In reactie op de Zembla documentaire Verslaafd aan je telefoon…
Soms ben ik de weg een beetje kwijt in de virtuele wereld. Dan vraag ik me af waarom we eigenlijk moeten liken, waarom we eigenlijk zoveel foto’s plaatsen op Fakebook, Instagram en Twitter. Wat willen we hier eigenlijk mee bereiken?
Waarom plaatsen mensen bijvoorbeeld foto’s van hun eten online? Hopen we een stel hongerige derdewereldlanders te ergeren: kijk rijstbuikjes, wij hebben dame blanche! Goed, beetje flauw natuurlijk, maar ondertussen heb ik geen enkele boodschap aan wat andere mensen op hun bord hebben liggen. Ik hou niet eens van eten en vind het net tot daaraan toe dat ik zelf een paar keer per dag iets naar binnen moet schuiven, laat staan dat ik geconfronteerd wil worden met de verorberingen van anderen.
Maar goed, het ergste zijn natuurlijk die selfies. Een schilder die zijn hoofd gebruikt als onderwerp omdat hij dan geen model hoeft te betalen, dat is alleszins te verdedigen. Zelfportretten zijn al zo oud als de schilderkunst. Maar waarom moeten we in godsnaam het virtuele als alternatieve spiegel gebruiken? Ik ken mensen die op bijna ieder moment van de dag de behoefte voelen hun gelaat met hun volgers te delen. Vroeger zag je alleen Aziaten zichzelf fotograferen terwijl ze voor een monument of ander bekend ding stonden te poseren. De meeste selfie-isten hebben geen achtergrond nodig. Die vinden zichzelf het middelpunt van het universum.
Daarmee heb ik volgens mij meteen een antwoord op bovenstaande vragen gevonden. Het is een egokwestie. Of zijn we allemaal zo bang voor de dood dat we ons genoodzaakt voelen een spoor achter te laten? Kijk eens hoe we geleefd hebben!
In dat geval heeft informaticus Vint Cerf slecht nieuws voor ons, want die vreest dat we in een digital dark age zitten en dat we al die duizenden foto’s die we nu maken over honderd jaar niet meer kunnen bekijken: ‘We zijn net zo afhankelijk van de digitale bestanden als van de software die nodig is om die bestanden te bekijken. Wat gebeurt er als over honderd jaar de digitale bestanden nog wel bestaan, maar als de software er niet meer is, of als die software niet meer draait op de toekomstige computer of als de software van dat moment de oude bestanden niet meer kan lezen?’
Tot slot dan nog even de selfiestick, wat een van de verschrikkelijkste uitvindingen is van de afgelopen jaren. De uitvinder van de selfiestick verdient straf. Die mag wat mij betreft voorover buigen en op een andere manier kennismaken met die selfiestick van hem.
Oké, rant is klaar. Ik ga naar buiten en laat mijn smartphone thuis.