessant vind en toch niet ergens kwijt kan, dan kan ik er altijd nog over bloggen.
Sinds een paar weken werk ik bij de VARA parttime aan de site van De Ombudsman. Pieter Hilhorst neemt het iedere week op voor mensen die door de overheid en andere officiële instanties worden benadeeld. Een nuttig programma, want er is nogal wat narigheid als het om overheidsinstanties gaat. Ik krijg steeds meer het gevoel dat het volk er is om de overheid te financieren in plaats van dat de bestuurders er voor ons zijn. Het zal wel door die eeuwige grijns van Rutte komen waarmee hij alle problemen lijkt te bagatelliseren. En het gekissebis dat men tegenwoordig debat noemt. Eigenlijk lijkt onze volksvertegenwoordiging steeds meer op theater. Een kostbaar theater. Hm, maakt dat dit kabinet niet tot een dure rechtse hobby?
Blogs van stripmakers, ik ben er dol op.Volgens mij is een bloeiende site onontbeerlijk voor een stripmaker. Je bent als stripmaker immers ook gewoon zelfstandig ondernemer en moet je werk onder de aandacht brengen. Een blog is daar een goed medium voor. Zelf vind ik het altijd erg boeiend als een stripmaker via een blog je een kijkje op zijn tekentafel gunt.
Hallie Lama houdt al jaren zijn Walhallie bij. Een cartoonblog waar hij welhaast iedere dag de bezoeker op een versche cartoon of krabbel trakteert. Hij is daarnaast begonnen met het blog Lama’s kunnen niet typen. Die titel klopt als een zwerende vinger, ware het niet dat Hallie toch aardig zijn vingers weet te roeren en daarmee nog wat zinnigs weet te zeggen over strips en film.
Aanstormend talent Emma Ringelberg is nog steeds te vinden op Falling Monkey.
En gelukkig weet Merel Barends ook al een tijdje mooi nieuw werk te publiceren op haar blog. Ik heb haar jaren aan het hoofd gezeurd dat ze eens moest gaan bloggen en het ziet ernaar uit dat ze de blogkoorts nu goed te pakken heeft. Ze heeft daarnaast ook een schoon online portfolio.
Mars Gremmen, de grootste aanwinst van de Nederlandse Mad-redactie, is ook op het internet niet te stuiten.
De Lamelossers weten ook heel goed hoe ze hun werk moeten promoten via een blog.
Zelfs stripfiguur Plunk heeft zijn eigen blog. En nu we toch in België zijn aanbeland: Judith Vanistendael, waar recent nog het prachtige album Toen David zijn stem verloor, op de markt kwam, blogt op een wordpress. Noodgedwongen overigens, want een onverlaat heeft haar domeinnaam geregistreerd en plaatst er helaas alleen maar meuk op.
Brecht Evens kun je overigens ook vinden op een eigen blog.
Ik weet het: deze opsomming van bloggende stripmakers is nog lang niet compleet. Maar het is een begin. Wil je nog graag mensen toegevoegd zien, ga dan lekker los in het reactieformulier hieronder.