Categorieën
Strips

De nieuwe Zone 5300: Peter Pontiac, Jeroen Funke en Tim Enthoven

Vanaf donderdag 23 ligt hij reeds in de winkel: Zone 5300 #94. Een nummer met Peter Pontiac, Jeroen Funke en Tim Enthoven. Drie keer bekroond vaderlands talent.

Hoe verleidelijk het ook was in het licht van de voorgenomen bezuinigingen op cultuur: het zomernummer van 2011 is geen politiek pamflet geworden. Eerder een demonstratie van de kwaliteit en scheppingskracht van dát deel van onze bedreigde creatieve sector dat als stripmaker werkzaam is.

Pastorale, het verhaal dat Tim Enthoven speciaal voor Zone 5300 maakte, is daar een mooi voorbeeld van. Enthovens opmerkelijke debuut Binnenskamers, dat voor verschijning al bekroond werd met de René Smeets Prijs, biedt een interessante benadering van het medium strip. In Pastorale geeft hij de Zone-lezer een proeve van zijn kunnen op de korte baan.

En ook Lamelosser Jeroen Funke toont in Zone #94 hoe je met strip ook heel goed een essay kunt maken met Spruitjes, bier, leverworst, waarmee hij onlangs de Jan Hanlo Media Essay Prijs won. In zijn stripessay vertelt Funke aan de hand van zijn vaste helden Victor & Vishnu hoe belangrijk het is voor de mens om zijn onbevangenheid te bewaren.

Very Dandy
Daarnaast in deze Zone: Integrale beoordeling over dandyisme en de kunstacademie. De voorpublicatie uit de graphic novel van Robert van Raffe, tevens verantwoordelijk voor de cover.

In deze Zone 5300 ook een gloednieuwe rubriek: Zone Expo, waarin jonge beeldmakers een podium voor hun werk krijgen. Het spits wordt afgebeten door de ‘Creatures’ van Dieter Van der Ougstraete, die recentelijk nog bekroond werd met zijn Leven 1.0 in de Benelux Beeldverhalen Prijs.

En de dummy staat dit keer, tot mijn grote genoegen moet ik zeggen, in het teken van Marten Toonder Prijswinnaar Peter Pontiac. Hij gunt de lezer een unieke kijk in zijn schetsboeken.

Zone 5300 # 94, 72 pagina’s kleur, prijs € 6,75. Sinds 23 juni te koop bij
de betere stripwinkel en boekhandel of via www.zone5300.nl/webshop.

Categorieën
Striprecensie Strips

Rood Gras 2: Surrealistische strips met een vrolijke kronkel

Vannacht is mijn vriendin in een ijsje veranderd luidt de titel van Rood Gras #2. De oplettende lezer begrijpt meteen dat Rob van Barneveld geen dagboekstrips tekent, tenzij hij zijn leven verstript onder invloed van een sterk hallucinerend middel.

De stripmaker toont ons namelijk een surrealistisch universum waarin van alles mogelijk is: een eenzame rotonde belt een datingbureau; Rob knipt een stukje Ierse lucht uit en zet dit thuis op een kastje; als hij een dag geen zin heeft stuurt Rob zijn schaduw naar zijn werk. En inderdaad, in een van de strookjes verandert zijn vriendin ’s nachts in een ijsje.
Het zijn bevreemdende, soms ontroerende, maar bovenal grappige strookjes die mij een goedgemutste dag bezorgde – en in de strips van Rood Gras zou dat gemakkelijk letterlijk opgevat kunnen worden. Moeder Dag mag alvast een goede muts gaan breien.

Hoewel niet letterlijk autobiografisch, zijn Van Barnevelds stripjes ongetwijfeld wel geïnspireerd door dingen die hij heeft meegemaakt of heeft gedroomd. Van Barneveld toont ons met zijn stripjes dat je ook anders tegen de wereld aan kunt kijken. De ondertitel van zijn site is niet voor niets dat de realiteit altijd beter kan. Wanneer Rob het as van zijn opa uitstrooit, blijken de stofjes allemaal kleine versies van zijn opa te zijn die hun kleinzoon vaarwel zeggen.
Ook van iets alledaags als het aansluiten van internet weet Van Barneveld iets absurds te maken. Zo moet volgens de gebruiksaanwijzing de modem bij het uitpakken worden toegezongen en kan het apparaat pas aan als het acht minuten in de frituur is gezet.

Niet alle strookjes zijn even schattig natuurlijk. Sommige grapjes zijn wat flauw, zoals de ruimtevaarder wiens hond bij het uitlaten gewichtloos een bruine ster aan de hemel toevoegt. Misschien is de humor van Rob niet aan iedereen besteed, Rood Gras is wel een uniek geluid in de Nederlandse stripwereld en dat moeten we koesteren.

Rob tekent in een eenvoudige, wat naïeve stijl die prima aansluit bij het door hem gepresenteerde wereldbeeld. Lezers van het magazine Zone 5300 en de site van RoodGras.nl kennen Robs werk natuurlijk allang. Het wordt tijd dat een groter publiek ook gaat inzien dat het gras aan de andere kant van de heuvel niet per se groen hoeft te zijn.

Deze recensie staat ook op het stripblog van Zone 5300.

Categorieën
Media

Zone 5300 doet IMG LAB: Dirkjan, Kriek en Frits Jonker

Zone 5300 verzorgt de 8e IMG LAB avond in de Unie op maandag 16 mei. Het wordt een bonte avond met een aantal coryfeeën uit de stal van de Zone: Erik Kriek over H.P. Lovecraft, Frits Jonker over van alles, Robert van Raffe over zijn aanstaande graphic novel en de animaties van studio Mooves (Jantiene de Kroon, Remco Polman en Wilfred Ottenheijm).

Het Image Festival organiseert niet alleen het jaarlijks symposium en expositie festival over beeld en beeldmakers maar laat ook maandelijks van zich horen. Elke derde maandagavond van de maand toont het festival in samenwerking met collega’s als bijvoorbeeld de BNO, Playgrounds of Zone 5300 thema-avonden, uiteraard over beeld, vormgeving en ontwerp.

Wat kun je op de avond van Zone 5300 verwachten?

  • Mooves (Jantiene de Kroon, Remco Polman en Wilfred Ottenheijm) is een onafhankelijke producent van animatiefilms met studio’s in Amsterdam en Nijmegen. De studio is gespecialiseerd in zowel traditioneel getekende bioscoopfilms als geanimeerde webapplicaties; het bekendst zijn de Dirkjan-tekenfilms.
  • Erik Kriek is striptekenaar en illustrator. Hij is vooral bekend van zijn reeks Gutsman (sinds 1994). Hij werkt als illustrator voor o.a. Schokkend Nieuws, VPRO Gids, Volkskrant en Vrij Nederland. Zone 5300 #92 bracht een voorpublicatie uit zijn binnenkort te verschijnen bundel met H.P. Lovecraft-bewerkingen.
  • Robert van Raffe (aka Dandy Raffe) debuteerde in 2005 in Zone 5300 met de strip A conversation piece over de historische dandy’s Oscar Wilde en James Abbott McNeill Whistler. Hij publiceerde ook in o.a. Passionate, NRC Next, AD, The Daily Tiger en Eisner en bracht diverse boekjes uit in eigen beheer.
  • Frits Jonker is samen met Milan Hulsing verantwoordelijk voor de populaire rubriek Fool’s Gold in Zone 5300, waarin vreemde verzamelingen, Pakistaanse psychedelica en andere curiosa de boventoon voeren. Met Dolf Hell schreef hij het boek De muzikale verleiding, over reclamesingles.

Toegang: €5 – Kaartverkoop aan de deur.
Meer info:
http://www.image-festival.com/news/img-lab-8-16-mei-in-de-unie/

Categorieën
Boeken

Zwagerman over kunst: Alles is gekleurd

Alles is gekleurd: omzwervingen in de kunst van Joost Zwagerman, is een verzameling essays, artikelen en recensies die reiken van de gelaagdheid van de schilderijen van Mark Rotkho tot de vraag wat Kate Moss tot levend kunstwerk maakt.

Een deel ervan verscheen eerder in andere vorm in bladen als Vrij Nederland, NRC Handelsblad, Hollands Diep en Passionate. Aangezien tijdschriften zich vooral met de actualiteit bezighouden is de arbitraire onderwerpkeuze veelal ingegeven door wat er in de afgelopen jaren werd geëxposeerd of is uitgebracht.

Tot mijn grote plezier besteedt Zwagerman een aantal artikelen aan Andy Warhol, waaronder een interview met Lou Reed, opgeschreven als een nukkige monoloog. Dat Reed een verschrikkelijke eikel tegen journalisten kan zijn is bekend, maar door zijn snauwende uitspraken nog eens woordelijk op te schrijven geeft Zwagerman de muzikant levensecht weer.
Middels ellenlange opsommingen van de vele soorten vrouwen, types schaamhaar en onmogelijke seksstandjes uit Ik, Jan Cremer 3 legt de auteur in een recensie haarfijn en met humor bloot dat deze roman niet meer is dan een opsomming bravourepraat van een man die zich een midlifecrisis uit schrijft.

Pulserende schilderijen
Zwagerman analyseert, zoals in het essay over de kleurvlakken in de schilderijen van Mark Rothko. Deze kleurvlakken ‘pulseren’, aldus de schrijver. Dat komt volgens Zwagerman omdat Rothko met ongewoon dunne verfoplossingen werkte die hij laag voor laag aanbracht. Tussen de verschillende kleurlagen bracht hij vernislagen aan. Zelfs de zwarte vlakken van de donkere doeken zijn levendig, wat komt doordat de schilder onder het zwart lagen lichtere kleuren aanbracht. Interessant om te lezen!

Zwagerman schrijft helder en toegankelijk, wat hem een van de beste essayisten van onze tijd maakt. De stem van de schrijver is altijd duidelijk aanwezig, alsof de lezer direct wordt aangesproken. Hij maakt ons deelgenoot van zijn visie, bewondering en verwondering, maar vooral ook van zijn persoonlijke ervaringen bij het aanschouwen van kunst.

Het is niet verwonderlijk dat Zwagerman in het tv-programma De Wereld Draait Door eens per maand een verhaal over kunst houdt, als ware hij de nieuwe Henk van Os. In hetzelfde programma gaf hij een verklaring voor de titel van zijn bundel, die verwijst naar een gedicht van K Schippers. Het is een aansporing om goed om je heen te blijven kijken: ‘Het hedendaagse, de elementen die we allemaal geneigd zijn te veronachtzamen zijn absoluut het bekijken waard.’

Dat de visie van de aanschouwer soms ook gekleurd kan raken behandelt Zwagerman in de laatste bijdrage in het boek, ‘Busje schept man’, dat verder niets met kunst te maken heeft. Hierin verhaalt de schrijver minutieus hoe hij door een asociale zwarte jongen van zijn fietst werd getrapt en hoe hij daarna de wereld door angstige ogen is gaan bekijken. Het is te hopen dat dit Zwagermans observatievermogen niet permanent heeft verkleurd.

Toch nog een kritische kanttekening bij de uitgave. Heel spijtig is het lage aantal illustraties. Zwagermans teksten maken nieuwsgierig naar de kunstwerken, maar de meeste ontbreken in het boek en zal de lezer via google tot zich moeten nemen.

Vier sterren!

Joost Zwagerman – Alles is gekleurd
(De arbeiderspers, € 24.95)

Deze recensie is in ingekorte vorm, gepubliceerd in Zone 5300 #93.

Categorieën
Strips

Stripbladen in Nederland: Van Duckstad tot Zone 5300

Het aanbod van Nederlandse striptijdschriften werd recent verrijkt met Por Dios en Kwynk. Maar de gouden tijden van de stripbladen lagen in de jaren zeventig en tachtig. De distributie is een probleem voor de kleine bladen. Lezen we de strips in de toekomst alleen nog maar digitaal?

Recent werd het aanbod van Nederlandse stripbladen verrijkt met Por Dios en Kwynk. Beide stripbladen bestaan grotendeels uit oude strips die digitaal zijn opgepoetst, maar daar houdt de vergelijking dan ook wel mee op. Por Dios bevat ieder nummer een heel album, van bijvoorbeeld bekende striphelden als Storm, Agent 327 of Franka, aangevuld met korte verhalen van andere striphelden. Kwynk daarentegen bevat voornamelijk korte en vervolgverhalen van stripmakers als Jan Kruis, Gerard Leever, Jan van der Voo en Patty Klein. De strips zijn bedoeld voor kinderen vanaf een jaar of zeven.

‘De gedachte achter Kwynk is om oude strips op te peppen en leesbaar te maken voor de jeugd van nu,’ vertelt initiatiefnemer John Croezen. ‘Een paar jaar geleden waren we er al mee bezig, maar door de crisis trok de uitgever de stekker eruit. Zomer vorig jaar werd ik benaderd door uitgeverij Marken uit Limburg en die wilde een digitale kiosk opzetten met daarin alleen digitale bladen en ook stripbladen. We hebben het concept uit de kast gehaald en dat is de Kwynk geworden.’

Een kwestie van distributie
Bijzonder aan Kwynk is dat het blad alleen digitaal verkrijgbaar is op de iPad, of te downloaden als PDF. ‘Digitaal betekent geen drukkosten en geen problemen met de distributie,’ zegt Croezen. ‘Je kunt stellen dat in Nederland de distributie van strips allerbelabberdst is. Ik heb een album over Pipo de Clown uitgegeven maar dat kreeg ik met geen mogelijkheid in de winkel. Ik heb echt alles geprobeerd, distributeurs gebeld en grote winkelketens, maar die vonden dat strips te weinig omzet genereren om er ruimte voor te maken in het schap. Tenzij je de Donald Duck of Suske en Wiske bent, kom je er gewoon niet tussen.’

Tonio van Vugt, hoofdredacteur en uitgever van het striptijdschrift Zone 5300 beaamt dat: ‘Distributie is altijd een probleem geweest. We brengen de Zone nu vooralsnog zelf in de winkels. Er is geen distributeur voor kleine striptijdschriften in Nederland.’

Hoogopgeleide liefhebbers
Zone 5300
– tijdschrift voor strips, cultuur en curiosa – bevat naast strips ook artikelen over film, muziek en boeken. ‘Geen enkele kunstvorm staat immers op zich en aangezien we strips als kunstvorm beschouwen, vind ik de relatie tot andere media relevant,’ aldus Van Vugt. Met een oplage van 2500, waarvan er duizend naar abonnees worden gestuurd, is Zone 5300 vooral een blad voor de hoogopgeleide liefhebber tussen de 20 en 40. ‘Er zitten veel schrijvers, illustratoren en muzikanten in ons lezersbestand. We willen dingen brengen die nog niet bekend zijn bij een groot publiek. Tekenaars als Erik Kriek, Gummbah en Maaike Hartjes hebben bijvoorbeeld hun doorbraak bij de Zone gehad,’ zegt Van Vugt. Het blad kan vooral voortbestaan omdat de redactie bestaat uit een groep vrijwillige professionals.

Por Dios is geïnitieerd door Rob van Bavel, die in 2009 ook met de nieuwe versie van het oude vertrouwde blad Eppo op de proppen kwam. Eppo bevat voornamelijk vervolgverhalen van mainstream strips en richt zich op de nostalgische veertiger die als kind het blad ook las. Het stripblad verscheen oorspronkelijk van 1975 tot halverwege de jaren tachtig. Na talloze naamswijzigingen en samenstellingen verdween het in 1999 van de markt. De oplage van de tweewekelijkse Eppo ligt rond de 18.000. Het blad heeft 8.000 abonnees.

Komt Eppo, waar veel werk van Nederlandse makers in staat, uit de kosten? ‘Dat is heel lastig om te zeggen omdat Eppo ook weer uit allerlei takken bestaat. Je hebt het blad, de albums van de uitgeverij en ons eigen verkoopkanaal,’ zegt Van Bavel. ‘Op een gegeven moment maak je bijvoorbeeld verlies met het blad maar winst via de nevenactiviteiten. Ik heb vorig jaar een paar stripalbums uitgebracht om te zien wat dat in de markt doet. Ik denk dat ik eind van dit jaar daar meer over kan zeggen.’ Volgens Van Bavel is het belangrijk voor de Nederlandse strip dat er in Eppo strips voorgepubliceerd worden. Stripmakers kunnen niet leven van de albumverkoop dus voorpublicaties zijn een belangrijke inkomstenbron.

Vrolijke weekbladen in de kiosk
Van Por Dios worden er iedere maand 30.000 exemplaren gedrukt en verspreid onder 3500 verkooppunten. In tegenstelling tot bijvoorbeeld Zone 5300, zijn de bladen van Van Bavel wel in de schappen van de kiosk te vinden. Net als de Donald Duck. Het vrolijke weekblad is met een oplage van 310.000 immers nog steeds marktleider.

Donald Duck is het allergrootste stripblad van Nederland, geen andere titel komt zelfs in de buurt,’ aldus Fiona Cordes, senior brandmanager ‘Kids’ voor Sanoma, dat onder meer meidenblad Tina, Cars en Nickelodeon Magazine op de markt brengt. Sanoma heeft het alleenrecht op Disney in Nederland en geeft enkele bladen uit met Disneystrips en -karakters.

‘De totale markt voor kindertijdschriften stijgt, er zit alleen een daling in de preschool-markt,’ aldus Cordes. De markt voor jeugdstripbladen wordt grotendeels gekenmerkt door bladen die zijn opgehangen aan een serie, thema of tv-zender. Bijvoorbeeld Disney XD en Ben 10 Magazine, gelieerd aan Cartoon Network. De jeugdbladen bevatten naast strips vaak ook puzzels, games- en gadgetnieuws en geïllustreerde verhalen en zijn gericht op specifieke doelgroepen.

Duckstad Twitter
Hoewel de Donald Duck primair bedoeld is voor kinderen tussen 7 en 12,  is het ook een blad voor het gehele gezin en worden de avonturen uit Duckstad ook gelezen door mannen tussen de 20 en 49. Om de doelgroep te bereiken, zet Sanoma ook nieuwe media in. ‘Duckstad Twitter is een groot succes; meer dan 10.000 followers en dat groeit nog iedere dag. In november vorig jaar werd de eerste Donald Duck Ei-phone app gelanceerd. Ook zal Donald Duck op de iPad niet lang op zich laten wachten,’ aldus Cordes. Zone 5300 houdt het voorlopig op een volwaardige website naast de papieren versie, waar geregeld artikelen, recensies en strips op gepubliceerd worden.

Digitaal uitgeven is een groeiende markt, erkent Croezen. ‘Het mooie is dat digitale nummers van Kwynk altijd te koop blijven. En er komen steeds meer online kiosken bij, waar we Kwynk ook kunnen aanbieden. Het blad loopt nu nog niet storm. Dit komt deels omdat we ons nog niet veel met promotie hebben beziggehouden, maar we verwachten dat er binnenkort een stijgende lijn in zit.’

Oud-papier
Croezen denkt zelfs dat we over tien jaar geen strips meer op papier zullen lezen: ‘Dan is er ook geen krant meer te koop op straat. Kijk maar naar vinylplaten, dat is alleen nog maar handel voor DJ’s en nostalgische lui. Met papier zal het net zo gaan. Kranten zitten nu al in problemen en gaan steeds meer online. Ik vind het ontzettend knap van Rob van Bavel dat hij Eppo nog in de winkel krijgt, maar ik vraag me af hoe lang dat nog gaat duren.’

Van Bavel: ‘Daar kan hij best gelijk in hebben. Ik denk dat de Eppo-doelgroep, mannen in de veertig, een verbintenis hebben met papier en graag strips op papier blijven lezen. Maar die groep wordt steeds kleiner en als het kostentechnisch niet meer haalbaar is, zal het stoppen.’

Van Vugt is optimistischer: ‘Papier zal zeker afnemen, maar dat geldt vooral voor tijdschriften en kranten die toch na een paar dagen in de kattenbak verdwijnen. Maar nichetijdschriften als Zone 5300 en Eisner (gericht op literaire beeldverhalen, red.) wil je gewoon op papier lezen. Dat zijn collector’s items, geen wegwerpartikelen.’ Bij Sanoma zien ze nieuwe media als een middel om nieuwe doelgroepen aan te boren en de positie van de mannendoelgroep te versterken, maar papier zal niet verdwijnen. ‘Over 10 jaar valt nog altijd wekelijks het vrolijkste weekblad van Nederland op de deurmat!,’ aldus Fiona Cordes.

Tijdschriftenbak
Behalve bovengenoemde titels bevat de tijdschriftenbak nog andere stripbladen. Een selectieve greep:

Geïnteresseerde striplezers halen hun informatie onder andere uit Zozolala en Stripschrift. De liefhebber van pulpstrips en het werk van Fred de Heij leest het eigenzinnige blad Pulpman. Bekend maar vooral nieuw talent is te vinden in het onregelmatig verschijnende De Lijn. Eisner, vernoemd naar de beroemde stripmaker Will Eisner, bevat beeldverhalen met een literaire inslag.

Dit artikel is woensdag 2 maart in Het Parool gepubliceerd.

Categorieën
Film

George Clooney, een charmante vos

Afgelopen vrijdag mocht ik de film Fantastic Mr. Fox introduceren in Cinema de Melkweg. De film is onderdeel van een programma waarin de beste films van het afgelopen jaar volgens Zone 5300 zijn geselecteerd. De dag ervoor zag ik het fascinerende en verontrustende Dogtooth. Tot mijn verbazing kon ik na het zien van die film gewoon slapen. Fantastic Mr. Fox is wat dat betreft een stuk aaibarer.

Hieronder een ietwat aangepaste weergave van mijn praatje.

Ik moet je iets bekennen. Een tijd geleden, het zal ergens vorig jaar geweest zijn, zat ik samen met een vriend me, Jooper, aan de koffie. We bespraken de belangrijke zaken die een mannen leven beheersen: vrouwen, muziek op vinyl, films en strips.

Op een gegeven moment kwam de Amerikaanse acteur George Clooney ter sprake. Dat was niet geheel toevallig overigens, wat ik begon erover. George is namelijk een van mijn favoriete conversatiestarters. Ook halverwege het gesprek doet dit onderwerp het overigens goed.

George Clooney is een van mijn helden. Niet alleen is hij een uitmuntend acteur, ook heeft hij een uitmuntende smaak als het om films gaat. Daarnaast is hij een goede regisseur. Good Night, and Good Luck en Confessions of a Dangerous Mind, allebei geregisseerd door Clooney, zijn films die me zeer wisten te bekoren.

George is het soort man dat je eigenlijk zou willen zijn: knap, rijk, vrijgezel en gewild. Maar ook een vent met klasse en vooral: zelfspot. Gelukkig kan iedere man zich tegenwoordig een beetje Clooney voelen, dankzij een bepaald koffiemerk, waarvan de cupjes worden verkocht alsof het lingerie van Marlies Dekkers betreft. Je krijgt er zelfs een leuk boetiektasje bij.

Toen het gesprek op de gelouterde George kwam, bleek dat Jooper de acteur ook zeer kon waarderen. Hij had net de film The men who stare at goats gezien en hoewel de logica van de plot hem was ontgaan, had hij erg genoten van Clooney in beeld. We besloten ter plekke om nog een Nespresso te drinken en de George Clooney Fan Club For Heterosexual Males op te richten. Want u begrijpt dat onze man-crush alleen vanuit een heteroseksuele invalshoek gezien mag worden. Dit benadruk ik graag even aangezien mijn vriendin ook mijn blog leest.

Waarom vertel ik dit allemaal? Waarom deze bekentenis?

Vanavond gaat u kijken naar Fantastic Mr. Fox van regisseur Wes Anderson.
Ook al zo’n bijzondere vent. Nou ja, iemand die bijzondere films maakt waar ik een zwak voor heb.
The Royal Tenenbaums uit 2001, en vooral The Life Aquatic with Steve Zissou uit 2004 vond ik fantastische films vol verbeeldingskracht en bijzondere personages. De eigengereide maar charmante Mr. Fox past dan ook prima in de rij van personages die Anderson eerder op het witte doek bracht.

Anderson regisseerde voor het eerst een stop-motion animatie met poppen en maakte een van de beste animatiefilms sinds jaren. De charme van stop-motion is dat de animatie soms juist wat schokkerig verloopt. Je bent je bewust van het medium, maar tegelijkertijd vol bewondering van hoe een reeks beeldjes tot leven komt.

Fantastic Mr. Fox toont ouderwets handwerk in prachtige, sfeervolle decors en is een verademing tussen alle strak berekende computeranimatiefilms die in de mode zijn. En vooral een verademing in een tijdperk waarin je niet meer om 3D films heen kunt.

Fantastic Mr. Fox is gebaseerd op het gelijknamige boek van Roald Dahl. Niet verbazingwekkend dus dat we een smakelijk en zeer grappig verhaal met goed doordachte personages krijgen voorgeschoteld. De dieren gedragen zich deels als mensen, dragen kleding en gaan ook gewoon iedere dag naar kantoor. Toch wordt hun dierlijke aard niet ontkent: als Mr. Fox zijn bord leeg eet doet hij dat schrokkend, zoals je dat van een vos mag verwachten. Als hij en zijn advocaat Das ruzie hebben staan ze blazend en met krabbelende poten tegenover elkaar.

Mr. Fox heeft Mrs. Fox beloofd nooit meer kippen te stelen, maar kan de verleiding om drie boeren een hak te zetten niet weerstaan. Een vos verliest immers zijn haren maar nooit zijn streken. Ook al heeft hij een vrouw, zoontje en een respectabele baan bij een krant. Het gevolg van zijn plagerijtjes is een klopjacht op het gezin van Mr. Fox en bijkans de hele dierengemeenschap. Gelukkig is deze vos niet voor een gat te vangen.

De stemmencast liegt er niet om. Meryl Streep speelt Mevrouw Vos, Bill Murray de Das. Willem Dafoe sprak de stem van de rat in. Owen Wilson, ook een terugkerend acteur in het oeuvre van Anderson, is ook weer van de partij.

En George Clooney – daar is hij weer – heeft de stem van Mr. Fox himself ingesproken. Zijn warme, door koffie gekleurde stem is duidelijk herkenbaar. En is Clooney eigenlijk ook niet een grijs wordende vos die zijn haren, noch zijn streken heeft verloren in de afgelopen jaren? Het rebelse karakter van Mr. Fox past goed bij het imago van de acteur. Clooney kiest zijn eigen weg. Hij wisselt kunstzinnige projecten af met meer commerciële films. En hij weet altijd zijn eigen waarde te houden.

Goed, genoeg over George. Geniet van de film.
Whatelse? Oh ja, inschrijvingen voor de George Clooney Fanclub For Heterosexual Males zijn altijd welkom.

Categorieën
Film

De beste films van 2010 volgens Zone 5300 in de Melkweg

Pak je agenda er even bij en een dikke rode stift. Of je iPad, smartphone of blackberry. Schrijf het desnoods op je hand. 3 t/m 15 februari zit je ’s avonds in de cinema van de Melkweg te Amsterdam. Dan zijn namelijk de beste 10 films van 2010 te zien. Tenminste, wat de medewerkers van Zone 5300 de beste films vinden.


Zone 5300 is het tijdschrijft voor strips, cultuur en curiosa. En onder dat laatste mag je van alles scharen, behalve het kapsel van Geert Wilders wellicht, want dat is een geheel eigen categorie van weirdness. De medewerkers van Zone 5300 hebben een selectie gemaakt van de beste films van het afgelopen jaar. Melkweg Cinema toont deze favorieten in februari op groot scherm. Eerder was de eer aan de filmtijdschriften Skrien (2008) en Schokkend Nieuws (2009).

Zone 5300 koos onder voor Symbol (absurde filosofische humor van de Japanse regisseur Matsumo), Mother (geniale Koreaanse thriller), L’Illusionniste (ontroerende animatie naar een scenario van Jacques Tati) en The Fantastic Mr. Fox (briljante stop-motion naar Roald Dahl).

Deze laatste film is een van mijn favorieten. Aangezien ik ook een medewerker van de Zone ben, leidt ik vrijdag 4 februari deze wonderschone film in. Ik beloof je nu alvast dat mijn held George Clooney, die zijn stem verleende aan The Fantastic Mr. Fox niet onvermeld zal blijven. Kom dus vooral kijken in de Melkweg cinema.

Ook als je de Zone 5300 nog nooit gelezen hebt ben je natuurlijk welkom.

Zie de Zone-site voor het volledige programma en aanvangstijden. In de lijst staat ook welke andere Zone-redacteuren welke film inleiden. Dit is dus tevens je kans om de medewerkers van het magazine in het wild te zien.

Ik zie je in ieder geval op 4 februari, want Mr. Fox mag je natuurlijk sowieso niet missen.

Categorieën
Striprecensie Strips

Essex county: Bittere ernst mooi verteld

Essex County is een plattelandsstreek in de Canadese staat Ontario. Stripmaker Jeff Lemire groeide daar op in een klein dorp. Zijn gelijknamige striproman mogen we dan ook als een ode aan de streek beschouwen. Het is tevens een zwaarwichtige familiekroniek. Letterlijk, want het boek telt ruim 500 bladzijden.

Maar ook figuurlijk is het boek aan de zware kant. Hoewel bij vlagen poëtisch, is het allemaal bittere ernst wat Lemire ons te vertellen heeft: familieruzies, rouw, buitenechtelijke kinderen, liefde en geheimen zijn de thematische draden waarmee hij zijn verhalende web heeft geweven. Essex County is daarom vooral een aanrader voor de liefhebber van stevig drama.

IJshockey
Lemire toont de lezer op overtuigende wijze wat er in de hoofden van zijn personages
omgaat en vertelt in drie verhalen hun levenswandel, beginnend bij de twaalfjarige Lester die, na het overlijden van zijn ouders, noodgedwongen bij zijn oom moet wonen. De jongen verkleedt zich graag als superheld. Hij vindt weinig aansluiting bij zijn oom, maar des te meer bij de oudere Jimmy Lebeuf met wie hij denkbeeldige ruimtewezens bestrijdt. Lebeuf was de sterspeler van het Canadese ijshockeyteam tot een hersenbeschadiging zijn carrière beëindigde.

Stripmaker Lemire laat het werkelijke leven en de fantasiewereld van Lester vloeiend in elkaar overlopen, net als de herinneringen en de laatste dagen van de verwarde bejaarde Lou Lebeuf die in het tweede verhaal centraal staat. Lemire tekent sfeervolle zwart-wit platen vol kronkelige penseellijnen die haastig op papier zijn gezet. Door deze stijl komen de vele ijshockeyscènes niet lekker uit de verf. Een actietekenaar is hij zeker niet.

Jeff Lemire – Essex County
Oog&Blik/De Bezige Bij, €34,90
****

Deze recensie is in Zone 5300 #92 gepubliceerd.

Categorieën
Film Filmrecensie

The Doors: When you’re strange

Iedere film over The Doors gaat onvermijdelijk eigenlijk over de leadsinger, Jim Morrison. De charismatische Morrison zal door fans gezien worden als een zanger met een bijzondere stem en poëtische teksten, de haters kijken wellicht niet verder dan het enfant terrible dat stoned van drank en drugs stampij maakte op het podium, politieagenten uitdaagde en ooit het publiek dreigde zijn geslacht te tonen tijdens een concert.

Die schaduwkant gaf Morrison zelf de naam Jimbo mee. Mijns inziens is het vooral die laatste versie van Morrison die de meeste aandacht krijgt in de documentaire. Al zal dat niet Tom DiCillo’s intentie zijn geweest, want hij benadert Morrison toch vooral als een fan en houdt de mythe van de op 27-jarige leeftijd overleden zanger in stand.

‘De meeste aandacht gaat naar Jim. Als dat Robby (Krieger), Ray (Manzarak) of John (Densmore) al stoort, laten ze het niet merken. Jim wentelt zich in alle aandacht. Hij lijkt voor de roem te zijn geboren. Alles wat hij doet lijkt briljant of briljant berekenend te zijn,’ vertelt acteur Johnny Depp die de voice-overtekst insprak. We zien Jim te midden van zijn fans, vlak voor een concert. Hij bladert door een boek over The Who die in het voorprogramma staan. Depp vervolgt: ‘Het is moeilijk te zeggen of hij gewoon zijn fans ontmoet of dat hij iets cruciaals aan hen onttrekt. Alsof hij slechts kan bestaan door hun aandacht.’
Dat was bij de eerste publieke optredens wel anders: de onzekere Morrison stond met zijn rug naar het publiek toe, net als bij de repetities.

DiCillo behandelt de carrière van The Doors in chronologische volgorde van de begindagen in 1965 tot en met de dood van Jim in 1971. Het verhaal blijft aan de oppervlakte en zal de echte fans weinig nieuws brengen. Toch is de film bijzonder, want DiCillo vertelt het verhaal door op een intelligente manier archiefmateriaal over The Doors en hun tijd aan elkaar te monteren. Daarmee duidt hij de tijdsgeest en de rol die The Doors in de tegencultuur speelden. Ook gebruikte hij fragmenten uit de film HWY: An American Pastoral, een zelden te vinden independent film uit 1969 van Morrison en Paul Ferrara (de laatste krijgt de regiecredit op IMDB) waarin Morrison een lifter speelt. We zien Morrison onder meer achter het stuur van een Mustang terwijl op de radio een nieuwsbericht over zijn mysterieuze dood in Parijs te horen is. De stukjes van HWY fungeren als een rode draad in de film, net als de geest van Jim door When you’re strange waart.

Oorspronkelijk had de regisseur zelf de voice-over gedaan, en zo werd de film ook voor het eerst vertoond tijdens het Sundance Film Festival, maar zijn monotone manier van spreken werd niet door recensenten gewaardeerd, al werd de film over het algemeen goed ontvangen.

Zelf vond ik de opnames ten tijde van de plaat The Soft Parade het interessantst, maar ik hou dan ook erg van kijkjes in het maakproces van albums. We zien The Doors in de studio, waar ze maar liefst 11 maanden lang aan het album werken. Een duidelijk contrast met een paar jaar eerder: het eerste album namen ze op in vijf dagen. Tijdens The Soft Parade periode zit Morrison duidelijk diep in de fles met zijn hoofd, de sfeer in de band is niet best en op creatief vlak valt er daardoor nog veel te wensen.

Geen idee of er meer filmmateriaal van studio-opnames te vinden is, maar mijn honger is door When you’re strange alleen maar groter geworden.

When you’re strange, USA
Regie: Tom DiCillo
Met: The Doors, Johnny Depp
DVD: E1 Entertainment

Deze recensie staat ook op het filmblog van Zone 5300.

Categorieën
Strips

Theo van den Boogaard, Erik Kriek en Lamelos op Zone 5300’s Winter Sale

Even een huishoudelijke mededeling voor alle stripliefhebbers in de blogosfeer.
Op 26, 27 en 28 november 2010 kan de man of vrouw met smaak weer naar hartelust
grasduinen in een brede collectie originele kunstwerken die Zone 5300 zal exposeren en verkopen tijdens de Zone 5300 Winter Sale.

De Zone 5300 Winter Sale gaat spetterend van start op vrijdag 26 november om 20:30 uur, onder muzikale begeleiding van DJ Okkie en de cartoonjocks Nozzman en Ckoe.
Vermoedelijk hoogtepunt van die avond is een optreden van Sjef van Oekel-tekenaar Theo van den Boogaard en zijn combo, die liedjes van Dylan zullen vertolken, op beeld van Van den Boogaard.

Muziek loopt als een rode draad door de Winter Sale: op zondag 28 november
zijn er optredens te bewonderen van Danibal (vocale klankpoëzie, minimal techno en
alpenfolklore) en Les Amants Perdus (gitaarpop). Tevens verzorgt DJ Listentomerijn een swingende set om de tentoonstelling van passende omlijsting te voorzien.

Daarnaast zijn er presentaties en zullen de exposerende kunstenaars vanzelfsprekend
aanwezig zijn om hun originele werk voor de belangstellenden te signeren. Op zondag
zijn er overdag speciale signeersessies met stripauteurs Wasco, Argibald, Kenny Rubenis, Hendrik Vos, Marcel Ruijters, Sandra de Haan, Ckoe, Nozzman, LarieCook en Martijn van Santen. Maar ook Han Hoogerbrugge,  Evalien, Schwantz, Robert van Raffe en anderen zullen deelnemen aan de Winter Sale.

Programma vrijdag 26 november: Wintersale OPENING

20:30-22:00 DJ Okkie en CJ’s Nozzman & Ckoe
22:00-22:30 Theo van den Boogaard & Band
22:30-00:00 DJ Okkie en CJ’s Nozzman & Ckoe

Openingstijden zaterdag 27 & zondag 28 november 12:00-21:00 uur

Programma zondag 28 november:

14:00-17:00 Signeersessie met Wasco, Argibald, Kenny Rubenis, Hendrik Vos, Marcel Ruijters, Sandra de Haan, Ckoe, Nozzman en Martijn van Santen

18:30-19:30 Listentomerijn (happy 8bit electric / chiptune / hoempapa)

19:30-20:00 Danibal (vocale klankpoëzie / minimale techno / alpenfolklore)

20:00-20:30 Les Amants Perdus (gitaarpop)

20:30-21:00 Marlous (70’s dj-set)

Zie voor meer informatie de site van Zone 5300.

Ik dank u voor uw aandacht. En dan nu weer terug naar de reguliere programmering.

Categorieën
Striprecensie Strips

Kleine Christiaan: Opgroeien als stripfiguur

De jonge Christiaan modelleert zichzelf naar de hoofdrolspelers van zijn favoriete films en strips. Als Lucky Luke reist hij af naar het voor hem onbekende Duitsland en als Kuifje trotseert hij een denkbeeldige woestijn die tussen hem en zijn kalverliefde ligt.

Leuk detail is dat tekenaar Blutch de jonge held ook als het betreffende stripfiguur afbeeldt in de tekenstijl die bij dat personage hoort en moeiteloos verschillende stijlen met elkaar vermengt. Maar volwassen worden ligt op de loer en op een gegeven moment zal Christiaan de maskers van zijn helden moeten afdoen. Zeker als hij verliefd wordt op Catie Borie. Of toch niet?

In Kleine Christiaan verwerkte Blutch gebeurtenissen uit zijn jeugd tot korte episodes. De stripmaker weet de denkwereld van een opgroeiend jongetje goed inleefbaar te maken en houdt het bovenal lekker luchtig. Te pas voert hij zijn jeugdhelden op als personages. Bij Marlon Brando uit de periode Last Tango in Paris neemt Christiaan zijn liefdesexamen af, terwijl hij acteur Steve McQueen hoger heeft zitten dan God en het lichaam van Farrah Fawcett aanbidt.

Dat laatste heeft de stripmaker gemeen met Michiel van de Pol, die in de striproman Terug tot Johan ook zijn door puberhormonen ingegeven voorkeur voor deze Charlie’s Angel optekende.

Blutch is het pseudoniem van Fransman Christian Hincker, die pas na de kunstacademie het striptekenen ontdekte. Beter laat dan nooit, want hij creëert bijzonder fijne strips, maar is in Nederland (nog) niet zo bekend. Jammer dus dat de uitgeverij op of in de strip Kleine Christiaan nergens informatie geeft over de maker of de inhoud van het album. Ook de omslagillustratie nodigt niet uit tot lezen. Eeuwig zonde, want je gunt iedereen het leesplezier dat Kleine Christiaan te bieden heeft.

* * * *

Blutch – Kleine Christiaan
Oog & Blik/De Bezige Bij, € 19,90
ISBN 978-90-549-2284-1

Deze recensie is ook in Zone 5300 #91 gepubliceerd.

Categorieën
Strips

Stripvrijplaats in Het Parool leidt tot ophef onder stripmakers

Recent plaatste dagblad Het Parool deze advertentie. Inmiddels is er in de Nederlandse stripwereld aardig wat ophef over ontstaan. Deels omdat de strekking van de advertentie niet voor iedereen duidelijk was. Ik schrijf als freelancer voor deze krant en heb wat vragen gekregen over de aard van de advertentie. Dit is wat ik ervan weet.

Het gaat om een tijdelijk project. De oproep is bedoeld voor alle lezers van Het Parool. Iedereen mag dus reageren, ook professionele stripmakers. De uitgekozen aanmelders krijgen een week om op deze pagina te stralen. De aanmelders hebben deze week van Het Parool te horen gekregen of ze wel of niet worden geplaatst.

De plaatsing van het betreffende werk gaat niet gepaard met betaling.

Dit laatste stuitte een groep stripmakers tegen de borst. Sommige stripmakers zijn het beu om gratis hun werk aan te moeten bieden.

Het gaat al een tijd niet goed met de krantenmarkt. Het aantal plekken voor krantenstrips neemt af en de budgetten daarvoor ook. Krantenstrips mogen dus steeds minder kosten. Los van de krantenmarkt zijn er sowieso relatief weinig betaalde plekken voor strips in de Lage Landen en iets meer publicatiemogelijkheden in stripbladen. In dat opzicht is het natuurlijk prima dat een dagblad als Het Parool een plek aanbiedt. Ook al is dit tijdelijk. De meeste (kleine) stripbladen in Nederland die nieuw talent en doorgewinterde stripmakers graag een podium bieden, betalen overigens ook vaak niet voor publicatie.

Stripmaker Sandra de Haan, mijn collega van Zone 5300, startte een facebookpagina met dit onderwerp. Daarop staat het volgende te lezen:

Stripmakers zouden geen gratis strips aan kranten moeten leveren.
Hoe meer tekenaars gratis werk leveren, hoe meer dat de norm
zal gaan worden, zeker nu kranten financieel klem zitten. Ook Het
Parool heeft deze week 14 tekenaars uitverkoren een week lang gratis
voor ze te mogen werken (wie zijn dat?). Hoog tijd dat professionele
tekenaars eens samen een hele dikke rooie lijn gaan trekken…. Tijd voor een brief. Wordt vervolgd.

Wordt vervolgd inderdaad. Ik ben benieuwd hoe de actie van de stripmakers zich zal ontvouwen. Komt er een officiële reactie van de BNS, de Beroepsvereniging voor Nederlandse Stripmakers, bijvoorbeeld. Mijns inziens is dit een situatie waar deze organisatie juist voor in het leven is geroepen.

Daarnaast ben ik ook erg benieuwd naar wat er op de strippagina van Het Parool gepubliceerd zal worden. Het Parool is een van de weinige kranten in Nederland waar een hele strippagina in staat. Iets wat eigenlijk een vast onderdeel van iedere krant hoort te zijn, dunkt mij. Niet alleen hebben strips in kranten een duidelijke toegevoegde waarde, het is ook een mooi medium om mensen met strips in contact te laten komen. Ik hoop dan ook dat we de komende weken bijzondere bijdragen zullen zien op deze pagina.

Update donderdag 30 september
Vandaag kreeg ik een mailtje van Barbara van Beukering, de hoofdredacteur van Het Parool. Daarin schrijft ze het volgende:

De tekst in de oproep voor de vrijplaats kun je gerust misleidend noemen, daarvoor excuses.
Vanaf morgen staat er een heldere tekst in de oproep en zaterdag legt onze art director nog eens goed uit wat de bedoeling is in onze rubriek Daarom.

Dat zijn bemoedigende woorden. Ook komt er een nieuwe versie van de oproep in de krant waarin de bedoeling van de redactie duidelijker is opgeschreven. Wat de betaling voor het ingezonden werk betreft zegt Van Beukering:

Het is op zich niet raar dat we daar niet voor betalen. Mensen die brieven of opiniestukken op de pagina’s van het Laatste Woord schrijven, krijgen daarvoor ook niet betaald. Als we op termijn, de bron voor de stripvrijplaats is natuurlijk niet onuitputtelijk, een structurele oplossing zoeken, zullen we de dagelijkse cartoonist uiteraard wel betalen.

Update vrijdag 1 oktober
Vandaag plaatst Het Parool onderstaande nieuwe oproep. Dit keer staat er expliciet vermeld dat er geen financiële vergoeding tegenover staat.

Update zondag 3 oktober
Gisteren stond in Het Parool een verklaring van de redactie in de rubriek Daarom. Hierin wordt duidelijk uit de doeken gedaan wat het uitgangspunt is van de krant. Johan de Koning, art director van de krant doet  ook z’n zegje. De tekst geeft aardig weer wat ook hierboven staat.