Bloggen en bloggers, ik krijg er geen genoeg van. Ik vind het niet alleen een interessant medium, ook geniet ik dagelijks van de mooie dingen die mensen voor hun plezier publiceren. Daarom vanaf vandaag een onregelmatig verschijnende reeks video’s waarin bloggers kort en bondig aan het woord komen.
De selectie van bloggers is simpel doch duidelijk: ik vind ze leuk. Ik vind dat ze interessante stukken schrijven en dat hun blog aandacht verdient. In December vorig jaar sprak ik met Fee Naaijkens, freelance journalist en oud-collega bij Intermediair. Ze stond op het punt om te emigreren naar Boston. Check haar blog Profay.com, waar ze blogt over pr, sociale media en het leven van een expat in Boston.
Update:
Fee heeft inmiddels ook bovenstaande video op haar blog gezet. In de post geeft ze ook een eerste impressie van hoe social media in Boston en omstreken wordt toegepast – een van de vragen die ze zichzelf stelde in de video.
After three months, I have noticed that I could visit events, meetups or seminars where marketeers, community managers, PR and other communication professionals get together on a weekly basis, if I wanted to. Discussing social media strategies, sharing best practices or other valuable information.
Aimée de Jongh is één van de grote beloftes van de nieuwe generatie Nederlandse stripmakers. Vooral bekend van haar dagboekstrips en manga tekenstijl, begint ze binnenkort aan haar eerste striproman.
‘Mensen denken bij strips vaak meteen aan de Donald Duck. Nou, strips kunnen ook over serieuze onderwerpen gaan als ziektes en relatieproblemen. En dat hoeft zich allemaal niet in Duckstad af te spelen,’ zegt Aimée de Jongh, die behalve humorstrips ook beeldverhalen met serieuze onderwerpen maakt.
De Jongh (1988) geldt als een van de grote beloftes van de nieuwe generatie Nederlandse stripmakers. Ze heeft de grammatica van het medium goed in de vingers. Ze blinkt uit als visuele verteller. Ze zet haar personages trefzeker maar met schijnbaar weinig moeite op papier en laat ze overtuigend acteren.
Webcomic
Al zes jaar maakt ze als professional illustraties en strips. Haar carrière begon op het web. In de tijd dat webcomics nog een hype waren, verwierf De Jongh bekendheid door wekelijks online een dagboekstrip te publiceren. Ze begon hier vooral mee om bekender te worden in de stripwereld. ‘Ik zag het als promotiemiddel. Stripmaker Floor de Goede was toen al twee jaar bezig met zijn dagboekstrip en trok veel bezoekers. Dat wilde ik ook en zo werkte het ook, want al snel had mijn site veel lezers.’ De aandacht leidde in 2006 tot de publicatie van haar eerste boekje bij uitgeverij Bee Dee en meerdere publicaties in manga bundels.
Het verwerken van autobiografische elementen ziet de Jongh als therapeutisch: ‘Sommige mensen gaan naar de psycholoog om over hun problemen te praten, misschien verwerk ik ze wel door strips over ze te maken. Niet dat ik zoveel problemen heb hoor, maar toen mijn vriendje het uitmaakte ben ik veel strips gaan maken. Dat werkte supergoed.’
Bovennatuurlijk
Los van de dagboekstrips maakt De Jongh ook graag cartoons en verhalen met onverwachte wendingen, soms met een bovennatuurlijk tintje. Veel van haar strips zijn melancholisch: ze gaan over verloren liefdes, of een geliefde die haar belofte niet waarmaakt. ‘Ik ben van nature melancholiek. Tja, ik ben een vrouw hè,’ zegt de stripmaakster met een glimlach. Toch is het haar ook ernst: ‘Ik probeer met strips moeilijke onderwerpen aan mensen op te dringen en deze iets meer normaal te maken. Ik vind het bijvoorbeeld raar dat mensen het nooit over de dood hebben. Ze vinden het onderwerp zwartgallig, terwijl het iets alledaags is. Er gaan iedere dag mensen dood, dus wat is daar zwartgallig aan?’
In het laatste nummer van literair stripblad Eisner staat een kort verhaal over opkomende popmuzikant Paul Nova. Nova lijkt alleen succes te kunnen hebben als hij op andere muziekanten lijkt. Hij verzet zich hiertegen en weigert nog te spelen totdat de wereld beseft dat ze zijn muziek mist. De Jongh wordt nog vaak geassocieerd met de herkenbare manga-stijl (Japanse strips) waarmee ze bekend werd.’Met Paul Nova wilde ik iets zeggen over hoe ik me van manga probeer los te maken. De meeste opdrachtgevers benaderen me ook omdat ze iemand zoeken die mangastijl kan tekenen. Het levert veel opdrachten op, maar ik kan in veel meer stijlen tekenen. Dat wil ik ook graag laten zien,’ vertelt De Jongh die geregeld stripworkshops geeft in mangatekenen en ook wel eens als expert op dit onderwerp geïnterviewd wordt.
‘Ik ben opgegroeid met Kuifje en Robbedoes, die zijn eigenlijk heel stijf als je ze met Japanse strips vergelijkt. Manga is veel filmischer, dynamischer en dat leest als een trein. De strips zijn heel dik, maar je hebt ze in een kwartiertje uit.’
Striproman
Behalve het korte verhaal in Eisner, werd er recent ook werk van haar in Pulpman gepubliceerd. In eigen beheer bracht ze een serie cartoons uit waarin ze de draak steekt met Jezus en tussendoor maakte ze cartoons en illustraties voor het bedrijfsleven. Binnenkort hoopt ze haar studie animatie aan de Willem de Kooning Academie af te ronden. Daarna gaat ze eindelijk aan de slag met haar eerste striproman. ‘Die zal gaan over een groep mensen die zeker denkt te weten dat de wereld over tien dagen zal vergaan. Ze gaan niet meer naar hun werk, geven al hun geld uit, velen plegen zelfmoord. En wat als blijkt dat de wereld niet vergaat? Omdat mensen hun verantwoordelijkheid niet meer nemen, vergaat de wereld eigenlijk ook. Maar ja, ik kan over twee weken net zo goed een beter idee krijgen.’
Dit artikel stond in Het Parool van zaterdag 12 maart.
Die bedreigingen gingen sommige medewerkers overigens niet in de koude kleren zitten. Paul de Leeuw was er zo van geschrokken dat hij tijdens de Madiwodovrijdagshow in de camera de bedreigers toesprak om hem vooral met rust te laten: hij had immers de cartoon niet geplaatst? Voor bedreigingen moest men bij de redactie van Joop zijn en dan bij hoofdredacteur Francisco van Jole in het bijzonder.
Hoewel De Leeuw daar een punt maakte – dat de bedreigers hun gelijk moeten halen met de maker en de redactie van de site, niet het gehele VARA-bestand – was het natuurlijk niet zo kies om in een liedje Van Jole boos aan te spreken en aan te sporen tot het nemen van ontslag. In dit soort gevallen moet je mijns inziens vooral boos zijn op de bedreigers, niet op mensen die hun recht op vrije meningsuiting uitoefenen.
De Leeuw: “Wat sommige mensen belachelijk vonden is dat ik een collega afviel in het openbaar. En daar geef ik ze ook wel een beetje gelijk in. Het tweede punt is dat ik zei dat de bedreiger naar de mensen toe moest die verantwoordelijk zijn. En dat neem ik mezelf heel kwalijk. Bedreigen is iets dat je niemand aan mag doen en iets dat je een ander niet gunt. Mag ik de kroonprinses citeren? Dat was een beetje dom van me.”
(Mocht de embedcode niet werken, bekijk hier het fragment.)
Een opvallende uitspraak van Van Jole hierin vond ik dat de redactie al eerder de cartoon van de site wilde halen. Geert Wilders weigerde namelijk met een verkiezingsdebat van de VARA mee te doen, zolang de omroep de PVV in de nazi-hoek duwde. Toen Joop.nl Geerts eis wilde inwilligen, wilde de politicus alsnog niet naar het debat komen. Typisch Wilders natuurlijk. Wel schreeuwen, maar als je je zin krijgt, dan alsnog niet toegeven. Hij is er immers meer bij gebaat als er om de zaken heen wordt gedraaid. Hij ziet ongetwijfeld liever dat VARA-personeel met elkaar strijdt dan dat er inhoudelijk over zijn tuigdorp-plannen wordt gesproken.
Overigens was De Leeuw niet de enige die zijn afkeer van de cartoon liet blijken. Eerder stond er al een column van Paul Witteman in de VARAgids waarin hij de cartoon afkeurde. Ik hoorde zijn collega Jeroen Pauw in korte quote op Pownews zeggen dat een site als Joop helemaal niet bij de VARA thuishoort.
Natuurlijk mag je als collega’s onderling van mening verschillen.
Ik vind dat iedere cartoon geplaatst moet kunnen worden. Ongeacht wie zich er door beledigd zou kunnen voelen. Als je daar namelijk gehoor aan gaat geven, is het einde zoek. Ook als je gehoor geeft aan bedreigingen. Je wilt toch niet in een land leven waar bij het minste geringste bedreigingen worden geuit en dat dit leidt tot (zelf)censuur?
Het kan overigens nog veel gekker dan een cartoon die wat de goede smaak betreft op het randje zit. Collega stripjournalist Peter Breedveld, wiens visie op het beeldverhaal ik zeer waardeer, liet zich een paar weken geleden in een reeks tweets uit over de PVV. Breedveld schreef naar aanleiding van de discussie over het sturen van een politiemissie naar Afghanistan op twitter dat de VN zijn troepen beter naar Nederland kan sturen om PVV’ers dood te schieten.
Die ene tweet, die uit de context van een reeks werd gehaald, zorgde voor een hele rel. Belachelijk, zegt u? Kennelijk de normaalste zaak van de wereld in Nederland anno nu.
‘Deze beslissing hebben we niet lichtvaardig genomen,’ aldus het VARA-bestuur. ‘Als journalistieke organisatie tillen we zwaar aan de vrijheid van meningsuiting. Bedreigingen mogen geen invloed hebben op het beleid en de journalistieke afwegingen. Er kunnen zich echter situaties voordoen waarin het veiligheidsgevoel van medewerkers dermate wordt aangetast, dat ze niet meer op een goede manier hun werk kunnen doen. Dat laatste heeft bij deze concrete situatie in onze afweging de doorslag gegeven. De VARA heeft van de bedreigingen overigens aangifte gedaan bij de politie.’
De cartoon zelf vond ik ook niet erg smaakvol. De gewraakte cartoon is gemaakt naar aanleiding van het PVV-plan om ‘tuigdorpen’ in te richten. Op de cartoon is te zien hoe kampleider Wilders het ‘tuig’ naar de douche leidt. De vergelijking met de Tweede Wereldoorlog en concentratiekampen, waar miljoenen joden zijn vergast, is dus snel gelegd. Een beetje platgetrapt gras natuurlijk, die vergelijking tussen Wilders en de nazi’s. Nogmaals: geen smaakvolle vergelijking, maar de aanhangers van een politieke partij die zo prat gaat op die vrijheid van meningsuiting zouden zicht toch wat toleranter mogen opstellen.
Het plaatsen van de cartoon was voor Geert Wilders reden om zijn hoofd niet te laten zien op het verkiezingsdebat ‘De slag om de Eerste Kamer’ op woensdag 16 februari, want dat was een VARA programma. Sterker nog: niemand van de PVV mocht nog praten met de VARA. Dat deze publieke omroep-haters niet altijd weten wie er wel of niet voor welke omroep werken, bleek toen Hero Brinkman Giel Beelen te woord stond in diens radiogrogramma.
Technisch gesproken heeft Geert Wilders natuurlijk de cartoon niet verboden, maar vanwege een plaatje meteen een hele omroep boycotten is natuurlijk op zijn minst kinderachtig te noemen.
Ik mag hopen dat Wilders zijn achterban, waar ongetwijfeld de bedreigingen vandaan zijn gekomen, wel toespreekt en afstand doet van de geuite bedreigingen.
Ik vind het erg jammer dat de VARA heeft besloten de cartoon te verwijderen. Al begrijp ik heel goed dat de veiligheid van de medewerkers voor gaat. Ik sta zelf ook op de loonlijst van de VARA, zij het parttime en voor een andere site. Ik weet overigens niet welke bedreigingen er geuit zijn.
Ik vind het vervelend om hetzelfde verhaal vaak te herhalen. Het liefste vertel ik het één keer goed en ga daarna over op iets anders. Te vaak hetzelfde vertellen maakt een verhaal sleets. Gelukkig kun je met bloggen met een vertelling een heel publiek bereiken.
Toch is de praktijk weerbarstiger dan je zou wensen.
Laatst werd ik er weer eens op gewezen dat ik in gesprekken graag naar mijn blog verwijs. ‘Dat kun je op mijn blog lezen,’ zeg ik dan, bezeten blogger die ik ben.
Maar niet iedereen leest je blog of die ene post. En je moet wel een groot ego hebben om te denken dat het wel zo is. Dus vertel ik in de praktijk dus vaak het verhaal waar ik eerder over blogde. Soms verandert het verhaal door de directe interactie met de toehoorder, die stelt vragen of voegt zelf iets toe. Soms niet.
Het is goed om te beseffen dat de virtuele wereld onderdeel uitmaakt van een groter geheel en niet voor iedereen het centrum van het universum is. Ook heeft niet iedereen een boodschap aan je blog. En veel mensen willen de zaken gewoon direct aanhoren, straight from the horse’s mouth.
Al zou het soms wel grappig zijn om in een gesprek van twee personen in te haken en een bordje ‘vind ik leuk’ bij ze op tafel te zetten.
De opnames van de nieuwe Spiderman-film van Marc Webb zijn in volle gang. Dat zal geen enkel Webhoofd ontgaan zijn. Ieder druppeltje informatie wordt door veel blogs en sites overgenomen.
Het meest hilarisch vond ik de uitgebreide analyse van het nieuwe kostuum dat Garfield draagt en waarin dit Spidey-pak allemaal verschilt met de voorgaande outfits. Een hele analyse op basis van een foto terwijl helemaal nog niet zeker is of dit het uiteindelijke kostuum van de held is, of alleen maar een tussenpakje. De scenaristen halen namelijk deels hun inspiratie uit de Ultimate Spiderman-reeks waarin Peter Parker in de eerste delen in een vroege versie van zijn kostuum door de stad slingert voordat hij zijn pak perfectioneert. Het zou ook net zo goed een foute teaser kunnen zijn, want waarom zou de filmmaatschappij de fans niet op het verkeerde spoor zetten?
Van de week waren de eerste beelden vanaf de set te zien. Spiderman rent door de straten van Los Angeles, dat model staat voor New York. Normaliter probeer ik zo min mogelijk van al die non-blogs tot me te nemen, omdat ik zo onbevangen mogelijk in de bioscoopzaal wil zitten als ik in 2012 de film echt kan zien. Maar met films over Spiderman kan ik zelfs mijn nieuwsgierigheid vaak niet bedwingen. Nog los van het feit dat ik het uit professioneel oogpunt in de gaten hou.
Onderstaande beelden stellen niet zo veel voor, toch vond ik het leuk om te zien. Ik vraag me echter wel of in dit soort ‘amateurvideo’s’ niet gewoon gelekt worden door de studio zelf. Ieder stukje aandacht voor de film is immers mooi meegenomen. Ruim een jaar voordat de Spiderman Reboot in de bioscoop komt wordt de hype al opgebouwd.
Op de site van MTV.com hebben ze een overzicht van Spidermans kostuums uit de films gepubliceerd. Deze week werd namelijk de eerste foto van Andrew Garfield in het bekende rood-blauwe spinnekostuum online gezet. Garfield speelt Peter Parker in de aankomende Spiderman reboot. Uiteraard wilde ik, Spidey-fan zijnde, die fotoserie wel even bekijken.
Tot mijn grote ergernis kreeg ik iedere keer bij het doorklikken naar een volgend plaatje onderstaande boodschap in beeld:
Ik heb dus om vijf plaatjes te kunnen zien, maar liefst vijf keer aan moeten geven dat ik toch vooral graag de Amerikaanse website van MTV wilde bekijken en niet het Hollandse aftreksel. Wat is dat toch voor irritante instelling dat men het internet in regio’s indeelt? Ik krijg om de haverklap de vraag of ik de Nederlandse versie van YouTube wil bezoeken – nee, dat wil ik niet! Ook werken veel video’s op buitenlandse sites niet. Probeer maar eens een programma terug te kijken op de site van de BBC als je ip-adres aangeeft dat je computer in Amsterdam staat.
Voor mij gaat deze praktijk direct in tegen het idee van internet dat alle informatie voor iedereen en overal toegankelijk moet zijn. De regionalisering van het web bestaat natuurlijk om commerciële belangen te waarborgen. Daarom kun je wel via een online shop strips kopen in Amerika of Engeland, maar kun je geen video’s bekijken die op een Engelse site staan.
Het voordeel en tegelijkertijd het nadeel van Twitter is dat iedereen kan reageren op wat je zegt. Gevraagd in de rubriek #durftevragen is dat prettig, maar ongevraagde reacties zijn dat lang niet altijd.
Toen ik laatst mijn ongenoegen over de gadgettaks van Stichting de Thuiskopie spuide, kreeg ik direct tegenspraak van een onbekende die het opnam voor Stichting de Thuiskopie. Dat was zijn goed recht, alleen had ik op dat moment helemaal geen zin in een discussie met een vreemde. Ik wilde gewoon even mijn ontevredenheid uiten, niet meteen de operatie van de stichting in kwestie minutieus behandelen in een verbaal treffen.
Ik heb de reageerder nog wel geantwoord om mijn standpunt duidelijk te maken, maar de volgende dag kwam hij wederom met een argument waaruit duidelijk bleek dat hij mijn mening niet had begrepen of had genegeerd. Zo krijg je een slepende discussie die nergens toe leidt en die nodeloos veel energie opslokt. En dat zie je wel vaker op Twitter, in commentformulieren en andere krabbelplekken op het web. Mensen roepen maar wat, spreken elkaar tegen of knikken vrolijk ‘ja’ en waar leidt het allemaal toe? Verloren tijd.
Oplossing: de twitteraar negeren. Of als ze toch doorgaan met je aan te spreken: blokkeren. Dat kan op twitter. Unfollowen zat er niet in, want ik volgde hem niet. Blokkeren lijkt een rigoureuze stap, maar die is altijd wel weer terug te draaien als je dat wenst. Het maakt de Twittertijdlijn soms lekker rustig.
Eigenlijk is het een vreemd verschijnsel dat onbekenden opeens met je in discussie gaan. Stel dat je met een vriend aan tafel zit in een café. Opeens komt er iemand bij staan en die mengt zich ongevraagd in het gesprek. Dat zou je waarschijnlijk niet pikken of de man vriendelijk vragen om op te hoepelen.
Mensen die je niet kent die zomaar met je in discussie gaan over van alles en nog wat. Mensen die het beter/slechter weten. Je krijgt online ook vaak ongevraagd advies. Soms kan daar best iets interessants tussenzitten, daar niet van. Maar vaak ook niet. En dan heb ik het nog niet eens over mensen die lopen te trollen op je site, Twitter of Facebook. Laatst kreeg ik een reactie onder een Facebook-bericht van een onbekende. Wanneer ik ‘nou es’ een bepaalde strip ging recenseren? Dat maak ik graag zelf uit, meneer.
(_)]
Soms verlang ik terug naar de tijd dat we gewoon simpel over koffie twitterden.
Cultuurliefhebbers schreeuwen zich schor in Nederland. Het is terecht dat het publiek, artiesten, kunstenaars, filmmakers, televisiemakers en stripmakers in opstand komen tegen de plannen van het kabinet.
‘Er wordt ruim 20% gekort. En als toegift gaat de BTW op kaartjes voor beeldende kunst, concerten en voorstellingen omhoog van 6 % naar 19%. En dat terwijl de hele kunstenbegroting van het Rijk niet groter is dan de aanleg van een paar kilometer snelweg. Dat is geen bezuinigen, dat is moedwillig slopen van iets waar het gros van de Nederlanders van geniet en waar alle Nederlanders van profiteren,’ staat er op de site NederlandSchreeuwtOmCultuur.nl geschreven.
Actie ja!
Om deze ‘schreeuw’ tegen het kabinetsbeleid kracht bij te zetten, zijn er zaterdag 20 november door het hele land acties. Vanaf 16 uur gaat men de straat op om zich te laten horen voor het behoud van kunst en cultuur in Nederland. In Amsterdam verzamelen cultuurliefhebbers zich om 16.00 uur op het Leidseplein.
Verder kunnen mensen affiches van Nederland Schreeuwt om Cultuur duidelijk zichtbaar op hangen: thuis, op het werk, in uw stamcafé of restaurant, in de bioscoop of supermarkt om de hoek. Materiaal is beschikbaar via de website www.nederlandschreeuwtomcultuur.nl. Men kan een bijdrage (kunstwerk of ander ontwerp) te leveren aan het project SLASH/ART geïnitieerd door het Sandberg Instituut, Kunsten 92 en de Appel http://slashart.nl/ en door voor 20 november een eigen ‘Nederland schreeuwt om cultuur’ filmpje op Youtube te uploaden: binnen 1 minuut vertel je wat uw meest bijzondere ervaring was met kunst of cultuur http://www.youtube.co/watch?v=opfC_bJoBlo
Prima dat men zich uit tegen dit soort kaalslag van de Nederlandse cultuur, want in mijn ogen is het puur symboolpolitiek die Rutte en Geert hier bedrijven. Cultuur kost niet zo veel, maar levert veel op. Het nut van BTW heb ik nooit ingezien. BTW verhogen? Afschaffen die hap zou ik zeggen.
Toch stoor ik me wel een beetje aan de campagne die gevoerd wordt. Al een paar weken zien we acteurs en BN’ers zich uit protest de longen uit het lijf schreeuwen. Als een stel verwende kinderen wiens favoriete speelgoed is afgepakt, schreeuwen ze in het luchtledige. Zo kun je het tenminste interpreteren. Een beeld wat de rechtse rakkers, die toch al vinden dat het hier alleen om ‘linkse hobby’s’ gaat, alleen maar zal versterken in de aanval op cultuur. Je kunt het beeld ook zien alsof er iets geamputeerd wordt, in dit geval noodzakelijke subsidies die kleinkunst en experimenten levensvatbaar maken.
Laat liever zien wat we gaan missen in plaats van op de grond te stampen. Daarom ben ik blij met de video die ik van de week van het Filmmuseum, euh Eye institute, kreeg gemaild. Hierin wordt nog steeds geschreeuwd, maar dit keer zijn de schreeuwers afkomstig uit scènes van Nederlandse films. Nu wordt er in ieder geval getoond waar het om gaat.
En moet dat nu allemaal, die cultuur? Natuurlijk! Iedereen die anders beweert is eigenlijk een proleet. Als je niet wat geld pompt in culturele activiteiten, als je denkt dat het alleen maar hobby’s zijn voor linkse rakkers en het hele stelsel dat we nu kennen onderuittrekt, dan moet je niet gek opkijken als we binnenkort alleen nog maar naar musicals kunnen of naar concerten van mensen als Jantje Smit. Ik moet er niet aan denken.
Gelukkig zijn er ook nog weldenkende mensen in politiek Den Haag te vinden. Zoals Boris van der Ham die in onderstaande vrijzinnige lezing van 12 november nog eens haarfijn uitlegt waarom Cultuur zo belangrijk is.
Op het NPOX festival begin september gaf Frank Meeuwsen, auteur van Bloghelden, een presentatie over de geschiedenis van Nederlandse weblogs. Hij behandelde daarin ook de vraag waarom men ooit is gaan bloggen.
Ik was bij de presentatie en schoot met mijn cybershotje het volgende video’tje:
Kort samengevat waren er volgens Meeuwsen drie redenen waarom men online is gaan publiceren. Het werd eind jaren negentig mogelijk door applicaties als blogger om te publiceren zonder veel kennis te hebben van techniek. Ten tweede ontstond er een alternatieve nieuwsstroom doordat redacteuren, van bijvoorbeeld Planet internet, nieuws waar geen ruimte voor was, via een eigen site met de achterban gingen delen.
Ten derde kwamen blogs op in een periode waarin het individualisme hoogtij vierde. Iedereen wil zijn eigen soapbox om ongehinderd zijn stem te laten horen.
Een uitgebreid verslag van de presentatie kun je lezen op het blog van NPOX.
Meeuwsen gaf na zijn presentatie drie exemplaren weg van zijn boek Bloghelden aan de mensen die volgens hem de meest interessante vragen stelden. Ik mocht er een in ontvangst nemen.
David Lynch, Quentin Tarantino, Bob Ross en Han Hoogerbrugge zelf spelen de hoofdrol Pro Stress 2.0, de webcomic waarin de stripmaker en beeldend kunstenaar Hoogerbrugge op eigenzinnige wijze zijn visie met de wereld deelt. Zijn werk uit het eerste jaar is recent gebundeld.
Wie is Han Hoogerbrugge? Mediakunstenaar Han Hoogerbrugge (Rotterdam, 1963) is één van de pioniers van internetanimatie. Hij studeerde van 1983 tot 1988 Schilderen aan de Academie van Beeldende Kunsten Rotterdam (nu Willem de Kooning Academie). In eerste instantie maakte hij na zijn studie vooral strips en illustraties. Door enkele uitspraken van Francisco van Jole in een televisie-interview, raakte Hoogerbrugge geïntrigeerd door het internet, dat toen nog in de kinderschoenen stond.
In 1998 begon hij op de site Modern Living/Neurotica te experimenteren met korte gifanimaties, getekend in de strakke klare lijn-stijl, zijn handelsmerk. In de animaties krijgt Hoogerbrugges evenbeeld te maken met de kleine zaken van het dagelijks leven en onderzoekt de animator zijn obsessies, neuroses en emoties. Kenmerkend voor de animaties is een onverwachte, absurdistische wending. Hoogerbrugge laat ook veelvuldig dezelfde elementen, figuren en patronen in zijn werk terugkomen. In het project Nails (2002-2006) lieten verbeterde technieken toe dat de verhaaltjes en animaties complexer werden. In het non-lineaire, crossmediale verhaal Hotel doet Dr. Doglin onderzoek naar ‘freak accidents’ en laat hij menig proefpersoon verdwijnen.
Hoogerbrugge werkt ook in opdracht als animator en illustrator, voor onder andere de Volkskrant, Vrij Nederland, Bright en bedrijven. Daarnaast regisseert hij videoclips. Onlangs opende de expositieLa Grande Fête #2 in Galerie Le Cabinet in Parijs.
Han Hoogerbrugge begon twee jaar geleden met het project Pro Stress 2.0, een website waarop hij dagelijks een strip publiceert. In drie plaatjes aanschouwt de tekenaar, op eigen wijze, de wereld. De vorm is eenvoudig: een personage, vanaf de middel afgebeeld tegen een witte achtergrond, spreekt de lezer toe. Vaak gebruikt de tekenaar in de drie plaatjes dezelfde afbeelding, soms met kleine variaties. Zoals in eerder werk is Hoogerbrugge zelf een belangrijk personage in de reeks. Ook bekende koppen als David Lynch, Quentin Tarantino, Nick Cave, Dr. Phil, Bob Ross en Ross van de sitcom Friends komen geregeld voor. De afleveringen van het eerste jaar Pro Stress 2.0 zijn nu als album uitgegeven.
Waarom bent u in september 2008 met Pro Stress 2.0 begonnen?
‘Ik wilde weer iets maken op regelmatige basis. Voor de serie Modern Living maakte ik elke twee weken een animatie. Dat ritme vond ik erg prettig. Met Pro Stress wilde ik eigenlijk een krantenstrip op het internet maken, daarom heb ik het stramien van drie plaatjes aangehouden. De werkdagen zijn voor de strips, net als in de krant. In het weekend publiceerde ik tot voorkort een serie aquarellen onder de naam La Grande Fête.’
Zou u de strip ook graag in een krant willen zien?
‘Ja, heel graag.’
Welke krant zou dat moeten zijn?
‘Lachend: Het Parool. Dat is volgens mij een van de weinige kranten in Nederland die nog een strippagina hebben.’
Hoe maakt u een aflevering?
‘Het laatste halfjaar tot een jaar kijk ik vooral naar het nieuws voor inspiratie. Ik zoek dingen die op dit moment gebeuren. ’s Ochtends om half acht begin ik met het checken van internationale nieuwssites zoals CNN en de Huffington Post, om een onderwerp te vinden voor een aflevering. Het gaat me niet om grote gebeurtenissen zoals de oorlog in Irak of de olieramp van BP. Ik zoek naar persoonlijke dingen, zaken die een mens an sich aangaan. Iemand die aapjes een vliegtuig in smokkelt door ze om z’n middel te binden, bijvoorbeeld. Daarnaast zijn er Pro Stress-strips die niets met actualiteit te maken hebben. Die maak ik apart en zijn los inzetbaar.’
Kost het tekenen u veel tijd?
‘Ik ben heel lui, dus over het algemeen gebruik ik tekeningen die ik al heb. Die afbeeldingen van Tarantino en Lynch gebruik ik altijd. Tekeningen van mezelf haal ik uit een database. Ik zoek naar de expressies die bij het verhaal passen. Soms pas ik een oog of mondhoek aan. Wanneer ik een personage niet in de goede houding heb, teken ik hem opnieuw of zet ik een hoofd op een ander lichaam.’
Behalve uw evenbeeld kent de strip een rijke cast aan internationale beroemdheden.
‘Ik gebruik steeds meer beroemdheden in de strip. Ik ben ooit begonnen met filmregisseurs Quentin Tarantino en David Lynch. Die bespreken op maandag het afgelopen weekend. Ik kwam op dit idee omdat Lynch op zijn site altijd in een video het weerbericht geeft. Hij doet dat heel ongedwongen, maar het is vrij saai, want in LA is het vrijwel altijd hetzelfde weer. Op vrijdagen wenst hij de kijkers een prettig weekend. Daardoor vroeg ik me af wat hij in het weekend doet. In de strip wilde ik hem tegen iemand laten praten, dus heb Lynch tegenover een andere regisseur gezet die ik waardeer.’
Heeft een van hen wel eens gereageerd op uw strip?
‘Ik weet niet of ze het weten dat ze in mijn strip voorkomen, maar ze hebben er in ieder geval nog nooit op gereageerd. Ik ben wel van plan ermee door te gaan tot één van hen een reactie geeft.’
Dus al duurt het nog tien jaar voordat u iets hoort…
‘Elke maandag blijven Tarantino en Lynch het weekend bespreken. In ieder geval tot ik een keer een berichtje heb gehad.’ (lacht)
Recent liet u ook de paus een grap maken.
‘Ik gebruik altijd mensen omdat ze een bepaalde betekenis hebben. Ze staan voor iets en dat maakt het makkelijker om een wending aan een grap of verhaal te geven. Als ik de paus iets laat zeggen, komt dat heel anders over dan wanneer ik het zeg.’
Uw grappen zijn soms visueel, ironisch, soms pervers, flauw of blijven in het midden hangen. Hoe zou u de humor in de strip typeren?
‘Ik probeer niet echt een grap te maken zoals in bijvoorbeeld Sigmund (van Peter de Wit, red.) Daarin staan conventionele grappen. Bij mij hoeft het niet echt altijd een grap te zijn. Pro Stress is niet alleen voor de lach, maar mag ook stof tot nadenken geven. Bij Jiskefet waren soms ook van die vreemde filmpjes te zien die niet grappig zijn, maar die wel een soort boodschap overbrengen. De grap zit daar heel erg in de verte.’
Is het niet ironisch dat één van de Nederlandse pioniers van het internet zijn webcomic in albumvorm uitgeeft?
‘Pionier van het internet is wat andere mensen ervan maken. Voor bepaalde ideeën bleek het web een perfect medium te zijn, maar voor een strip blijft een boek gewoon heerlijk. De strips zijn vaak een vervolg op elkaar. Dat werkt in het boek prettiger dan online. Eerlijk gezegd vind ik het boek leuker dan de site.’
Het boek begint met een citaat van Hans Selye, de Canadees-Oostenrijkse arts en endocrinoloog die het wetenschappelijk concept van stress introduceerde: ‘Stress is the spice of life.’ Kunt u dat toelichten?
‘Stress wordt vaak gezien als iets negatiefs, maar voor mij heeft het ook een positieve klank. Het heeft te maken met een soort opgewondenheid die ik heel prettig vind. Pro Stress staat voor Professional Stress. De spanning die een artiest ervaart voordat hij opmoet, houdt hem scherp. Moeilijkheden en tegenslag kunnen ook een stimulans zijn. Daardoor haal je dingen uit jezelf die je er niet uit zou halen wanneer je volledig ontspannen bent. Filmmaker Orson Welles zei zoiets als: ‘Zwitserland heeft altijd vrede gekend en Italië is een land met een historie vol oorlog en heel veel moeilijkheden. Italië heeft Da Vinci, Michelangelo, de Renaissance en een geweldige keuken. Zwitserland heeft de koekoeksklok en chocolade.’
De serie aquarellen La Grande Fête bestaat grotendeels uit portretten van gezichten waar iets mee aan de hand is. Het zijn vaak verontrustende beelden, zoals een Ronald McDonald die gehurkt een arm zit te eten en met een betrapte blik naar de toeschouwer kijkt en een mens die met open gesperde mond schreeuwt van de pijn omdat zijn ogen zijn dichtgenaaid met paarse garen. Wat wilt u hiermee uitdrukken?
‘La Grande Fête gaat voornamelijk over decadentie, het laatste grote feest zoals in de film La grande bouffe. Een deel van de serie gaat over geweld ten opzichte van het gelaat. Mensen die in elkaar zijn geslagen, boksers of mensen die net een plastische chirurgische operatie hebben ondergaan, hebben allemaal een beschadigd gezicht, maar iedere keer is dat opgezette gelaat door iets anders veroorzaakt. Ik vind het moeilijk om precies uit te leggen waarom ik dingen doe en wat ik daarmee wil zeggen. Het is voor mij net zo goed een zoektocht als voor iemand die naar mijn werk kijkt. Het gaat mij om een gevoel dat ik wil overbrengen. Waarschijnlijk werk ik daarom altijd in series, want het zit niet in één animatie of strip. Je moet meerdere van die strips lezen om er dat gevoel bij te krijgen.’
Han Hoogerbrugge: Pro Stress
Bis publishers
ISBN: 978-90-6369-234-6
Dit artikel stond woensdag 29 september in Het Parool.
De nieuwssite StripSter bestaat tien jaar. Dat wordt onder andere gevierd met enkele specials. En daar wil ik best even reclame voor maken.
StripSter bevat nieuwsberichten over de Nederlandse en Vlaamse strip. Ook biedt men tekentalent een podium. De site wordt gecoördineerd door Henk Schouten. 1 augustus 2000 ging StripSter officieel online.
Voor de special hebben 14 grote Spaanse striptekenaars werk ingestuurd, zoals José Luis Munuera, Paco Roca, Bartolomé Seguí, Jaime Martín. Volgens StripSter is het werk nog nergens anders verschenen. Wie meer wil weten over de strip in Spanje, leest het artikel ‘Striptekenaar in Spanje‘ van Santiago Martin. Martin is een van de redacteuren van de site en tekenaar. Tot slot hebben enkele Nederlandse tekenaars impressies van Spanje getekend.